De band met het verleden
De man die niet ophield met
slapen, uit de gelijknamige roman van de Israëlische auteur Aharon Appelfeld,
is eigenlijk een jongen. Nog geen zestien is Erwin als hij onophoudelijk
slapend direct na de Tweede Wereldoorlog door Joodse vluchtelingen wordt
meegevoerd naar Napels. Ook als hij daarna helpt het nieuwe Israël op te
bouwen, is hij soms twee dagen achter elkaar onder zeil.
Het slapen is uiteraard
allegorisch. In zijn dromen is Erwin terug in de wereld die hij voorgoed heeft
moeten achterlaten. Het dorpje in de Karpaten. Zijn kleurrijke ooms. Zijn
ouders met wie hij hele gesprekken voert. Waar de andere slachtoffers van de
Holocaust worstelen met hun verleden – sommigen verdringen het, anderen zijn
verbitterd – kan hij zo wel een band met vroeger onderhouden.
Gaandeweg ontdekt de jongen echter
een andere manier om het verzonken rijk van zijn jeugd vast te houden. Door een
Hebreeuwse Bijbel over te schrijven, aanvankelijk om de taal te leren, verbindt
hij zich met de spirituele grondslag van Israël en ontdekt hij zijn toekomst.
Terwijl hij als schrijver in zijn droomwereld kan verblijven, kan hij tegelijk
het nieuwe vaderland dienen. Omdat zijn lotgevallen die van iedereen zijn, kan
hij optreden als de woordvoerder van zijn landgenoten.
Deze symbolische betekenis dringt
Appelfeld nooit op de voorgrond. Maar zoals bij zijn inspiratiebron Kafka wordt
de lezer vanaf de eerste bladzijde aangespoord daarnaar te zoeken. Eigenlijk is
dat ook de enige manier om De man ...
te lezen. Want een wervelend verhaal is de roman niet, die voornamelijk bestaat
uit herhaalde ontmoetingen met allerlei lotgenoten om zo de verschillende
manieren van verwerking te tonen.
Aharon Appelfeld – De man die niet ophield met slapen (232 p.), oorspronkelijke titel Ha-ish she-lo pasak
lishon, vertaling Kees Meijling – Anthos,
€ 19,95, ISBN 978 90 414 2149 4
(Eerder gepubliceerd in BOEK 6, 2012)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten