donderdag 15 mei 2014

Gloednieuw uitgeverijconsortium wint meteen Libris Literatuurprijs (Knack)


Ilja Leonard Pfeiffer droeg de Libris Literatuurprijs 2014 voor La Superba op aan zijn uitgeverij De Arbeiderspers, die juist gisteren aankondigde zich los te weken uit het grote boekenconcern van WPG.
  
De Libris literatuurprijs 2014 was niet voor La Superba – een magistrale roman over migratie, van wanhopige Afrikaanse gelukszoekers tot verandering zoekende expats. Hij ging evenmin naar Ilja Leonard Pfeijffer – de auteur van een rijk en veelzijdig oeuvre, dat anders dan in deze roman wordt gekenmerkt door vernuftig literair spel en exuberante taalgebruik. Nee, de Libris Literatuurprijs ging in de eerste plaats naar de uitgever van het winnende boek: De Arbeiderspers. 
Vanaf de ontvangst in het Amstel Hotel in Amsterdam spraken de genodigden gisteren uitsluitend over het nieuws van de dag – de verzelfstandiging van vier literaire uitgeverijen van het WPG-concern: de Arbeiderspers, Querido, Nijgh & van Ditmar en Athenaeum-Polak & van Gennep. Sommige media brachten het nieuws alsof WPG de uitgeverijen afstoot. De auteurs, inclusief de genomineerden, zagen het juist als het zeer gewenste ontstaan van een nieuwe zelfstandige uitgeverij. Los van een groter geheel zal het nieuwe bedrijf floreren. Ook Pfeijffer verwachte niet anders. Hij was opgetogen over de laatste ontwikkelingen.
Toen juryvoorzitter Paul Witteman de winnaar bekend had gemaakt, herhaalde Ilja Leonard Pfeijffer het nog maar eens. 'Er zijn veel mensen die ik wil bedanken, maar dat doe ik misscihen privé. Met uitzondering van mijn uitgeverij. Juist op deze dag dat het nieuws bekend is geworden dat mijn uitgeverij een wilde, mooie toekomst tegemoet gaat, wil ik zeggen dat ik er trots op ben om door De Arbeiderspers te worden uitgegeven. Het is een voornaam huis met een lange traditie. Juist op deze dag is het gepast dat ik mij herinner hoe dit huis mij al die jaren heeft gesteund, in mij heeft geloofd en heeft geïnvesteerd.' 
De betrokken medewerkers van de vier uitgeverijen liepen de hele avond glunderend rond. De nieuwe eigenaar Paulien Loerts: mooier dan met deze bekroning had het nieuwe avontuur niet kunnen beginnen. De marketingmanager van De Arbeiderspers Nathalie Doruijter: trots zei ze dat ze niet maar alleen Pfeijffer vertegenwoordigde maar ook de genomineerden Marente de Moor (Querido) en Robbert Welagen (Nijgh & van Ditmar). Die ook al blij waren met de aangekondigde verzelfstandiging per 1 juni aanstaande.
Toch betekende de prijs natuurlijk ook persoonlijk wat voor Pfeijffer. Hij werd al vaker genomineerd, voor La Superba ook voor de AKO en de Gouden Boekenuil. Alle aanwezigen bij die prijsuitreikingen herinnerden zich zijn kolossale, met drank verdrongen teleurstelling. Nu had hij beet. Prompt verklaarde de schrijver die anders onder alle omstandigheden relativerende grapjes maakt, de Libris Literatuurprijs tot de mooiste prijs die er is. Hij maakte niet eens de beperking: de mooiste van dit taalgebied.
De genodigden hadden vrede met deze winnaar. De boekverkopers hadden gehoopt op Stefan Hertmans. Een prijs voor hem zou de verkoop van Oorlog en terpentijn tot duizelingwekkende hoogten hebben gestuwd, maar het toegankelijke La Superba (17.000 exemplaren verkocht tot dusver) zou nu wel eens kunnen aanslaan bij het grote publiek. Ook de aanwezige Vlamingen – onder wie WPG-directeur Koen Clement – hoopten op Hertmans, maar konden uitstekend leven met deze winnaar. En Hertmans zelf ging waardig om met de jurybeslissing ten nadele van zijn werk.
Zo werd de bekroning van Pfeijffer een passende apotheose van een kalme avond zonder verrassingen. Het was aan Tom Lanoye te danken dat er ten minste nog enig spektakel voorviel naast alle verplichte laudatio's. Hij doorbrak het protocol om een  speech te geven. Bij de negende keer dat hij werd genomineerd voor een grote prijs kon hij het niet langer verdragen dat er bij dergelijke gelegenheden altijd óver de schrijvers werd gesproken. De schrijvers waren verdorie toch de mensen van het woord, vond hij: laat ons eens wat zéggen in plaats van alleen maar mee te spelen in het 'nobele concours hippique, om het woord bordeel niet te gebruiken.' 
Lanoye protesteerde daarop tegen de al te vaak gehoorde klaagzangen over de literatuur. Dit was het moment om de lof te zingen voor wie geweldig schrijft – de zes genomineerde auteurs in de eerste plaats. Ook zei hij dat het de schrijvers niet om de prijs en het daarmee verbonden geldbedrag van 50.000 euro ging, maar om de literatuur, om de kunst. En hij prees de jury van literaire prijzen. Vooral deze jury. Geniaal, was die. 'We zullen ons neerleggen bij hun fantastisch, onafwendbaar, goed gedocumenteerd, fenomenaal oordeel.'
Woorden waar Pfeijffer zich later van harte bij aansloot.
(Eerder gepubliceerd op Knack.be, 14 mei)

Zie ook:

Geen opmerkingen: