Het eerste
boekje dat mijn oudste zoon (5 jaar en dik acht maanden) maakte? Dat niet. Hij
heeft al zo vaak een handvol A4-tjes aan elkaar geniet en vervolgens vol
getekend. In een minuut of twintig is hij er meestal mee klaar. Maar wat hij
afgelopen zaterdag liet zien, zou je zijn eerste echte boekje kunnen noemen.
Het prentenboek – want dat was het – had een titel en een logisch doorlopend
verhaal.
Gevaarfeest heet het. Het omslag, dat gek genoeg
achterop zag, toonde het gezicht van de hoofdpersoon. Op de eerste dubbele
pagina zag je hem, links en rechts, lopen. ‘Er was eens een mannetje dat op pad
ging’, las hij de tekst voor die er niet stond. Volgende pagina: het mannetje
viel in een kuil met een krokodil erin. Volgende pagina: hij stond op het hoofd
van de krokodil en worstelde zich er weer uit. Tot slot: hij liep weer naar
huis, waar hij – ‘tralalala’ – een feestje hield. De slinger in zijn huis was het
bewijs van zijn vreugde dat hij het gevaar had overleefd.
Gevaarfeest. Het is een van de mooiste en ontroerendste boeken die ik dit jaar tot op heden las.
Gevaarfeest. Het is een van de mooiste en ontroerendste boeken die ik dit jaar tot op heden las.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten