Gedichten, oeuvres, geschiedenis, taal – alles is in wezen onvoltooid, zo bleek op Poetry International dat gisteren weer van start ging.
Kan een thema breder? De 43e editie van Poetry International in Rotterdam is gewijd aan het onvoltooide. Maar is niet ieder gedicht – zeker in de moderne poëzie – per definitie onvoltooid als het aan de wereld wordt prijsgegeven? Pas als de associaties knetteren in het hoofd van de lezer maakt die een gedicht af. Gelukkig interpreteerden de twintig dichters uit achttien landen en vijf continenten het begrip op de openingsparade niet zó breed.
Voor K. Schippers was het onvoltooide de per definitie eindeloze lijst van ‘wat je maar kort hoeft te onthouden’. Van het gedicht bestaat dan ook alleen maar een fragment – waar dit weer een fragment uit is: ‘het gezicht van een taxichauffeur / hoeveel minuten je te laat kwam / schoenen die je niet meer draagt / voorbijgangers op een zebrapad / de stem van een vrouw die verkeerd is verbonden / wolken / het gewicht van een tas / adres van een opgeheven stomerij’.
De Amerikaanse L=A=N=G=U=A=G=E-dichter Ron Silliman ziet zijn hele oeuvre als onvoltooid. Sinds zijn debuut in 1974 werkt hij aan één gedicht, ‘Ketjak’ getiteld, waarvan hij af en toe passages ‘afstoot’ of ‘laat publiceren’ en dat nooit af zal zijn. Elke dag groeien er nieuwe regels aan. Zelfs tijdens de voordracht van de andere dichters schreef hij enkele regels, bekende hij toen hij zelf aan de beurt was om zijn uiterst klankrijke, maar moeilijk doordringbaar poëzie te laten horen.
De meeste dichters waren niet zo programmatisch. De Brits-Pakistaanse Sacha Aurora Akthar las simpelweg een onvoltooid gedicht voor. En de Duitse Ulrike Draesner had haar fraaie, zwaarmoedige gedicht over de littekens van de Poolse geschiedenis alleen maar ‘poem unfinished, final version’ genoemd in reactie op een misverstand met haar Nederlandse vertaler. Al kreeg die titel tóch betekenis: de wonden van de geschiedenis blijven bloeden, ook als de geschiedenis tot rust is gekomen.
De enige Belg in Rotterdam, VSB poëzieprijs-winnaar Jan Lauwereyns, filosofeerde over het verschil tussen onvoltooid en voltooid verleden tijd. Beide werkwoordsvormen duiden op iets wat achter ons ligt, maar met het eerste zijn we op een of andere manier nog bezig terwijl het tweede definitief voorbij is. Het bewijs voor die stelling lag in zijn vermogen om eigen werk te onthouden. Alleen het gedicht waar hij mee bezig is en dat dus nog niet af is, kan hij uit het hoofd opzeggen.
Het – Japanse – gedicht voordragen lukte evenwel niet. Lauwereyns vervolgde daarom snel met ‘Forgetting takes place’, waarin hij het ondoorgrondelijke proces van de hersenen beschrijft die alle feiten van ‘een bittere dag’ vermalen waardoor er slechts ‘iets minimaals’ in je geheugen over blijft. ‘Foreign life events dip / in schools of issues such as these, // slashing forward, backward, // the squeaky wipers dancing / something minimal on your windshield.’
Poetry International duurt nog tot en met 17 juni in de Rotterdamse Schouwburg. Aanstaande vrijdag treden drie genodigde dichters in Antwerpen op in het kader van het Felix Poetry Festival. Behalve Lauwereyns en Silliman is dat Chus Pato uit Spanje.
(Eerder gepubliceerd op Knack.be, 13 jun)
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten