De markt
voor leermiddelen in het voortgezet onderwijs is fors gekrompen. Maar
uitgeverijen klagen niet. Zeker de versnelling van de digitalisering van het
onderwijs stemt hen optimistisch. Aflevering 2.
Zo biedt de
onderlinge concurrentiestrijd om marktaandelen en de introductie van nieuwe
producten nog genoeg ruimte voor groei. Wat daarentegen nauwelijks gebeurt zijn
overnames van kleinere concurrenten – zoals in het afgelopen voorjaar het
segment financiële beroepen van Brinkman door Edu'Actief. Ondanks de fors
krimpende markt én de noodzaak tot soms enorme investeringen in digitaal
lesmateriaal blijven kleinere partijen onverminderd actief.
Ten eerste
is de behoefte aan uitgeverijen van methodes voor, zeg, 8000 leerlingen gering.
Te klein. Gespecialiseerde partijen duiken daarom op niches – zoals Eisma voor
klassieke talen. Razenberg zegt daarom: 'Als ThiemeMeulenhoff overnames doet,
is dat eerder op het vlak van nieuwe technologie of diensten. Content hebben we
zelf al in grote mate in huis.' Ook biedt de digitalisering kansen voor nieuwe
partijen om nieuwe vormen van leermiddelen te introduceren zoals het in 2009
opgerichte Blink die de methode Plot26 voor Nederlands heeft.
Ten tweede
zien de grote partijen in kleine uitgevers juist een kans om nieuwe
inkomstenbronnen aan te boren. Ze maken open leerplatformen. Denk aan het
adaptieve platform 24Boost, een zusterbedrijf van Edu'Actief, of Schooltas,
waarin naast ThiemeMeulenhoff 13 kleine en middelgrote uitgeverijen hun
methodes aanbieden. Zo kunnen uitgeverijen als Damon, Hermaion en
10voorBiologie zonder voor hen te grote investeringen toch digitaal
lesmateriaal aanbieden.
Wel hebben
de uitgeverijen 'kritisch naar hun portfolio gekeken', zoals Rhodes zegt.
Ofwel: methodes geschrapt. Niet door vakken op te geven. 'Integendeel. Malmberg
heeft juist een methode wiskunde geïntroduceerd, ook al heeft een andere
aanbieder [Noordhoff, red.] hierin een marktaandeel van meer dan negentig procent.
De reden is dat wij een brede uitgeverij willen zijn en dus ook wiskunde willen
aanbieden.' Het schrappen zit hem in het in de lucht houden van twee methodes
voor één vak. Dat gebeurt steeds minder.
'Wij hebben
voor aardrijkskunde Terra en BuiteNLand', legt De Valk uit. 'De
eerste houden we in de markt, maar herzien we niet meer. In de tweede wordt
juist meer geïnvesteerd. Dat doen we vanwege de belangstelling uit de markt én
om dubbele initiële kosten te voorkomen bij uitbreidingen als digitale
componenten en services voor docenten eromheen. Ook kunnen we de kwaliteit en
capaciteiten van auteursteam nu ten goede laten komen van één supermethode.'
'ThiemeMeulenhoff
is in 2008 gefuseerd met NijghVersluys, Bekadidact en HB Uitgevers', vertelt
Razenberg. 'Door de gedeeltelijke overlap in producten hadden we soms wel drie
of vier proposities voor één vak. Dat hebben we gerationaliseerd. We zijn nog
niet zo ver, maar we bewegen ons steeds meer richting één methode per vak.
Methodes moeten conceptueel heel sterk verschillen wil je er twee in de markt
houden. Bij het in elkaar schuiven van proposities is de uitdaging dat je
bestaande gebruikers van verschillende methodes niet vervreemdt.'
Wat
uitgeverijen ook helpt is dat de digitalisering van het onderwijs eindelijk in
een versnelling terecht is gekomen, zodat de investeringen daarin terugverdiend
kunnen worden. Gestimuleerd door het Doorbraakproject Onderwijs & ICT, dat
de overheid met de VO- en PO-Raden heeft opgezet, en de opkomst van personal devices voelen scholen sinds
een jaar of twee een sterk gegroeide noodzaak om te innoveren. Schoolbesturen,
maar ook individuele docenten of vaksecties.
'Ook
uitgeverijen hebben hun rol gespeeld', zegt De Valk. 'In het verleden was het
soms zoeken naar de meerwaarde van digitaal lesmateriaal. Nu is intuïtiever
duidelijk is wat het voordeel is. Ook hebben uitgeverijen starttrainingen
opgezet. Zo is iedereen steeds beter in staat de meerwaarde van digitale
leermiddelen uit te buiten. Inhoudelijk: een film kan beter de werking van het
hart laten zien. En procesmatig: digitaal is beter in kaart te brengen waar de
leerling staat en welke leerroute voor die leerling geschikt is.'
'Niemand
weet precies hoe je digitaal het beste leert', zegt ook Visser. 'Er is
nauwelijks onderzoek over beschikbaar, omdat het allemaal nog zo kort bestaat.
In de praktijk betekent dat dat je samen met de klant problemen moet signaleren
– dat je op een scherm minder snel dan in een boek overzicht hebt, dat je niet
in twee boeken tegelijk kunt bladeren, of dat op een scherm de afleiding groter
is – en oplossingen bedenken. Zo moet je ieder jaar het lesmateriaal
verbeteren.'
Uitgeverijen
schatten het percentage digitaal van hun omzet op 15 tot 25 procent. Dat is nog
steeds weinig. 'Toch hebben we echt het omslagpunt al gepasseerd', zegt Rhodes.
'Het gaat erom dat scholen zijn begonnen. Natuurlijk begint dat beperkt: met
alleen een iPad in de brugklas of alleen een groepje docenten dat zich bereid
heeft verklaard te experimenteren. Vervolgens zullen ze allemaal opschalen. Er
is misschien nog tien procent van de scholen die kiest voor volledig folio.'
Is daarmee
het einde van papier in het voortgezet onderwijs nabij, zoals bijvoorbeeld
Edu'Actief-directeur Jannes Hessels onlangs in Inct nog maar eens voorspelde? Dat ook niet. De toekomst is:
gemengd. 'Er zijn indicaties dat op sommige onderdelen van het leerproces
papier beter is', zegt De Valk. 'We weten er nog onvoldoende van. Maar wij gaan
er niet van uit dat digital only het
eindpunt is. Veel scholen kiezen nu voor blended
oplossingen met papier en digitaal. Dat zal voor lange tijd zo blijven.'
(Eerder verschenen in Boekblad magazine, sep 2015)
Zie ook:
- ThiemeMeulenhoff en Rijksmuseum gaan samenwerken
- Educatieve uitgeverijen pakken illegaal kopiëren aan
- Booknext ziet markt voor tweedehands studieboeken groeien
Zie ook:
- ThiemeMeulenhoff en Rijksmuseum gaan samenwerken
- Educatieve uitgeverijen pakken illegaal kopiëren aan
- Booknext ziet markt voor tweedehands studieboeken groeien
Geen opmerkingen:
Een reactie posten