zondag 14 juli 2013

Rascha Peper, 'Handel in veren' (BOEK)


Het laatste boek van Rascha Peper (1949-2013) was een groots opgezette roman. In Handel in veren zijn daar slechts de aanzetten van overgebleven. De enige uitgewerkte verhaallijn gaat helaas gebukt onder een aantal gebreken.

Hoe had Pepers uitgeverij haar postume roman moeten publiceren?

Rascha Peper stierf op 16 maart van dit jaar aan de gevolgen van alvleesklierkanker. Liet de schrijfster van Rico’s vleugels (1993) en Wie scheep gaat (2003) bij haar dood een voltooide roman achter? Als je Handel in veren ter hand neemt, zou je denken van wel. De achterflap spreekt van een familiegeheim dat Peper ‘op meesterlijke wijze’ ontsluiert. Toch is het niet waar. Als je de roman uit hebt, blijf je zitten met een groot aantal vragen waarop nooit meer een antwoord komt.
In het eerste hoofdstuk van Handel in veren steelt een inbreker waardevolle schilderijen van Georges Braque en Juan Gris uit de Bilthovense villa van een oude vrouw. Een man in het zwart handelt in opdracht. Hij maakt daarom een foto van de vrouw die hij dood in haar zetel aantreft, zodat zijn opdrachtgever weet dat hij nergens schuld aan heeft. Wie is die opdrachtgever? Waarom wil hij deze twee doeken hebben? Wat voor gevolgen heeft de dood van de vrouw?
Peper heeft deze vragen niet meer kunnen beantwoorden. Dat is spijtig. Maar het is vooral jammer dat de uitgeverij dit hoofdstuk niet heeft geschrapt – net als andere onuitgewerkte verhaallijnen. Handel in veren had in dat geval een sterkere focus gehad op één centraal gegeven. De postume roman was daarmee een waardiger afscheidsgroet van Peper geworden. Zeker nu de uitgeverij zwijgt over de onvoltooide staat van het boek blijven haar lezers achter met een gevoel van teleurstelling.
Het centrale gegeven is de zoektocht van Henk Bronkhorst naar het zeldzame Bruijns boshoen in het Nieuw-Guinea van eind jaren vijftig en de gebeurtenissen die tegelijkertijd in Nederland plaatsvinden. Minke – de echtgenote van Henk en de bejaarde vrouw uit het eerste hoofdstuk – vertelt meer dan een halve eeuw na dato aan haar kleindochter Wendy wat zich toen heeft afgespeeld, als die na een ruzie met haar vriend toevlucht zoekt bij haar vrijgevochten oma.
Peper is op haar best in de hoofdstukken die zich afspelen in Nieuw-Guinea. Goed geresearched, historisch verantwoord en met veel liefde voor de natuur schetst ze een levendig en vlot portret van een monomane wetenschapper in de nadagen van Neerlands koloniale heerschappij, die alles op alles zet om een levend exemplaar van het uitgestorven gewaande boshoen te vangen. Hij zal bewijzen dat de soort nog bestaat en zo wereldroem vergaren in kringen van biologen.
Je weet dat Henk zijn Boshoen niet zal vinden – al was het maar omdat je weet dat het personage rond dezelfde tijd sterft. Maar elke keer als je denkt dat de bioloog nu te veel risico heeft genomen op het van insecten vergeven, moeilijk begaanbare terrein, afhankelijk van onverstaanbare en wellicht niet te vertrouwen gidsen, brengt de schrijfster hem juist dichter bij succes. Zo voedt ze de wens om hem tóch te laten slagen, waardoor de spanning langzaam wordt opgevoerd. Fraai vakwerk.
Ook heeft Peper het contrast tussen de jaren vijftig en het heden mooi uitgewerkt. In de jaren vijftig waren relaties verstikkend door alle conventies, wetten en regels waaraan ze moesten voldoen. Nu heeft Minke’s kleindochter vrijheid om te kiezen – zonder dat het daarmee makkelijker wordt overigens. Op dezelfde manier zijn de verschillende manieren waarop Henk en zijn zoon (tevens Wendy’s vader) hun wetenschappelijke ijdelheid bevredigen, veelzeggend.
In contrast met deze pluspunten staan de familieverhoudingen. Bij Peper is iedereen, zoals wel vaker in haar oeuvre, zo intens braaf dat haar personages altijd alleen in hun eigen wereld van papier kunnen bestaan. Ze worden nooit mensen van vlees en bloed. Het ergst is de relatie tussen Minke en haar kleindochter. Zo ideaal, zo lieflijk, zo harmonieus – de walm van keurigheid is zo sterk dat hun verhouding eerder afkeer oproept dan de sympathie waarop Peper waarschijnlijk mikte.
Het dieptepunt van Handel in veren is het slot, dat ook in haar vorige roman Vossenblond (2011) te gemakzuchtig was. Henk sterft niet door het najagen van zijn droom, zoals je het hele boek verwacht, maar domweg door een hartaanval. Als Peper dit nu had voorbereid door van Henk een hartpatiënt te maken, dan zou je nog kunnen denken: de opwinding om de mislukte zoektocht is hem te veel geworden. Nu is het een schoolvoorbeeld van een deus ex machina. Erg flauw.
Toch moet je mild zijn. Peper had deze dood nooit bedoeld als de ontknoping. Henks dood was een gegeven, noodzakelijk voor het plot, in een verhaal dat veel breder was opgezet en waarvan de thematiek veel dieper zou worden uitgewerkt. Misschien is het daarom toch goed dat de uitgeverij de aanzetten van alle verhaallijnen heeft laten staan. Zo krijg je in ieder geval een idee van hoe goed Handel in veren had kunnen zijn als de schrijfster niet zo jammerlijk veel te jong was overleden.

Rascha PeperHandel in veren (224 p.) – Querido, € 18,95 , ISBN 978 90 214 4771 1 (e-book € 13,99 , ISBN 978 90 214 4772 8)
(Eerder gepubliceerd in BOEK 4, 2013)

Zie ook:

Geen opmerkingen: