De Bezige Bij richtte voor debutant Nhung Dam
een pop-upstore in. De actrice en theatermaakster liet haar roman Duizend
vaders daar verkopen door cabaretiers Jan Jaap van der Wal, Eric van
Sauers en Hans Lebbis. Toch gelooft Dam dat de liefde voor literatuur het
krachtigste marketingtool is dat er bestaat. Een geloof dat haar uitgeverij
deelt, heeft ze gemerkt.
Hoe ben je bij De Bezige Bij terecht gekomen?
‘Ik had mezelf toen ik jong was en een dagboek
bijhield de belofte gedaan: op een dag schrijf ik een echt boek. Onderweg ging
ik acteren, theater maken, mijn eigen toneelstukken schrijven. Maar ik had al
lang een idee voor een boek in mijn hoofd. En toen ik wat fragmenten had liet
ik die lezen aan vijf mensen die ik ken als heel kritisch. Als het niets is, vroeg
ik hen, help me uit de droom. Maar twee van hen lieten het ongevraagd lezen aan
een uitgeverij en opeens kreeg ik van twee uitgeverijen een contract. Vier jaar
geleden was dat.’
Waarom verkoos je De Bezige Bij boven – ja,
boven welke uitgeverij?
‘Dat zeg ik liever niet. Een andere grote
uitgeverij in Amsterdam in ieder geval. Ik wist op dat moment van niets. Ik
ging als een gek googlen. Simpele dingen als: wat doet een redacteur eigenlijk?
En ik sprak met beide redacteuren. Die van de andere uitgeverij probeerde me
gerust te stellen op het gebied van PR: dat ze een enorme machine tot hun
beschikking hebben. Hoewel dat voor een debutant enorm verleidelijk klinkt,
dacht ik: eerst maar een goed boek schrijven. Suzanne sprak vanaf dag 1 alleen
over de inhoud. Daarom dacht ik dat ik bij De Bezige Bij eerder het boek kon
maken dat me voor ogen stond. Suzanne zag ook heel goed de kwaliteiten en het
oorspronkelijke van mijn werk in de chaos die een eerste versie kan zijn. Ze
lichtte een zin over rietstengels eruit, weet ik nog.’
Hoe beviel daarna de samenwerking met haar?
‘Het was raar. Ik kende Suzanne helemaal niet en
liet haar toch iets heel persoonlijks lezen. Alsof je een onbekende je dagboek
geeft. Ook toen het contact steeds intenser werd bleef het raar. In vier jaar
heb je natuurlijk ups en downs in je leven. Als het niet goed ging, dacht ik:
ze is geen vriendin en geen familie en toch staat ze op een of andere manier
dichter bij me dan wie ook. Ze begeleidde me ook heel goed. Door me steeds
opnieuw te wijzen op het oorspronkelijke van mijn schrijven. Of door boeken te
geven. Toen ik vast liep gaf ze me de interviews uit The Paris Review,
zodat ik kon zien dat ik niet de enige was. Bij de presentatie floepte ik eruit
dat ik van haar ben gaan houden. Dat is absoluut waar.’
En de samenwerking met de rest van de
uitgeverij?
‘In het begin vond ik het overweldigend. Ik wist
niet dat er zo veel afdelingen zijn die zich met je boek bezig houden. Maar
Suzanne zei: je leert iedereen vanzelf kennen als het moment daar is. Zo ging
het ook. Bij alles werd ik betrokken. Bij productie bijvoorbeeld. Het is bizar
hoe gepassioneerd die mannen praten over papierkeuze of hoe papier wordt
uitgesneden. Ze lieten me stalen papiersoorten zien, alsof ik bij de Praxis
stond. Welke wilde ik voor mijn boek? Heel prettig. Er was steeds een serieus
gesprek over wat het beste zou zijn voor mijn boek.’
Je hebt nooit een van de velen gevoeld? De
Bezige Bij is een grote uitgeverij met een indrukwekkende fondslijst.
‘Daar was ik bang voor. Maar dat bleek
onterecht. Het mooiste voorbeeld was de ochtend voor de presentatie. Vincent
Overeem, die me daarbij enorm had geholpen, bleek net zo zenuwachtig te zijn
als ik. Duizend vaders is dus voor de uitgeverij, dacht ik
toen, niet het zoveelste boek dat ze uitbrengen, maar iets waarvan zij net zo
hard hopen dat het een succes wordt. Ik en de uitgeverij doen dit echt samen.’
Maar pakken ze de marketing wel goed aan? De
pop-upstore was immers jouw idee.
‘Het was lastig een haakje te vinden voor dit
boek. Je kan wel iets verzinnen met het bootvluchtelingenthema in de roman en
dat koppelen aan de actualiteit, maar dat voelde niet goed nu ik juist een
literaire roman wilde schrijven. Ik heb daarover lange gesprekken gevoerd met
de pr-afdeling. Uiteindelijk ligt toch de nadruk op het boek zelf: laat dat
voor zichzelf spreken. Dat is ook een marketingstrategie, al is het er een van
de lange adem. En er spreekt een ongelofelijk vertrouwen uit: dat het boek goed
genoeg is om zijn weg te vinden. De eerste reacties wijzen erop dat dat de
juiste keuze was. Natuurlijk zet ik wel mijn theaterachtergrond in om bij mijn
publiek te komen door middel van een voorstelling die literatuur en theater
verbindt.’
Hoe kwam je bij het idee van een pop-upstore? En
stond de uitgeverij ervoor open?
‘Ik werk al zeven jaar met Koos Terpstra, die
mijn solovoorstellingen regisseert. Hij heeft me geleerd altijd een stapje
verder te denken. Dus toen we praatten over de presentatie kwam opeens dit idee
naar boven. En dan ben ik van nature heel ondernemend, dan wil ik dat ook
realiseren. Natuurlijk zei de uitgeverij niet meteen ja, maar ze wilden er wel
over praten en toen ze het voor zich begonnen te zien, zijn ze er honderd
procent voor gegaan. We hadden afgesproken dat de uitgeverij voor de aankleding
zou zorgen en Koos en ik voor de presentatie. Toen kwam ik daar bij de opbouw
en hingen er overal posters en een enorme banner. Het was groots.’
Was de pop-upstore een succes?
‘Het was geweldig. De cabaretiers probeerden
elkaar af te troeven in hoeveel boeken ze verkochten – al ging het maar om vijf
exemplaren of zo. Ik deed ondertussen interviews en toen signeerde Eric van
Sauers rustig de boeken namens mij. Sommigen kwamen daarna naar mij toe om te
laten zien dat ze een handtekening van hem hadden weten te bemachtigen en die
van mij niet meer hoefden! En mijn vader was overgekomen uit Vietnam. Dat had
hij nooit gedaan voor een voorstelling, maar wel voor deze boekpresentatie. Op
het laatste moment besloot ik mijn speech daarom in het Vietnamees te doen. En
hoewel alleen mijn ouders dat konden verstaan, hakte dat er zo bij iedereen in.
Deze ontknoping na vier jaar werk! Het gevoel van ontroering was zo groot. De
winkel leek wel een bonbon vol liefde, zie iemand na afloop.’
Maar heeft de winkel gewerkt als marketingstunt?
‘Moeilijk te zeggen. Het effect zie je pas later
en is nooit een op een te meten. Maar het zou kunnen. Ik wilde namelijk alle
gasten een exemplaar van het boek cadeau doen. Nadat iedereen me al die jaren
had bijgestaan zou het raar zijn als ze Duizend vaders hadden
moeten kopen. Charlotte Huizink van pr had me echter uitgelegd dat ze dat bijna
nooit meer doen. Te duur. Dat begreep ik. Maar De Bezige Bij besloot ter plekke
om alle honderd gasten – of hoeveel waren er? – tóch het boek te geven. Opnieuw
in de hoop en verwachting dat het boek zo goed is dat alle gasten het na lezing
verder zullen helpen. Dat vond ik heel bijzonder: hun vertrouwen in de kracht
van de liefde voor literatuur. En daar kan natuurlijk geen pr tegenop.’
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 26 apr)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten