zondag 19 oktober 2014

Des romans français: David Foenkinos, 'Charlotte'

Op indringende wijze beschrijft David Foenkinos het leven van de Duitse kunstenares Charlotte Salomon. Niet alleen de inhoud is krachtig en blijft de lezer bij, ook de vorm is indrukwekkend. Foenkinos baseert zich voornamelijk op haar boek Leben? oder Theater?, een combinatie van gouaches en tekst. Het origineel bevindt zich in het Joods Museum in Amsterdam. Ook bezocht Foenkinos plaatsen waar Charlotte heeft gewoond en herschept in korte krachtige zinnen haar biografie.
In 1917 werd Charlotte in Berlijn geboren in een Joods gezin. Haar vader was arts en veel van huis. Haar moeder is veel thuis en vat het elven zwaar op, onder meer omdat haar zus, de tante van Charlotte, op achttienjarige leeftijd zelfmoord pleegde. Die tragische gebeurtenis staat niet op zichzelf, het lijkt een genetisch bepaalde voorbestemming. Meer familieleden van haar moeders kant hebben zelf voor de dood gekozen. Uiteindelijk kiest ook de moeder van Charlotte voor deze manier om haar leven te beëindigen.
Dit, samen met de voor Joden steeds moeilijkere leefomstandigheden in Duitsland, werpt een dramatische schaduw over Charlottes bestaan. Waartoe zal zij voorbestemd zijn, wat staat haar te wachten? Na de dood van haar moeder hertrouwt haar vader met een beroemde, Joodse, operazangeres. Zelfs de nazi’s houden van haar stem, waardoor het gezin nog enig leed onthouden blijft. Maar niet voor lang.
Foenkinos heeft ervoor gekozen alle zinnen onder elkaar te zetten, de alinea’s lijken daardoor op strofen en het geheel krijgt het uiterlijk van een lang prozagedicht. De zinnen zijn nooit langer dan één regel, vaak enkelvoudig, soms met een korte bijzin. Hierdoor ontstaat een bepaalde cadans, een bepaald ritme waarop het leven van Charlotte zich ontvouwt. De zinnen krijgen meer aandacht dan wanneer ze achterelkaar tussen andere zinnen staan. Sommige zijn ferm en direct, maar vaker zijn ze poëtisch en kleuren ze regel voor regel de gebeurtenissen.  Zoals wanneer Paula, de stiefmoeder van Charlotte, tijdens een optreden uitgejouwd wordt door antisemieten. Eenmaal thuis beseft het gezin wat er gaande is. Ze zouden het land kunnen verlaten, maar Albert, de vader van Charlotte, peinst er niet over:

Paula pourrait chanter aux États-Unis.
Albert pourrait facilement y trouver du travail.
Non, dit il.
C’est hors du question.
C’est ici, leur patrie.
C’est l’Allemagne.
Il faut être optimiste, se dire que la haine est périssable.

Charlotte mag na de middelbare school naar de Kunstacademie. Ondanks dat ze Joods is. Op voorspraak van een van de docenten die haar talenten herkent. Tekenen houdt haar staande, als half wees in een steeds vijandiger maatschappij. Even lijkt het geluk in de verte te gloren, wanneer ze verliefd wordt op de zangdocent van haar moeder. Een eigenzinnige man die zijn vrijheid hoger acht dan de liefde, maar tegelijkertijd Charlotte aan zich weet te binden en haar inspireert.
Wanneer Albert gevangen genomen wordt en in een kamp belandt, besluiten de grootouders van Charlotte uiteindelijk te vluchten. Ze gaan naar Zuid-Frankrijk waar een Amerikaanse zich ontfermt over vluchtelingen uit Duitsland. Niet veel later volgt Charlotte. Ze wil niet, ze moet dan namelijk niet alleen haar ouders achterlaten, maar ook haar grote liefde. Maar hij dwingt haar door te zeggen dat wanneer ze niet vlucht, hij haar zal verlaten. Charlotte voegt zich na een lange reis bij haar grootouders. Ze gaat weer schilderen, sluit zichzelf zelfs op om zich volledig te kunnen overgeven aan verf en papier. De jaren veertig zijn inmiddels aangebroken. Zuid-Frankrijk blijft een tijdje buiten schot, de Italianen die er de baas spelen zijn lang zo gemeen niet als de Duitsers. Maar wanneer die de macht overnemen, wordt het ook gevaarlijk voor de Joden die zich veilig waanden.
Foenkinos doseert de tragiek, de korte beschrijvende zinnen worden vanzelf poëzie. Ieder woord lijkt op de juiste plaats te staan, zonder geforceerd over te komen. Door het verhaal heen laat de schrijver subtiel zijn eigen stem klinken. Waarom hij voor Charlotte heeft gekozen, hoe hij haar heeft gevonden en gevolgd. En hoeveel moeite het kostte om dit verhaal op papier te zetten:

Pendant des années, j’ai pris des notes.
J’ai parcouru son oeuvre sans cesse.
(…)
J’ai tenté d’écrire ce livre tant de fois.
Mais comment ?
(…)
Je commençais, j’essayais, puis j’abandonnais.
Je n’arrivais pas à écrire deux phrases de suite.
Je me sentais à l’arrêt à chaque point.
Impossible d’avancer.
C’était une sensation physique, une oppression.
J’éprouvais la nécessité d’aller á la ligne pour respirer.

Alors, j’ai compris qu’il fallait l’écrire ainsi.

Tegen het einde komt de biografie in een stroomversnelling. De gebeurtenissen volgen elkaar snel op, het drama dient zich aan, van meerdere kanten. Charlotte is niet aan haar einde gekomen zoals ze zelf voorzien had en waartoe ze voorbestemd leek. Ze heeft haar leven zo intensief mogelijk geleefd. Als ze na twee jaar werk het boek met tekeningen en teksten dichtklapt, geeft ze het aan de vrouw die haar in Zuid-Frankrijk heeft opgevangen, met de worden: C’est toute ma vie.
Dankzij Foenkinos maakt de lezer kennis met dat leven, met Charlotte, een vrouw die, zoals zovelen, niet mocht zijn wie ze was.


Arjen van Meijgaard

Zie ook: 'Les souvenirs' van David Foenkinos

Geen opmerkingen: