woensdag 25 maart 2015

Lang leve Jan van Herreweghe, de man die alles leest waar ik zelf niet aan toe kom

Ik ben geen bibliofiel, dat heb ik hier uitgelegd. Het gaat mij in de eerste plaats om de tekst – de vormgeving of de uniciteit ervan zijn bijvangst. De herinnering aan het lezen van de tekst is me dierbaar, niet het bezit van de tekst.
Ik ben wel een bibliofiel in een andere betekenis van het woord. Ik wil, uit liefde voor wat mij identiteit en mijn leven zin geeft, alles lezen over het boek en alles wat er, hoe buitenissig ook, mee te maken heeft. De ondergang van Polare. De geschiedenis van de vaste boekenprijs. Een roman over een rondreizende bibliotheek per kameel in Kenia. Een vergelijkendegids over schrijfopleidingen. Een bibliotherapeutisch handboek. Een how to-manuel over boekenprogramma's op radio en televisie. Een reisgids langsboekenmusea. Ik wil zelfs een geschiedenis van bibliofilie lezen. Alles wat over boeken, lezen, schrijven gaat.
Helaas is het nogal veel wat verschijnt op dit gebied. Het blog Boekenoverboeken.com kondigt wekelijks meerdere nieuwe titels aan en dan ligt er nog zoveel opgeslagen in bibliotheken dat de afgelopen decennia – wat zeg ik? eeuwen – is verschenen. Als ik dat allemaal zou lezen kwam ik nooit meer toe aan de literatuur zelf. Dát is wat mij een identiteit en mijn leven zin geeft, niet de afgeleiden ervan. Niet voor niets ben ik nog altijd niet toegekomen aan Geschiedenis van de Nederlandse bibliofilie van Piet J. Buijnsters (uit 2010 alweer!).
Gelukkig ben ik afgelopen najaar op een oplossing gestuit: het levenswerk van Jan Van Herreweghe, bibliothecaris te Harelbeke. Sinds een jaar of tien werkt hij aan de twaalfdelige, in eigen beheer uitgegeven cyclus 'Het menselijk tekort bij een teveel aan papier'. Ieder jaar verschijnt een nieuw deel. In 2008 de eerste: Zot van boeken, in december vorig jaar de zevende: Winkeldochters in steraanbieding. Nadat ik hem heb leren kennen toen ik een lezing gaf in zijn bibliotheek was hij zo aardig om mij de boeken te schenken. Inmiddels heb ik drie delen verslonden.
Het mooie van de cyclus is de encyclopedische kracht. Van Herreweghe lijkt alle boeken te hebben gelezen die ik ook wil lezen: van de oeuvres van gedeelde helden als Alberto Manguel en Gerrit Komrij tot mij tot op heden volkomen onbekende romans als De dwaling van Jo Claes, dat zich in een bibliotheek afspeelt. Van een afstudeerscriptie over bibliotherapie tot de onvergetelijke bibliotheekklassieker De man die werk vond van Herman Brusselmans. In plaats van jaren van mijn leven op te offeren hoef ik slechts Van Herreweghe's samenvattingen en analyses te lezen.
Het is niet het echte werk, ik geef het onmiddellijk toe. Het verlangen om de geciteerde werken te lezen – ja, ook Buijnsters – blijft dus bestaan. Maar Van Herreweghe's enthousiasme werkt bijzonder aanstekelijk. Ook zijn oog voor de curieuste wetenswaardigheden over verschijnselen als bibliolythie (de vernietiging van boeken en vervolging van auteurs) en bibliotaven (zij die zich levend begraven in hun bibliotheek) smaakt steeds naar meer. Daarom geef ik er de voorkeur aan om mij eerst te laven aan alle kennis die Van Herreweghe zo noest heeft bijeengebracht.
Een wens evenwel: Jan, wil je alsjeblieft in het laatste deel een uitputtende, alomvattend register opnemen? Het is het enige minpuntje van dit zo liefdevol uitgevoerd project. 

Geen opmerkingen: