Natuurlijk moeten instellingen van hoger
onderwijs een taalbeleid hebben. Odisee in Vlaanderen en de Hogeschool van
Amsterdam kunnen steeds meer resultaten voorleggen waaruit blijkt hoe zinvol
dat is.
Zelf actie
ondernemen? Of afwachten tot het voortgezet onderwijs leerlingen aan de poort
aflevert die nooit meer d/t-fouten maken, elementaire uitdrukkingen kennen en
een tekst behoorlijk structureren? Steeds meer hoger onderwijsinstellingen
beseffen dat het eerste geboden is. En anders zijn er wel deskundigen en
beleidsmakers die erop aandringen. Zoals de Raad voor de Nederlandse Taal en
Letteren die vorig jaar in een rapport aandrong op structureel
taalvaardigheidsbeleid in het hoger onderwijs.
An De Moor hoeft
niet te worden overtuigd. Zij is Talenbeleidcoördinator van de hogeschool
Odisee, waar 11.000 studenten op zes campussen in heel Vlaanderen worden
opgeleid. Zij zegt: 'Het is ons doel om meer studenten meer kans te geven om te
slagen. Uit onderzoek blijkt dat er direct verband bestaat tussen taalbeleid en
studiesucces. Dus als wij investeren in taalondersteuning – en niet in
'taalremediëring', want dat klinkt zo negatief – ronden meer studenten hun
opleiding met goed gevolg af.'
Taal mag geen hindernis worden
Hetzelfde geldt
voor Matthijs Eijgelshoven, de projectmanager taalbeleid aan de Hogeschool van
Amsterdam (HvA), die 46.000 studenten heeft. 'Taal is hét instrument van het
onderwijs. Van het lezen van studieboeken tot het houden van presentaties, je
hebt altijd taal nodig. In de loop der tijd is het onderwijs zelfs steeds
taliger geworden, terwijl een groeiende groep – mede door de veranderde
achtergrond van instromende studenten – er moeite mee heeft. Dan moet je zorgen
dat taal geen hindernis wordt.'
Odisee en de
Hogeschool van Amsterdam behoren tot de voorlopers onder de hoger
onderwijsinstellingen. Beide hebben al enkele jaren een breed taalbeleid – of
beter gezegd: talenbeleid. De HvA biedt een heel pakket aan spreekuren voor
studenten en trainingen en coachingstrajecten voor docenten voor de
Nederlandstalige én Engelstalige opleidingen aan. Odisee rolt nu beleid uit om
studenten en docenten meertalig te maken. Een beleidsnota is goedgekeurd door
de raad van bestuur en wordt nu verder uitgezet.
Steun Bussemaker
Het begon in
beide gevallen klein. Op de HvA bijvoorbeeld met afzonderlijke opleidingen die
het taalniveau van studenten wilden verbeteren tot de faculteit techniek die,
in 2012, op de hele faculteit een geïntegreerd taalbeleid wilde invoeren.
Eijgelshoven: 'Op dat moment was Jet Bussemaker, de huidige minister van OCW,
onze rector. Zij vond het heel goed waar de Dienst Studentenzaken, die dat had
opgezet, mee bezig was en vroeg dat in de hele hogeschool te helpen invoeren.
Zij maakte er ook de middelen voor vrij.'
Dat draagvlak op
het hoogste niveau noemen De Moor en Eijgelshoven cruciaal. 'Als je de
beleidsmakers niet mee hebt, is ieder beleid gedoemd te mislukken', zegt De
Moor. 'Dan blijft taalbeleid beperkt tot kleine initiatieven hier en daar. Wij
waren ongelofelijk gelukkig dat de bestuurders mee waren. Maar: minstens zo
belangrijk is dat mensen op de vloer erin geloven. Je moet docenten meekrijgen
door te laten zien dat taalbeleid werkt. Je moet opleidingen mee krijgen zodat
docenten tijd krijgen om zich te bekwamen.'
Geïntegreerd is noodzaak
Zowel in
Vlaanderen als in Amsterdam ontstond een breed taalbeleid dat zich richt op
studenten, docenten én opleidingen. 'Belangrijk is ook dat taalbeleid is geïntegreerd
in het curriculum', zegt De Moor. 'Taallessen extracurriculair aanbieden heeft
weinig zin omdat studenten de transfer niet maken. Dan leren ze wel de
spellingsregels, maar hanteren ze dat niet als ze een paper voor geschiedenis
schrijven. Taalbeleid heeft het meeste zin als ook bijvoorbeeld een docent
wiskunde aandacht aan taal besteedt.'
Odisee biedt op
het niveau van opleidingen ondersteuning bij het uittekenen van leerlijnen.
Docenten worden geprofessionaliseerd via workshops, met als doel hun
taalgebruik in hun onderwijs beter af te stemmen op hun studenten, en er zijn
kijkwijzers om bijvoorbeeld papers en reflectieverslagen te kunnen beoordelen
op taalgebruik. Studenten krijgen digitale ondersteuning met filmpjes,
oefeningen, theorie en kijkwijzers. Ook kunnen zij terecht bij taalcoaches in
taalateliers – ten minste één per opleiding.
Tijd om te redigeren?
De HvA hanteert
een andere indeling, maar biedt in de praktijk een nagenoeg gelijk pakket.
Eijgelshoven en zijn collega's van het taalteam hebben beleid uitgezet op drie
niveaus: curriculum, toetsing en didactiek. 'Voor het curriculum kijken we naar
de hoeveelheid schrijfopdrachten in relatie tot de taken die een student moet
leren. Dat aantal kan oplopen tot meer dan honderd gedurende de hele opleiding,
inclusief stageverslag en dergelijke. Is zoveel handig? Hebben studenten dan
tijd om ieder product te redigeren? Samen met de opleiding passen we dat aan.'
‘Op het niveau
didactiek’, vervolgt Eijgelshoven, ‘heeft de hogeschool trainingen "taal
& denkdidactiek" opgezet. Docenten overschatten de woordenschat van
studenten schromelijk. We hebben daarom een filmpje gemaakt waarin we tien
procent van de woorden hebben vervangen door niet-bestaande of op bestaande
lijkende woorden. Dat werkt als een eye-opener voor docenten. Vervolgens kijken
we op individueel niveau hoe dat uitpakt voor de opdrachten van de betreffende
docent.'
Wel/geen taaltest
Een zichtbaar
verschil tussen beide instellingen is het afnemen van een taaltest. Odisee
stelt die verplicht voor alle studenten. Bij de HvA screenen de meeste
opleidingen alleen het taalniveau bij de eerste schrijfopdrachten. Toch
suggereert dit een groter verschil dan er in feite is in de manier waarop
studenten worden benaderd. Beide instellingen dwingen studenten niet aan hun
taalbeheersing te werken. Dat heeft geen effect. Odisee én HvA proberen hen
vooral zover te krijgen door hen een worst voor te houden. De taaltest van
Odisee heeft ook alleen een signaalfunctie.
De Moor: 'Een
student die bij de taaltest onder de 70% scoort, wordt via e-mail gewezen op
alle mogelijkheden om de taalvaardigheid te verbeteren. Dat vullen we aan met
een motivatietraject. Pasafgestudeerden komen vertellen hoeveel baat zij hebben
gehad aan alle extra oefeningen. Studenten die voor hun paper onvoldoende
hebben gehaald, krijgen ook de kans om hun paper te verbeteren aan de hand van
de digitale schrijfhulp [nu ook openbaar via de Taalunie]. Als ze dat goed doen, kunnen ze twee
punten extra krijgen. Op twintig punten.'
Hetzelfde geldt
voor docenten – 1100 bij Odisee, 3000 bij HvA. Hen verplichten aandacht te
besteden aan taal werkt niet. 'Voor je het weet, wordt het volgen van een
training ook weer iets wat docenten afvinken', zegt Eijgelshoven. 'Terwijl het
niet alleen gaat om de training, maar dat het onderwerp gaat leven in de lessen.
En gelukkig is dat het geval. Het bewustzijn dat het belangrijk is dat
studenten de opdrachten begrijpen en het specifieke jargon kennen, is enorm
toegenomen.'
Vijfjarig onderzoek
De grote vraag
is natuurlijk: wat is het effect van het taalbeleid? Dat laat zich niet
eenvoudig in cijfers vangen. Te meer omdat de taalvaardigheid uit het begin van
de studie niet kan wordt afgezet tegen die aan het einde. Immers: een
verpleegkundige wordt niet afgerekend op haar taalvaardigheid. De Moor: 'Wel
loopt een vijfjarig onderzoek waarin we de resultaten uit de taaltest
vergelijken met examenresultaten, gekoppeld aan indicatoren als opleiding van
moeder, taalsituatie thuis, functiebeperkingen.'
Voor een deel is
het afgaan op je onderbuikgevoel, zegt ook Eijgelshoven. 'We krijgen veel
reacties van docenten die zeggen dat het werkt. Daarnaast proberen we de
taalsituatie en de ontwikkeling in kaart te brengen door studenten en docenten
breed te enquêteren. Ook kunnen we heel specifieke interventies onderzoeken. Bijvoorbeeld
een toets voor een technisch vak. Wij hebben naar de vraagstelling gekeken en
die aangepast. Aan de resultaten van de toets kunnen we zien welk effect dat
heeft.'
Zo zullen Odisee
en HvA steeds duidelijker kunnen maken: taalbeleid heeft zin. En zo ook andere
hoger onderwijsinstellingen aansporen om de taalvaardigheid van studenten zelf
te verbeteren.
(Eerder deze maand gepubliceerd op Taalunie:Bericht)
Zie ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten