De buitenplaats van een van de grootste
Nederlandstalige renaissancistische dichters schenkt veel aandacht aan zijn
werk. Kon je ook zijn gedicht over Hofwijck maar horen.
Wie deze zomer parafernalia
wil zien van dichter en staatsman Constantijn Huygens (1596-1687) en zijn zoon,
de natuurkundige Christiaan Huygens (1629-1695), kan overal in Den Haag en
omstreken terecht. Ter gelegenheid van het Huygensjaar 2013 zijn er een grote
tentoonstelling in de Grote Kerk van Den Haag en tal van kleinere exposities in
het Haags Historisch Museum, de Koninklijk Bibliotheek, de
Universiteitsbibliotheek Leiden, Museum Boerhaave enzovoorts. Zie www.huygensjaar2013.nl voor een volledige agenda.
Alleen het pas gerestaureerde
Museum Hofwijck in Voorburg is permanent te bezichtigen. Eigenlijk is dat ook
genoeg: de buitenplaats van de familie Huygens, door de dichter zelf ontworpen,
voorziet in alle behoeften. Buiten geven het huis en de in 2004
gereconstrueerde tuin (met grafsteen van hondje Geckie) een goede indruk van hoe
het er in de Gouden Eeuw bijlag. Binnen is, veel meer dan in de meeste tot
musea omgebouwde woonhuizen, aandacht voor het leven van de beroemde bewoners –
aan de hand van originele objecten, waardevolle schilderijen en waar het de
literaire toerist om te doen is: boeken en handschriften.
Het opvallend sobere gebouw
biedt tegenwoordig allesbehalve de landelijke rust van weleer. Het grenst
direct aan een spoorlijn en snelweg die overal te horen is. Je ziet de blauwe
afslagboorden voor de auto’s, net als de omliggende woningen en bedrijven. Maar
binnen is perfect te voelen hoe de Huygensen het volgens harmonieuze principes gebouwde
landhuis hebben gebruikt: de fraaie oude keuken in het souterrain, en vooral de
feestzaal (nog steeds in gebruik voor concerten en trouwerijen) – hoewel
huiskamer, gezien het formaat, een betere term is. Logees konden in dit huis dan
ook niet terecht.
Op de eerste verdieping, die
ooit drie bescheiden slaapkamers herbergde, en de zolder is een expositie
ingericht. Aan de muren hangen verschillende portretten van de dichter,
waaronder een mooi portret van Huygens’ moeder door Michiel van Mierevelt, en
eerste drukken van enkele van zijn belangrijkste werken: het toneelstuk
Trijntje Cornelis (1653), dat deels geschreven is in het Antwerps omdat de
hoofdpersoon daarheen reist, of de verzamelbundel Koren-bloemen (1658). Facsimile’s
geven een indruk van Huygens neiging tot perfectie ondanks zijn reputatie als
dichter die de epigrammen uit zijn mouw schudde.
Mooi is ook de aandacht die
aan Huygens andere bezigheden is besteed. Die zijn niet gering. Als architect
ontwierp hij een ‘zee-straat’ naar Scheveningen, zodat de vis sneller in Den
Haag was. Als componist schreef hij enkele liedbundels – een druk op de knop
van de cd-speler in de bibliotheek op de begane grond en je kunt de muziek
hoorde. Als botanist kweekte hij zijn eigen gewassen – te zien op de rondgang
door de tuin. En hij was een familieman: een van de laden in de expositie
verbergt de levensgrote pop van zijn dochter Susanna.
Een (gratis) audiotour
accepteren is wel noodzakelijk om de betekenis van Hofwijck te doorgronden. Bijna
nergens hangen verklarende bordjes. Dat roept de vraag op waarom het museum
Constantijn Huygens niet zélf als gids laat optreden in een speciale audiotour.
In een 2824 regels tellend gedicht, gepubliceerd in 1653, beschreef hij tot in
detail zijn domein. Aldus dicht hij in het begin over de locatie: In
Holland, wat een Land! Noord-Holland, wat een Landje ! / In Rhijnland, wat een' kley! in Voorburgh, wat
een sandje / Aen 't Koets-pad, wat
een wegti! aen 't water, wat een Vliet! /
Aen all dat lieffelick of vrolick rieckt of siet;
Is dat voldoende aanwijzing
om Hofwijck te vinden? Zo niet, zie dan www.hofwijck.nl.
Het museum is iedere dag, behalve maandag en vrijdag, geopend van 12 tot 17
uur. Toegang kost 6 euro.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten