maandag 12 maart 2012

Dankzij Arnold Schwarzenegger vertegenwoordigt een literair agent ook Nederlandstalige auteurs (Knack)


Het literair agentschap voor Nederlandstalige auteurs wint terrein. De reguliere uitgevers verdringen zullen ze echter niet.

In een klein taalgebied als het Nederlandse is het niet eenvoudig om als literair agent een inkomen te verwerven. Hij verdient 15 procent op iedere deal die hij namens zijn auteurs sluit. Wie eraan begint moet dus auteurs zoeken – niet een handvol, maar een heleboel. Auteurs bovendien die nog geen enkele naam hebben. Schrijvers met renommée gaan niet in zee met een onbekende agent. Dat betekent dat de literair agent veel werk moet stoppen in het manuscript van zijn auteurs om die zo opgepoetst mogelijk aan potentiële uitgevers aan te bieden.
Toch wint het literair agentschap aan populariteit, bleek gisterenmiddag tijdens een literaire salon in Amsterdam gewijd aan het fenomeen. In navolging van het succes van de bekende Paul Sebes, die onder veel meer Ivo Victoria, Joost Vandecasteele en Robert Vuijsje lanceerde, richten steeds meer ex-redacteuren van uitgeverijen een agentschap op. Ook in Vlaanderen: in de periode 2009-2010 bestond in Antwerpen – zonder veel succes – het literair agentschap Liefenbrandt. Ook willen steeds meer studenten van de opleiding voor redacteur stage lopen bij een agentschap.
Van oudsher vertegenwoordigden agentschappen in Nederland en Vlaanderen buitenlandse auteurs en uitgeverijen. Zo was sinds 1954 Henk Prins van Prins & Prins actief, aan wie het laatste nummer van De Boekenwereld is gewijd. Hij vertegenwoordigde onder meer Heinrich Böll en Vladimir Nabokov – al was Prins eigenlijk te slordig om hen goed van dienst te kunnen zijn. Vera Nabokov die de belangen van haar man behartigde kapittelde hem voortdurend. Na een kapitale fout van Prins, die eigenhandig met een boekenclubeditie van Lolita instemde, brak ze met hem.
Nog altijd kan Sebes dankzij het agentschap voor buitenlandse auteurs en uitgeverijen ook Nederlandse auteurs vertegenwoordigen, vertelde hij gisteren. ‘Ik heb net de autobiografie van Arnold Schwarzenegger verkocht aan uitgeverij A.W. Bruna. Van het geld dat deze deal oplevert, kan ik vierhonderd uur steken in onbekende auteurs zonder dat ik weet of ik die investering ooit terugverdien. Soms wel, zoals Robert Vuijsje die na drie, vier jaar werk en 27 afwijzingen van uitgeverijen alsnog een succes werd. Maar lang niet altijd.’
Nieuwe agenten hebben geen financiële steun van buitenlandse klanten. Toch ziet Chris Kooi die in januari begon als agent, volop kansen. Potentiële auteurs weten hem sneller te vinden dan hij had verwacht. Bovendien ziet hij ruimte op de markt door zich te richten op commerciële fictie: van fantasy en science fiction tot chicklit. Sebes laat dat terrein braak liggen. ‘Je ziet dat uitgeverijen die zich specialiseren in dit genre steeds meer oorspronkelijk Nederlandstalige boeken willen uitgeven omdat dat vertaalkosten scheelt en deze auteurs makkelijker te promoten zijn.’
De vraag wáárom uitgeverijen de taak om talenten te scouten feitelijk uitbesteden aan agenten, kwam gisteren nauwelijks aan de orde. Maar de verklaring ligt voor de hand: uitgeverijen bezuinigen vaak op de redactie en steken meer energie in de marketing van nieuwe titels. Dat betekent dat steeds meer traditionele redactietaken worden uitbesteed. ‘Je wil niet weten wat er bij uitgevers in de kast ligt aan ongevraagde manuscripten waar wij geen tijd voor hebben,’ zei uitgever Lidewijde Paris van Nieuw Amsterdam. ‘Het is fijn als iemand anders dat wil zeven.’
Meer aandacht was er voor de vraag of agenten uitgevers kunnen verdringen. In theorie is het simpel: een agent contracteert een auteur en geeft de tekst als e-boek uit. Maar Sebes wil er niet aan. ‘Het uitgeven van boeken is ook een vak: omslagen zoeken, het boek naar de boekhandel brengen. Ik moet er niet aan denken om dat zelf te doen.’ Paris vond het ook een te makkelijke gedachte: ‘Men denkt dat uitgevers overbodige tussenschakels zijn omdat we altijd zwegen over een essentiële taak: het begeleiden van auteurs. We deden alsof auteurs een boek helemaal alleen schrijven. Dat is niet zo.’
In angelsaksische landen geven agenten wél steeds meer zelf uit. De Britse agent Ed Victor van onder andere Keith Richards, Helmut Newton en Nigella Lawson doet dat bijvoorbeeld. Hij houdt sommige titels van zijn auteurs via printing on demand leverbaar. Maar ook dat staat ten dienste van het idee om deze boeken onder te brengen bij een uitgeverij. Zodra een uitgever door de daadwerkelijke vraag naar deze boeken op het idee komt om de titels op een reguliere wijze op de markt te brengen, verkoopt Victor hem met alle plezier de rechten.

(Eerder gepubliceerd op Knack.be, 12 maart)

Geen opmerkingen: