Vanaf volgend jaar staat de Shinichi Hoshi Prijs open voor
verhalen geschreven door robots. Zo kan de naamgever van de prijs, overleden in
1997, hem ook winnen. Hopelijk krijgt hij concurrentie van Arnon Grunberg.
Shinichi Hoshi was de Japanse grootmeester van de science
fiction. Hij publiceerde sinds zijn debuut in de jaren vijftig meer dan duizend
korte verhalen: scherpe portretten van hooguit vier pagina's van alledaags
gedrag in een buitenaardse context. Van bundelingen als Bokko-chan (Mevrouw
Bokko, 1963) en Oi-detekoi (Hé daar, kom naar buiten) verkocht hij meer dan
een miljoen exemplaren in eigen land. Zijn werk werd in tien talen vertaald,
zij het niet in het Nederlands.
De Japanse zakenkrant Nikkei Shimbum
riep bij de vijftiende sterfdag van de schrijver in 2013 de Shinichi Hoshi
Prijs in het leven. 'Voor het verkennen van wetenschappelijke ideeën in fictie',
zoals het officieel heet. Maar vooral een sf-verhalenwedstrijd in Hoshi's genre:
de 'shoto-shoto', zoals de Japanse term van het zkv (zeer korte verhaal) luidt.
Door het onderwerp van de verhalen als de beperkte vereiste lengte ligt het
voor de hand dat de jury nu ook inzendingen van robots accepteert.
Een schrijver die zeker mee zal doen is Hoshi zelf. Hitoshi
Matsubara van de Future University Hakodate in Hokkaido werkt al jaren aan een
systeem dat op basis van de stilistische en inhoudelijke kenmerken van Hoshi's
werk een nieuw kort verhaal te schrijven. Precies zoals een schaakcomputer op
basis van miljoenen ingevoerde bestaande partijen de beste zet in een nieuwe
wedstrijd kan geven. Volgens Matsubara kan hij in 2015 de eerste resultaten
laten zien.
Of de computergestuurde toevoeging aan Hoshi's oeuvre ook de
prijs wint, staat nog te bezien. En of een computer ooit werkelijk kan
concurreren met unieke literaire creaties ontsproten aan onnavolgbare creatieve
geesten, al helemaal. Genrefictie laat zich makkelijker definiëren aan de hand
van helder omschreven inhoudelijke kenmerken. Bovendien wordt minder waarde
gehecht aan een eigen toon of stijl die in de beste literatuur net zo
individueel is als een vingerafdruk.
Arnon Grunberg gelooft er in ieder geval niet in. 'Dat intuïtieve, ja ten dele
onbewuste karakter van het schrijven is ook de reden dat wij nog altijd geen
goede vertaalmachines hebben, laat staan machines die romans schrijven',
schreef hij onlangs in de Volkskrant.
'Met schaken zijn wij mensen verslagen door de machine. Met taal gaat dat
moeilijker, omdat taal zich kennelijk onttrekt aan een al te strikte logica en
omdat de mogelijkheden bij schaken beperkter zijn dan bij het creëren van een
tekst.'
Hoewel?
'Al sluit ik niet uit dat over vijftig jaar IBM de Nobelprijs voor Literatuur
wint met de machine Deep Magic Realism II. Daarover hoeven we niet bij voorbaat
ontzet te zijn; mensen hebben zoveel Nobelprijzen gekregen, de machine mag ook
weleens aan de beurt komen. Bovendien moet worden erkend dat de mens met zijn
kunstheupen, gelaserde ogen, pacemakers en dergelijke zelf steeds mee opschuift richting machine. Waarom mag de machine dan niet een beetje
opschuiven richting mens?'
Grunberg blikte in dit artikel terug op zijn ervaringen bij
het schrijven van de novelle Het bestand,
dat in februari 2015 in de handel komt. Hij liet de activiteit in zijn hoofd en
zijn lichaam uitvoerig meten om te achterhalen wat een schrijver voelt tijdens
zijn werk. Dat leidde vooralsnog tot niets – veel meer dan dat hij
geconcentreerd aan het schrijven was werd er niet gemeten. Het
vervolgonderzoek, dat volgende week start, waarin de lezers van Het bestand worden gemeten zal meer
opbrengen.
Toch sloot Grunberg ook in het tv-programma Nieuwsuur niet uit dat in de toekomst computerprogramma's
de menselijke schrijver verslaan. 'Als dat zou kunnen, dan hebben we het hele
schrijfproces ontrafeld.' De 43-jarige auteur zei te hopen dat hij het zelf
niet meer meemaakt. Maar nu het mogelijk blijkt om de competitie aan te gaan,
zou het mooi zijn als Grunberg een 'shoto-shoto' schrijft voor de Shinichi
Hoshi Prijs 2015 om te zien hoe superieur zijn werk is ten opzichte van de
computerfictie.
(Eerder gepubliceerd op Knack.be, 27 okt)
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten