Doet de naam Polare nog een belletje rinkelen? Vorige week
verschenen twee boeken over de geruchtmakende ondergang van de
boekhandelsketen.
Polare is zo kort in de Vlaamse winkelstraten te zien
geweest dat de meeste mensen hem alweer zijn vergeten. Toen investeringsmaatschappij ProCures in 2012 De Slegte en de
Nederlandse boekhandelsketen Selexyz had gekocht, voegde het beide samen. Later
herdoopte het die tot Polare – bedoeld als verwijzing naar de Poolster:
zoals die zeelieden gidst, zo zou Polare de boekenliefhebber bij de hand nemen.
Een succes werd het niet. De vaste klanten van De Slegte kwamen niet voor het
groeiend aanbod nieuwe boeken. De kortingen die Polare bood concurreerden onvoldoende
met de stuntprijzen van supermarkten.
Afgelopen februari ging Polare onder veel publicitair rumoer
ten onder. Waarna de filialen, gedragen door opmerkelijk groot enthousiasme,
herrezen als onafhankelijke boekhandels. In Vlaanderen keerde alles bij het
oude terug: Oud-eigenaar Jan Bernard De Slegte kocht de zeven Vlaamse winkels
uit de boedel. Dat verhaal inspireerde twee auteurduo's om zich te verdiepen in
de geschiedenis van Polare en haar voorgangers. Siebe Huizinga en Jaap Broersmaschreven Boekenpaleizen of luchtkasteel,
Hanneke Chin-A-Fo en Toef Jaeger Hetboekenparadijs.
Beide boeken vullen elkaar wonderlijk goed aan. Huizinga en Broersma richten
zich op de hele geschiedenis vanaf het moment dat uitgeverij Kluwer de
boekhandels die zij bezit voor het eerst centraal gaat aansturen. Zo is mooi te
volgen hoe hoofdkantoor en filialen voortdurend botsen over de beste manier om
een keten van tot op zekere hoogte ongelijksoortige boekhandels te runnen. Moet
er bijvoorbeeld een gezamenlijke naam komen om landelijk reclame te maken? Of
dienen de winkels hun eigen naam te behouden omdat hun publiek zich daarin
herkent?
Het antwoord is natuurlijk: het laatste. Maar de vraag of
ketenvorming of lokaal ondernemerschap beter is, beantwoordt Boekenpaleizen of luchtkasteel gemengd.
Krachtenbundeling heeft evidente voordelen: grotere inkoopkracht of de
mogelijkheid om grote investeringen te doen. Zo dankt Nederland aan Selexyz een
van de mooiste boekhandels ter wereld: in de Dominicanenkerk in Maastricht.
Toenmalig directeur Matthijs van der Lely haalt zoete herinneringen op aan het
bezoek dat collega's van over de hele wereld hem daarom kwamen brengen.
Maar op de winkelvloer wordt het boek verkocht. Op de
winkelvloer wordt de band met vaste klanten gesmeed. Dus vaak als het
hoofdkantoor krachten centraal samenbracht en dacht zo meer omzet tegen lagere
kosten te maken, kwam het bedrogen uit. Zo had ieder filiaal contracten met
lokale kantoren en bedrijven. Toen de zakelijke markt landelijk werd geleid,
hielden men lokaal – grotendeels onbewust – op nieuwe klanten te werven.
Ze hadden immers geen band meer met hen. Het eindresultaat: de zakelijke markt
raakte in de versukkeling.
Maar ging Selexyz in 2012 en opvolger Polare in 2014 daarom
ten onder? Dat maakt Boekenpaleizen of
luchtkasteel niet duidelijk. De auteurs hebben alle belangrijke
hoofdrolspelers gesproken. Zij geven hen de gelegenheid openhartig hun verhaal
te doen. Maar aan waarheidsvinding doet het boek niet. Meer dan eens denk je:
hoe zit het nu precies? Hoe hoog was bijvoorbeeld de schuld van het bedrijf op
het laatst? Dan is het de moeite waard om ook Het boekenparadijs te lezen. Chin-A-Fo en Jaeger hebben wel hun
best gedaan de onderste steen boven te krijgen.
Uit hun helder geschreven ondergangsgeschiedenis rijst
vooral een beeld op van botsende culturen. Dat moest wel fout gaan. ProCures is
een puur financiële partij die instapte met het idee dat enkele harde ingrepen
genoeg zijn om de keten er weer bovenop te krijgen. Van retail hadden ze geen
verstand. Toch ging ProCures-directeur Paul Dumas de keten leiden. Andersom
dacht het boekenvak te simpel over een financiële partij. De grote uitgeverijen
en distributeur CB gingen er vanuit dat ProCures geld zat had om te kunnen
investeren. Wat niet het geval bleek.
Toen de verhoudingen onder druk van de inzakkende
boekenmarkt verslechterden, kwamen de verschillen des te scherper aan het
licht. ProCures stelde keiharde eisen: hogere kortingen, betere
leveringsvoorwaarden. Maar het boekenvak, een vak van heren, voelde zich door
de toonhoogte gebruuskeerd. En dus allerminst genegen om ProCures te helpen.
Ook begreep Polare niet dat het boekenvak veel collectief regelt, waardoor
Polares concurrenten de facto beslissen of ProCures de keten kon overnemen. Dat
leek Dumas te veel op kartelvorming.
Juist door Boekenpaleizen
of luchtkasteel krijgt de in Het
boekenparadijs beschreven botsing echter reliëf. Je beseft des te beter dat
het boekenvak een verleden meetorste. De voorganger van Polare had tien jaar om
meer marge en een bijdrage voor de marketinginspanningen gevraagd. Moesten ze
Polare nog meer korting geven? En dat terwijl het marktaandeel van de keten niet
meer zo groot was als vroeger. En de uitgevers hadden al gebloed bij het redden
van Selexyz. Moest dat weer toen Polare hen om offers vroeg? Er moest nu maar
een eind aan de keten komen, vonden ze.
(Eerder gepubliceerd op Knack.be, 16 sep - onder een kop die ik niet voor mijn rekening wil nemen)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten