De meest recente roman, 2084, van de
Algerijnse schrijver Boualem Sansal stond op veel lijstjes van gerenommeerde
literaire prijzen en won Le grand prix du Académie Française 2015. De titel
doet direct al denken aan 1984 van George
Orwell en de ondertitel heeft een verontrustende bijsmaak: La fin du monde. Het toekomstbeeld dat in het boek geschetst wordt
is dat van een streng geloof dat aan de macht is en de bevolking geheel aan
zich onderwerpt en alles van het verleden heeft uitgewist. Is het de
voorspelling van een dystopie (tenminste voor ons, voor anderen is het wellicht
een utopie) of is het louter een spannend verhaal?
Het
is niet moeilijk de vergelijking te maken met Soumission van Michel Houellebecq waarbij Frankrijk al in 2022 een
islamitische president krijgt. 2084 gaat
echter veel verder en is daardoor onrustbarender; zeker gezien de krachtmetingen
van IS met het westen zou er meer realiteit in kunnen schuilen dan we denken.
Als je het boek puur als roman leest, is het een spannend verhaal waarin op
beeldende en gedetailleerde wijze een niet bestaande, weliswaar verre van
prettige, maatschappij wordt geschetst. Het gaat om een zoektocht naar wat er
achter de façade van dit streng gelovige Abistan-regime schuilt, en wat er voor
en buiten dit machtige rijk bestond en bestaat. Dat levert een intrigerend
verhaal op, vooral omdat de beknelling van dit machtige rijk gezien wordt door
de ogen van de hoofdpersoon, Ati, die door bepaalde gebeurtenissen gaat
twijfelen aan de hem voorgeschotelde waarheid.
In zijn wat rouwere en cynische stijl beschrijft Houellebecq de gebeurtenissen rond 2022 vanuit de ik-persoon, het is een persoonlijke beleving. Sansal houdt het bij een alwetende verteller die aan de lezer uit de doeken doet wat de kenmerken en eigenaardigheden van het totalitaire regime zijn. Deze beschrijvingen worden afgewisseld met de belevenissen van de hoofdpersoon Ati. De camera zoemt in en uit en wisselt tussen de personages. Ook dat is natuurlijk fictie, maar omdat de lezer door deze auctoriale verteller meer afstand ervaart, lijkt het juist misschien beter voorstelbaar. Je krijgt een totaalbeeld en minder een persoonlijk relaas zoals bij Houellebecq.
In zijn wat rouwere en cynische stijl beschrijft Houellebecq de gebeurtenissen rond 2022 vanuit de ik-persoon, het is een persoonlijke beleving. Sansal houdt het bij een alwetende verteller die aan de lezer uit de doeken doet wat de kenmerken en eigenaardigheden van het totalitaire regime zijn. Deze beschrijvingen worden afgewisseld met de belevenissen van de hoofdpersoon Ati. De camera zoemt in en uit en wisselt tussen de personages. Ook dat is natuurlijk fictie, maar omdat de lezer door deze auctoriale verteller meer afstand ervaart, lijkt het juist misschien beter voorstelbaar. Je krijgt een totaalbeeld en minder een persoonlijk relaas zoals bij Houellebecq.
L’Abistan
is een machtig rijk, vernoemd naar de profeet Abi, de vertegenwoordiger van de
god Yölah. Met een beetje goede wil is daar Allah uit te herleiden. Het
achtervoegsel – stan, wat veel namen van Arabische landen kennen, is afgeleid van
het Perzisch en betekent zoveel als ‘plaats van’.
Dit geloof heeft de eigen gedachte van haar bevolking uitgebannen eist volledige onderwerping (soumission) van iedere bewoner. Abi is de almachtige heerser, die niemand ooit gezien heeft:
Dit geloof heeft de eigen gedachte van haar bevolking uitgebannen eist volledige onderwerping (soumission) van iedere bewoner. Abi is de almachtige heerser, die niemand ooit gezien heeft:
(…)
il était le père des croyants, le chef suprême du monde, enfin il était immortel
par de grâce Dieu et de l’amour de l’humanité. Et si personne ne l’a jamais vu,
c’était simplement que sa lumière était aveuglante.
Het
paleis van deze heerser wordt omringd door tot de tanden bewapende mannen van
wie de hersens vlak na hun geboorte zijn verwijderd, waardoor ze volledig
volgzaam zijn en een hallucinerende en angstaanjagende blik in hun ogen hebben.
Reizen door het land is verboden, behalve voor de mensen die op bedevaart zijn naar een van de heilige plaatsen. Dat gaat echter niet op eigen initiatief, maar volgens een vaste kalender en over vastgestelde paden met van tevoren bepaalde tussenstops. Soms duren die pauzes zo lang, dat er sloppenwijken ontstaan. Men wacht, en weet niet wanneer er weer doorgelopen wordt. En bovenal, men weet niet waarom. Het is altijd zo gegaan.
Reizen door het land is verboden, behalve voor de mensen die op bedevaart zijn naar een van de heilige plaatsen. Dat gaat echter niet op eigen initiatief, maar volgens een vaste kalender en over vastgestelde paden met van tevoren bepaalde tussenstops. Soms duren die pauzes zo lang, dat er sloppenwijken ontstaan. Men wacht, en weet niet wanneer er weer doorgelopen wordt. En bovenal, men weet niet waarom. Het is altijd zo gegaan.
Naast
het feit dat iedereen overal in de gaten gehouden wordt en elke twijfel of
onzekerheid, oftewel afwijkende acties of ideeën, is weggenomen en er dus geen
vragen zijn, is er ook geen besef van heden of verleden. Het is bijvoorbeeld
niet bekend waar het jaar 2084 vandaan komt. Men weet dat er een heilige oorlog,
le Char, is geweest en dat de vijand
verdreven is. Zelfs helemaal verdwenen. De overwinning was ‘totale, définitive,
irrévocable’. Maar heeft het jaar 2084 met de overwinning te maken? Is het het geboortejaar van Abi? Numerologie
is een nationale sport, men probeert van alles met de getallen 2 0 8 4.
Toch
is er één iemand die twijfelt: Ati. Hij moet op bedevaart naar een keuroord om
van zijn tuberculose te genezen. Hij is twee jaar op pad geweest en heeft een
archeoloog, genaamd Nas, ontmoet die in dienst is van ‘l’Aparreil’. Nas heeft een dorp gevonden dat dateert van
voor de heilige oorlog. Dit gegeven maakt dat Ati gaat twijfelen. Er is dus iets
voor Abistan geweest. En bestaat er nu ook nog iets buiten dit machtige rijk?
Zijn er grenzen? Wat ligt daarachter?
Bij
bepaalde boeken is het soms lastig zoeken naar maatschappijkritische gedachten
of naar de onderliggende boodschap van de auteur. Bij Houellebecq en Sansal
hoeft dat geen probleem te zijn. Beperkte Soumission
zich nog tot een overname van Frankrijk door de Islam, Sansal beschrijft een
veel heftiger scenario. Hoewel hij zelf voor in het boek aangeeft dat het pure
fictie is:
Le
lecteur se gardera de penser que cette histoire est vraie ou qu’elle emprunte à
une quelconque réalité connue. Non, véritablement, tout est inventé, les personnages,
les faits et le reste, et la preuve en est que le récit se déroule dans un futur
lointain qui ne ressemble en rien au nôtre.
Maar
deze waarschuwing haalt zichzelf al onderuit. Het verhaal is niet waar omdat
het zich afspeelt in de verre toekomst. Er staat echter niet dat het geen
waarheid kan worden. De lezer zou het zo maar kunnen denken. Je kunt je
troosten met de gedachte dat Orwells 1984
ook niet is uitgekomen. Maar is dat voldoende?
Arjen van Meijgaard
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten