Tommy Wieringa was de auteur met de meeste nominaties voor
de grote literaire prijzen zonder er ooit één te winnen. Nu hij de Libris
heeft, is die weinig benijdenswaardige titel voor Christiaan Weijts.
Voor de zesde keer al schoof Wieringa aan bij het diner
voorafgaand aan de uitreiking van de Gouden Uil, de AKO of de Libris – voor
alle prijzen twee keer. Voor Joe Speedboot (2005) kreeg hij niets.
Ceasarion (2009) werd niet bekroond. En nu noemde juryvoorzitter Clairy Polak
zijn naam. Het boek met de prachtig geformuleerde zinnen, schilderachtige
beelden en tot reflectie nodende gebeurtenissen, zoals ze opsomde, was zíjn Dit zijn de namen. Even was de opluchting van zijn gezicht te lezen. Toen vond
hij zijn typerende cool terug en liep hij soeverein en zelfbewust naar het
podium om de cheque van 50.000 in ontvangst te nemen.
Ooit had Wieringa verteld dat dit soorten avonden niet tot
de leukste uit zijn leven behoren. Het is een eer als de jury je boek
uitverkiest tot de zes beste van het land – en daarom aanvaard je de
uitnodiging. Maar op de avond zelf heb je het gevoel dat je in competitie bent
met collega-schrijvers zonder dat je ook maar iets kunt doen om die strijd te
beïnvloeden. Dat machteloze gevoel, dat is moordend. Ook gisterenavond in het
Amsterdamse Amstel Hotel liet hij niet na de ellende van al die nominaties te
benadrukken: het viergangendiner – twee uur lang maar liefst – voelde als de
langste executie ooit.
Gelukkig maar, vertelde hij, dat hij die uren had gebruikt
om na te denken over een dankwoord. ‘Tot nu toe vielen de vergissingen van de
jury altijd uit in mijn nadeel’, zei hij. Hij had daarop, die ochtend nog, hoop
geput uit een sutra van de Bhagavad Gita. ‘Gij hebt geen recht op de vruchten van het
werk. De zucht naar de vruchten van het werk moet nooit uw motief tot werken
zijn. Jezelf evenmin toegeven aan luiheid. Verricht iedere daad met uw hart
gevestigd op de opperste heer. Verzaak de gehechtheid aan de vruchten. Wees gelijkmatig
in voor- en tegenspoed. Want het is deze gelijkmoedigheid die wordt nagestreefd
door yoga.’
Zijn verlangen naar een prijs was zo groot dat hij zelfs had beloofd om
in de Amstel te springen als hij zou winnen: met pak en al. Hij werd daar onmiddellijk
aan herinnerd: een uitgever riep het luid door de zaal, de presentator
herhaalde het in de microfoon. En aangezien Wieringa er de man naar is die zijn
woord houdt, deed hij dat ook. Nadat hij de eindeloze stroom knuffels, kussen
en handdrukken in ontvangst had genomen, zich door de verplichte interviews
voor radio en tv had geslagen – en daar probeerde terug te krabbelen – dook hij
vanaf het terras van het hotel het water in. Al trok hij toch zijn pak uit. Dat
hoefde niet te worden geruïneerd.
De meeste andere genomineerden waren toen al huis. Ook
Christiaan Weijts. Net als Patricia de Martelaere en Oscar van den Boogaard is
hij nu vijf keer genomineerd voor een grote prijs zonder hem ooit te winnen.
Voor hem was het niet-winnen extra wrang omdat Bol.com hem een dag eerder al
had uitgeroepen tot Libris-laureaat. Was dat een ongelukje? Of wist de
internetboekhandel meer? Hij sloeg zich er doorheen met ironie: ‘Toen Clairy
Polak het had over schilderachtige beelden wist ik dat het niet over mijn boek
ging. Ik schrijf geen schilderachtige beelden. Ik win die prijs liever niet dan
dat ik schilderachtige beelden moet schrijven.’
Het duo Elvis Peeters – Jos Verlooy en Nicole van Bael – had
het geamuseerd aangezien. Ook zij waren al voor de derde keer genomineerd. Maar
als enige Vlaming bij de laatste zes hadden zij de meeste Hollandse
nuchterheid. Verlooy herhaalde wat hij al eerder op Knack.be had verteld: het
is moeilijk om op de shortlist te raken, omdat je dan echt een goed boek moet
hebben geschreven; de prijs vervolgens winnen is een tombola. Hij prees
zichzelf gelukkig dat ‘Dinsdag’ bij gebrek aan andere Vlaamse genomineerden
veel extra aandacht had gekregen in de media. En dat de prijsuitreiking een
mooie aanleiding was om de volgende dag naar bijvoorbeeld het Van Goghmuseum te
gaan.
En Oek de Jong? Hem leek het weinig uit te maken. Hij had
twee dagen eerder de Gouden Boekenuil voor ‘Pier en Oceaan’ gekregen, waarvoor
ook Tommy Wieringa was genomineerd. Ook al is het prijzengeld voor de Vlaamse
prijs maar half zo veel als de Nederlandse: zijn boek was gelauwerd, het was
erkend als de beste van het jaar. Dat hij de eerste schrijver kon worden die
twee grote prijzen krijgt voor hetzelfde boek, leek hij niet te ambiëren. Van
tevoren zei hij dan ook met een superieure bescheidenheid dat hij het gevoel
had dat alle pijltjes, gehoor gevend aan de wetten van een magnetische kracht,
dit keer naar Wieringa wezen. Hij kreeg nog gelijk ook.
(Eerder gepubliceerd op Knack.be, 7 mei)
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten