maandag 25 juni 2012

Auteurs krijgen recht op een billijke vergoeding (Boekblad)


Auteurs kunnen het contract met de uitgever geheel of gedeeltelijk laten ontbinden. Zij krijgen recht op een billijke vergoeding. En er komt een geschillencommissie. 
Dat staat in het wetsvoorstel auteurscontractenrecht dat staatssecretaris van justitie Fred Teeven (VVD) woensdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De bedoeling van de wet is om de contractuele positie van auteurs en andere makers van creatieve producten ten opzichte van uitgevers en andere exploitanten te versterken. Het Nederlands Uitgeversverbond (NUV) en de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) reageren in eerste instantie positief.
De mogelijkheid om het contract te laten ontbinden houdt in dat een schrijver kan eisen dat een uitgever zijn werk digitaal exploiteert. Gebeurt dat niet, dan kan hij de digitale rechten terugkrijgen om ze zelf of door een derde partij te laten exploiteren. Ook kan de schrijver het contract laten ontbinden als de uitgever helemaal niets (meer) met zijn werk doet.
Bij onverwacht succes kan de auteur volgens het wetsvoorstel een hogere vergoeding claimen. Deze ‘bestsellerbepaling’ moet garanderen dat maker en exploitant in gelijke mate profiteren van commercieel succes. Ook maakt de wet het mogelijke om onredelijke bepalingen in een auteurscontract te vernietigen, zoals de verplichting van de auteur om al zijn toekomstige werken bij dezelfde uitgever onder te brengen.
Jurist Michiel Kramer van het NUV is niet negatief over het voorstel. ‘Ik heb de wet en de memorie van toelichting nog niet grondig gelezen. Als blijkt dat het voorstel de bedrijfsvoering van onze leden hindert, zullen we proberen daar nog iets aan te doen. Maar mijn eerste indruk is: het valt mee. De grote pijnpunten uit een eerdere versie zitten niet in het uiteindelijke voorstel.’
Kramer doelt met name op twee punten. Ten eerste: er komt geen verbod op overdracht van auteursrechten tijdens het leven van de maker, wat bijvoorbeeld de uitgave van educatieve publicaties die vaak worden geschreven door grote auteursteams onmogelijk had gemaakt. Ten tweede: een billijke vergoeding kan ook nihil zijn. Met andere woorden: er komt geen minimumtarief, de marktwerking in de onderhandelingen tussen auteur en uitgever wordt niet verstoord.
Toch noemt Kramer het wetsvoorstel een verbetering van de positie van de auteur. ‘Er spreekt erkenning uit van zijn positie. Maar ik denk ook dat de wet in de uitgeefbranche eigenlijk niet nodig is. Zo zit de bestsellerbepaling al in het auteurscontract verwerkt: bij meer verkochte exemplaren gaat het royaltypercentage omhoog. Ook kennen we al een non-ususbepaling [waarbij auteurs hun rechten terugkrijgen als de uitgever er niets mee doet, md].’
Voorzitter Pierre Spaninks van de VSenV is ‘heel blij’ dat het wetsvoorstel er is. ‘Wij hebben al in 2006 voor het eerst onder de aandacht van de politiek gebracht dat het gewone contractenrecht onvoldoende is, omdat de exploitant veel marktmacht heeft. Nu staat er eindelijk letterlijk met zo veel woorden dat de auteur recht heeft op een billijke vergoeding. Ook ben ik blij met het non-ususverbod en de erkenning dat er bij toekomstige nieuw exploitatievorming opnieuw moet worden onderhandeld over een billijke vergoeding.’
Net als het NUV heeft de VSenV tijd nodig om het voorstel grondig te lezen én nadere toelichting te verkrijgen. Wat de geschillencommissie inhoudt is Spaninks onvoldoende duidelijk: wie gaan daar in zitten? En hoe verhoudt de mogelijkheid om afspraken te maken zich met de eis dat die moeten passen in het mededingingsrecht? ‘Na een conflict over de adviestarieven voor vertalers stond de NMa ons toe gangbare tarieven te onderzoeken en die te publiceren. Wil de minister die afspraak herroepen of niet?’
Daarbij wil de VSenV zijn reactie afstemmen met enerzijds het platform makers en anderzijds de eigen afdelingen. ‘Zo stond in het ontwerp dat auteursrechten niet overdraagbaar waren – wat nu uit het voorstel is. Sommige auteurs waren daar blij mee, maar scenarioschrijvers niet. Het maken van een film waar soms vijftig auteurs bij betrokken zijn, zou dan onmogelijk zijn.’
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 22 jun 2012)

Zie ook:

Geen opmerkingen: