zondag 30 oktober 2016

Des romans français: 'Het voorgevoel' van Emmanuel Bove

In 2013 verscheen van Emmanuel Bove De liefde van Pierre Neuhart, in een prachtige vertaling van Mirjam de Veth. Gelukkig bleef het daar niet bij, nu heeft zij al even verdienstelijk Le pressentiment uit 1935 vertaald met als Nederlandse titel Het voorgevoel. Zoals in veel van Bove’s verhalen speelt een man van middelbare leeftijd de hoofdrol. Het zijn onopvallende mannen die iets wezenlijks nastreven. Een onbereikbare liefde in De liefde van Pierre Neuhart, een rehabilitatie na een diefstal of het loskomen van een beknellende relatie in verhalen uit de bundel Reis door het appartement. In Het voorgevoel wil de hoofdpersoon een leven ‘vrij van zekerheden.’

Vijftien maanden geleden heb ik mijn familie en mijn vrienden verlaten uit afkeer en verachting. Ik kon het niet meer aanzien hoe mensen zich druk maken uit eigenbelang. Ik wilde alleen zijn.

Het verhaal speelt een paar jaar na de eerste Wereldoorlog. Charles Benesteau is rond de vijftig en niet gelukkig. Hij is advocaat, getrouwd, heeft een zoon en woont op stand. Wat zijn ongeluk precies behelst is in het begin nog niet duidelijk. Zijn omgeving merkt dat er iets aan schort, hij is ‘neerslachtig, lichtgeraakt, opvliegend.’ Men denkt aan een verlate reactie op de oorlog of aan een ziekte. Op doktersadvies vertrekt hij zelfs met zijn vrouw naar het zuiden, maar het mag niet baten.
Niet veel later stapt hij uit het leven dat hij leidt en trekt zich terug in een klein appartement in een arme wijk bij Montparnasse. Wat hij wil? Hij wil opgaan in zijn omgeving, een sober leven zonder drukte, verplichtingen en poespas. De enige met wie hij nog contact onderhoudt uit zijn vorige bestaan is zijn maîtresse voor wie hij nog steeds vriendschappelijk genegenheid voelt. Al komt hij alleen langs wanneer het hem zint. Zijn broers en zussen en vrouw laten hem koud.
Het lukt hem een onopvallend bestaan de leiden, totdat hij zich in wil zetten voor zijn nieuwe buurtgenoten. Hij is immers advocaat en kan met zijn kennis de armen uit de straat wellicht bijstaan. Naar de rechtbank om zijn confrères te ontmoeten, wil hij niet meer. Maar raad geven kan natuurlijk altijd. Een buurman die zijn vrouw verdenkt van overspel, komt bij hem langs. Hij luistert en verwijst hem door. De man komt terug om te geld te lenen, wat Charles doet. Dat raakt bekend in de straat en van het een komt het ander. Hij ontfermt zich uiteindelijk zelfs over de dochter van de buurman, die na een uit de hand gelopen echtelijke ruzie in de gevangenis belandt. En dan wordt er geroddeld: een man met een jong meisje in huis.
Emmanuel Bove schetst in sobere maar duidelijke beelden de gevolgen van de radicale keuze van Charles Benesteau. Zijn kleding, zijn kamer, de gesprekken met zijn broers en zussen die hem niet begrijpen en hem proberen over te halen weer terug te keren naar zijn oude leven, worden trefzeker weergegeven. Zo ook wanneer een vrouw uit de buurt zich aandient als gouvernante voor het buurmeisje dat nu bij hem in huis woont en met wie hij zich niet zo raad mee weet:

De vrouw was op hem toegestapt, en als iemand die al honderden keren die eerste allesbepalende blik heeft getrotseerd, stond ze kaarsrecht, met geheven hoofd, alsof ze poseerde. Charles bekeek haar niet eens. Het ging hem om het kind. Hij probeerde haar blik te vangen, maar dat lukte niet. Ze bleef met gebogen hoofd zitten en leek onverschillig voor alles wat er om haar heen gebeurde.

Alsof je als lezer naar een schilderij uit het realisme kijkt. Drie mensen die ieder op hun eigen manier contact zoeken met de ander. Emoties, miscommunicatie, verwachtingen. Alles in die paar woorden.
Bove wordt door schrijfster Marie Darrieussecq de voorloper van Patrick Modiano genoemd. Wat betreft de zoektocht van de hoofdpersoon, dwalend door de vaak verlaten straten van Parijs klopt dat zonder meer, maar Bove is veel uitgesprokener. Hij laat minder in het midden. Bij Modiano zijn het de herinneringen die leidend zijn, een zoektocht terug naar vroeger om het heden te kunnen duiden. Bove laat de nostalgische verlangens buiten beschouwing. Het gaat hem om de het innerlijk van de gewone man, het blootleggen van die binnenwereld, hier en nu. In dit geval het juist niet groots en meeslepend te willen leven, maar onopvallend en gewoon.
De titel van het boek verwijst wellicht naar een niet verder uitgewerkt voorgevoel dat Charles zou kunnen hebben. Zoals een duif die voelt dat het einde nadert en zich terugtrekt, in een hoekje, weg van het gefladder en hebberige gepik naar voer van zijn mededuiven. Je voelt compassie met Charles, benijdt hem om zijn durf een duidelijke keuze te maken. Maar toch zou je niet in zijn schoenen willen staan.
Een prachtig verhaal dat zeker niet misstaan zou hebben in een uitgave van Coppens & Frenks, maar gelukkig komt de uitgave van de Arbeiderspers dicht in de buurt.

Arjen van Meijgaard

Geen opmerkingen: