Ik ben wel een bibliofiel in een andere betekenis van het
woord. Ik wil, uit liefde voor wat mij identiteit en mijn leven zin geeft,
alles lezen over het boek en alles wat er, hoe buitenissig ook, mee te maken
heeft. De ondergang van Polare. De geschiedenis van de vaste boekenprijs. Een
roman over een rondreizende bibliotheek per kameel in Kenia. Een vergelijkendegids over schrijfopleidingen. Een bibliotherapeutisch handboek. Een how
to-manuel over boekenprogramma's op radio en televisie. Een reisgids langsboekenmusea. Ik wil zelfs een geschiedenis van bibliofilie lezen. Alles wat over
boeken, lezen, schrijven gaat.
Helaas is het nogal veel wat verschijnt op dit gebied. Het
blog Boekenoverboeken.com kondigt wekelijks meerdere nieuwe titels aan en dan
ligt er nog zoveel opgeslagen in bibliotheken dat de afgelopen decennia – wat
zeg ik? eeuwen – is verschenen. Als ik dat allemaal zou lezen kwam ik nooit
meer toe aan de literatuur zelf. Dát is wat mij een identiteit en mijn leven
zin geeft, niet de afgeleiden ervan. Niet voor niets ben ik nog altijd niet
toegekomen aan Geschiedenis van de
Nederlandse bibliofilie van Piet J. Buijnsters (uit 2010 alweer!).
Gelukkig ben ik afgelopen najaar op een oplossing gestuit:
het levenswerk van Jan Van Herreweghe, bibliothecaris te Harelbeke. Sinds een
jaar of tien werkt hij aan de twaalfdelige, in eigen beheer uitgegeven cyclus
'Het menselijk tekort bij een teveel aan papier'. Ieder jaar verschijnt een
nieuw deel. In 2008 de eerste: Zot van
boeken, in december vorig jaar de zevende: Winkeldochters in steraanbieding. Nadat ik hem heb leren kennen
toen ik een lezing gaf in zijn bibliotheek was hij zo aardig om mij de boeken
te schenken. Inmiddels heb ik drie delen verslonden.
Het mooie van de cyclus is de encyclopedische kracht. Van
Herreweghe lijkt alle boeken te hebben gelezen die ik ook wil lezen: van de
oeuvres van gedeelde helden als Alberto Manguel en Gerrit Komrij tot mij tot op
heden volkomen onbekende romans als De
dwaling van Jo Claes, dat zich in een bibliotheek afspeelt. Van een
afstudeerscriptie over bibliotherapie tot de onvergetelijke
bibliotheekklassieker De man die werk
vond van Herman Brusselmans. In plaats van jaren van mijn leven op te
offeren hoef ik slechts Van Herreweghe's samenvattingen en analyses te lezen.
Het is niet het echte werk, ik geef het onmiddellijk toe.
Het verlangen om de geciteerde werken te lezen – ja, ook Buijnsters –
blijft dus bestaan. Maar Van Herreweghe's enthousiasme werkt bijzonder
aanstekelijk. Ook zijn oog voor de curieuste wetenswaardigheden over
verschijnselen als bibliolythie (de vernietiging van boeken en vervolging van
auteurs) en bibliotaven (zij die zich levend begraven in hun bibliotheek) smaakt
steeds naar meer. Daarom geef ik er de voorkeur aan om mij eerst te laven aan
alle kennis die Van Herreweghe zo noest heeft bijeengebracht.
Een wens evenwel: Jan, wil je alsjeblieft in het laatste
deel een uitputtende, alomvattend register opnemen? Het is het enige minpuntje
van dit zo liefdevol uitgevoerd project.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten