Het Literatuurhuis heeft het literaire leven in Utrecht een
flinke impuls gegeven. Wat is het geheim van het succes? Directeur Michaël
Stoker vertelt.
Het lijkt geen toeval dat de CPNB voor de eerste editie van
Manuscripta buiten Amsterdam voor Utrecht heeft gekozen. De domstad is
opvallend actief geworden op literair gebied. De Nacht van de Poëzie, het
festival City2Cities, het Nederlands Kampioenschap Poetry Slam, maar ook
talloze kleine exposities, lezingen, workshops en andere evenementen vinden
tegenwoordig allemaal in Utrecht plaats. Waar zou op 7 september aanstaande de
opening van het boekenseizoen beter passen?
Het elan is te danken aan de oprichting van Het
Literatuurhuis. In deze nieuwe stichting zijn vorig jaar drie literaire
organisaties samengegaan: de Stichting Literaire Activiteiten Utrecht (SLAU,
actief sinds 1978), De Nacht van de Poëzie (actief sinds de eerste editie op 23
november 1980) en Het Poëziecircus (opgericht in 1996). Ieder voor zich heeft
haar onbeduidende kantoortje verruild voor een fraai historisch pand aan de
Oudegracht waarvan de oudste ruimte heeft gediend als sacristie van de
Weeskerk.
'Het jaar 2008 dreigde dramatisch uit te pakken', schetst
directeur Michaël Stoker tussen de boeken in de ontvangstruimte van Het
Literatuurhuis de ontstaansgeschiedenis. 'Er waren signalen dat er helemaal
geen subsidie voor grote activiteiten zou zijn. De Nacht van de Poëzie, die van
oudsher plaatsvond in Vredenburg, leidde door de sloop en nieuwbouw van het
muziekcentrum bovendien een zwervend bestaan en moest daardoor ook voor het
voortbestaan vrezen.'
De literaire organisaties zochten elkaar toen op. Ten eerste
om een gezamenlijk manifest te schrijven tegen de mogelijke marginalisering van
de literatuur: Utrecht, waar zijn uw
letteren? Ten tweede: 'Om gezamenlijk iets neer te zetten dat het gezicht
kon worden van de letteren in de stad. Omdat de internationale literatuur nog
ontbrak in onze programmering, en we dan ook konden samenwerken met de
Universiteit Utrecht – erg belangrijk, vonden wij – richtten we ons daarop.'
Dat resulteerde in City2Cities: Internationale
Literatuurdagen Utrecht, waarvan in 2011 de eerste editie plaatsvond. Tijdens
het meerdaagse festival staan ieder jaar twee andere Europese steden centraal:
Edinburgh en Stockholm (2011), Praag en Barcelona (2012), Lissabon en Berlijn
(2013) en Dublin en Boedapest (2014). Tientallen auteurs en vertalers uit deze
landen – en niet te vergeten: uit Utrecht zelf – treden dan in een uitgebreid
en gevarieerd programma op.
'Toen besloten we door te zetten', zegt Stoker, die zelf zes
jaar bij het Poëziecircus en drie jaar bij de SLAU heeft gewerkt. 'Want waarom
niet alle activiteiten onderbrengen in één stichting? Utrecht is geen New York.
Utrecht is een overzichtelijke stad. Bovendien bleek onze samenwerking
wonderbaarlijk goed te verlopen. Die ervaring gaf vertrouwen dat we elkaar niet
de hersens in zouden slaan als we eenmaal bij elkaar zouden zitten. De fusie
verliep dan ook probleemloos.'
Stoker is ervan overtuigd dat Het Literatuurhuis nu al zijn
meerwaarde heeft bewezen. 'We zijn veel herkenbaarder en zichtbaarder geworden.
We hebben met dit pand, waar we in ieder geval tot 2016 kunnen blijven, een
duidelijk ijkpunt in de stad. En we hebben nu één adressenbestand. De
afzonderlijke stichtingen visten in dezelfde vijver van literatuurliefhebbers
en verwezen wel naar elkaars evenementen, maar toch wisten onze bezoekers lang
niet alles van wat in de stad gebeurde.'
De activiteiten van Het Literatuurhuis trokken in 2013 circa
13.000 bezoekers. Meer dan wat de stichtingen daarvoor bij elkaar afzonderlijk
over de vloer kregen. 'Vorig jaar was het NK Poetry Slam, dat al sinds 2006 in
Utrecht plaatsvond – eerst lang in Tivoli en in 2013 in Rasa – voor het eerst
in de voorverkoop al uitverkocht. Een duidelijk teken dat de zichtbaarheid
groter is geworden. En in City2Cities zit een stijgende lijn: van 3300
bezoekers in 2013 naar 4000 dit jaar.'
Ook buiten Utrecht weten literatuurliefhebbers de weg naar
literaire activiteiten in de domstad beter te vinden. 'Vorig jaar trok de Nacht
van de Poëzie in het Mediaplaza zestig procent bezoekers van buiten de stad.
Normaal is de verhouding ongeveer fifty-fifty. Op 20 september aanstaande vindt
het eindelijk weer in Muziekcentrum Vredenburg plaats. Ik ben heel benieuwd of
het lukt het weer helemaal vol te krijgen, zoals de Nacht dat tot 2007 altijd
was.'
Een ander voordeel van de fusie is de mogelijkheid om een
uitgebalanceerd jaarprogramma te maken. 'Het was altijd van ijsschots naar
ijsschots springen. En omdat de stichtingen niet altijd van elkaar wisten waar
de andere mee bezig waren, is het voorgekomen dat alle drie op dezelfde avond
een activiteit hadden. Dat is nu voorbij. De 75 activiteiten zijn goed op
elkaar afgestemd. Volgend jaar gaan we trouwens terug naar zeventig, om
versnippering te voorkomen.'
De kern van het programma zijn de vier grote, bestaande
festivals: City2Cities, de Nacht, het NK Poetry Slam en Literaire Meesters.
Maar door het eigen pand zit de groei juist in kleinschalige activiteiten. 'In
De sacristie hier kunnen dertig mensen. Heel geschikt voor workshops
poëzieschrijven, filmvertoningen of lezingen. De kleinschaligheid past
bovendien in een trend. Het publiek wil niet alleen maar grote festivals. Kijk
naar het Dag Magazin-festival, waar mensen in klein verband met elkaar praten.'
De programmering is gestoeld op vier pilaren: 1) poëzie, 2)
amateurkunst, 3) het literaire erfgoed, en 4) de internationale letteren. Juist
door dat laatste punt heeft Het Literatuurhuis wel eens de kritiek gehad de
auteurs uit eigen stad wat te verwaarlozen. Ten onrechte, vindt Stoker. 'Wij
maken altijd een koppeling met Utrechtse auteurs. Zij treden regelmatig op. Wij
verzorgen ook de uitreiking van de prijzen van de stad – de C.C.S.
Crone-prijzen.'
Ook buiten de eigen programmering heeft Het Literatuurhuis
een fikse impuls gegeven aan het literaire leven in Utrecht. 'Om nu te beweren
dat het na één jaar al gelukt is, gaat wat ver,' zegt Stoker. 'Vraag dat in
2024 nog maar eens. Maar: ja, wij kunnen veel beter dan voorheen alles wat
broeit op literair gebied naar boven halen. Omdat we een vaste plek hebben
weten ook instellingen ons veel beter te vinden. De CPNB natuurlijk, maar ook
hadden we vorig jaar het festival 'Op bezoek bij het boek' samen met Stichting
Lezen.'
Juist omdat Het Literatuurhuis alle relevante initiatieven
op zijn agenda zet, lijken de letteren in Utrecht zo te bloeien. Van het
literair theater van Salon Saffier tot lezingen van Utrechtse musea als Het
Catherijneconvent. Van concerten van de Zuid-Afrikaanse dichter Gert Vlok Nel
tot een dubbelinterview van misdaadschrijvers Daniëlle Hermans en Ed van Eeden
tijdens de Maand van het Spannende Boek. 'We willen het cement zijn tussen alle
partijen die actief zijn,' zegt Stoker.
Het Literatuurhuis bracht bijvoorbeeld de Utrechtse
boekhandelaren bij elkaar. Eens per kwartaal overleggen ze in het pand aan de
Oudegracht over gezamenlijke initiatieven of de afstemming van activiteiten tijdens
de Boekenweek. 'Sommigen werkten hier al dertig, veertig jaar, maar kenden
elkaar niet. Nu wel. Dat heeft al geleid tot een gemeenschappelijke brochure.
Toen Polare dichtging dacht het publiek immers dat er geen boekwinkels meer
over waren. Niet dus.'
Van oudsher is Savannah Bay aan de Telingstraat de vaste
partner voor boekenstands tijdens evenementen – ook bij de minder lucratieve.
Dat zal blijven. Maar tijdens grote evenementen als de Nacht van de Poëzie
krijgen andere – in overleg – ook ruimte. 'Tijdens Manuscripta komt er één
gezamenlijke stand, die namens alle boekhandels en Het Literatuurhuis optreedt.
Hier worden boeken verkocht en signeersessies met de optredende auteurs
verzorgd.'
Daarnaast zijn de bibliotheek, de universiteit en uitgevers
ook partners. Stoker vindt het spijtig dat A.W. Bruna onlangs na meer dan 150
jaar uit de stad is verhuisd, maar wil er ook niet te lang bij stil staan. 'Er
blijft genoeg over: een deel van de VBK-groep, met Van Dale dat hiervandaan
komt, IJzer en ook Bol.com, de grootste internetboekhandel van Nederland. Bol
maakt ook van onze ruimte gebruik. Zo waren Nicci French laatst de hele dag
hier voor interviews, een signeersessie en dergelijke.'
Vooral de universiteit is een hechte partner – zo sterk dat
de faculteit Letteren in het bestuur is vertegenwoordigd. 'Zij leveren kennis.
Als bijvoorbeeld Poolse literatuur centraal staat op een festival, komt een
hoogleraar Pools in de redactie. En zij verzorgen de communicatie naar 10.000
letterenstudenten. Dat gaat verder dan evenementen in nieuwsbrieven vermelden.
Bij City2Cities vullen we gezamenlijk een middag die ook onderdeel is van het
curriculum voor de studenten literair vertalen.'
Stoker is ervan overtuigd dat Het Literatuurhuis kan dienen
als voorbeeld voor andere gemeenten. Zeker middelgrote gemeenten van het
kaliber Groningen en Maastricht, waaruit mensen al op bezoek zijn gekomen om
het Utrechtse model te bestuderen. 'Een stad heeft een schouwburg en een podium
en daarom is er subsidie voor muziek en theater. Voor Letteren geldt die
vanzelfsprekendheid niet. Een literatuurhuis kan dan als schakel dienen tussen
gemeente en boekhandels, schrijvers, uitgevers.'
Stoker wijst daarom naar Duitsland. Daar hebben meer dan
twintig plaatsen Literaturhäuser die samen met lokale theaters en podia
onderdeel zijn van de gemeentelijke basisinfrastructuur. 'Het zijn in zestig
jaar vanzelfsprekende plekken in steden geworden, gevestigd in panden waar ook
horeca en boekverkoop zit en die dus de hele dag open zijn. Stiekem is dat ook
een kleine droom van mij, al moet dat wel met partners om niet de aandacht voor
onze primaire taak te laten verslappen.'
Bovendien heeft Het Literatuurhuis in Utrecht voor het eerst
in de geschiedenis van de afzonderlijke literaire stichtingen nu structurele
subsidie – van Rijk, provincie én gemeente. 'We zijn er echt in geslaagd om
draagvlak te creëren bij de overheid om ons te stimuleren en te financieren. In
een tijd dat er drastisch wordt bezuinigd, is ons budget daardoor verdubbeld –
op structurele basis, dus incidentele subsidies niet mee gerekend. Dat vind ik
heel bijzonder.'
En dat zonder problemen die het noemen waard zijn. 'Wij
hadden het geluk dat we een voorbereidend traject van een aantal jaar hebben
gehad, voordat we daadwerkelijk fuseerden. Dat hielp om alle neuzen dezelfde
kant op te zetten, ondanks dat er vier besturen bij betrokken waren die
allemaal hun zegje willen doen. Normaal zijn fusietrajecten erg ingewikkeld.
Voor je het weet rol je met ingeslagen schedels en omgevallen meubilair over
elkaar.'
(Eerder gepubliceerd in Boekblad, aug 2014)
Meer literatuur in Utrecht en omstreken:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten