zondag 7 september 2014

Vandaag bestaat de dwarsligger precies vijf jaar. Uitvinder Hugo van Woerden legde destijds uit wat het concept is (Boekblad)

Hugo van Woerden: 'Onze dwarsligger is de grootste innovatie van het boek na Gutenberg'
(Eerder verschenen in Boekblad magazine, augustus 2009)

Hugo van Woerden, directeur van uitgeverij/drukkerij Jongbloed, bedacht iets revolutionairs. Op zoek naar een handiger manier om te lezen, kwam de producent en uitgever van Bijbels op de dwarsligger: een klein boekje dat je overdwars leest. Samen met NDC|VBK presenteert hij het nieuwe concept op Manuscripta.
Op Manuscripta presenteren uitgeverijen Jongbloed, Ambo|Anthos en Kosmos in een exclusieve samenwerking een totaal nieuw boekconcept. De dwarsligger – de grootste innovatie van het boek na Gutenberg, vinden ze zelf. Het is een boek van acht bij twaalf centimeter groot, dat je een kwartslag draait zodat je één pagina op ‘normaal’ formaat kunt lezen. Gedrukt op dundrukpapier weegt het kleine boek gemiddeld nog geen 145 gram. De dwarsligger, bijzonder fraai vormgegeven, past in een binnenzak en ligt gemakkelijk in de hand.
In plaats van de e-bookrevolutie waar iedereen over praat, verwacht bedenker Hugo van Woerden dat het nieuwe boek een leesrevolutie teweegbrengt. ‘Eindelijk kunnen mensen aangenaam lezen. In het openbaar vervoer, op vakantie, in bed. Ik zou erg gelukkig zijn als de dwarsligger voor mensen meer leesmomenten creëert. En dat verwacht ik ook. Op het perron, wachtend op de trein, haal je dit zo tevoorschijn. Als de trein komt, steek je hem even in het binnenzak. En als je zit, kun je direct verder lezen. Het is ook zo makkelijk in één hand te houden.’
Vanaf 7 september zal blijken of hij gelijk krijgt. ‘Het zal spannend worden’, zegt hij. ‘Uit onderzoek blijkt dat 87 procent van de mensen die de dwarsligger gezien hebben, hem zou willen kopen. Ruim 90 procent vindt het een geloofwaardig en onderscheidend concept. Dat boezemt vertrouwen in. Het is een handig meeneemboek dat prettig te lezen is met een positieve, eigenwijze en luxe uitstraling. Maar hoe zal de consument er echt mee omgaan? Ik denk dat ik de eerste dat de dwarsligger in de winkel ligt een paar verkooppunten langs ga om reacties te horen.’
In het dagelijks leven is Van Woerden directeur van uitgeverij/drukkerij Jongbloed – een van de meest gespecialiseerde bedrijven in het boekenvak. Het grafisch bedrijf, wereldwijd geroemd om zijn dundrukuitgaven, produceert vrijwel uitsluitend Bijbels. De uitgeverij behaalt de helft van zijn omzet met een groot scala Bijbeluitgaven. ‘En alles wat we daarnaast publiceren, is afgeleid van de Bijbel’, zegt Van Woerden. Dichtbij: studiebijbels. Of wat verder daarvan af: christelijke fictie of Bijbelse sudoku’s: puzzelboekjes die tegelijk Bijbelkennis testen.

Hoe kwam u op het idee voor de dwarsligger?
‘Ik werd getriggerd door een onderzoek van Stichting Speurwerk. Het boek in Nederland. Waar wordt gelezen?, was daarin een vraag. De trein scoorde hoog, de wachtkamer, 15 procent gaf zelfs het werk als antwoord. En twee op de drie lezen op vakantie. Veel mensen lezen dus als ze mobiel zijn. Is een gewoon boek dan niet onhandig? Zelf zit ik voor Jongbloed veel in het vliegtuig – 90 procent van ons drukwerk is export. Die krappe ruimte leest zo onprettig. Ook leest één op de drie in bed. Als je dan op je zij ligt, leest maar één pagina handig. En als je het boek boven je hoofd houdt, krijg je al snel kramp in je armen. Kun je daar niets voor verzinnen? dacht ik.’

Dus toen gaf u de drukkers van Jongbloed de opdracht iets te bedenken.
‘Nee. Ik ben zelf gaan knippen en plakken, als op de kleuterschool. Ik ben iemand die altijd een waarom-vraag stelt. Waarom heeft een boek eigenlijk een linker- en een rechterpagina? – als ik nou de pagina draai en de bladspiegel van één pagina over twee pagina’s verdeel. En waarom moet een band altijd voor én achter aan het boekblok worden vastgemaakt? Het effect daarvan, zeker bij een paperback, is een muizenval: tijdens het lezen klapt het boek voortdurend dicht. Dus maakte ik de band maar aan één kant vast. Zo heb ik uiteindelijk een dummy geknutseld die ik in het bedrijf heb laten zien.’

Hoe werd die daar ontvangen?
‘Ik had eerlijk gezegd niet de illusie dat ze enthousiast zouden zijn. Ik heb veel gelezen over innovatie en weet: nieuwe ideeën roepen weerstand op. Bedenk een bezwaar en het werd geopperd: Denk je nou echt dat we dit kunnen maken? Mensen zijn dit niet gewend en gaan het dus ook niet kopen. Geen uitgever wil hiervoor iets maken. Enzovoort. Gelukkig viel bij mijn raad van commissarissen het kwartje wel. Na een halve minuut zeiden ze: Hugo, ga hiermee door.’

Waarom waren zij wèl enthousiast?
‘Het heeft denk ik te maken met hoe je in het leven staat. Vind je innovatie lastig en zie je vooral de moeilijkheden op je weg? Of is het een kans? Als het niet in je zit om out of the box te denken, zul je dat ook niet leren.’

U denkt wel out of the box?
‘Ja. Bij mij zat het innovatieve er al vroeg in. Als klein jongetje van zeven heb ik voor iemand die polio had en graag las een apparaat gemaakt, met een motortje, paperclips en een lang stuk touw, waarmee hij zelf met zijn hoofd – dat hij nog wel kon bewegen – de bladzijden kon omslaan. Iemand moest dan nog wel van tevoren aan iedere bladzijde een paperclip bevestigen. Hij heeft er jaren plezier van gehad. Later heb ik iets soortgelijks gemaakt met de projectie van microfilms, maar dat was geen succes.’

Eigenlijk had u uitvinder moeten worden.
‘Ik weet het niet. Toen ik laatst jarig was, kreeg ik van mijn dochter een leeg boek. De bedoeling is dat ik het vul met al mijn ideeën. Enkele recente ideeën had ze zelf al opgeschreven. Heel lief, dat stimuleert me. Ik zou ook wel eens twee weken bij een totaal ander bedrijf willen rondlopen, in de metaalsector of zo, met alleen maar de opdracht: kijk om je heen. Maar ik wil niet weg bij Jongbloed. Ook omdat innovatie voor mij niet alleen het bedenken is. Er een succes van maken is net zo belangrijk. De dwarsligger is als innovatie daarom nog lang niet af. Daar wil ik nu aan werken.’

Toch lijkt het me logisch dat de dwarsligger niet bij Jongbloed is ontwikkeld alleen omdat u er werkt. Een bedrijf waar één product – de Bijbel – zó centraal staat, moet innovatief zijn om steeds nieuwe uitgaven te kunnen maken.
‘Er is meer ruimte voor nieuwe Bijbelproducten dan je denkt. Natuurlijk maken we niet ieder jaar zo’n grote klapper als in 2004 met de nieuwe Bijbelvertaling. Maar we kunnen steeds specifieke doelgroepen bedienen. Zo werken we nu aan een reeks studiebijbels. Vorig jaar een algemene, dit jaar In perspectief, die meer helpt bij geloofsvragen. Dat zijn enorme projecten, waar een heleboel mensen bij betrokken zijn. Ook helpt de maatschappelijke ontwikkeling ons. Een jongerenbijbel zou tien jaar geleden ondenkbaar zijn geweest, maar is nu heel gewoon.’

Toch zie ik opmerkelijke Bijbels in de fondslijst staan, zoals de Sports Edition uit 2008 of een Bijbel in het Gronings.
‘We zijn wel altijd op zoek naar producten waar beide businessunits bij betrokken zijn, omdat die beter in de marge zitten. Zo’n tweeëneenhalf jaar geleden leidde die insteek tot een jongerenbijbel met verwisselbare cover. Heel simpel: het omslag is van transparant plastic met een open bovenkant waarin je een A4-tje kunt schuiven. Jongeren, die bij uitstek hun eigen identiteit willen laten zien, kunnen op internet een template gebruiken om foto’s te uploaden, teksten toe te voegen en zo hun eigen cover te maken. Diezelfde insteek was een impuls om de dwarsligger te ontwikkelen.’

Is de ruimte voor nieuwe Bijbelproducten onbeperkt?
‘Bij nieuwe projecten moeten we er op letten dat de kopersgroep groot genoeg is om de ontwikkelkosten eruit te halen. Ik wil daarom meer internationale uitgaven maken. Uitgeverijen beperken zich vaak tot één land. Ook voor een groot concern als NDC|VBK is export van concepten lastig. Maar wij hebben veel kennis over de Bijbel. Als nu de vraag naar Bijbels in Brazilië explosief groeit, zoals het geval is, waarom zouden we dan geen Portugese uitgave maken? Al dan niet in samenwerking met een Portugese uitgeverij. Ook is er toenemende vraag naar tweetalige producten. Kunnen wij geen systeem ontwikkelen om die te maken? Alleen of met partners. Zo heb ik nog ideeën genoeg.’

Voor de dwarsligger werkt u samen met NDC|VBK. Waarom?
‘De algemene markt is groter dan de christelijke. We hebben nagedacht over de vraag of we voor die markt zelf de dwarsligger moeten ontwikkelen of onze missie trouw moeten blijven: het produceren en uitgeven van Bijbels en Bijbelconcepten. Daar moesten we een paar nachten over slapen. Toch kozen we voor dat laatste. Onze identiteit is onze kracht. Wil je iets met de Bijbel – op het gebied van design, uitgeven, productontwikkeling, marketing of wat dan ook, dan ga je naar Jongbloed. Toen belde ik Jan de Roos, bestuursvoorzitter van NDC|VBK.’

Maar waarom hem?
‘Van de drie grote concerns vond ik dat de fondsen van NDC|VBK het meest geschikt zijn. De dwarsligger is geschikt voor fictie, maar ook voor bijvoorbeeld stadsgidsen van Barcelona en eetgidsen. NDC|VBK heeft dat soort uitgaven allemaal. Meer dan WPG. En PCM bevond zich toen in een instabiele periode. Bovendien is Jan de Roos ook een Fries.’

Bij de lancering van de nieuwe Bijbelvertaling in 2004 werkte u samen met Athenaeum-Polak & Van Gennep. Het is bijzonder dat Jongbloed zo structureel met algemene partijen samenwerkt.
‘Bijzonder? Als je dat zegt, moet ik natuurlijk ja zeggen. Het komt weinig voor. Misschien omdat christelijke uitgevers te weinig nadenken hoe zij hun producten buiten hun eigen markt kunnen aanbieden. Misschien ontbreekt ook wel dat out of the box-denken. Maar wij geloven in allianties. Voor ons is samenwerken een vanzelfsprekende strategische keuze. Ook voor een nieuw digitaal educatief project werken we samen met een algemene organisatie – ik kan daar nu nog niet meer over zeggen. Alle partijen kunnen veel van samenwerken leren.’

Wat in het geval van de dwarsligger?
‘Oplage-bepaling bijvoorbeeld. Zoals Ambo|Anthos eerst key-accounts langsgaat, vastlegt hoeveel zij afnemen en dán pas de oplage vaststelt, daar kunnen wij nog wat van leren. Andersom hebben zij ons voortdurend vernieuwende denken ervaren. Zo hebben wij hen erop gewezen dat het concept uitgaat van de gedachte dat je één pagina openslaat. Dan moet je dus niet op beide helften een paginanummer drukken. Of de marge in de vouw zo groot maken als je gewend bent. In ieder geval was het een fantastische samenwerking.’

Is de dwarsligger ook een welkome vernieuwing in tijden van crisis?
‘Vooral het grafisch bedrijf heeft last van de crisis, de uitgeverij houdt goed stand. Op een gegeven moment kreeg het grafisch bedrijf geen enkele order meer. Toen zijn we alle klanten langsgegaan, groot en klein, om te vragen wat er loos was. Iedereen stelde nieuwe projecten en herdrukken uit. Als er tijdelijk geen Bijbels met blauw leren omslag leverbaar zijn, jammer dan. Samen hebben we naar oplossingen gekeken. Zo is Cambridge University Press een grote klant die rekeningen in euro’s krijgt, zelf rekent in ponden en veel afnemers heeft die met dollars betalen. Door contracten af te sluiten in dollars, gaven zij toch weer orders. Zo bleef de omzet redelijk.’

Je zou zeggen: het specialisme van Jongbloed maakt het bedrijf recessie-proof.
‘Toch neemt de concurrentie toe. In China en India gaan ze steeds meer dundrukken. Tegen hun lage lonen kunnen wij niet op, maar we geven het niet op. Zo hebben wij de Design & Production Bible gemaakt, om te laten zien wat wij allemaal kunnen – meer dan de grafische bedrijven in het Oosten. Wij kunnen nog altijd als enige ter wereld drukken op 22- en 25-gramspapier. We namen deze uitgave mee naar een conventie in Denver. Uitgevers keken hun ogen uit. Sommige zeiden afspraken af om maar zo veel mogelijk input van ons te krijgen. Zo hebben wij van Oxford University Press de opdracht gekregen om de prestigieuze Annotated Study Bible opnieuw te voorzien van een design. En uiteraard doen wij dan ook de productie.’

Zie ook:
- Opkomst en ondergang van Qinqo

Geen opmerkingen: