Hoe
ervaren schrijvers boekhandels, uitgevers en de boekenvakorganisaties? In de rubriek 'Schrijvers & het boekenvak' Rian Visser, die voor de Kinderboekenweek een gratis digibordles voor Het
Poëziepaleis heeft gemaakt. Ze legt uit waarom haar digibordlessen succesvoller
zijn dan die van uitgeverijen.
Rian Visser (1966) – twintig jaar schrijver, tachtig
boeken op haar naam – heeft een enorm bereik met de digibordlessen die ze
gratis ter beschikking stelt aan leerkrachten. Sommige van de circa dertig die
ze er in zeven jaar heeft gemaakt zijn al meer dan 25.000 keer gedownload. De
digibordlessen zijn vaak gebaseerd op haar eigen boeken, maar niet altijd. Met
name in de lessen die ze jaarlijks maakt naar aanleiding van het
Kinderboekenweekthema brengt ze ook werk van collega's onder de aandacht.
Waarom
begon u in 2009 met het maken van digibordlessen?
'Op scholen werd mij vaak gevraagd hoe een
prentenboek wordt gemaakt. Daar had ik een presentatie van gemaakt. Een heel
gedoe. Je moet zorgen dat er een beamer is, om maar wat te noemen. In die tijd
kwamen digiborden op. Daarop kon ik de presentatie wél makkelijk laten zien.
Maar toen ik die maakte, dacht ik: een leerkracht kan die ook laten zien zonder
dat ik erbij ben. Ik heb dan wel geen inkomsten voor mijn optreden, maar –
dacht ik – het zou goed als marketinginstrument kunnen werken. Die eerste
digibordles werd, via een portal waarop leerkrachten lesmateriaal delen, gelijk
10.000 keer gedownload. Dat moest ik dus vaker doen.'
Wat
is het geheim van het succes?
'De digibordlessen zijn heel visueel en
enthousiasmerend. En belangrijk: ze geven leerkrachten de kans om zich sterker
te voelen om daadwerkelijk les te geven over boeken. Een gewone lesbrief, zoals
veel uitgeverijen die maken, is een A4-tje met voornamelijk in tekst uitleg wat
een leerkracht moet doen. Ik geef ze iets leuks dat ze onmiddellijk in de klas
kunnen gebruiken en dat hen tegelijk de ruimte geeft om de les zelf in te
vullen zoals ze willen, ook afhankelijk van de groep waarvoor ze staan. Ik
vergelijk het met de reclamespreuk van Maggi vroeger: 'een beetje van Maggi,
een beetje van jezelf'.'
De
gratis lessen zijn meer dan reclame voor uw eigen werk?
'Absoluut. Je moet het onderwijs echt iets geven
waar ze wat aan hebben. Ik heb naar aanleiding van mijn boek Blitz!, waarin het ook over ruimtekunst
gaat, een les gemaakt over het maken van kunst van kosteloos materiaal. Ik heb
een boek geschreven waarin een Minecraft-achtig spel een rol speelt en kinderen
zelf een gebouw ontwerpen. Daar volgde een les uit over de techniek van de
toekomst. Zo is het boek steeds alleen maar de aanleiding.'
Wat
levert het u als schrijver dan op?
'In ieder geval
veel optredens. Ik ben tijdens de komende Kinderboekenweek volgeboekt. Daar
haal ik ook inkomsten uit. En naamsbekendheid. Na mijn eerste digibordles werd
ik opeens binnengehaald met: "O, u bent de schrijver van Nippertje". Ik heb ook enorm veel
mailadressen van leerkrachten. Zij mogen de les zonder registratie downloaden,
anders wordt het te ingewikkeld. Maar ik bied altijd iets extra's aan dat ze
alleen kunnen krijgen als ze er per mail om vragen. Zo heb ik 10.000
mailadressen, naar wie ik een nieuwsbrief stuur – met informatie over mijn
boeken, maar ook over andere auteurs en leesbevorderingsnieuws. Wat levert dat
op? Mijn verkoop is goed. Ik word niet minder uitgeleend in de bibliotheek,
terwijl al mijn collega's klagen over een enorme terugloop. En uitgevers willen
mijn werk publiceren omdat ze weten dat ik er een les bij maak en zelf zo veel
aan publiciteit doe.'
Waarom geeft u uw boeken niet ook zelf
uit?
'O, nee! Ik heb
ooit een account gehad bij CB voor de verkoop van e-boeken en POD. Dat is zo'n
gigantische administratie. Dan moet je zorgen voor redactie, verspreiding naar
de boekhandel, een royalty-administratie voor de illustratoren waarmee ik werk.
Dat wil ik allemaal niet. Daarom verkoop ik alleen nog e-boeken via de iBook
Store en prentenboek apps via de App Store en Google Play. Via mijn website heb
ik voor de verkoop van mijn boeken een partnership met boekhandel Roodbeen.'
U krijgt wel een hogere royalty van de
uitgeverij omdat u zelf de pr doet?
'Was dat maar
zo, dat zou ik redelijk vinden. Maar dat gebeurt niet. Ik krijg vijf procent,
net als de illustrator. Ik heb wel gemerkt dat het marketingbudget van
uitgeverijen grotendeels gespendeerd wordt aan boeken die al succesvol zijn of
een prijs hebben gekregen. Dat is ook een reden waarom ik digibordlessen ben
gaan maken. De eerste tien jaar van mijn schrijverschap hoopte ik op een prijs,
goede recensies, het aanbod om het Kinderboekenweekgeschenk te maken. Maar mijn
boeken worden door jury's en recensenten blijkbaar niet bijzonder genoeg
gevonden om eruit te lichten. De Kinderjury is ook lastig, omdat mijn werk zich
richt op de jongste groep lezers. Die stemmen niet voor de Kinderjury. Door de
lessen kan ik nu rechtstreeks met leerkrachten communiceren en heb ik prijzen
en recensies niet nodig. De uitgevers steunen mij daarbij wel, door
bijvoorbeeld de redactie van de digibordlessen te doen en mee te helpen met de
verspreiding ervan.'
Maken uitgevers inmiddels ook zelf
digibordlessen?
'Clavis doet
best veel. Zij trekken er zelfs leerkrachten voor aan en werken nauw samen met
de Kleuteruniversiteit, die heel veel betaalde digitale lessen maakt. Gottmer
ook wel. Zwijsen doet heel veel. Ik denk wel dat zij minder hoge
downloadcijfers hebben. Het is voor hen toch moeilijker.'
O ja, waarom?
'Wat ik doe kost
veel tijd en geduld. In januari begin ik met een digibordles over de
Kinderboekenweek. In mei is die pas af. Zonder die inspanning krijg je
ongeïnspireerde ideeën zoals een memoryspel. Dat kun je helemaal niet
klassikaal doen. En dan moet je jaar na jaar expertise opbouwen en contact
onderhouden met leerkrachten. Ik ben daar heel veel tijd aan kwijt – alle
leerkrachten die materiaal opvragen mail ik het liefst persoonlijk terug. Dat
lukt alleen als je daar veel plezier in hebt. Als marketingtrucje werkt het
niet. Bovendien beleven leerkrachten een les van een schrijver anders dan die
van een uitgever. Dan wordt het eerder als commercieel product met een
bijbedoeling gezien. Uitgevers zouden wel meer kunnen doen door hun schrijvers
te motiveren zelf dergelijke lessen te maken. Ik zie dat ook meer schrijvers
doen. Jozua Douglas maakt bijvoorbeeld veel video’s over zijn boeken.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 29 sep)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten