woensdag 3 mei 2017

Interview Nhung Dam: De liefde voor literatuur is het krachtigste marketingmiddel (Boekblad)

De Bezige Bij richtte voor debutant Nhung Dam een pop-upstore in. De actrice en theatermaakster liet haar roman Duizend vaders daar verkopen door cabaretiers Jan Jaap van der Wal, Eric van Sauers en Hans Lebbis. Toch gelooft Dam dat de liefde voor literatuur het krachtigste marketingtool is dat er bestaat. Een geloof dat haar uitgeverij deelt, heeft ze gemerkt.

Hoe ben je bij De Bezige Bij terecht gekomen?
‘Ik had mezelf toen ik jong was en een dagboek bijhield de belofte gedaan: op een dag schrijf ik een echt boek. Onderweg ging ik acteren, theater maken, mijn eigen toneelstukken schrijven. Maar ik had al lang een idee voor een boek in mijn hoofd. En toen ik wat fragmenten had liet ik die lezen aan vijf mensen die ik ken als heel kritisch. Als het niets is, vroeg ik hen, help me uit de droom. Maar twee van hen lieten het ongevraagd lezen aan een uitgeverij en opeens kreeg ik van twee uitgeverijen een contract. Vier jaar geleden was dat.’

Waarom verkoos je De Bezige Bij boven – ja, boven welke uitgeverij?
‘Dat zeg ik liever niet. Een andere grote uitgeverij in Amsterdam in ieder geval. Ik wist op dat moment van niets. Ik ging als een gek googlen. Simpele dingen als: wat doet een redacteur eigenlijk? En ik sprak met beide redacteuren. Die van de andere uitgeverij probeerde me gerust te stellen op het gebied van PR: dat ze een enorme machine tot hun beschikking hebben. Hoewel dat voor een debutant enorm verleidelijk klinkt, dacht ik: eerst maar een goed boek schrijven. Suzanne sprak vanaf dag 1 alleen over de inhoud. Daarom dacht ik dat ik bij De Bezige Bij eerder het boek kon maken dat me voor ogen stond. Suzanne zag ook heel goed de kwaliteiten en het oorspronkelijke van mijn werk in de chaos die een eerste versie kan zijn. Ze lichtte een zin over rietstengels eruit, weet ik nog.’

Hoe beviel daarna de samenwerking met haar?
‘Het was raar. Ik kende Suzanne helemaal niet en liet haar toch iets heel persoonlijks lezen. Alsof je een onbekende je dagboek geeft. Ook toen het contact steeds intenser werd bleef het raar. In vier jaar heb je natuurlijk ups en downs in je leven. Als het niet goed ging, dacht ik: ze is geen vriendin en geen familie en toch staat ze op een of andere manier dichter bij me dan wie ook. Ze begeleidde me ook heel goed. Door me steeds opnieuw te wijzen op het oorspronkelijke van mijn schrijven. Of door boeken te geven. Toen ik vast liep gaf ze me de interviews uit The Paris Review, zodat ik kon zien dat ik niet de enige was. Bij de presentatie floepte ik eruit dat ik van haar ben gaan houden. Dat is absoluut waar.’

En de samenwerking met de rest van de uitgeverij?
‘In het begin vond ik het overweldigend. Ik wist niet dat er zo veel afdelingen zijn die zich met je boek bezig houden. Maar Suzanne zei: je leert iedereen vanzelf kennen als het moment daar is. Zo ging het ook. Bij alles werd ik betrokken. Bij productie bijvoorbeeld. Het is bizar hoe gepassioneerd die mannen praten over papierkeuze of hoe papier wordt uitgesneden. Ze lieten me stalen papiersoorten zien, alsof ik bij de Praxis stond. Welke wilde ik voor mijn boek? Heel prettig. Er was steeds een serieus gesprek over wat het beste zou zijn voor mijn boek.’

Je hebt nooit een van de velen gevoeld? De Bezige Bij is een grote uitgeverij met een indrukwekkende fondslijst.
‘Daar was ik bang voor. Maar dat bleek onterecht. Het mooiste voorbeeld was de ochtend voor de presentatie. Vincent Overeem, die me daarbij enorm had geholpen, bleek net zo zenuwachtig te zijn als ik. Duizend vaders is dus voor de uitgeverij, dacht ik toen, niet het zoveelste boek dat ze uitbrengen, maar iets waarvan zij net zo hard hopen dat het een succes wordt. Ik en de uitgeverij doen dit echt samen.’

Maar pakken ze de marketing wel goed aan? De pop-upstore was immers jouw idee.
‘Het was lastig een haakje te vinden voor dit boek. Je kan wel iets verzinnen met het bootvluchtelingenthema in de roman en dat koppelen aan de actualiteit, maar dat voelde niet goed nu ik juist een literaire roman wilde schrijven. Ik heb daarover lange gesprekken gevoerd met de pr-afdeling. Uiteindelijk ligt toch de nadruk op het boek zelf: laat dat voor zichzelf spreken. Dat is ook een marketingstrategie, al is het er een van de lange adem. En er spreekt een ongelofelijk vertrouwen uit: dat het boek goed genoeg is om zijn weg te vinden. De eerste reacties wijzen erop dat dat de juiste keuze was. Natuurlijk zet ik wel mijn theaterachtergrond in om bij mijn publiek te komen door middel van een voorstelling die literatuur en theater verbindt.’

Hoe kwam je bij het idee van een pop-upstore? En stond de uitgeverij ervoor open?
‘Ik werk al zeven jaar met Koos Terpstra, die mijn solovoorstellingen regisseert. Hij heeft me geleerd altijd een stapje verder te denken. Dus toen we praatten over de presentatie kwam opeens dit idee naar boven. En dan ben ik van nature heel ondernemend, dan wil ik dat ook realiseren. Natuurlijk zei de uitgeverij niet meteen ja, maar ze wilden er wel over praten en toen ze het voor zich begonnen te zien, zijn ze er honderd procent voor gegaan. We hadden afgesproken dat de uitgeverij voor de aankleding zou zorgen en Koos en ik voor de presentatie. Toen kwam ik daar bij de opbouw en hingen er overal posters en een enorme banner. Het was groots.’

Was de pop-upstore een succes?
‘Het was geweldig. De cabaretiers probeerden elkaar af te troeven in hoeveel boeken ze verkochten – al ging het maar om vijf exemplaren of zo. Ik deed ondertussen interviews en toen signeerde Eric van Sauers rustig de boeken namens mij. Sommigen kwamen daarna naar mij toe om te laten zien dat ze een handtekening van hem hadden weten te bemachtigen en die van mij niet meer hoefden! En mijn vader was overgekomen uit Vietnam. Dat had hij nooit gedaan voor een voorstelling, maar wel voor deze boekpresentatie. Op het laatste moment besloot ik mijn speech daarom in het Vietnamees te doen. En hoewel alleen mijn ouders dat konden verstaan, hakte dat er zo bij iedereen in. Deze ontknoping na vier jaar werk! Het gevoel van ontroering was zo groot. De winkel leek wel een bonbon vol liefde, zie iemand na afloop.’

Maar heeft de winkel gewerkt als marketingstunt?
‘Moeilijk te zeggen. Het effect zie je pas later en is nooit een op een te meten. Maar het zou kunnen. Ik wilde namelijk alle gasten een exemplaar van het boek cadeau doen. Nadat iedereen me al die jaren had bijgestaan zou het raar zijn als ze Duizend vaders hadden moeten kopen. Charlotte Huizink van pr had me echter uitgelegd dat ze dat bijna nooit meer doen. Te duur. Dat begreep ik. Maar De Bezige Bij besloot ter plekke om alle honderd gasten – of hoeveel waren er? – tóch het boek te geven. Opnieuw in de hoop en verwachting dat het boek zo goed is dat alle gasten het na lezing verder zullen helpen. Dat vond ik heel bijzonder: hun vertrouwen in de kracht van de liefde voor literatuur. En daar kan natuurlijk geen pr tegenop.’
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 26 apr) 

Geen opmerkingen: