Ilja Leonard Pfeiffer droeg de Libris Literatuurprijs 2014 voor La Superba op aan zijn uitgeverij De Arbeiderspers, die juist gisteren
aankondigde zich los te weken uit het grote boekenconcern van WPG.
De Libris literatuurprijs 2014 was niet voor La Superba –
een magistrale roman over migratie, van wanhopige Afrikaanse gelukszoekers tot
verandering zoekende expats. Hij ging evenmin naar Ilja Leonard Pfeijffer – de
auteur van een rijk en veelzijdig oeuvre, dat anders dan in deze roman wordt
gekenmerkt door vernuftig literair spel en exuberante taalgebruik. Nee, de
Libris Literatuurprijs ging in de eerste plaats naar de uitgever van het
winnende boek: De Arbeiderspers.
Vanaf de ontvangst in het Amstel Hotel in Amsterdam spraken
de genodigden gisteren uitsluitend over het nieuws van de dag – de
verzelfstandiging van vier literaire uitgeverijen van het WPG-concern: de
Arbeiderspers, Querido, Nijgh & van Ditmar en Athenaeum-Polak & van
Gennep. Sommige media brachten het nieuws alsof WPG de uitgeverijen afstoot. De
auteurs, inclusief de genomineerden, zagen het juist als het zeer gewenste
ontstaan van een nieuwe zelfstandige uitgeverij. Los van een groter geheel zal
het nieuwe bedrijf floreren. Ook Pfeijffer verwachte niet anders. Hij was
opgetogen over de laatste ontwikkelingen.
Toen juryvoorzitter Paul Witteman de winnaar bekend had
gemaakt, herhaalde Ilja Leonard Pfeijffer het nog maar eens. 'Er zijn veel
mensen die ik wil bedanken, maar dat doe ik misscihen privé. Met uitzondering
van mijn uitgeverij. Juist op deze dag dat het nieuws bekend is geworden dat
mijn uitgeverij een wilde, mooie toekomst tegemoet gaat, wil ik zeggen dat ik er
trots op ben om door De Arbeiderspers te worden uitgegeven. Het is een voornaam
huis met een lange traditie. Juist op deze dag is het gepast dat ik mij
herinner hoe dit huis mij al die jaren heeft gesteund, in mij heeft geloofd en
heeft geïnvesteerd.'
De betrokken medewerkers van de vier uitgeverijen liepen de
hele avond glunderend rond. De nieuwe eigenaar Paulien Loerts: mooier dan met
deze bekroning had het nieuwe avontuur niet kunnen beginnen. De
marketingmanager van De Arbeiderspers Nathalie Doruijter: trots zei ze dat ze
niet maar alleen Pfeijffer vertegenwoordigde maar ook de genomineerden Marente de Moor (Querido) en Robbert Welagen (Nijgh & van Ditmar). Die ook al blij
waren met de aangekondigde verzelfstandiging per 1 juni aanstaande.
Toch betekende de prijs natuurlijk ook persoonlijk wat voor
Pfeijffer. Hij werd al vaker genomineerd, voor La Superba ook voor de AKO en
de Gouden Boekenuil. Alle aanwezigen bij die prijsuitreikingen herinnerden zich
zijn kolossale, met drank verdrongen teleurstelling. Nu had hij beet. Prompt
verklaarde de schrijver die anders onder alle omstandigheden relativerende
grapjes maakt, de Libris Literatuurprijs tot de mooiste prijs die er is. Hij
maakte niet eens de beperking: de mooiste van dit taalgebied.
De genodigden hadden vrede met deze winnaar. De
boekverkopers hadden gehoopt op Stefan Hertmans. Een prijs voor hem zou de
verkoop van Oorlog en terpentijn tot duizelingwekkende hoogten hebben
gestuwd, maar het toegankelijke La Superba (17.000 exemplaren verkocht tot
dusver) zou nu wel eens kunnen aanslaan bij het grote publiek. Ook de aanwezige
Vlamingen – onder wie WPG-directeur Koen Clement – hoopten op Hertmans, maar
konden uitstekend leven met deze winnaar. En Hertmans zelf ging waardig om met
de jurybeslissing ten nadele van zijn werk.
Zo werd de bekroning van Pfeijffer een passende apotheose
van een kalme avond zonder verrassingen. Het was aan Tom Lanoye te danken dat
er ten minste nog enig spektakel voorviel naast alle verplichte laudatio's. Hij
doorbrak het protocol om een speech te
geven. Bij de negende keer dat hij werd genomineerd voor een grote prijs kon
hij het niet langer verdragen dat er bij dergelijke gelegenheden altijd óver de
schrijvers werd gesproken. De schrijvers waren verdorie toch de mensen van het
woord, vond hij: laat ons eens wat zéggen in plaats van alleen maar mee te
spelen in het 'nobele concours hippique, om het woord bordeel niet te
gebruiken.'
Lanoye protesteerde daarop tegen de al te vaak gehoorde
klaagzangen over de literatuur. Dit was het moment om de lof te zingen voor wie
geweldig schrijft – de zes genomineerde auteurs in de eerste plaats. Ook
zei hij dat het de schrijvers niet om de prijs en het daarmee verbonden
geldbedrag van 50.000 euro ging, maar om de literatuur, om de kunst. En hij
prees de jury van literaire prijzen. Vooral deze jury. Geniaal, was die. 'We
zullen ons neerleggen bij hun fantastisch, onafwendbaar, goed gedocumenteerd,
fenomenaal oordeel.'
Woorden waar Pfeijffer zich later van harte bij aansloot.
(Eerder gepubliceerd op Knack.be, 14 mei)
(Eerder gepubliceerd op Knack.be, 14 mei)
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten