De Zweedse dichter Tomas Tranströmer heeft de Nobelprijs voor Literatuur gewonnen. Voor het eerst in 37 jaar heeft de Zweedse academie voor een auteur van eigen bodem gekozen.
De 80-jarige Tranströmer kreeg de prijs ‘omdat hij, met zijn samengebalde, doorschijnende beelden, ons nieuwe toegang tot de werkelijkheid geeft’, vertelde de secretaris van de Nobelprijs-jury stipt om 13 uur – in het Zweeds, waarna zijn verdere woorden in het gejuich van de aanwezige pers ten onder ging.
Tranströmer, al jaren de grootse Zweedse kanshebber, kwam de laatste uren sterk opzetten bij de wedkantoren. Bij het sluiten noteerde Ladbrokes 4/6 voor de Zweed. Daarmee bleef hij Adonis en Bob Dylan door – de dichter en de popmuzikant die de laatste dagen als dé kanshebber werden getipt.
Van Tranströmer is het werk nagenoeg compleet in het Nederlands vertaald – door collega-schrijver Bernlef, die zich altijd flink voor hem heeft ingezet. De verzamelbundel ‘De herinneringen zien mij’ uit 2002 (verschenen bij De Bezige Bij), met al zijn werk tot dan toe, is echter niet meer in de handel. Zijn laatste bundel ‘Den stora gatan’ uit 2004 is nooit vertaald.
‘Het is mij maar hoogst zelden overkomen dat het werk van een dichter mij zo 'op het lijf geschreven voorkwam,’ schreef Bernlef over hem. ‘Het is moeilijk dat déjà-vu-gevoel van toen onder woorden te brengen, misschien wel omdat het in eerste instantie een fysieke sensatie was: het gloeien van wangen, kriebel in de nek, niet meer in staat de benen stil te houden.’
Een blij verheugde uitgever Robbert Ammerlaan had Tranströmers uitverkiezing eigenlijk niet meer verwacht. ‘Hij werd al zo lang genoemd en hij is al zo oud, dat je bijna begint te denken: het komt er niet meer van.’ Zijn werk kent Ammerlaan ‘een beetje’, zegt hij. ‘Maar ik wist dat zijn vrienden, waar ook Hugo Claus toe behoorde, hem zeer bewonderden.’
De verzamelbundel ‘De herinneringen zien mij’ wil Ammerlaan ‘een jaar nadat het is uitverkocht, nu snel onder het lezerspubliek brengen’. Ook voor een vertaling van ‘Den stora gatan’ staat hij open, maar eigenlijk alleen als Bernlef die wil vertalen. ‘Hij is zijn belangrijkste vertaler, en ze hebben elkaar goed gekend.’
Tranströmer debuteerde al op 23-jarige leeftijd met de bundel ‘17 dikter’ (17 gedichten). Daarna volgde bijna met de regelmaat van de klok om de vier jaar een nieuwe bundel. De dichter is hiervoor veelvuldig gelauwerd in binnen- en buitenland. Onder andere kreeg hij in 1990 de prestigieuze Literatuurprijs van de Noordse Raad.
Het werk van Tranströmer draait om het grensgebied – in de natuur, tussen dag en nacht, tussen slapen en waken. Hij probeert in zijn gedichten de scherpe scheiding te slechten tussen bewustzijn en onderbewustzijn. Maar niet helemaal: hij schept een wrijving tussen de twee tegenpolen die net niet tot een symbiose leidt, maar een vreemde onrust teweegbrengt.
De Zweed, afgestudeerd als psycholoog en jarenlang werkzaam in jeugdgevangenissen, schreef ook werk voor koren. Die is door Zweedse componisten als Magnus F. Andersson en Catharina Palmér op muziek gezet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten