dinsdag 27 mei 2014

Anoniem geciteerd in 'De moord op de boekverkoopster' van Frank Westerman

De moord op de boekverkoopster van Frank Westerman moest ik natuurlijk lezen. Het is vakliteratuur, zou je kunnen zeggen. Ik ken veel mensen die Westerman aan het woord laat of noemt. Fijn dus dat er na de verrijkte digitale uitgave als longread deze maand ook een eenvoudige papieren editie met alleen maar tekst is gekomen. Dat behoudt toch mijn voorkeur, zozeer dat ik op de gewone uitgave heb gewacht. Maar daar gaat het nu niet om. Ik word er, zonder te worden genoemd, in geciteerd.
In hoofdstuk twee beschrijft Westerman hoe hij het nieuws vernam dat Marian Heij, bij wie hij in zijn studententijd in Wageningen boeken kocht, op 13 mei 2012 is vermoord. Hij las als eerste op Boekblad.nl dat zij was gestorven. Een nieuwsbericht dat ik heb geschreven. De redactie was getipt dat ze was overleden, ik heb dat nagetrokken en een in memoriam-achtig bericht gemaakt. Dat ze door haar echtgenoot is vergiftigd, zoals al snel bleek, kon ik in de verste verte niet vermoeden.
Westerman heeft het intro integraal overgenomen:

Marian Heij (Kniphorst) overleden

De oud-boekhandelaar Marian Heij is zondagavond na een kortstondig ziekbed overleden. Zij was van 1988 tot 2008 eigenaar van boekhandel Kniphorst in Wageningen.

Eerlijk gezegd stond er 1987 in plaats van 1988. Kennelijk was mij dat verteld door Niek Smaal, de bedrijfsleider die ik die maandagochtend op zijn privénummer had gebeld en mij vertelde dat Heij aan een auto-immuunziekte was overleden. Of misschien heb ik het foutief overgenomen uit eerdere berichtgeving over Kniphorst. Daar staat dat Heij 21 jaar directeur van de boekhandel was. Goed dat Westerman dat stilzwijgend voor de geschiedenis gecorrigeerd heeft.

Dan het boekje zelf. Frank Westerman zou Frank Westerman niet zijn als hij alleen maar een portret van Marian Heij had geschreven. De gebeurtenis is voor hem een aanleiding om antwoord proberen te zoeken op een dieper liggende vraag. In dit geval is dat de vraag: 'Kun je je lot tegemoet lezen?' Een vraag die is ingegeven door Smaal die beweerde dat Heij de laatste jaren anders was gaan lezen en dat die verandering samenhangt met het gruwelijke lot dat haar trof.
Ik zou die vraag zelf nooit stellen. Ik geloof niet in dergelijke verbanden. Iedere literaire vooruitwijzing naar een gifmoord of verblindende liefde, is per definitie toeval. Gelukkig trekt Westerman die conclusie zelf ook. Hij merkt alleen – even terecht als fascinerend – op dat alles wat Heij uit de literatuur had kunnen leren over de menselijke geest, hoe die werkt en hoe die wordt verdwaasd, blijkbaar niet heeft kunnen voorkomen dat ze met open ogen haar ondergang tegemoet ging.
Ik merkte wel dat de uitdrukking 'zeg me wat je leest en ik zeg je wie je bent' maar al te waar is. Op het einde krijgt Westerman de beschikking over de boeken die Heij de laatste tien jaar kocht. Uit zijn analyses blijkt bijvoorbeeld dat ze in slechte periodes meer zelfhulpboeken las. Ik vond het pijnlijk om te lezen. Het was te intiem. Ik had liever dat Westerman haar dagboeken had gevonden. Dat was minder privé geweest, omdat ze dan haar zielenroerselen had gestileerd – en dus versluierd.
Voor ik zelf doodga, moet ik de schriften maar vernietigen waarin ik sinds 1990 alle boeken heb genoteerd die ik heb gelezen. Wie weet onthullen ze te veel.

Zie ook:

En:

Geen opmerkingen: