zondag 10 januari 2016

Stephan Enters schrijflessen 3: Stel jezelf de hoogste eisen (Schrijven magazine)


Bij ieder boek stelt Stephan Enter zichzelf voor nieuwe uitdagingen. Wat heeft zijn eigen oeuvre hem geleerd? Een schrijfcursus in zes lessen – 3: stel jezelf de hoogste eisen.

Elf korte verhalen die allemaal een eigen spanningsboog hebben én gezamenlijk het verhaal vertellen van een jeugd – aan de hand van de ontwikkeling van Norbert Vijghs loyaliteiten. Elf korte verhalen waarin steeds een spel centraal staat: van indiaantje spelen tot schaken, van een poppenkast tot scrabble. Dat is Spel (2007), zonder twijfel Stephan Enters grootste waagstuk.
'Rudy Kousbroek zei eens tegen mij dat het boek een soort exercise de style is', vertelt de auteur. 'Dat klopt, moest ik bekennen. Het eerste verhaal verwijst volgens hem naar Kenzaburo Oë. Ook dat klopt. Kousbroek, groot liefhebber van Japanse literatuur, kende dat werk goed. De sfeer is overeenkomstig. Zo bevat ieder verhaal een knipoog. Ik kan niet zeggen welke. Ik heb nog een weddenschap met iemand lopen. Als hij ze raadt, trakteer ik hem op een luxueus etentje.'

Voor Enter was het schrijven van zo'n gecompliceerd boek 'een logische volgende stap'. Hij had bewezen een verhalenbundel (Winterhanden) en een roman (Lichtjaren) te kunnen schrijven. Wat kon hij nog meer? 'Spel is voor mij een laboratorium geweest – een ruimte om uit te proberen wat ik allemaal kan. Het boek is complex, zeker. Maar ik heb er vooral plezier aan beleefd.'
Daarbij: 'Ik kende zoiets helemaal niet uit de literatuur. Een roman in verhalen waarbij ieder hoofdstuk een eigen plotje heeft. Misschien bestaat het wel, maar ik kende het niet. Dáár gaat het om. Als schrijver wil je niet alleen doen wat anderen al voor jou hebben gedaan. Je wilt je op nieuw terrein begeven. Ook het idee dat je iets origineels maakt, draagt bij aan het plezier van het schrijven.'
Maar of de motivatie nu is jezelf te verbeteren of de literatuur te vernieuwen, het gaat er voor Enter om dat een schrijver op zoek moet naar de grenzen van zijn talent en zijn vakmanschap. 'Hoe meer je jezelf op de proef stelt, hoe meer je van je werk probeert te maken, hoe hoger de eisen zijn die je jezelf oplegt, hoe meer het uiteindelijk oplevert.'

Bij de uitwerking van Spel heeft Enter nooit een spreadsheet gemaakt om het overzicht te behouden. 'Zoals Thomas Rosenboom, dat wil ik niet. Dan krijg je steriel proza. Ik vind dat je zijn schema's in zijn werk terugziet. Later, voor Grip, heb ik wel een overzicht gemaakt toen ik enorm liep te stoeien met allerlei ideeën. Voor de grap deed ik dat op een rol behangpapier. Toch is die roman vrij natuurlijk ontstaan.'
Enter raadt schrijvers aan ook bij zulke complexe projecten intuïtief te werk te gaan. 'Je moet open staan voor de mogelijkheid dat er zoveel mogelijkheden zijn. Alles kan. Van tevoren schema's maken werkt alleen maar beperkend. In Spel heb ik bewust geëxperimenteerd met alle tijden en perspectieven. Er staan verhalen in de eerste persoon enkelvoud in, maar ook in de tweede en derde persoon.'
Alleen: 'De vrijheid die schrijven biedt is geen vrijbrief om alles maar op te schrijven. Een verhaal of roman moet onderhevig zijn aan de wetten die het zichzelf stelt. Ik heb voor dit boek een verhaal weggegooid – goed, omdat ik het niet sterk genoeg vond, maar ook omdat het te veel ging over een nevenpersonage. Dat doorbrak de loop van het boek. Het geeft uiteraard niets dat ik het toch ooit geschreven heb.'
(Eerder gepubliceerd in Schrijven magazine 6, 2015)

Zie ook:

Geen opmerkingen: