Britse uitgevers en literaire agenten starten een nieuwe literaire prijs uit protest tegen het weinig literaire gehalte van de Booker Prize 2011. Morgen is de uitreiking.
Nieuwe Britse literaire prijs moet wél literatuur bekronen
Er moet een nieuwe literaire prijs komen die boeken bekroond op basis van hun literaire kwaliteit en niet op basis van hun leesbaarheid. Die aankondiging deden enkele Britse uitgevers en literaire agenten, gesteund door gerenommeerde auteurs als David Mitchell en John Banville, aan de vooravond van de uitreiking van de Man Booker Prize 2011. Deze literaire prijs met een geschiedenis die teruggaat tot 1969, heeft zijn reputatie verloren, nu de jury steeds meer nadruk legt op lekker leesbare boeken.
Komt de Literature Prize, zoals de prijs voor ‘a clear and uncompromising standard of excellence’ moet heten, er echt? Of is het een soort dreigement aan de organisatoren van de Booker Prize om de kandidaten uitsluitend te blijven toetsen aan literaire criteria? Het tijdstip van de aankondiging doet het laatste vermoeden. Plus de onduidelijkheid over de financiering van de prijs en de wijze van jureren. Zo zou de Literature Prize ieder jaar een jury willen samenstellen uit een vaste pool van experts van onbesproken reputatie, maar de invulling is nog vaag.
Echt of niet echt – de aankondiging van de prijs is het toppunt van hevige kritiek op de jury van de Man Booker Prize dit jaar. Direct na bekendmaking van de shortlist begin september stak er een orkaan op. Wat was dit voor selectie van genreboeken en tweederangs literatuur? Een thriller (Snowdrops van A.D. Miller), een western (The Sisters Brothers van Patrick deWitt) en wat slappe aftreksels (Half Blood Blues van Esi Edugyan). Alleen dankzij The Sense of an Ending van Julian Barnes stond er nog een waardige winnaar bij de laatste zes.
De juryleden gooiden olie op het vuur door te wijzen op de leesbaarheid van hun shortlist. Voorzitter Stella Rimington, thrillerschrijfster en oud-hoofd van de geheime dienst MI5, zei dat de jury had gezocht naar ‘genietbare’ boeken. Jurylid Chris Mullin, schrijver en oud-minister, wilde boeken waar je ‘snel doorheen kon komen’. Kritiek van iemand als Leo Robson, die in de New Statesman schreef dat de jury ‘leesbaarheid’ interpreteerde als: ‘is te lezen zonder moeite, na te denken of de tv uit te zetten’, deed Rimington af als: ‘pathetisch’. Zulke critici willen alleen maar dat niemand op hun terrein komt.
Opmerkelijk genoeg deelde het publiek de opinie van de jury. De shortlist van dit jaar was de bestverkopende sinds daar gegevens over worden bijgehouden. En niet een beetje meer, nee, in de eerste twee weken na de bekendmaking gingen er ruim twee keer zo veel exemplaren (van de papieren editie) over de toonbank als in het recordjaar tot 2011. Koploper was – uiteraard – de thriller: Snowdrops van A.D. Miller, gevolgd door Jamrach’s Menagerie van Carol Birch en The Sense of an Ending van Julian Barnes.
In Nederland en Vlaanderen kiezen de critici overwegend voor de grootste literaire naam in de laatste zes. Barnes dus. Kathy Mathys prefereert in De Standaard ‘deze stilistische parel waarin leesplezier en spanning samengaan met diepgang’ boven Birch. Rob van Essen maakt in NRC Handelsblad de tegenovergestelde keuze: Birch is ‘overrompelender en veelomvattender’. De Groene Amsterdammer heeft een aantal losse recensies, maar is duidelijk het enthousiast over Barnes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten