donderdag 4 september 2014

Het Literatuurhuis in Utrecht: een voorbeeld voor de rest van het land (Boekblad)

Het Literatuurhuis heeft het literaire leven in Utrecht een flinke impuls gegeven. Wat is het geheim van het succes? Directeur Michaël Stoker vertelt.

Het lijkt geen toeval dat de CPNB voor de eerste editie van Manuscripta buiten Amsterdam voor Utrecht heeft gekozen. De domstad is opvallend actief geworden op literair gebied. De Nacht van de Poëzie, het festival City2Cities, het Nederlands Kampioenschap Poetry Slam, maar ook talloze kleine exposities, lezingen, workshops en andere evenementen vinden tegenwoordig allemaal in Utrecht plaats. Waar zou op 7 september aanstaande de opening van het boekenseizoen beter passen?
Het elan is te danken aan de oprichting van Het Literatuurhuis. In deze nieuwe stichting zijn vorig jaar drie literaire organisaties samengegaan: de Stichting Literaire Activiteiten Utrecht (SLAU, actief sinds 1978), De Nacht van de Poëzie (actief sinds de eerste editie op 23 november 1980) en Het Poëziecircus (opgericht in 1996). Ieder voor zich heeft haar onbeduidende kantoortje verruild voor een fraai historisch pand aan de Oudegracht waarvan de oudste ruimte heeft gediend als sacristie van de Weeskerk.
'Het jaar 2008 dreigde dramatisch uit te pakken', schetst directeur Michaël Stoker tussen de boeken in de ontvangstruimte van Het Literatuurhuis de ontstaansgeschiedenis. 'Er waren signalen dat er helemaal geen subsidie voor grote activiteiten zou zijn. De Nacht van de Poëzie, die van oudsher plaatsvond in Vredenburg, leidde door de sloop en nieuwbouw van het muziekcentrum bovendien een zwervend bestaan en moest daardoor ook voor het voortbestaan vrezen.'
De literaire organisaties zochten elkaar toen op. Ten eerste om een gezamenlijk manifest te schrijven tegen de mogelijke marginalisering van de literatuur: Utrecht, waar zijn uw letteren? Ten tweede: 'Om gezamenlijk iets neer te zetten dat het gezicht kon worden van de letteren in de stad. Omdat de internationale literatuur nog ontbrak in onze programmering, en we dan ook konden samenwerken met de Universiteit Utrecht – erg belangrijk, vonden wij – richtten we ons daarop.'
Dat resulteerde in City2Cities: Internationale Literatuurdagen Utrecht, waarvan in 2011 de eerste editie plaatsvond. Tijdens het meerdaagse festival staan ieder jaar twee andere Europese steden centraal: Edinburgh en Stockholm (2011), Praag en Barcelona (2012), Lissabon en Berlijn (2013) en Dublin en Boedapest (2014). Tientallen auteurs en vertalers uit deze landen – en niet te vergeten: uit Utrecht zelf – treden dan in een uitgebreid en gevarieerd programma op.
'Toen besloten we door te zetten', zegt Stoker, die zelf zes jaar bij het Poëziecircus en drie jaar bij de SLAU heeft gewerkt. 'Want waarom niet alle activiteiten onderbrengen in één stichting? Utrecht is geen New York. Utrecht is een overzichtelijke stad. Bovendien bleek onze samenwerking wonderbaarlijk goed te verlopen. Die ervaring gaf vertrouwen dat we elkaar niet de hersens in zouden slaan als we eenmaal bij elkaar zouden zitten. De fusie verliep dan ook probleemloos.'

Stoker is ervan overtuigd dat Het Literatuurhuis nu al zijn meerwaarde heeft bewezen. 'We zijn veel herkenbaarder en zichtbaarder geworden. We hebben met dit pand, waar we in ieder geval tot 2016 kunnen blijven, een duidelijk ijkpunt in de stad. En we hebben nu één adressenbestand. De afzonderlijke stichtingen visten in dezelfde vijver van literatuurliefhebbers en verwezen wel naar elkaars evenementen, maar toch wisten onze bezoekers lang niet alles van wat in de stad gebeurde.'
De activiteiten van Het Literatuurhuis trokken in 2013 circa 13.000 bezoekers. Meer dan wat de stichtingen daarvoor bij elkaar afzonderlijk over de vloer kregen. 'Vorig jaar was het NK Poetry Slam, dat al sinds 2006 in Utrecht plaatsvond – eerst lang in Tivoli en in 2013 in Rasa – voor het eerst in de voorverkoop al uitverkocht. Een duidelijk teken dat de zichtbaarheid groter is geworden. En in City2Cities zit een stijgende lijn: van 3300 bezoekers in 2013 naar 4000 dit jaar.'
Ook buiten Utrecht weten literatuurliefhebbers de weg naar literaire activiteiten in de domstad beter te vinden. 'Vorig jaar trok de Nacht van de Poëzie in het Mediaplaza zestig procent bezoekers van buiten de stad. Normaal is de verhouding ongeveer fifty-fifty. Op 20 september aanstaande vindt het eindelijk weer in Muziekcentrum Vredenburg plaats. Ik ben heel benieuwd of het lukt het weer helemaal vol te krijgen, zoals de Nacht dat tot 2007 altijd was.'
Een ander voordeel van de fusie is de mogelijkheid om een uitgebalanceerd jaarprogramma te maken. 'Het was altijd van ijsschots naar ijsschots springen. En omdat de stichtingen niet altijd van elkaar wisten waar de andere mee bezig waren, is het voorgekomen dat alle drie op dezelfde avond een activiteit hadden. Dat is nu voorbij. De 75 activiteiten zijn goed op elkaar afgestemd. Volgend jaar gaan we trouwens terug naar zeventig, om versnippering te voorkomen.'
De kern van het programma zijn de vier grote, bestaande festivals: City2Cities, de Nacht, het NK Poetry Slam en Literaire Meesters. Maar door het eigen pand zit de groei juist in kleinschalige activiteiten. 'In De sacristie hier kunnen dertig mensen. Heel geschikt voor workshops poëzieschrijven, filmvertoningen of lezingen. De kleinschaligheid past bovendien in een trend. Het publiek wil niet alleen maar grote festivals. Kijk naar het Dag Magazin-festival, waar mensen in klein verband met elkaar praten.'
De programmering is gestoeld op vier pilaren: 1) poëzie, 2) amateurkunst, 3) het literaire erfgoed, en 4) de internationale letteren. Juist door dat laatste punt heeft Het Literatuurhuis wel eens de kritiek gehad de auteurs uit eigen stad wat te verwaarlozen. Ten onrechte, vindt Stoker. 'Wij maken altijd een koppeling met Utrechtse auteurs. Zij treden regelmatig op. Wij verzorgen ook de uitreiking van de prijzen van de stad – de C.C.S. Crone-prijzen.'

Ook buiten de eigen programmering heeft Het Literatuurhuis een fikse impuls gegeven aan het literaire leven in Utrecht. 'Om nu te beweren dat het na één jaar al gelukt is, gaat wat ver,' zegt Stoker. 'Vraag dat in 2024 nog maar eens. Maar: ja, wij kunnen veel beter dan voorheen alles wat broeit op literair gebied naar boven halen. Omdat we een vaste plek hebben weten ook instellingen ons veel beter te vinden. De CPNB natuurlijk, maar ook hadden we vorig jaar het festival 'Op bezoek bij het boek' samen met Stichting Lezen.'
Juist omdat Het Literatuurhuis alle relevante initiatieven op zijn agenda zet, lijken de letteren in Utrecht zo te bloeien. Van het literair theater van Salon Saffier tot lezingen van Utrechtse musea als Het Catherijneconvent. Van concerten van de Zuid-Afrikaanse dichter Gert Vlok Nel tot een dubbelinterview van misdaadschrijvers Daniëlle Hermans en Ed van Eeden tijdens de Maand van het Spannende Boek. 'We willen het cement zijn tussen alle partijen die actief zijn,' zegt Stoker.
Het Literatuurhuis bracht bijvoorbeeld de Utrechtse boekhandelaren bij elkaar. Eens per kwartaal overleggen ze in het pand aan de Oudegracht over gezamenlijke initiatieven of de afstemming van activiteiten tijdens de Boekenweek. 'Sommigen werkten hier al dertig, veertig jaar, maar kenden elkaar niet. Nu wel. Dat heeft al geleid tot een gemeenschappelijke brochure. Toen Polare dichtging dacht het publiek immers dat er geen boekwinkels meer over waren. Niet dus.'
Van oudsher is Savannah Bay aan de Telingstraat de vaste partner voor boekenstands tijdens evenementen – ook bij de minder lucratieve. Dat zal blijven. Maar tijdens grote evenementen als de Nacht van de Poëzie krijgen andere – in overleg – ook ruimte. 'Tijdens Manuscripta komt er één gezamenlijke stand, die namens alle boekhandels en Het Literatuurhuis optreedt. Hier worden boeken verkocht en signeersessies met de optredende auteurs verzorgd.'
Daarnaast zijn de bibliotheek, de universiteit en uitgevers ook partners. Stoker vindt het spijtig dat A.W. Bruna onlangs na meer dan 150 jaar uit de stad is verhuisd, maar wil er ook niet te lang bij stil staan. 'Er blijft genoeg over: een deel van de VBK-groep, met Van Dale dat hiervandaan komt, IJzer en ook Bol.com, de grootste internetboekhandel van Nederland. Bol maakt ook van onze ruimte gebruik. Zo waren Nicci French laatst de hele dag hier voor interviews, een signeersessie en dergelijke.'
Vooral de universiteit is een hechte partner – zo sterk dat de faculteit Letteren in het bestuur is vertegenwoordigd. 'Zij leveren kennis. Als bijvoorbeeld Poolse literatuur centraal staat op een festival, komt een hoogleraar Pools in de redactie. En zij verzorgen de communicatie naar 10.000 letterenstudenten. Dat gaat verder dan evenementen in nieuwsbrieven vermelden. Bij City2Cities vullen we gezamenlijk een middag die ook onderdeel is van het curriculum voor de studenten literair vertalen.'

Stoker is ervan overtuigd dat Het Literatuurhuis kan dienen als voorbeeld voor andere gemeenten. Zeker middelgrote gemeenten van het kaliber Groningen en Maastricht, waaruit mensen al op bezoek zijn gekomen om het Utrechtse model te bestuderen. 'Een stad heeft een schouwburg en een podium en daarom is er subsidie voor muziek en theater. Voor Letteren geldt die vanzelfsprekendheid niet. Een literatuurhuis kan dan als schakel dienen tussen gemeente en boekhandels, schrijvers, uitgevers.'
Stoker wijst daarom naar Duitsland. Daar hebben meer dan twintig plaatsen Literaturhäuser die samen met lokale theaters en podia onderdeel zijn van de gemeentelijke basisinfrastructuur. 'Het zijn in zestig jaar vanzelfsprekende plekken in steden geworden, gevestigd in panden waar ook horeca en boekverkoop zit en die dus de hele dag open zijn. Stiekem is dat ook een kleine droom van mij, al moet dat wel met partners om niet de aandacht voor onze primaire taak te laten verslappen.'
Bovendien heeft Het Literatuurhuis in Utrecht voor het eerst in de geschiedenis van de afzonderlijke literaire stichtingen nu structurele subsidie – van Rijk, provincie én gemeente. 'We zijn er echt in geslaagd om draagvlak te creëren bij de overheid om ons te stimuleren en te financieren. In een tijd dat er drastisch wordt bezuinigd, is ons budget daardoor verdubbeld – op structurele basis, dus incidentele subsidies niet mee gerekend. Dat vind ik heel bijzonder.'
En dat zonder problemen die het noemen waard zijn. 'Wij hadden het geluk dat we een voorbereidend traject van een aantal jaar hebben gehad, voordat we daadwerkelijk fuseerden. Dat hielp om alle neuzen dezelfde kant op te zetten, ondanks dat er vier besturen bij betrokken waren die allemaal hun zegje willen doen. Normaal zijn fusietrajecten erg ingewikkeld. Voor je het weet rol je met ingeslagen schedels en omgevallen meubilair over elkaar.'
(Eerder gepubliceerd in Boekblad, aug 2014)

Meer literatuur in Utrecht en omstreken:

Geen opmerkingen: