vrijdag 19 september 2014

Jamal Ouariachi, 'Vertedering'

Laat ik voorop stellen: Vertedering is een aanrader. Maar Jamal Ouariachi heeft in zijn tweede roman, inmiddels zo'n anderhalf jaar geleden verschenen, een verdomd lange aanloop nodig. Als ik zijn roman te lezen had gekregen in een tijd dat ik als AKO-jurylid zo'n beetje de volledige Nederlandstalige literaire productie moest lezen, had ik het waarschijnlijk na een bladzijde of vijftig, zestig, zeventig terzijde gelegd. Er stond immers nog zo'n hoge stapel boeken op mijn werkkamer die liefst vandaag nog gelezen en beoordeeld moest zijn.
Aanvankelijk mist de hoofdpersoon consistentie. In het eerste hoofdstuk lijkt hij een typische loser met grootheidswaan die denkt hij meer in zijn mars heeft dan een eenvoudige baantje als postkamermedewerker van een tijdschriftuitgeverij. Als hij – nog altijd geen dertig ­– vervolgens een studie filosofie heeft afgebroken, een café heeft bezeten en de mooie Zerline aan de haak slaat, komt dat dus ongeloofwaardig over. Maar goed, ik ben welwillend, daar stap ik over heen.
Vervolgens ontspint zich een conventioneel liefdesverhaal. Het werkt met Zerline. Ze doen dingen samen, zij maakt kennis met zijn familie, hij vat de moed weer op te gaan studeren, enzovoorts. Tot hij onder druk van te veel stress zijn irritaties steeds agressiever op haar afreageert. Een dramatisch voorval betekent het definitieve einde. Hoe vaak zijn dat soort boy meets girl-verhalen niet eerder te boek gesteld? Maar goed, ik wil weten hoe het verder gaat. De jury van de Gouden Boekenuil zette Vertedering toch niet voor niets op de shortlist?
Pas dan – we zijn voorbij pagina 150 – begint het interessant te worden. De mislukking doet de hoofdpersoon realiseren dat zijn gewelddadige drift geen incident is. Zijn vorige relatie ging daar ook al op stuk. Er is iets fundamenteels mis met hem. Wat moet hij? In therapie gaan? Op een andere manier het lek zoeken en dichten? Anders krijgt hij Zerline nooit terug. Sterker: anders kan hij nooit meer een relatie aangaan, omdat hij juist een vrouw van wie hij houdt zijn temperament niet aan wil doen. En hij staat nog maar aan de voet van zijn dertigste verjaardag.
En dan – we zijn voorbij pagina 250 – wordt het werkelijk interessant. Hij bedenkt, min of meer bij toeval, een experiment om te leren omgaan met zijn agressie. Wat dat experiment inhoudt en hoe dat ook voor de lezer verrassend afloopt, kan ik niet verklappen. Door de opzet van de roman lijkt dat afbreuk te doen aan de leeservaring van toekomstige lezers. Maar jammer is het wel dat er in de eerste hoofdstukken niets op wees welke kant dit verhaal op zou gaan.
Ik snap wel dat Ouariachi alle informatie in de eerste delen inhoudelijk en thematisch moest serveren om in het derde deel te kunnen uitpakken, maar ik denk toch dat deze structuur hem lezers heeft gekost. 

Geen opmerkingen: