vrijdag 20 oktober 2017

Interview Sean McMeekin over 100 jaar Russische revolutie: 'Kennelijk gunde de Russische archivaris me deze vondst' (Livre)

Honderd jaar na de Russische revolutie verschijnen talrijke boeken over dé gebeurtenis die de geschiedenis van de twintigste eeuw heeft getekend. Sean McMeekin presenteert in zijn versie een nieuwe visie. Lenin dankt de macht eerder aan fouten van zijn tegenstanders dan aan economische omstandigheden.

Het communisme is zo langzamerhand een vage herinnering in Europa. De ideologie heeft zijn aantrekkingskracht verloren in de rest van de wereld. Er zijn alleen nog een handvol dictaturen die in naam communistisch zijn: China, Cuba, Noord-Korea. Toch is de Russische revolutie die dit najaar exact honderd jaar geleden plaatsvond nog altijd relevant voor vandaag, vindt de Amerikaanse historicus Sean McMeekin.
'De erfenis van de revolutie is overal voelbaar', zegt hij via Skype. 'In Rusland in de slechte kwaliteit van de producten bijvoorbeeld, omdat die er niet toe deed in de planeconomie, waarin de overheid hoeveel en wat er moet worden geproduceerd. Alles wordt constant gerepareerd. Maar ook op ander niveau zie je de invloed. De communistische overheersing verklaart waarom Oost-Europa nu zo'n ruk naar rechts heeft gemaakt. Van Polen tot Hongarije: ongelimiteerd patriotisme en sociaal conservatisme vieren overal hoogtij.'
Het verhaal van de revolutie zelf is nog altijd een krachtige waarschuwing. 'De droom van sociale transformatie is van alle tijden. Kijk naar de weerklank die een econoom als Thomas Piketty heeft, met zijn oproep tot herverdeling van de welvaart. Maar je moet oppassen met waar je voor strijdt. De revolutie bewijst dat aan het eind niet iedereen krijgt wat hij wil – de idealisten van het begin nog wel het minst.'

McMeekins versie van de gebeurtenis die destijds de wereld schokte, is waarschijnlijk het beste boek dat dit jaar over de Russische revolutie verschijnt. Niet alleen omdat hij een even helder als meeslepend overzicht geeft van de voorgeschiedenis, de opwindende oktoberdagen en de jaren erna waarin Lenin de macht consolideert. Ook omdat hij alle nieuwe informatie heeft verwerkt die na de val van Sovjet-Unie uit archieven is opgedoken.
'En nog steeds opduikt', vult hij aan. 'Allerlei archieven zijn nog steeds gesloten. Je moet ook maar je weg weten in de immense archieven. En, het belangrijkste, geluk hebben. De archivaris van het Communistische Partij Archief is berucht om zijn humeur. Maar op een dag gooide hij letterlijk een stapel papier op mijn bureau. "Hier wil je misschien naar kijken", zei hij. Dat bleken getuigenverklaringen van de mislukte opstand van juli 1917, die waarschijnlijk nooit iemand voor mij heeft gezien. Kennelijk gunde hij me deze vondst.'
Daar komt bij dat de 42-jarige McMeekin tot de eerste generatie historici behoort die, opgegroeid na de Koude Oorlog, de gebeurtenis met een frisse blik kon bekijken. 'Iedereen ging altijd mee in de Marxistische theorie dat het tsaristisch regime wankelde door de slechte economische omstandigheden en dreigende ineenstorting van het leger in de Eerste Wereldoorlog. Dat is niet zo. Russen hadden in verhouding meer te eten dan Duitsers. En het leger stond op het punt de Duitsers beslissend te verslaan.'

McMeekins boek De Russische revolutie vertelt daarom een andere geschiedenis. Bij hem creëren liberalen en sociaal-democraten uit eigen machtslust een chaos in Rusland, waarna de zeer doelbewuste en meedogenloze Lenin genadeloos gebruik maakt van hun aarzelingen en fouten. Omdat de communistische leider geen middel schuwde, inclusief schaamteloze financiering door de Duitse kapitalistische elite, wist hij de toevallige omstandigheden iedere keer naar zijn hand te zetten.
'De cruciale fout van leiders als Kerenski, die enkele maanden voor de revolutie premier werd, is dat zij zich niet los konden maken van de tsaristische oorlogsdoelen', zegt McMeekin. 'Hij begon daarom in juni een offensief tegen de Duitse troepen. En dat terwijl Lenin radicaal voor vrede pleitte – een geluid dat steeds meer soldaten veel liever hoorden. Niet alleen in Rusland trouwens, ook in het Westen. Maar daar drukten de officieren de oorlogsmoeheid de kop in door radicaal de discipline te handhaven.'
Ook was Kerenski – zelf immers een linkse politicus – te mild voor de communisten. 'Na de mislukte juli-revolutie had hij ze allemaal moeten veroordelen. De bewijzen waren overduidelijk. Dat blijkt uit de getuigenverklaringen. Maar Kerenski raakte er ten onrechte van overtuigd dat de legerleider Kornilov een staatsgreep plande. Hij arresteerde toen zijn generaal en liet de communisten vrij. Die toen een nieuwe revolutie konden plannen.'
En vergeet het Westen zelf niet. De Britten en Fransen hielden ook de nieuwe Russische regering te strikt aan eerder gemaakte afspraken, waardoor die wel dóór moest met de oorlog. De Duitsers steunden Lenin opportunistisch, in hoop vrede in het Oosten te kunnen stuiten en de oorlog in het Westen te kunnen winnen. Na de revolutie steunden de Britten de tegenstanders van de Roden te weinig, terwijl ze wél met Lenin een handelsakkoord sloten.
'Maar dat wil ik het Westen allemaal niet te kwalijk nemen', besluit McMeekin. 'Toen de chaos begin 1917 eenmaal was ontstaan, was er voor Rusland geen enkele gelukkige afloop meer mogelijk.'
(Eerder gepubliceerd in Livre Magazine)

Sean McMeekin (1974) is hoogleraar geschiedenis aan Bard College. Hij schreef een aantal bekroonde boeken over Russische, Duitse en Turkse geschiedenis in het begin van de twintigste eeuw, waaronder het veelgeprezen July 1914, Countdown to War.

Geen opmerkingen: