Het ligt voor de hand: een bibliotheek die een literaire prijs
uitreikt. Dat vindt in ieder geval Bibliorura in Roermond, die sinds 2015 de
organisatie van de Halewijnprijs op zich heeft genomen. Eva Meijer, laureaat
van dit jaar, koestert mooie herinneringen aan de openbare bibliotheek. 'Ik
vind het leuk dat mijn boeken nu hier staan en lezers ze kunnen ontdekken op
dezelfde manier als ik vroeger obscure schrijvers ontdekte.'
Een bestsellerauteur noemt Eva Meijer (1980) zich 'zeker niet'.
Maar na twee non-fictieboeken en drie romans gaat het 'best goed' met haar
schrijverschap, zegt ze aan de telefoon. Het vogelhuis, dat in 2016
verscheen, is aan zijn vijfde druk toe. De roman stond op de longlist van de
Libris Literatuurprijs en de ECI Literatuurprijs. Haar werk, zoals de
studie Dierentalen, verscheen in het Engels en Duits. Vertalingen
in het Arabisch, Fins, Frans, Pools en Turks zijn in de maak.
De bekroning van de Halewijnprijs – bestaande uit 1500 euro en een
kleinplastiek in brons – past in dit patroon van groeiende erkenning. Meijer
kreeg de voorkeur boven Murat Isik, David Nolens, Annel de Noré, Christine Otten en Chris de Stoop, die ook waren genomineerd voor de literaire prijs van
de stad Roermond. 'Goede schrijvers, van wie sommigen al zijn gearriveerd',
meent ze. 'Ik ging er niet van uit dat ik zou winnen. Maar toen werd ik gebeld
in Mexico, waar ik op dat moment verbleef. Gelukkig wel nadat juryvoorzitter
Pon Kranen eerst de vraag had gemaild of ze me kon bellen.'
Grote landelijke bekendheid geniet de Halewijnprijs niet, die
sinds 1987 wordt uitgereikt. Maar de onderscheiding voor een relatief onbekende
auteur wiens werk meer aandacht verdient, heeft in de literaire wereld een
serieuze reputatie opgebouwd doordat het regelmatig auteurs bekroonde die
daarna doorbraken naar een groot publiek. Denk aan Arthur Japin (1998) en Tommy Wieringa (2002). Andere winnaars waren onder andere Joke J. Hermsen (2008), ErikVlaminck (2013) en Benny Lindelauf (2016).
Sinds twee jaar verzorgt Bibliorura, de openbare bibliotheek van
Roermond, de organisatie van de Halewijnprijs. Op vraag van de gemeente,
vertelt Moniek Hueting, medewerker communicatie en webredactie van Bibliorura.
'Omdat wij het hart van de literatuur in Roermond zijn, is het niet meer dan
logisch om de organisatie bij ons onder te brengen. Wij wilden dat graag doen,
omdat we hiermee kunnen laten zien dat de bibliotheek lezen en literatuur
belangrijk vindt.'
Bibliorura heeft ook de ervaring en de mensen in huis om de prijs
lokaal een groter aanzien te geven. 'Wij zorgen voor een grote pr-campagne met
advertenties in lokale media, flyers in de bibliotheek, driehoek-borden om
lantarenpalen en aandacht op sociale media. Ook komt er een presentatie rondom
het werk van Eva Meijer, van wie we al voor de bekendmaking extra titels hebben
ingekocht. Wat het effect ervan is na twee jaar nog weinig over te zeggen, maar
we horen wel dat het opvalt.'
Ook probeert Bibliorura de bekendheid van de prijs te vergroten
met een jongerenprijs: de Reinaerttrofee. Scholieren van Bisschoppelijk College
Broekhin maken sinds 2014 een keuze uit de genomineerde titels. Dit jaar viel
de eer aan We hadden liefde, we hadden wapens van Christine Otten. Hueting: 'De
Reinaerttrofee was al eerder ingesteld, maar wij proberen hem veel groter te
maken door ook de andere twee middelbare scholen in Roermond erbij te
betrokken.'
Uitreiking van de Halewijnprijs en Reinaerttrofee vond inmiddels plaats – op
zondag 11 maart. Meijer kreeg toen te horen wáárom haar werk is
uitverkoren. Bij de bekendmaking van de laureaat, die ook bekendstaat als
dierenactivist, beperkte de jury zich tot een citaat uit haar rapport. De auteur
is 'een groot literair talent met een belangrijke boodschap. (...) In een mooie
natuurlijke schrijfstijl toont zij dat er een wereld te winnen valt, wanneer
menselijke dieren oog krijgen voor communicatie van en met niet-menselijke
dieren.'
Ben je een auteur met een boodschap?
'Ik wil graag mensen op een andere manier laten kijken. Daar gaat
volgens mij alle filosofie, kunst en literatuur over: zekerheden ondergraven
door te laten zien wat er zich net onder de oppervlakte van de werkelijkheid
bevindt. En ja, dat gaat in mijn laatste twee romans vooral over dieren. Ik ben
nu weer met heel andere thema's bezig. Ik vind dat dieren het slecht hebben,
omdat ze of bij miljoenen in kleine hokjes worden opgesloten, of in hoog tempo
hun leefgebied zien verdwijnen. En ik vind het belangrijk dat mensen daarom
anders over dieren gaan denken.'
Maar je schrijft geen tendensromans, neem ik aan.
'Nee. Dat heeft ook geen zin. Je kunt mensen niet veranderen door
hen een overtuiging door de strot te duwen. In mijn filosofische boeken
als Dierentalen en De soldaat was een dolfijn schotel
ik lezers daarom geen wereldbeeld voor, maar laat ik zien dat je ook op andere
manieren naar dieren kunt kijken. Ik geef als het ware een aftrap om zelf te
gaan denken.'
Doe je dat ook in je romans?
'Ja, maar anders. Door de ambiguïteit van het bestaan te laten
zien. Het vogelhuis gaat over vogelonderzoeker Len Howard, die
als eerste liet zien dat vogels individuen zijn, maar die ook minder goede
dingen heeft gedaan. Zo is het leven, goed en kwaad zijn nooit eenduidig te
scheiden. Dagpauwoog gaat over iemand die geweld wil gebruiken
om een maatschappelijk probleem aan de kaart te zetten. Ook daarin zitten veel
vragen.'
Prikkel je je lezers daadwerkelijk tot heroverweging van hun
standpunten?
'Ik hoor soms dat lezers van Het vogelhuis daarna
anders tegen vogels aankijken. Dat ze vogels niet langer zien als muzikaal
behang, maar als wezentjes met eigen relaties en eigen projecten in het leven.
Het is mooi als ze dat uit mijn boek halen. Dat maakt lezen zo relevant.
Dankzij boeken kun je even in het hoofd van iemand anders verblijven. Iemand
uit een ander land, iemand uit een andere sociale klasse. Of een dier.'
Zijn daarom bibliotheken relevant?
'Voor mij wel. Ik ging iedere dag naar de bibliotheek. Iedere dag
haalde ik weer het maximum van drie boeken die je mee mocht nemen. De
bibliotheek zat naast mijn school in Hoorn, dat maakte het makkelijk. En toen
ik negen of tien was had ik alles uit en kon ik door met de boeken op de
volwassenenafdeling. Mijn ouders hadden ook veel boeken, maar ik heb vooral in
de bibliotheek allerlei auteurs ontdekt.'
Geldt de relevantie tegenwoordig nog steeds?
'Voor kinderen wel, denk ik. De bibliotheek stelt hele werelden
aan hen ter beschikking. Dat is een enorme rijkdom. Maar toen ik een tijdje in
Den Haag voor de bibliotheek werkte in de vestiging in de Schilderswijk zag ik
dat die plek voor veel kinderen meer betekende dan de boeken die er lagen. Het
was een plek om opgevoed te worden of om elkaar te ontmoeten. Voor hen had het
sociale functie. En dat zal voor veel anderen gelden, die daar bijvoorbeeld
iedere dag hun krantje komen lezen. Zeker nu mensen minder lezen en meer
informatie digitaal te vinden is, is het goed dat de verschillende functies van
de bibliotheek naast elkaar kunnen bestaan.'
En kom jij nog in de bibliotheek?
'Ik ben geen lid meer. Ik lees veel academische filosofie.
Daarvoor log ik in bij de bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam. Andere
boeken koop ik. Dat zie ik als mijn bijdrage aan het voortbestaan van de
onafhankelijke boekhandel. Ik kom eigenlijk alleen nog in de bibliotheek om er
op te treden. De presentatie van Het vogelhuis was bijvoorbeeld
georganiseerd door De Nieuwe Boekhandel en de vestiging van de bibliotheek die
ernaast zit. En soms ga ik naar de OBA voor een afspraak.'
Is de bibliotheek ook belangrijk voor je inkomsten uit leengeld?
'Nou nee. Ik kan er nog geen maand vaste lasten van betalen. Het
maakte me ook niet zoveel uit. Ik vind het leuk dat mijn boeken nu hier staan
en lezers ze kunnen ontdekken op dezelfde manier als ik vroeger obscure
schrijvers ontdekte. Ik zou het ook mooi vinden als mijn boeken veel langer
blijven staan dan in de boekhandel, al wordt de museum- en bewaarfunctie van de
bibliotheek minder belangrijk door de digitalisering.'
(Eerder gepubliceerd op Bibliotheekblad.nl)