Honderd jaar na de Russische revolutie verschijnen talrijke boeken
over dé gebeurtenis die de geschiedenis van de twintigste eeuw heeft getekend.
Sean McMeekin presenteert in zijn versie een nieuwe visie. Lenin dankt de macht
eerder aan fouten van zijn tegenstanders dan aan economische omstandigheden.
Het communisme is zo langzamerhand een vage herinnering in Europa.
De ideologie heeft zijn aantrekkingskracht verloren in de rest van de wereld.
Er zijn alleen nog een handvol dictaturen die in naam communistisch zijn:
China, Cuba, Noord-Korea. Toch is de Russische revolutie die dit najaar exact
honderd jaar geleden plaatsvond nog altijd relevant voor vandaag, vindt de
Amerikaanse historicus Sean McMeekin.
'De erfenis van de revolutie is overal voelbaar', zegt hij via
Skype. 'In Rusland in de slechte kwaliteit van de producten bijvoorbeeld, omdat
die er niet toe deed in de planeconomie, waarin de overheid hoeveel en wat er
moet worden geproduceerd. Alles wordt constant gerepareerd. Maar ook op ander
niveau zie je de invloed. De communistische overheersing verklaart waarom
Oost-Europa nu zo'n ruk naar rechts heeft gemaakt. Van Polen tot Hongarije:
ongelimiteerd patriotisme en sociaal conservatisme vieren overal hoogtij.'
Het verhaal van de revolutie zelf is nog altijd een krachtige
waarschuwing. 'De droom van sociale transformatie is van alle tijden. Kijk naar
de weerklank die een econoom als Thomas Piketty heeft, met zijn oproep tot
herverdeling van de welvaart. Maar je moet oppassen met waar je voor strijdt.
De revolutie bewijst dat aan het eind niet iedereen krijgt wat hij wil – de
idealisten van het begin nog wel het minst.'
McMeekins versie van de gebeurtenis die destijds de wereld
schokte, is waarschijnlijk het beste boek dat dit jaar over de Russische
revolutie verschijnt. Niet alleen omdat hij een even helder als meeslepend
overzicht geeft van de voorgeschiedenis, de opwindende oktoberdagen en de jaren
erna waarin Lenin de macht consolideert. Ook omdat hij alle nieuwe informatie
heeft verwerkt die na de val van Sovjet-Unie uit archieven is opgedoken.
'En nog steeds opduikt', vult hij aan. 'Allerlei archieven zijn
nog steeds gesloten. Je moet ook maar je weg weten in de immense archieven. En,
het belangrijkste, geluk hebben. De archivaris van het Communistische Partij
Archief is berucht om zijn humeur. Maar op een dag gooide hij letterlijk een
stapel papier op mijn bureau. "Hier wil je misschien naar kijken", zei
hij. Dat bleken getuigenverklaringen van de mislukte opstand van juli 1917, die
waarschijnlijk nooit iemand voor mij heeft gezien. Kennelijk gunde hij me deze
vondst.'
Daar komt bij dat de 42-jarige McMeekin tot de eerste generatie
historici behoort die, opgegroeid na de Koude Oorlog, de gebeurtenis met een
frisse blik kon bekijken. 'Iedereen ging altijd mee in de Marxistische theorie
dat het tsaristisch regime wankelde door de slechte economische omstandigheden
en dreigende ineenstorting van het leger in de Eerste Wereldoorlog. Dat is niet
zo. Russen hadden in verhouding meer te eten dan Duitsers. En het leger stond
op het punt de Duitsers beslissend te verslaan.'
McMeekins boek De Russische
revolutie vertelt daarom een andere geschiedenis. Bij hem creëren liberalen
en sociaal-democraten uit eigen machtslust een chaos in Rusland, waarna de zeer
doelbewuste en meedogenloze Lenin genadeloos gebruik maakt van hun aarzelingen
en fouten. Omdat de communistische leider geen middel schuwde, inclusief
schaamteloze financiering door de Duitse kapitalistische elite, wist hij de
toevallige omstandigheden iedere keer naar zijn hand te zetten.
'De cruciale fout van leiders als Kerenski, die enkele maanden
voor de revolutie premier werd, is dat zij zich niet los konden maken van de
tsaristische oorlogsdoelen', zegt McMeekin. 'Hij begon daarom in juni een
offensief tegen de Duitse troepen. En dat terwijl Lenin radicaal voor vrede
pleitte – een geluid dat steeds meer soldaten veel liever hoorden. Niet alleen
in Rusland trouwens, ook in het Westen. Maar daar drukten de officieren de
oorlogsmoeheid de kop in door radicaal de discipline te handhaven.'
Ook was Kerenski – zelf immers een linkse politicus – te mild
voor de communisten. 'Na de mislukte juli-revolutie had hij ze allemaal moeten
veroordelen. De bewijzen waren overduidelijk. Dat blijkt uit de
getuigenverklaringen. Maar Kerenski raakte er ten onrechte van overtuigd dat de
legerleider Kornilov een staatsgreep plande. Hij arresteerde toen zijn generaal
en liet de communisten vrij. Die toen een nieuwe revolutie konden plannen.'
En vergeet het Westen zelf niet. De Britten en Fransen hielden ook
de nieuwe Russische regering te strikt aan eerder gemaakte afspraken, waardoor
die wel dóór moest met de oorlog. De Duitsers steunden Lenin opportunistisch,
in hoop vrede in het Oosten te kunnen stuiten en de oorlog in het Westen te
kunnen winnen. Na de revolutie steunden de Britten de tegenstanders van de
Roden te weinig, terwijl ze wél met Lenin een handelsakkoord sloten.
'Maar dat wil ik het Westen allemaal niet te kwalijk nemen',
besluit McMeekin. 'Toen de chaos begin 1917 eenmaal was ontstaan, was er voor
Rusland geen enkele gelukkige afloop meer mogelijk.'
(Eerder gepubliceerd in Livre Magazine)
Sean McMeekin (1974) is hoogleraar geschiedenis aan Bard College.
Hij schreef een aantal bekroonde boeken over Russische, Duitse en Turkse
geschiedenis in het begin van de twintigste eeuw, waaronder het veelgeprezen July 1914, Countdown to War.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten