Hoe ervaren
schrijvers boekhandels, uitgevers en de boekenvakorganisaties? In de rubriek 'Schrijvers & het boekenvak' Sjoerd Kuyper die de Jenny Smelik-IBBY-prijs kreeg voor De duik. Hij hoopt dat meer auteurs met niet-Nederlandse
achtergrond jeugdboeken gaan schrijven.
Kuyper (1952) kreeg de prijs voor een
jeugdliterair werk dat aandacht besteedt aan cultuur van etnische minderheden
samen met illustratrice Sanne te Loo van De
duik. In deze jeugdroman – eerder genomineerd voor de Woutertje
Pieterseprijs en bekroond met een Vlag en wimpel en De Glazen Globe – ontdekt
Roly, zoon van een Nederlandse moeder en Curaçaose vader, liefde, vriendschap
én de geschiedenis van Curaçao. 'Etniciteit en afkomst vormen belangrijke
thema's, zonder dat ze in een pessimistisch daglicht geplaatst worden',
oordeelde de jury. 'Integendeel, Sjoerd Kuypers tekst leest als een ode aan het
leven op Curaçao en de schoonheid van de verbondenheid van mensenlevens over de
grenzen van de continenten heen.'
Gefeliciteerd. Wat betekent de Jenny Smelik-IBBY-prijs voor u?
'Heel veel, omdat met deze prijs niet
alleen waardering wordt uitgesproken voor het literaire niveau van mijn werk
maar ook voor de inhoud. Ik ben een schrijver die niet alleen de literatuur
mooier wil maken maar ook de wereld daarbuiten –
middels mijn werk. Als dat streven beloond wordt, kan ik alleen maar gelukkig
zijn.'
Is het belangrijk dat er een prijs bestaat die jeugdliteratuur bekroont die de cultuur van etnische minderheden aan de orde stelt?
'Er zijn prijzen
voor sportboeken, natuurboeken, historische boeken, reisboeken – nou dan mag je
de Jenny Smelik-IBBY-prijs toch wel een van de belangrijkste prijzen noemen,
als je even om je heen kijkt in het Nederland van 2016. We worden overspoeld
door culturen van verre, de ene nog boeiender dan de
andere, maar we zien meestal alleen de buitenkant. Boeken kunnen de ziel laten
zien, het hart. En als er dan een prijs is die boeken die dat doen onder de
aandacht brengt, ja, dan is dat ongelooflijk belangrijk.'
Is er in de literatuur voldoende
aandacht voor deze culturen?
'In de literatuur voor volwassenen wel,
vind ik. Iedere nieuwe Nederlander die een goed boek schrijft, wordt
uitgegeven. Uitgevers laten zich niet afschrikken, zoals in de rest van de
maatschappij duidelijk nog wel gebeurt, door een wat
donkerder huid of een aanvankelijk wat lastig uit te spreken auteursnaam. Maar
de literatuur staat dan ook traditiegetrouw aan de ruimdenkende kant. De
jeugdliteratuur daarentegen is nog steeds behoorlijk wit. Dat komt, zo vrees ik, omdat de Nederlandse schrijvers van
buitenlandse komaf het jeugdboek nog niet hebben ontdekt. Geen idee waarom
niet. Dat is misschien cultureel bepaald. Daar zou ik wel eens een goed
jeugdboek over willen lezen.'
In Vlaanderen organiseert Studio
Sesam een 'leer- en creatietraject' om nieuwe auteurs cultureel diverse
prentenboeken te laten maken. Zijn zulke initiatieven ook in Nederland nodig?
'Nee. Er moeten initiatieven komen om
schrijvers uit andere culturen te wijzen op het enorme belang van de jeugdliteratuur. Het is voor mij onmogelijk om
een boek te schrijven over een Irakees jongetje of meisje. Ik ken zijn of haar
diepste gedachten en dromen niet. Het schrijven van mijn boek De duik duurde op zich niet zo lang, maar
ik heb er vijftien jaar over gedaan voor ik met het
schrijven van een boek over Curaçao durfde te beginnen. Ik durfde pas na talloze bezoeken aan
het eiland en de diepe gesprekken die ik met mijn vriend en collega Roland
Colastica voerde toen ik hem hielp met het schrijven
van zijn boek Vuurwerk in mijn hoofd. Onze harten lagen naast elkaar op
tafel. Uiteraard heb ik het script van De duik eerst aan Roland laten lezen voor
het naar de uitgever ging. Goddank zei hij: "Het is bijna niet te geloven dat dit door een makamba is geschreven." Daar kan geen prijs tegenop. Ik wilde niet over de
buitenkant van Curaçao
schrijven, maar over het hart, de ziel. Dat is gelukt, het kan dus wel, maar ik
heb niet nog eens vijftien jaar om me in een andere cultuur te verdiepen. Dus
moeten de schrijvers die uit die andere cultuur komen
daarover schrijven. En alsjeblieft ook voor kinderen.'
Zijn boekhandels en de rest van het boekenvak net zo
ruimdenkend als uitgevers?
'Ik geloof oprecht dat iedereen in het
boekenvak elk goed boek met open armen zal ontvangen
en recenseren en promoten en verkopen waar maar mogelijk, maar ja, als gezegd,
het is onze eigen linkse parochie. En misschien denken de direct betrokkenen er
anders over, dat moet u hen vragen.'
Maar er werken weinig mensen van niet-Nederlandse
achtergrond in het boekenvak. Is dat een probleem?
'Daar heb ik geen antwoord op. Want ik
weet niet hoe het komt.'
Heeft u het idee dat de cultuur van etnische minderheden
voor lezers van belang is? Willen lezers van De duik iets weten
over de voor hen vreemde locatie waar het boek zich afspeelt: Willemstad?
'Ja, al is het
maar om de taal. Denkt u dat ik veertig jaar geleden, toen ik begon met
schrijven, de woorden hart en ziel in de mond had durven nemen? Geen sprake
van. Onze taal wordt momenteel enorm verrijkt door de
boeken die hun oorsprong in andere culturen hebben. En waar de rondrazende
angst de deuren sluit, daar zet de literatuur de ramen wijd open. Zo veel
nieuwe verhalen, zo’n nieuwe blik op de wereld, zo veel ellende waarvoor wij altijd de ogen wilden sluiten, zo veel nieuwe
schoonheid, alles zo veel intenser.'
Het Nederlands Letterenfonds had vroeger regelingen ter
stimulering van auteurs uit andere culturen. In dat kader hebt u in 2010 Roland
Colastica gecoacht. Hoe erg is het dat zulke
regelingen zijn verdwenen?
'Dat is heel, heel erg. Het is, als gezegd,
enorm belangrijk dat wij uit de eerste hand kunnen lezen over die andere
culturen en zeker ook hoe die botsen met of juist samengaan met de
oorspronkelijke Nederlandse cultuur. Je kunt in een nieuw land met een lastige
taal niet zo maar een goed boek schrijven, daar heb
je zeker in het begin hulp bij nodig. Die hulp moet volop geboden worden, want
die boeken moeten er komen.'
In het verslag van uw coachingsproject, gepubliceerd
in Kwaaie verhalen van liefde, pleit u voor een Kinderboekenweek
over 'Verhalen van overal en hier'. Is de kans sindsdien gegroeid dat de Kinderboekenweek dat thema krijgt?
'Mijn plan heet officieel: Van overal en hier - verhalen die
hierheen kwamen om te blijven. En natuurlijk wordt dat ooit
het thema van de Kinderboekenweek.
Het zal, zo hoop ik althans, een enorme stimulans zijn voor onze nieuwe
schrijvers om ook voor kinderen te gaan schrijven. CPNB staat voor Collectieve
Propaganda voor het Nederlandse Boek. En wat is er nou Nederlandser dan boeken
met verhalen uit andere culturen die hierheen kwamen
om te blijven?'
(Eerder verschenen op Boekblad.nl, 1 sep 2016)
ERRATUM. Studio Sesam zoekt juist auteurs met een cultureel diverse achtergrond om nieuwe verhalen te maken. In mijn vraag hierboven heb ik het ongelukkig geformuleerd waardoor er juist het tegenovergestelde staat. Ik heb het laten staan, omdat anders het antwoord niet meer goed aansluit.
ERRATUM. Studio Sesam zoekt juist auteurs met een cultureel diverse achtergrond om nieuwe verhalen te maken. In mijn vraag hierboven heb ik het ongelukkig geformuleerd waardoor er juist het tegenovergestelde staat. Ik heb het laten staan, omdat anders het antwoord niet meer goed aansluit.
Zie ook interviews met:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten