Bij ieder
boek stelt Stephan Enter zichzelf voor nieuwe uitdagingen. Wat heeft zijn eigen
oeuvre hem geleerd? Een schrijfcursus in zes lessen – 3: stel jezelf de hoogste
eisen.
Elf korte
verhalen die allemaal een eigen spanningsboog hebben én gezamenlijk het verhaal
vertellen van een jeugd – aan de hand van de ontwikkeling van Norbert Vijghs
loyaliteiten. Elf korte verhalen waarin steeds een spel centraal staat: van
indiaantje spelen tot schaken, van een poppenkast tot scrabble. Dat is Spel (2007), zonder twijfel Stephan
Enters grootste waagstuk.
'Rudy
Kousbroek zei eens tegen mij dat het boek een soort exercise de style is', vertelt de auteur. 'Dat klopt, moest ik
bekennen. Het eerste verhaal verwijst volgens hem naar Kenzaburo Oë. Ook dat
klopt. Kousbroek, groot liefhebber van Japanse literatuur, kende dat werk goed.
De sfeer is overeenkomstig. Zo bevat ieder verhaal een knipoog. Ik kan niet zeggen
welke. Ik heb nog een weddenschap met iemand lopen. Als hij ze raadt, trakteer
ik hem op een luxueus etentje.'
Voor Enter was
het schrijven van zo'n gecompliceerd boek 'een logische volgende stap'. Hij had
bewezen een verhalenbundel (Winterhanden)
en een roman (Lichtjaren) te kunnen
schrijven. Wat kon hij nog meer? 'Spel
is voor mij een laboratorium geweest – een ruimte om uit te proberen wat ik
allemaal kan. Het boek is complex, zeker. Maar ik heb er vooral plezier aan
beleefd.'
Daarbij: 'Ik
kende zoiets helemaal niet uit de literatuur. Een roman in verhalen waarbij
ieder hoofdstuk een eigen plotje heeft. Misschien bestaat het wel, maar ik
kende het niet. Dáár gaat het om. Als schrijver wil je niet alleen doen wat
anderen al voor jou hebben gedaan. Je wilt je op nieuw terrein begeven. Ook het
idee dat je iets origineels maakt, draagt bij aan het plezier van het
schrijven.'
Maar of de
motivatie nu is jezelf te verbeteren of de literatuur te vernieuwen, het gaat
er voor Enter om dat een schrijver op zoek moet naar de grenzen van zijn talent
en zijn vakmanschap. 'Hoe meer je jezelf op de proef stelt, hoe meer je van je
werk probeert te maken, hoe hoger de eisen zijn die je jezelf oplegt, hoe meer
het uiteindelijk oplevert.'
Bij de
uitwerking van Spel heeft Enter nooit
een spreadsheet gemaakt om het overzicht te behouden. 'Zoals Thomas Rosenboom,
dat wil ik niet. Dan krijg je steriel proza. Ik vind dat je zijn schema's in
zijn werk terugziet. Later, voor Grip,
heb ik wel een overzicht gemaakt toen ik enorm liep te stoeien met allerlei
ideeën. Voor de grap deed ik dat op een rol behangpapier. Toch is die roman
vrij natuurlijk ontstaan.'
Enter raadt
schrijvers aan ook bij zulke complexe projecten intuïtief te werk te gaan. 'Je
moet open staan voor de mogelijkheid dat er zoveel mogelijkheden zijn. Alles
kan. Van tevoren schema's maken werkt alleen maar beperkend. In Spel heb ik bewust geëxperimenteerd met
alle tijden en perspectieven. Er staan verhalen in de eerste persoon enkelvoud
in, maar ook in de tweede en derde persoon.'
Alleen: 'De
vrijheid die schrijven biedt is geen vrijbrief om alles maar op te schrijven.
Een verhaal of roman moet onderhevig zijn aan de wetten die het zichzelf stelt.
Ik heb voor dit boek een verhaal weggegooid – goed, omdat ik het niet
sterk genoeg vond, maar ook omdat het te veel ging over een nevenpersonage. Dat
doorbrak de loop van het boek. Het geeft uiteraard niets dat ik het toch ooit
geschreven heb.'
(Eerder gepubliceerd in Schrijven magazine 6, 2015)
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten