Paul
Baeten Gronda is volwassen geworden als schrijver. Zijn vijfde roman, Wanderland, is zijn beste tot nu toe.
Slim geconstrueerd en ontroerend. Niet toevallig probeerde hij zich meer dan
ooit te beperken tot de essentie.
Wanderland is de
eerste roman die hij niet a priori als een oefening beschouwde, vertelt Paul
Baeten Gronda. Voor zijn debuut Nemen wij
dan samen afscheid van de liefde (2008) wilde hij onderzoeken of hij
überhaupt een boek kon schrijven. 'In productievorm is dat alleszins gelukt'.
Voor Onder vrienden (2011) zocht hij
doelbewust 'een zekere lichtheid'. Straus Park (2013) moest 'een soort Great American Novel worden: een boek met een
grote reikwijdte, die de hele wereld in zich opzuigt'. En zo was er iedere keer
een soort opdracht die hij zichzelf gaf.
'Niet dat ik nu denk volleerd te zijn, maar ik wilde eens stoppen met
proberen', zegt de inmiddels 35-jarige Baeten Gronda. 'Ik wilde nu gewoon
zitten en scènes schrijven. Met zo min mogelijk filters en zo veel mogelijk
botte eerlijkheid in de scènes. Ik had ook allerlei idee-fixen over wat een
goed boek moet zijn. Een hoofdstuk moet minimaal tien bladzijden tellen om
betekenis te hebben. Nonsens, natuurlijk. Wanderland
bevat heel veel korte hoofdstukken omdat ze niet langer hoefde te zijn. Al dat
soort dingen heb ik losgelaten, zodat ik me kon concentreren op de essentie:
scènes.'
Of het daaraan heeft gelegen of niet, in zijn vijfde roman overtreft
Baeten Gronda zichzelf. Wanderland is
een ontroerend en slim geconstrueerd onderzoek naar eenzaamheid. Hoofdpersoon
is de kunstenaar Igor Nast die wordt verlost van zijn gevoel dat het licht in
de wereld dooft als zijn vader – die hij al jaren niet meer had gezien – op
sterven ligt. Gesommeerd om naar Zwitserland af te reizen bevindt hij zich plots
weken te midden van zijn halfbroers en -zus. Als zijn vader hem inwijdt in het
geheim van zijn leven, vindt Igor voor het eerst verbinding met zijn familie.
Helemaal in één keer tot de kern raakte hij bij het schrijven trouwens
niet, bekent de auteur. 'Aanvankelijk probeerde ik een Great European Novel te
schrijven. Ik had pagina's en pagina's over kunstgeschiedenis, fysica, de motor
achter de kunsthandel. Maar al schrijvende zag ik dat het verhaal er niet beter
door werd. Ik heb het allemaal geschrapt, al zie je wel restanten van die
versie terug in het boek. Ik ontdekte toen dat ik me het best kon focussen op
de scènes, en dan het liefst die tussen de grote dramatische momenten in. Niet
de begrafenis, maar een etentje een paar dagen later.'
En toen gebeurde het wonder: 'Plots had ik door hoor hoe ik moest
schrijven. Wat mijn ritme was, mijn oerstem. Niet dat ik wil beweren dat ik de
komende vijftig jaar op exact dezelfde manier zal blijven schrijven, maar ik
had wel voor het eerst het gevoel: ik heb mijn plek gevonden. Dat was een
fantastisch gevoel. Ik hoefde niet meer na te denken over hoe ik het verhaal
moest vertellen, ik kon me helemaal concentreren op het verhaal zelf. Ik hoop
dat als ik terug begin te schrijven aan een roman ik dat gevoel terugvind. Voor
twee kortverhalen die ik inmiddels heb geschreven, was dat zo.'
Hoe klinkt
de oerstem van Paul Baeten Gronda?
'Met veel humor erin – al dan niet geslaagd. Maar vooral met wat voor
mij voelt als de juiste balans tussen wat je wel en niet vertelt. In
bijvoorbeeld Freedom besteedt
Jonathan Franzen de eerste negentig pagina's aan het uitleggen van de
psychologische motivatie van zijn personages. Zó expliciet, dat wil ik niet.
Maar ik weet niet of ik dan zo impliciet wil zijn als Raymond Carver, van wie
ik erg hou. Een boek moet wel een verhaal hebben. Een lezer moet het idee
hebben dat het boek ergens heen gaat. Anders wordt het niet goed. Misschien leer
ik door het scenario voor een tv-serie die ik nu schrijf, nog meer de kant van
Carver op te gaan.'
Je maakt
samen met Tom Lenaerts een fictievere voor [de Vlaamse omroep] één.
'Ja. In het scenario gaat het helemaal niet om stijl of ritme. Ik
schrijf in wezen een technisch document zoals je die nodig hebt om een
IKEA-kast in elkaar te zetten. Het gaat tegen mijn natuur in, maar het helpt
wel om beter te leren hoe je iets toont. Je kunt niet schrijven: de
hoofdpersoon heeft heimwee. Je moet een oplossing verzinnen om dat gevoel
duidelijk te maken zonder dat te benoemen.'
Helpt het
vinden van je oerstem ook om dichter bij je thema te komen?
'Ik denk dat na vijf boeken stilaan duidelijk is dat ik altijd schrijf
over familie, eenzaamheid, het stukgaan van geïdealiseerde liefde. Dat is niet
erg. In de muziek heeft een band een herkenbare sound – na drie seconden weet
je: o nee, deze sound, Coldplay! In de schilderkunst zie je hetzelfde. In de
literatuur zou het net zo geaccepteerd moeten zijn dat een schrijver een eigen
geluid heeft. Er zijn maar weinig schrijvers met zo veel talent dat ze elke
keer een totaal ander boek schrijven. Bij de meeste schrijvers zie je in hun
oeuvre alleen een evolutie binnen een bepaald soort boek. De ene keer ligt meer
nadruk op humor, de andere keer op plot, maar de essentie blijft hetzelfde.'
Maar wat
zie je als de essentie van Wanderland?
'Dat is voor iedere lezer anders, merk ik. Voor de een is het een
verhaal over een vader-zoonrelatie, voor de ander over een man die de liefde
terugvindt bij zijn broers en zussen, voor een derde is het een puur
liefdesverhaal. Voor mij gaat het natuurlijk over al die zaken. Maar het liefst
blijf ik buiten dat soort discussie. Ja, als iemand zoals jij me expliciet
vraagt naar de essentie, dan geef ik antwoord. Maar ik vind het het mooist dát
er zoveel interpretaties zijn. Iedere interpretatie zegt iets over de lezer
zelf, die blijkbaar door het boek iets over zichzelf heeft ontdekt.'
Dus als ik
zeg dat Wanderland over eenzaamheid
gaat?
'Nou ja. Het zegt natuurlijk ook iets over mij. Wanderland gaat ook over mij. Net als Igor Nast heb ik het nodig om
alleen te kunnen zijn én kan ik het anderzijds niet aan. Dat maakt het moeilijk
voor mensen om mij in te schatten. Ik heb vaak zin een hele dag in mijn eentje
te schrijven, en 's avonds kan ik dan opeens zin heb om naar familie te gaan om
samen pasta te eten. Wel heb ik een dochter, dat maakt mijn eenzaamheid al
anders dan die van Igor Nast. In mijn geval zijn ook niet alle bruggen naar
andere mensen ontploft. Igors zus en zijn moeder zijn gestorven. Zijn oudste
broer heeft hij al zeker tien jaar niet gebeld.'
En zijn
grote liefde, Charlie Days, heeft hij in een woedeaanval vermoord. Althans, dat
zou een lezer kunnen denken.
'Hij is er onduidelijk over. Je zou dat inderdaad kunnen vermoeden. Ik
heb er alleszins geen moeite mee als lezers dat doen. Maar ik denk niet dat hij
iemand zou vermoorden. Dat zit niet in hem. Charlie Days verdwijnt.'
En dan
heeft Igor nog een laatste strohalm, die hij – nadat hij weet wat zijn vader
zijn hele leven tevergeefs heeft nagejaagd – aangrijpt om aan zijn eenzaamheid
te ontsnappen. Namelijk zijn halfbroers en -zus, hoewel hij die nooit heeft
gekend.
'Hij heeft meer contact met ze gehad dan jij denkt. Igor zag ze
vroeger ieder jaar op vakanties en zo. Alleen de laatste tien, vijftien jaar is
er nauwelijks contact geweest. Maar ja, als Igor aan het einde op het vliegtuig
naar L.A. stapt, heeft hij stappen gezet om het tij te keren. Hij mist zijn neefje
Mirko al. Hij denkt met een glimlach aan zijn zus die het appartement aan het
inrichten is dat hij haar heeft geschonken. Igor is wel blij om te vertrekken.
Hij is nog steeds solitair. Maar hij is niet meer dezelfde gewichtloze vogel.
Je kan je voorstellen dat hij vanaf nu zijn familie wél belt. Dat ze
bijvoorbeeld afspreken om elkaar tenminste een keer per jaar te zien.'
Ook dat
hou je impliciet.
'Ja, ja. Het is genoeg om wat licht door het duister te laten
schijnen, ik hoef er geen lamp van 500 watt op te zetten om de verandering bij
Igor te tonen.'
Vind je Wanderland dus zelf ook je beste boek
tot nu toe?
'In alle eerlijkheid: ik laat het waardeoordeel over aan anderen. Stel
dat iedereen zegt: je vorige boek is beter, dan zou ik dat betreuren maar wel
geneigd zijn dat te geloven. Dan ben ik blijkbaar niet geslaagd in mijn opzet.
Vooral de allereerste reactie is voor mij heel belangrijk: de reactie van mijn
redacteur. Zij is een nieuwe redacteur voor mij, nadat ik met Robbert Ammerlaan
ben meeverhuisd naar zijn uitgeverij Hollands Diep. Toen zij zei dat ze geraakt
was door dit verhaal en ik zag dat ze het meende, viel er een gewicht van
vijftig ton van mijn schouders af. Het werkte dus.'
En nu is
het boek al snel na verschijnen herdrukt.
'Inderdaad, vorige week. Dat is mooi, ik kan het geld wel gebruiken.
Hopelijk heb ik een keer een bestseller. Alles bij elkaar heb ik nu een stuk of
vijftien, twintig reacties gekregen. Van mijn uitgever, van de eerste
recensent, van vrienden. Men is er echt door geraakt. Dat is het belangrijkst.
Voor Straus Park kreeg ik goede
recensies: drie, vier sterren. Maar men schreef dat het goed was gedaan, men
was er – tot mijn verbazing, moet ik zeggen – niet door geraakt. Terwijl ik
ernaar streef boeken te schrijven die iets met de lezer doen. Want dat zijn
uiteindelijk de boeken die echt iets achterlaten bij mensen, de boeken die je
met je mee blijft dragen.'
Als lezers
zeggen geraakt te zijn, weet je ook zeker dat je niet alleen gelezen wordt
omdat je een bekende naam hebt, door bijvoorbeeld je columns voor Knack Focus. Want in Nederland wordt je
volgens mij nauwelijks gelezen.
'Dat klopt. Ik word sinds mijn tweede boek altijd wel besproken in
Nederland. Positief ook: drie sterren of meer. Maar verkoop? Heel weinig. Ik
haal maar vijf procent van mijn verkoop in Nederland. Ik vraag me dan wel eens
af: ben ik wel een schrijver? Ik heb het er weleens over met Stijn Meuris, met
wie ik ben bevriend. We kennen allebei het gevoel dat er een moment komt waarop
iemand tegen ons zegt: "Maar wij hebben u door!" Pas sinds Straus Park door buitenlandse uitgevers
is beoordeeld, is dat gevoel minder geworden. Lectoren van uitgeverijen als
Penguin, Gallimard, Random House Duitsland – echt niet de minsten dus – schreven
heel positieve rapporten over mijn boek. Ik heb ze gelezen. En die weten echt
niet wie Paul Baeten Gronda. Die lof is alleen gebaseerd op de tekst. Heel
fijn. Straus Park komt nu in juni uit
in het Duits.'
Wie weet
wordt Wanderland je doorbraak in
Nederland.
'Ik hoop al langer op een doorbraak in Nederland, maar misschien is
dit boek er meer geschikt voor dan Straus
Park. Dat boek ging over familieverhoudingen en de Tweede Wereldoorlog. Het
speelde ook deels in Amsterdam tijdens de oorlog. In Vlaanderen bestaan zulke
boeken niet, maar in Nederland is dat bijna een genre op zich. Waar in
Vlaanderen de reactie was: waarom moet een Vlaming hierover schrijven?, zijn er
in Nederland gewoon betere boeken in het genre. Straus Park viel er daarom een beetje tussenin. Wanderland bespeelt veel directer een
universele emotie – en op basis van de eerste reacties weet ik dat het boek dat
met succes kan doen.'
(Eerder gepubliceerd op Knack.be, 1 dec)
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten