De moord op de
boekverkoopster van Frank Westerman moest ik natuurlijk lezen. Het is
vakliteratuur, zou je kunnen zeggen. Ik ken veel mensen die Westerman aan het
woord laat of noemt. Fijn dus dat er na de verrijkte digitale uitgave als longread deze maand ook een eenvoudige papieren editie met alleen maar tekst is
gekomen. Dat behoudt toch mijn voorkeur, zozeer dat ik op de gewone uitgave heb
gewacht. Maar daar gaat het nu niet om. Ik word er, zonder te worden genoemd,
in geciteerd.
In hoofdstuk twee beschrijft Westerman hoe hij het nieuws
vernam dat Marian Heij, bij wie hij in zijn studententijd in Wageningen boeken
kocht, op 13 mei 2012 is vermoord. Hij las als eerste op Boekblad.nl dat zij
was gestorven. Een nieuwsbericht dat ik heb geschreven. De redactie was getipt
dat ze was overleden, ik heb dat nagetrokken en een in memoriam-achtig bericht
gemaakt. Dat ze door haar echtgenoot is vergiftigd, zoals al snel bleek, kon ik
in de verste verte niet vermoeden.
Westerman heeft het intro integraal overgenomen:
Marian Heij (Kniphorst) overleden
De oud-boekhandelaar Marian Heij
is zondagavond na een kortstondig ziekbed overleden. Zij was van 1988 tot 2008
eigenaar van boekhandel Kniphorst in Wageningen.
Eerlijk gezegd stond er 1987 in plaats van 1988. Kennelijk
was mij dat verteld door Niek Smaal, de bedrijfsleider die ik die
maandagochtend op zijn privénummer had gebeld en mij vertelde dat Heij aan een
auto-immuunziekte was overleden. Of misschien heb ik het foutief overgenomen
uit eerdere berichtgeving over Kniphorst. Daar staat dat Heij 21 jaar directeur
van de boekhandel was. Goed dat Westerman dat stilzwijgend voor de geschiedenis
gecorrigeerd heeft.
Dan het boekje zelf. Frank Westerman zou Frank Westerman
niet zijn als hij alleen maar een portret van Marian Heij had geschreven. De
gebeurtenis is voor hem een aanleiding om antwoord proberen te zoeken op een
dieper liggende vraag. In dit geval is dat de vraag: 'Kun je je lot tegemoet
lezen?' Een vraag die is ingegeven door Smaal die beweerde dat Heij de laatste
jaren anders was gaan lezen en dat die verandering samenhangt met het
gruwelijke lot dat haar trof.
Ik zou die vraag zelf nooit stellen. Ik geloof niet in
dergelijke verbanden. Iedere literaire vooruitwijzing naar een gifmoord of
verblindende liefde, is per definitie toeval. Gelukkig trekt Westerman die conclusie
zelf ook. Hij merkt alleen – even terecht als fascinerend – op dat alles wat
Heij uit de literatuur had kunnen leren over de menselijke geest, hoe die werkt
en hoe die wordt verdwaasd, blijkbaar niet heeft kunnen voorkomen dat ze met
open ogen haar ondergang tegemoet ging.
Ik merkte wel dat de uitdrukking 'zeg me wat je leest en ik
zeg je wie je bent' maar al te waar is. Op het einde krijgt Westerman de
beschikking over de boeken die Heij de laatste tien jaar kocht. Uit zijn
analyses blijkt bijvoorbeeld dat ze in slechte periodes meer zelfhulpboeken
las. Ik vond het pijnlijk om te lezen. Het was te intiem. Ik had liever dat
Westerman haar dagboeken had gevonden. Dat was minder privé geweest, omdat ze dan
haar zielenroerselen had gestileerd – en dus versluierd.
Voor ik zelf doodga, moet ik de schriften maar vernietigen
waarin ik sinds 1990 alle boeken heb genoteerd die ik heb gelezen. Wie weet
onthullen ze te veel.
Zie ook:
En:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten