Vanavond wordt de twintigste Libris Literatuurprijs uitgereikt. Stel dat de Libris-jury sinds 1994 ieder jaar een andere keuze had gemaakt uit de zes genomineerde titels op de shortlist. Dan had dit de palmares kunnen zijn:
1994: Henk van Woerden, Moenie kyk nie
1995: Nicolaas Matsier, Gesloten huis
1996: Tomas Lieske, Nachtkwartier
1997: Margriet de Moor, Hertog van Egypte
1998: Geerten Meijsing, Tussen mes en keel
1999: Hans Maarten van den Brink, Over het water
2000: Stephan Enter, Winterhanden
2001: Erwin Mortier, Mijn tweede huid
2002: Harry Mulisch, Siegfried
2003: Oek de Jong, Hokwerda’s kind
2004: Nicolien Mizee, Toen kwam moeder met een mes
2005: Marja Brouwers, Casino
2006: Tommy Wieringa, Joe Speedboot
2007: Gerbrand Bakker, Boven is het stil
2008: Jeroen Brouwers, Datumloze dagen
2009: Charlotte Mutsaers, Koetsier Herfst
2010: Tom Lanoye, Sprakeloos
2011: Peter Buwalda, Bonita Avenue
2012: Jan Van Loy, Ik, Hollywood
Ook dit is een fraai lijstje. Maar niet noodzakelijk fraaier dan de echte lijst. Vele edities eindigen met de indruk dat de jury het verkeerde boek heeft bekroond, zoveel kritiek als er vaak is, maar als je terugblikt met de wetenschap welke auteurs en boeken enigszins de tand des tijds hebben doorstaan, valt dat erg mee. Veel auteurs op deze lijst wonnen deze of een van de andere grote commerciële prijzen overigens ook in een ander jaar (met een ander boek uiteraard).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten