De zwarte figurant
Duitsland is in de greep van Hitler. In de industriestad Duisburg worden de joden, net als in de rest van het land, als derderangs burgers behandeld. Ook Ulrich, de hoofdpersoon in Didier Daeninckx' roman Galadio, moeten ze hebben, omdat hij niet volledig Duits is maar half Afrikaans. Hij is de zogenaamde zwarte schande voor het Arische ras; zijn moeder had een kortstondige relatie met een van de Afrikaanse soldaten uit het Franse leger, dat in 1919, na het verdrag van Versailles, door Duitsland trok.
Ulrich, wiens Afrikaanse naam Galadio is, slaat opgejaagd op de vlucht en ziet maar één oplossing:
Je me rends soudianement compte de ma solitude. Mon seul refuge est un village du bout du monde, Sinéré, dans la région de Mopti, au Soudan français, auprès d’un oncle mystérieux dont je porte le prénom, Galadio.
Met die aanzet gaat de roman een geheel andere kant op dan men misschien zou verwachten van een verhaal met de Tweede Wereldoorlog als decor. Via een ziekenhuis waar experimenten worden uitgevoerd op zwarte adolescenten komt Ulrich door een gelukkig toeval bij de filmstudio’s van Babelsberg terecht. Hij wordt figurant en mag meespelen in Kongo-Express, een film over een treinramp in Afrika met een Duitse vliegenier als reddende held. Er volgen meer propagandafilms en zelfs enkele reclames.
Le lendemain, accroché à une liane, je traverse le studio dans les airs, déguisé en Tarzan, pour vanter la douceur d’un savon fabriqué à base d’huile de palme.
Chaque semaine, je continue à écrire une lettre à maman (...) sans jamais recevoir de réponse bien que je prenne soin de noter mon adresse au dos, sur le rabat.
Het tragische lot van de jonge Afrikaan Ulrich wordt door Didier Daeninckx in alinea’s als deze tot op het bot invoelbaar gemaakt, juist door de humoristische inslag van de reclamespot; verkleed als Tarzan, slingerend aan een liaan, eenzaam en mijlenver van huis, levend in een gemaakte wereld naast de gruwelijke werkelijkheid. Zijn donkere huid is zijn ondergang én redding.
Voor een nieuwe film wil de regisseur een paar scènes opnemen op het zwarte continent zelf. Ulrich mag mee. Dit is zijn kans. Uit een atlas scheurt hij de kaart van Afrika om ter plaatse op zoek te gaan naar het dorp waar zijn vader vandaan komt. Het gezelschap gaat draaien in de Portugese kolonie Guinee-Bissau, dankzij de met Duitsland sympathiserende dictator Salazar. Maar dan valt Duitsland Polen binnen en is de Tweede Wereldoorlog een feit. Guinee-Bissau is omsingeld door Franse en Engelse koloniën, en de Duitse filmcrew moet worden geëvacueerd. In de hectische situatie weet Ulrich zichzelf uit de voeten te maken. Hij blijft achter en begint aan een reis van duizenden kilometers naar de geboortegrond van zijn vader.
Als in een filmscript volgen al deze scènes elkaar in Galadio op:de tragische grote lijnen van de zoektocht per trein, boot en bus door Senegal en het huidige Mali (le Soudan français), maar ook de komische details, zoals wanneer Ulrich moet lachen als hij de chocola krijgt aangeboden waar hij zelf reclame voor heeft gemaakt. Didier Daeninckx vermengt historische feiten over de Afrikanen uit het Franse leger en de filmstudio’s in Babelsberg op boeiende wijze met het leven van Ulrich, en belicht op een intrigerende manier een onbekende episode uit ongetwijfeld een van de meest beschreven periodes van de vorige eeuw.
Bijna lijkt het verhaal ook nog een goed einde te krijgen als Ulrich het kleine dorp binnenloopt. Maar eenmaal daar blijkt zijn zoektocht nog niet ten einde en uiteindelijk komt hij via Frankrijk weer in Duisburg terecht. De stad is gebombardeerd, de oorlog is ten einde gekomen en Ulrich is terug bij af. Een heel leven verder, eenzamer dan ooit tevoren.
(Eerder gepubliceerd op Athenaeum.nl, 16 juni 2010)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten