Voor Thijs Goverde is
de Kinderboekenweek misschien wel de belangrijkste periode van het jaar. Dán
verdient hij zijn geld. Dit jaar treedt hij op met zijn in augustus verschenen
boek: De steen van de schimmen (Ploegsma). Het is deel twee in
de serie ‘Jorrik de Ork’, die bestaat uit boeken én een live action
role-playing game (larp). Het idee was vorig jaar aanleiding om van uitgever te
wisselen.
Kijk je uit naar de
Kinderboekenweek?
‘Jazeker. Het is wel een periode van
heel hard werken. Ik ben – vanaf vandaag – alle dagen weg en heb soms vijf
optredens van een uur op een dag: van ’s ochtends vroeg in Ede tot ’s avonds
laat nog eens in Arnhem voor ouders. En dan lees ik niet alleen voor, ik ga aan
de slag met een toneelstukje, zwaardvechten of wat dan ook. Alleen op donderdag
5 oktober heb ik vrij.’
Want dan staken de
leraren op de basisschool.
‘Precies. Eerlijk gezegd komt me dat
wel goed uit, omdat het té druk is. Bijna al mijn optredens zijn op scholen.
Daar zit de grote doelgroep. Allemaal voor de leesbevordering’
Hebben de optredens
geen commercieel nut?
‘O, zeker wel. Het wordt altijd enorm
gewaardeerd door mijn uitgever dat ik mijn neus vaak op scholen laat zien. Dat
is terug te zien in de verkoop. En de optredens zelf zijn financieel gezien
belangrijk. Er zijn onder de auteurs die van de schrijverij kunnen leven
grofweg drie categorieën: zij die het moeten hebben van optredens, zij die veel
verkopen en zij die de prijzen winnen en de subsidies binnenhalen. Ik behoor
tot de eerste categorie.’
Betekent dat dat je
zo veel mogelijk optreedt? En komt het schrijven zelf dan niet in het gedrang?
‘Ik ben zo’n veertig, vijftig dagen per
jaar weg. Dat valt mee. Ik doe het ook graag. Ik kan niet zeggen dat optreden secundair
is naast het schrijven. Het is allebei: iets maken. Optreden is geweldig, maar
als het voorbij is, is het spijtig genoeg weg. En schrijven is moeilijk en
saai, maar als het af is, heb je iets tastbaars dat blijft. Daar komt bij dat
ik zoals alle schrijvers ik een gemankeerd ego heb. Indirecte feedback via
verkoopcijfers of af en toe een recensie is mij niet genoeg. Ik heb het nodig
om af en toe aangestaard en bewonderd te worden.’
Heb je een uitgever
nodig om de optredens te regelen?
‘De uitgeverij doet erg zijn best. Ze
zorgen voor flyers die ik kan signeren, en een banner met mijn hoofd of mijn
laatste boek die ik achter me kan uitvouwen. Ze zetten ook in hun folders:
nodig hem uit. Maar de meeste optredens krijg je omdat de bibliotheek een plaats
verderop zegt: die Goverde is leuk. Of omdat De Schrijverscentrale van de
scholen en organisaties bij wie ik ben geweest hoort dat het leuk was. Als dan
iemand belt voor Paul van Loon en die kan niet, wijzen ze op mij.’
Wat maakt jouw
optredens leuk?
‘Ik maak een hele cabareteske act rond
een personage uit mijn boek. Dat werkt heel goed. En dat moet ook wel.
Schrijvers die niet minstens met een accordeon op pad gaan, worden niet meer
uitgenodigd.’
En wat doe je dit
jaar?
‘Dit jaar concentreer ik me op Jorrik
de ork. Het hangt af van de klas wat ik precies doe. Kennen ze het personage
nog niet, dan lees ik voor uit deel 1: Jorrik de Ork, dat vorig
jaar verscheen. Heeft de juf die als voorbereiding op mijn bezoek voorgelezen,
dan lees ik voor uit deel 2. Het komt mooi uit deze serie goed rijmt met het
thema van de Kinderboekenweek: griezelen. Ploegsma heeft het omslag van deel 2
ook van mooi griezelig omslag voorzien. Alle lof voor de illustrator.’
Deze serie hoort bij
een larp. Hoe is dat ontstaan?
‘Een vriend van mij organiseert larps
en vroeg mij of ik een kinder-larp kon maken. Ik bedacht gelijk dat ik ook
boeken rond deze verhalen wilde maken. Ik dacht dat larp en boeken elkaar
kunnen kruisbestuiven. Dat gebeurt nu ook: kinderen die het boek hebben gelezen
komen naar de larp – vier keer per jaar een uitgebreide middag, waar ze orks
kunnen meppen, maar ook zelf smeden, kruiden zoeken, vuurtje stoken, kortom:
buiten zijn. Zo loopt ook leesbevordering hand in hand met het bevorderen van
buiten spelen.’
Zag je uitgeverij
meteen de commerciële potentie van de combinatie boek en larp?
‘Ik zat toen nog bij Holland. Daar
reageerden ze met scepsis: wordt het dan een boek of een soort handleiding bij
de larp? Dat was toen de aanleiding om bij hen te vertrekken. Er werken daar
fantastische mensen. Ik heb ook twintig jaar bij hen uitgegeven. Maar de
laatste vijf jaar liep het niet meer zo lekker. Er werd steeds over mijn ideeën
of over de uiteindelijke boeken gezegd: mwah. Dat is fnuikend. Ik wilde dat
niet meer. Ploegsma zag het idee wel meteen helemaal zitten.
Merkwaardig dat
Holland zo’n kans laat liggen.
‘Dat zou je kunnen zeggen. Aan de
andere kant was het ook heel fijn dat Holland zich nooit laat leiden door
commerciële overwegingen. Dat heeft me ook veel ruimte gegeven in de jaren dat
zij mijn werk uitgaven.’
Hoe lang ga je nog
door met de combinatie larp-boek?
‘Dat durf ik niet te voorspellen. Twee
jaar? Vijf jaar? Tien jaar? Ik heb nog veel ideeën, ook voor ander soort
boeken: young adult, een graphic novel. Het lijkt me mooi dat kinderen als ze
klein zijn over Jorrik de Ork lezen en als ze groot zijn diezelfde wereld door
andere ogen bekijken. Maar het is veel werk, omdat je ook iedere keer de plots
voor de larp moet schrijven, contacten onderhouden met de figuranten, zorgen
voor bouwwerken enzovoort. Dat gaat me niet in de koude kleren zitten.’
Merk je bij Ploegsma,
onderdeel van WPG, iets van het conflict bij zusteruitgeverij Querido Kind?
‘Daarvoor sta ik er te ver van af. Ik
neem aan dat als de redacteuren weg gaan, ze daar goede redenen voor hebben –
al is het vreemd om me te realiseren dat ik zélf altijd naar de Wibautstraat ga
en de reden voor hun vertrek is dat ze niet daarheen willen verhuizen. Ik
begrijp in ieder geval mijn collega’s heel goed dat zij weg willen als het team
opstapt. WPG of Singel, dát maakt schrijvers niets uit. Het gaat om de goede
band die je hebt met je uitgever en je redacteur.’
Merk je dan ook geen
verschil tussen het zelfstandige Holland en concernuitgeverij Ploegsma?
‘Eigenlijk niet. Nogmaals: het gaat
alleen om hoe de mensen met wie je werkt met je geesteskind omgaan. Dat zit in
kleine dingen. Als ze bij wijze van spreken tien seconden aarzelen, kun je al
denken: met deze mensen wil ik nooit meer te maken hebben. Dat is veel
belangrijker dan concernpolitiek. Waar ik me dan ook nooit zo voor heb
geïnteresseerd.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten