vrijdag 22 januari 2016

Een ontroerend sprookje. 'Compassie' van Stephan Enter (Ons Erfdeel)

Hoe kan een relatie mislukken als je elkaar leert kennen via een online datingbureau? In interviews ter gelegenheid van het verschijnen van Compassie sprak Stephan Enter afgelopen voorjaar vrijelijk over het achterliggende idee van zijn roman. Ooit ontmoette je een geliefde op een sportvereniging of in de kroeg. Je ontdekte eerst hoe iemand rook, wat voor stem die had. Je vroeg je af of je gevoelens wederzijds waren. Tegenwoordig lees je eerst iemands profiel en weet je direct van elkaar dat je op zoek bent naar een partner. Dat kan niet zonder gevolgen blijven.
In Compassie raakt de bijna veertiger Frank van Luijn geïntrigeerd door het afwijkende profiel van Jessica. In de mails die ze hem daarna stuurt, geeft ze de pedante Frank – hij ziet zichzelf als een ervaren, geweldige minnaar – precies zo veel weerwerk dat zijn veroveringsinstinct wordt aangewakkerd. Hij heeft daardoor al zo'n positief beeld van de half-Duitse promovenda bij hun eerste date, dat hij alleen maar geniet van het prettige gesprek, de gezelligheid, haar accent. Hij negeert dat hij zich eigenlijk helemaal niet tot haar voelt aangetrokken.
Zo loopt Frank een fuik in. Als ze bij een volgende ontmoeting zoenen en weer later vrijen, ontdekt hij dat Jessica ondanks haar 32 jaar geen enkele ervaring in de liefde heeft. Als hij haar blote lichaam ziet, begrijpt hij ook waarom: ze is onaantrekkelijk. Maar hij ziet óók de littekens op haar arm. Wat zou er dus gebeuren als hij onmiddellijk de prille relatie verbreekt? Frank besluit daarop – uit mededogen – een paar maanden bij haar te blijven. Zo zal ze zich eindelijk geaccepteerd en begeerd voelen. Ze zal opfleuren, en daardoor de man van haar leven kunnen vinden. Die hij niet is.

Het uitgangspunt van Compassie kan dus niet meer verschillen dan dat Enters andere liefdesroman: Lichtjaren uit 2004. Daar ontmoeten de studenten Nils en Hella elkaar op de traditionele manier. Ze draaien op een schermvereniging maanden om elkaar heen. Zij heeft aanvankelijk een ander, hij pretendeert alsof hij een ander heeft – uit angst dat ze hem op afstand houdt als ze weet dat hij niet meer dan een smachtende vrijgezel is. Nils weet al zo veel van haar vóór de eerste kus. Toch zijn er opmerkelijke parallellen in de manier waarop de relatie uiteindelijk mislukt.
Frank is in Compassie ondanks zijn wereldwijsheid, zoals Jessica meteen op hun eerste afspraak meent, 'een eiland waar [hij] anderen niet op toelaat'. Als hij onderdeel wordt van Jessica's warme vrienden- en familiekring, heeft hij het gevoel alsof eindelijk iemand hem uit zijn isolement heeft gehaald. Eindelijk is hij opgenomen in een groter verband. Hij heeft dan ook moeite om de relatie te verbreken. Sterker: hij wil zijn plan niet meer uitvoeren. Maar dan maakt Jessica het uit. Zij wil hem niet meer omdat hij altijd op afstand blijft, haar nooit toelaat in haar leven.
In Lichtjaren wordt Nils om nagenoeg dezelfde reden verlaten door Hella. Hij kan haar nooit 'helemaal' zien, hij observeert aspecten van haar – precies zoals hij als student sterrenkunde nooit het heelal in zijn geheel kan zien. Op die manier houdt hij ongewild afstand. Typerend is ook dat Hella een voorliefde heeft voor levenloze dingen (als verloren knuffels) die ze van straat pikt. Dus ook Nils, die zelf analyseert dat hij van zijn rivaal in de liefde wint door zijn 'gebrek aan esprit'. Op den duur ontdekt Hella dat er niet samen te leven is met een levenloze man.
Kennelijk is dat de constante in Enters oeuvre. De onmacht die zijn vertellers ervaren om met anderen samen te smelten. De observerende houding die ze bewaren. De afstand die, nagenoeg onbewust voor Enters mannen zelf, voortdurend door hun geliefden wordt gevoeld. Het is dan ook de vraag wie met wie compassie moet hebben. Frank wendt voor dat te voelen voor Jessica. Daarom stapt hij over zijn fysieke afkeer van haar heen. Maar in werkelijkheid heeft Jessica compassie met hem. Ze probeert hem te kraken. Hem open te breken. Tot het haar te veel wordt en ze niet verder kan.

Enter presenteert Compassie als een modern sprookje. De liefdesgeschiedenis van Frank en Jessica is, anders dan Grip uit 2011 dat zijn doorbraak naar een groter publiek betekende, een eenduidig verhaal dat eenvoudig van a tot z wordt verteld. Met een heldere moraal, die in een coda van twee bladzijden wordt uitgelegd. 'Je moet mee met die ademhaling van de eeuwigheid [van de altijd voortkabbelende golfslag van de zee] want als je dat niet doet, sta je erbuiten, dan leef je eigenlijk helemaal niet, dan zie je het leven alleen maar aan je voorbijstromen.'
Enter benadrukt het sprookjeskarakter door het motto: een citaat uit de sprookjes van Grimm. Frank laat zich ook door Jessica uit Grimms Märchen voorlezen om zijn Duits te oefenen. Tegelijk onderstreept het motto het voor sprookjes gebruikelijke belang van de moraal van het verhaal door het plot weg te geven. Het komt uit 'De duivel met de drie gouden haren': een veerman klaagt dat hij altijd heen en weer vaart en nooit wordt afgelost, de duivel vertelt hem dat hij de volgende keer dat hij iemand overzet, de stang moet overdragen aan zijn passagier. Dan zal hij vrij zijn.
Zo gebeurt het ook. Jessica is aan het einde bevrijd van haar nauwelijks uitgesproken teleurstellingen in de liefde en het leven. Ze heeft snel een nieuwe vriend, ze vindt na haar promotie een mooie baan. Frank is daarentegen niet meer in staat om van vriendin naar vriendin te fladderen zoals hij altijd deed. Voor het eerst voelt hij zich eenzaam. Enter zou Enter niet zijn als hij niet letterlijk in de tekst het overdragen van de stang zou verwerken. Dat zit hem in de eerste blik die Frank op Jessica werpt: als hij later zichzelf opeens als een ander ziet, beseft hij te zijn veranderd.
Door de inzet van Compassie ben je geneigd de onwaarschijnlijkheid van Franks ambivalente gevoelens te vergeven. Zo veel van Jessica houden en tegelijk haar zo afstotelijk vinden, Enter slaagt er niet in dat aannemelijk te maken. Maar omdat het een sprookje is, maakt dat niet uit. Bovendien is er in Enters vijfde boek weer die verrukkelijke stijl, vol precieze, uitgebreide beschrijvingen die paradoxaal genoeg juist daardoor sterke ontroering oproept. Aan het slot voel je werkelijk compassie voor die onuitstaanbare, maar in feite tragische ijdeltuit.
(Eerder gepubliceerd in Ons Erfdeel 2015/4)

Zie ook:
- Stephan Enters schrijflessen - aflevering 1, aflevering 2, aflevering 3

Geen opmerkingen: