Hoe ervaren
schrijvers de boekhandels, uitgevers en boekenvakorganisaties waar ze mee
samenwerken? Christine Ottens uitgeverij Atlas Contact was
vergeten We hadden liefde, we hadden wapens – het verhaal over
de Amerikaanse burgerrechtactivist Robert Williams – in te sturen
voor de Libris Literatuurprijs. Ze is blij dat ze nu een agent heeft.
Hoe kwam u erachter
dat Atlas Contact had verzuimd uw boek in te sturen?
‘De uitgeverij belde
me. Erg netjes van ze. Zij vonden het natuurlijk vreselijk en hebben gelijk
maatregelen genomen om te voorkomen dat het nog eens gebeurt. Dat was een paar
weken geleden. Zelf was het me niet opgevallen. Wel had ik gezien dat het boek
niet op de op de longlist stond. Gezien de respons leek het me niet ondenkbaar
dat het boek er wél op zou staan. We hadden liefde, we hadden wapens is
goed besproken. Het is een heel actueel boek ook.’
Wat mist u door deze
blunder?
‘Ik heb één keer op
de shortlist gestaan. Dan gebeurt er veel: extra aandacht, een ruime extra
oplage. Juist dit boek, dat maatschappelijke impact heeft, had ik dat gegund.
Het is lastig om je eigen boeken met elkaar te vergelijken, maar We
hadden liefde, we hadden wapens is voor mij een belangrijk boek. Niet
dat ik er wakker van lig, hoor.’
Wat vindt u ervan dat
Atlas Contact het nieuws per persbericht heeft verspreid? Of hebt u daar op
aangedrongen?
‘Mensen vragen mij:
Waarom sta je er niet op? Het boek staat zo in de aandacht. De voorstelling die
Urban Myth naar aanleiding daarvan heeft gemaakt, trekt volle zalen. Dan moet
ik antwoorden: het boek doet niet mee. Het is daarom beter om de boekhandels
duidelijkheid te verschaffen over de reden.’
Bent u in het
algemeen tevreden over uw uitgeverij?
Ik ben ongelooflijk tevreden over hoe het
inhoudelijk gaat. Mijn boeken worden met zo veel liefde en intelligentie
gemaakt. Maar het punt is: er worden zo veel boeken uitgegeven, het mijne is
een van vele. Of laat ik het anders zeggen. Een uitgeverij is een bedrijf, dat
winst moet maken. Een schrijver heeft als primair belang zijn eigen boek. De
uitgeverij streeft er wel naar dat beide belangen samenvallen, maar dat lukt
nooit helemaal voor alle auteurs. Daar is een spanningsveld. Dat moet je niet
willen ontkennen.’
Helemaal tevreden
bent u dus niet?
‘Ik wil liever niet
in de openbaarheid zeggen wat wel en niet goed gaat. Ik waardeer het in ieder
geval zeer dat de uitgeverij en ik een goed gesprek hebben gevoerd. Ze
luisteren echt naar mij.’
Wat vindt u de
belangrijkste taak van de uitgeverij?
‘Dat ze een boek goed
positioneren bij boekhandels en de media…
En literaire jury’s.
‘Ook ja. En ik denk
dat uitgeverijen op dit punt veel kunnen winnen. Het kan creatiever en
innovatiever. De rol van de schrijver is erg veranderd. Velen doen van alles
zelf. Ik ook. Ik ben een echt ondernemende schrijver. Een uitgeverij moet daar
meer in meegaan.’
In vergelijking met
1995, het jaar van uw debuut, zijn uitgeverijen toch veel minder passief
geworden? Zeker Atlas Contact, die een vooruitstrevende reputatie heeft.
‘Ja, natuurlijk. En
de ambitie en de intentie is er om ieder boek op een eigen manier naar het
publiek te brengen. In mijn geval door in te spelen op het maatschappelijke en
geëngageerde dat zo belangrijk is voor mijn werk. Maar er kan meer. Ga eens
kijken bij al die hippe, jonge reclamebureaus.’
Heeft u in navolging
van Atlas Contact-auteur Paulien Cornelisse ooit overwogen uw werk zelf uit te
geven?
‘Paulien Cornelisse
is een megabestsellerauteur. Dat is een verschil. En ik ben het liefst
onderdeel van een uitgeverij. Het is fijn een huis te hebben waar je
thuishoort. Wel heb ik sinds kort een agent: Dorine Holman. Die had ik veel
eerder moeten hebben. Zij neemt veel werk van mij over, denkt ook goed met mij
mee. Heel fijn.’
Zij kan namens u de
uitgeverij achter de broek zitten om te garanderen dat zij hun werk goed doen.
‘Dat niet, al
overlegt ze wel met de uitgeverij over wat er allemaal mogelijk is. Dorine
regelt verder dingen waar de uitgeverij
geen mankracht voor heeft, bijvoorbeeld dat bij ieder optreden in een theater
een boekhandel aanwezig is. Ik vind dat belangrijk: dat ik dat niet zelf doe,
maar een boekhandel. Ik werk graag met boekhandels samen. Maar soms zijn
boekhandels terughoudend: het is een avond werk, betaalt die inspanning zich
wel uit? Dorine heeft wél tijd om hen een voor een te overtuigen. Met succes
overigens. We verkopen iedere avond veel boeken.’
Agenten had je in
1995 ook niet. Verklaart u de opkomst van dit beroep doordat schrijvers
inderdaad veel meer zelf doen.
‘Ja. Ik zie veel
jongere collega’s die gewoon willen dat alles net zo goed georganiseerd wordt
als zij dat zelf doen, een agent nemen. Maar voor mij is dat niet de enige
verklaring. Het heeft ook te maken met mijn visie op literatuur en het
schrijverschap dat ik een agent heb. Ik wil dat literatuur midden in de
samenleving staat. Dáárom organiseer ik – samen met SLAA en het
Bijlmerparktheater – Bijlmer Boekt of geef ik schrijfles in de gevangenis. Je
kan niet verwachten dat een uitgeverij dat allemaal organiseert. En ik kan het
ook niet allemaal zelf.’
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten