zondag 30 november 2014

Des romans français: Christophe Ono-Dit-Biot, 'Plonger'

Met Plonger trakteer Christophe Ono-Dit-Biot de lezer op een veelzijdige roman. In de eerste plaats gaat het om de liefde tussen een man en een vrouw, tussen de César en Paz. Een liefde die begint bij een toevallige ontmoeting in een buurtsupermarktje en min of meer eindigt bij de geboorte van hun zoon, Hector.
César is journalist en heeft in die hoedanigheid veel van de wereld gezien. En dan vooral ellende, zoals toen hij verslag deed van de oorlog in Libanon of de Tsunami die enkele jaren geleden een groot deel van Azië op z’n kop zette. Hij verkiest daarom nu het veilige Europa, waar meer dan genoeg cultuur en kunst is voor een mensenleven. Oude kunst, dat wel. En daar botst het met Paz, een energieke, jonge, sanguinische kunstfotografe die de wereld in wil, op ontdekking, het liefst met gevaar. Maar hij weigert met haar te gaan reizen, met als argument allerhande statistieken over mogelijk ongeluk dat een reiziger kan treffen buiten de grenzen van Europa. Hij wil niet, de kans dat haar iets overkomt wil hij uitsluiten, al zegt het dat niet met zoveel woorden. Wel laat hij zien dat hij dol is op haar, dat hij haar aanbidt. Als het mocht, zou hij dagelijks een offer voor haar willen brengen.

Je n’aime pas la phrase de Moravia: <Plus qu’on est heureux et moins on prête attention à son bonheur.>  Je ne l’aime pas car elle est fausse. En tout cas pour moi elle est fausse. J’y prêtais attention tous les jours, en remerciant les dieux d’avoir créé cet être. Si cela n’avait pas été réprimé par les lois européennes, j’aurai volontiers fait un sacrifice chaque jour à ce bonheur.

Ze spelen het spel van aantrekken en afstoten, waarbij zij vaker het voortouw lijkt te nemen en hij achter haar aan gaat. Ze is wispelturig, humeurig, eigenwijs, maar heeft hem ook nodig. Dankzij een recensie van zijn hand van een van haar eerste exposities wordt ze ontdekt. Ze is het niet eens met zijn observaties, hij sloeg de plank volkomen mis zelfs, maar hij intrigeerde haar voldoende om hem haar leven in te zuigen. Ze gaan naar de Biënnale in Venetië, waar foto’s van haar geëxposeerd worden. De hele beau monde is aanwezig, maar eigenlijk moet zij er niets van hebben. Die lege frasen over kunst, het ons-ken-ons-wereldje, het ellebogenwerk om hogerop te komen. Laat de interpretaties van kunst achterwege, die kloppen toch nooit, is haar mening.
Maar naast een roman over liefde waarin tussen de regels door gereflecteerd wordt op de betekenis van kunst, de stand van de literatuur (Morte, la littérature? Non, elle dormait. Je veillais sur elle, je te dis.), het oude Europa, is het verhaal van Ono-Dit-Biot bovenal een uitleg, een verklaring aan Hector. Het motto van het boek: Je ne mourrai pas: j’ai un fils, staat in schril contrast met de zeer korte proloogachtige tekst op de bladzijde erna:

Ils l’ont retrouvée comme ça. Nue et morte. Sur la plage d’un pays arabe. Avec le sel qui faisait des cristaux sur sa peau. Une provocation. Une Exhortation. À écrire ce livre, pour toi, mon fils.

Hij zal niet sterven omdat hij een zoon heeft, zij sterft misschien juist omdat ze een zoon heeft. Die tegenstrijdigheid wordt al aangezet in de eerste zinnen van het boek:

Tout a commencé avec ta naissance. Pour toi. Tout a fini avec ta naissance. Pour nous.

César draait de film langzaam terug voor zijn zoon. Hoe heeft het zover kunnen komen, hoe ontmoetten zijn ouders elkaar, waar begon de verwijdering tussen César en Paz, waar werd het einde ingezet. Regelmatig spreekt hij zijn zoon aan in het boek, verbindt hij plekken waar hij later met zijn zoon komt aan de keren dat hij er met Paz was. Dit extra personage, dat een passieve rol speelt maar tegelijk de eigenlijke hoofdpersoon is, geeft het boek een trieste ondertoon. Soms vergeet je als lezer Hector, maar vaker denk je hem erbij. Hoe is het voor een kleine jongen om op te groeien met een afwezige moeder.
Eerst is ze er lijfelijk wel, maar mentaal niet. De kunst gaat voor, haar liefde voor haaien gaat voor. Ze heeft zelfs een haai geadopteerd en volgt, tijdens haar zwangerschap, op een soort google maps waar de haai zich bevindt. Ze lijkt de haai belangrijker te vinden dan het leven in haar buik. Na de bevalling vertrekt ze omdat ze de wereld wil zien, kunst wil maken. Ze is dan fysiek ook uit het gezichtsveld van haar man en zoon vertrokken. Tot ze voorgoed verdwenen is en dood gevonden wordt.
Plonger als infinitief zou vervangen kunnen worden door ‘Je plonge’, zoals de schrijver zelf als alternatieve titel suggereert in een recensie. Ik duik de liefde in, het vaderschap, ik duik de wereld in, het leven. Ik duik de zee in, zoals haaien dat doen. Gevaarlijke, maar kwetsbare creaturen. Net als de mens.
Plonger is een intrigerende liefdesgeschiedenis en meeslepende verklaring van een vader aan zijn zoon, het kind dat hij vanaf het allereerste begin liefhad en alleen op zal moeten voeden, zonder de echte liefde van zijn leven. Kortom, een krachtige roman.


Arjen van Meijgaard

zaterdag 29 november 2014

Elly's Choice-cadeaukaart vanaf 1 december te koop bij Primera (Boekblad)

De e-boekabonnementenservice Elly's Choice verkoopt vanaf 1 december een cadeaukaart. Hij kost 9,99 euro en geeft recht op toegang van twee maanden – ofwel: twintig e-boeken.

De kaart is vanaf aanstaande maandag voorlopig exclusief te koop bij alle 475 vestigingen van Primera, de marktleider in Nederland op het gebied van cadeaukaarten. In de loop van 2015 zullen ook andere retailers de kaart gaan voeren. Directeur Pieter Strijland van Elly's Choice, kan nog geen namen noemen. 'We zitten met een aantal in de laatste fase van de onderhandelingen.' Elly's Choice voert ook gesprekken met boekhandelsketens.
De cadeaukaart is na aanschaf een jaar geldig. De bezitter kan zelf kiezen wanneer hij het cadeauabonnement in laat gaan. Als het actuele aanbod van tien titels hem onvoldoende bevalt – in december van onder meer Lee Child, Nicci French en Esther Verhoef – kan hij een maand wachten. Omdat Elly's Choice aankondigt welke titels in de selectie van volgende maand zitten, is altijd bekend welke twintig titels de eigenaar van een cadeaukaart kan verwachten.
De e-boekabonnementenservice had een week na de lancering op 27 augustus zo'n tweeduizend jaarabonnementen à 35,88 euro verkocht. Na twee maanden liep de teller richting de tienduizend. Daarna heeft Elly's Choice geen mededelingen meer gedaan over het aantal abonnees. Daarnaast gaven partijen als Samsung en Cheaptickets duizenden maandabonnementen weg bij aankoop van een Tab S respectievelijk een vliegticket.
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 25 nov)

vrijdag 28 november 2014

Boekwinkeltjes.nl: 'vijf tot tien procent groei in 2014' (Boekblad)

Boekwinkeltjes.nl verwacht dit jaar met vijf tot tien procent te plussen. De toetreding van voormalige Polare-boekhandels is de voornaamste reden van de flinke groeispurt.

Momenteel bieden in totaal acht voormalige Polare-boekhandels tweedehands boeken aan op Boekwinkeltjes.nl. 'Dat is inclusief De Slegte Vlaanderen. Dat zijn zes winkels, maar die reken ik als een', zegt eigenaar/directeur Eelco Nammensma. Hoewel niet alle ex-Polares zijn doorgegaan met tweedehands verwacht hij dat nog een aantal winkels zullen volgen. 'Het heeft me wel verrast hoe lang het soms duurde voor ze de online zaken op orde hadden en zich aansloten.' 
Toch is dat niet de hele verklaring voor de groei. In 2012 had het toen nog zelfstandige De Slegte zich ook al aangesloten, waarna ze dat in 2013/2014 ongeveer een jaar niet meer waren. Nammensma: 'We trekken nog steeds meer gebruikers. Vorig jaar hadden we tien- tot twaalfduizend bezoekers per dag, nu vijftienduizend. Eerst kwam de groei vooral door terugkerende bezoekers die een tijdje weg waren gebleven, nu trekken we ook nieuwe bezoekers.'
Deze mensen ontdekken de site vooral door mond-tot-mondreclame. 'Dat blijft onze voornaamste kracht. Wel hebben we dit jaar steeds meer reclame gemaakt: in kranten, tijdschriften, op stations en vooral online. Maar de marketinginspanningen zijn niet intensief. Ongeveer tien procent van onze omzet gaat naar reclame. In de tweede helft van volgend jaar zullen we dat intensiveren. Na de lancering van een nieuwe site. We willen dan ook meer de kranten opzoeken. Daar zit ons publiek.'
Eerst volgt, mogelijk nog dit jaar, de lancering van een iPhone-app. Hiermee wil Boekwinkeltjes.nl een jongere doelgroep aantrekken. 'Hij wordt qua presentatie echt innovatief', belooft Nammensma. 'De site is ook wat gedateerd. Met de app willen we daarom een andere kant van ons laten zien.' De app loopt daarmee voorop op de modernisering van de site.
Nammensma: 'Tegelijk willen we het aantal functionaliteiten enorm uitbreiden. We willen de zoekmogelijkheden uitbreiden, zodat je bijvoorbeeld, op basis van postcode, kunt zoeken bij jou in de buurt. Er moet een betere splitsing komen tussen aanbieders uit Nederland en België, zodat je niet verrast wordt door hogere verzendkosten dan gedacht. Ook willen we de verzendkosten vooraf beschikbaar maken, maar dat is een heel proces met 6600 verkopers.'
Dit jaar brak het tweedehands e-boek door. Boekwinkeltjes heeft echter geen plannen om die in navolging van Tom Kabinet aan te bieden. 'We hebben er wel eens naar gekeken, maar we zagen juridisch geen mogelijkheden. De ontwikkelingen volgen we nu uiteraard met aandacht, maar we hebben geen concrete plannen. Ik heb ook het gevoel, als ik klanten spreek, dat die een duidelijke voorkeur hebben voor een fysiek boek. Misschien op de langere termijn.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 25 nov)

Zie ook:

donderdag 27 november 2014

Lebowski Book of the Month-uitgaven exclusief bij 'de betere boekhandel' (Boekblad)

Uitgeverij Lebowski begint volgend jaar met een Book of the Month Club voor herontdekte klassiekers. De uitgaven zijn de eerste drie maanden exclusief verkrijgbaar bij zestig 'betere boekhandels' in Nederland en dertig in Vlaanderen.

Uitgever Oscar van Gelderen wil met de Book of the Month Club de boekhandels belonen die zich van oudsher profileren met een bijzonder assortiment. 'Het is toch een bepaald type winkel die Stoner, Hans Fallada of Gajto Gazdanov in huis haalt. Deze winkels kunnen zich niet onderscheiden met prijs, maar wel met bijzondere titels. Zij maken deze boeken ook groot. Pas als het een succes is, stapt de rest van de markt in. Zij zijn de trendsetters, die daarvoor steun verdienen.'
Tegelijk kan Lebowski met de exclusieve Book of the Month Club aandacht genereren voor titels waarvan de auteurs geen interviews of optredens kunnen geven. Door het lidmaatschap van de club te aanvaarden, verplichten de winkels zich om de titels groot te presenteren. Ook is het concept interessant voor mediapartners, die redactioneel aandacht aan de boeken besteden en (hoofdzakelijk in Vlaanderen) kortingsbonnen aanbieden. Tot slot is het een mooi vehikel om events en andere activiteiten aan te koppelen.
Van Gelderen is nu met de afdeling verkoop bezig de lijst van boekhandels samen te stellen. 'Wij kunnen precies zien wie in het verleden dit soort boeken goed heeft verkocht. Daarnaast letten we erop hoe goed ze kunnen communiceren. De auteur kan niet bij DeWereld Draait Door komen, dus de winkeliers moeten goed over de boeken kunnen lullen. En we letten natuurlijk op de demografische dekking: de boekhandels moeten goed verspreid over het land liggen.'
Op 10 december, bij de lancering van de Book of the Month Club-site, presenteert de uitgeverij de lijst met alle deelnemende boekhandels. Heel strikt zal het aantal van zestig niet zijn. 'We hebben het nieuws dit weekend gedropt in De Volkskrant en Tzum. We krijgen veel – enthousiaste – reacties. Als een boekhandel nu zegt: "ik wil er ook bij", prima. Dan bekijken we dat. Het is geen stalinistisch gebeuren. Als een boekhandel na drie keer wil afhaken, kan dat ook. Maar liever niet, natuurlijk. We kijken evenmin naar aantal filialen: bijvoorbeeld Van der Velde geldt als één boekhandel.'
Tegen die tijd zullen ook de overige details bekend zijn. Bijvoorbeeld het aantal exemplaren dat een boekhandel minimaal moet bestellen – Van Gelderen denkt nu in de orde van 25 stuks. Of de winkels de boeken ook op hun eigen website mogen verkopen. En wie de mediapartners zijn. 'We zijn nog in gesprek met een aantal partijen, maar in Vlaanderen wordt dat vrijwel zeker Humo.'
Ook nadat de titels na drie maanden beschikbaar zijn voor de rest van de markt behouden de clubleden voordeel ten opzichte van andere verkopers. Zij krijgen exclusief pos-materiaal en blijven de alleenverkoper van de gebonden versie. Andere partijen krijgen een paperback. 'De gebonden versie krijgt een geplakte band met daaromheen doorzichtig folie, zoals Black Sparrow Press dat doet. Van hard plastic, zoals dat wel eens in een antiquariaat om een boek wordt gedaan. Het ziet er te gek uit.'
De eerste drie titels zijn De wandeling van Robert Walser (januari), De buurt van Ab Visser (februari) en De wilde detectives van Roberto Bolaño (maart). Deze staan dan ook niet in de voorjaarsaanbieding van Lebowski. 'We hebben gemerkt dat herontdekte klassiekers in de reguliere aanbieding onvoldoende tot hun recht komen. Ze hebben meer zorg en aandacht nodig. Dat doen we dus niet meer.'
Dat wil echter niet zeggen dat Lebowski alleen nog maar nieuwe titels van levende auteurs in de aanbieding brengt. Integendeel: de voorjaarscatalogus telt met Szilárd Borbély, Ali Eskandarian, Alfred Hayes, Breece D'J Pancake en Tom Kristensen vijf overleden auteurs. De eerste twee zijn toevallig recent overleden, maar dan nog telt de catalogus drie herontdekte klassiekers. 'We gaan het nu meer spreiden. Ik doe nog maar vijf klassiekers per jaar in de aanbieding. Pancake gaan we toch als Book of the Month doen. En Hayes is zo fantastisch en voor een breed publiek, dat kan gelijk bij de AKO en Bruna liggen.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 24 nov)

woensdag 26 november 2014

Arno Camenisch' 'Sez Ner' en Vea Kaisers 'Blaasmuziekpop' - de ene Alpenauteur is de andere niet

Anderhalf jaar geleden zag ik in de aanbiedingscatalogus van De Bezige Bij Arno Camenisch staan. Dat zou wel eens goed kunnen zijn, dacht ik. Waarom? Geen idee. Zijn Sez Ner-trilogie trok me om onduidelijke redenen aan. Ik moest het lezen.
Recenter had ik hetzelfde bij Blaasmuziekpop van Vea Kaiser. Al was het niet de aanbiedingscatalogus van De Arbeiderspers, maar een persbericht van de pr-medewerker die de vonk deed overslaan. Nadat ik haar onlangs bij Crossing Border zag, heb ik het meteen gelezen.
Het eerste boek is van een jonge Zwitser en beschrijft het leven in een afgelegen dorpje in de bergen. Het tweede boek is van een jonge Oostenrijkse en beschrijft het leven in een afgelegen dorpje in de bergen. Zou het daaraan liggen?
Maar het verschil tussen beide boeken kan niet groter zijn. Camenisch is impressionistisch, houdt het klein, heeft subtiele humor, wil de kracht van zijn beelden en taal overbrengen. Hij schrijft voor een klein publiek van liefhebbers. Kaiser is van de grote greep. Ze schreef een uitbundig en toegankelijk epos vol kluchtige humor voor een breed publiek.
Het verbaast me niets dat de eerste verschillende literaire prijzen heeft gewonnen en dat de tweede een bestseller heeft gescoord.
Persoonlijk geef ik de voorkeur aan de eerste. De precieze, rijke beschrijvingen die met weinig middelen een hele wereld in al zijn nuances oproepen. Ik heb hier en hier uiting aan mijn bewondering proberen te geven.
Blaasmuziekpop is heus goed in zijn soort – maar mij te veel een feelgoodroman waarin alles op zijn pootjes terecht komt en aan het slot de bestaande orde der dingen wel heel nadrukkelijk wordt geprezen. Het is een roman zonder weerhaakjes die mij weliswaar wist mee te voeren en me zelfs een keer aan het lachen kreeg, maar die ook een laffe smaak achterliet.
Stilistisch is Kaiser het prototype van een verteller. Meer dan welke auteur dan ook. Alles wordt uitgelegd en toegelicht. Ze heeft het tell, don't show tot leidend principe gemaakt. Meeleven met personages is er dus niet bij, je kunt alleen toekijken.
Wie desalniettemin wil weten waar haar boek over gaat, zie de publiciteitspagina van de uitgeverij. Het klinkt een beetje stom na bovenstaande, maar toch: wie op zoek is naar een ongecompliceerde goodread, zoek niet verder.

Zie ook: bespreking van 'Sez ner' & interview met Camenisch

maandag 24 november 2014

Snugger: een wegwijzer in de jungle van digitale kindermedia (Bibliotheekblad)

Een kleine 9000 mensen hebben Snugger gedownload. Deze app bevat recensies van digitale kindermedia. NBD Biblion heeft hem gemaakt met hulp van het Vakberaad Specialisten Bibliotheekwerk 0-18. De leden daarvan zijn tevreden met het resultaat.

Wie een game, app, e-boek of film voor zijn jonge kind zoekt, zal het snel opgeven. Of er, licht wanhopig, willekeurig één kiezen. Het aanbod beslaat letterlijk miljoenen titels. Welke zijn goed? Welke geschikt voor welke leeftijd? Daar is alleen wijs uit te worden met behulp van een gids. Mediasmarties bijvoorbeeld. Digidreumes. Schoolbordportaal. Mijnkindonline. Of sinds 26 maart de app Snugger van NBD Biblion.
Snugger – uitsluitend te downloaden voor de tablet (iPad en Android-tablets) – biedt honderden recensies van digitale producten voor kinderen van twee tot en met twaalf jaar. De recensies zijn afkomstig uit de databank van NBD Biblion. Ze geven een korte beschrijving en een leeftijdsindicatie. Als het om een app gaat, wordt ook duidelijk gemaakt of er binnen de app kosten kunnen zijn.
In totaal bevat de basiseditie van Snugger van 263 recensies – uitsluitend van producten die de moeite waard zijn. De uitgebreide editie 2014 bevat 520 recensies. Hiermee onderscheidt Snugger zich van het met subsidies van de ministeries van VWS en OCW opgezette Mediasmarties, dat een heel grote keuze biedt (momenteel 1760 producten – inclusief tv-programma’s en uitjes) en niet alleen de toppers presenteert.
Die bewuste beperking juicht het Vakberaad Specialisten Bibliotheekwerk 0-18 toe. Namens hen zaten Ingrid Bon als voorzitter (Rijnbrink Groep), Gertruud Beemster (Probiblio) en Joke Kasemier (Biblionet Drenthe) in een klankbordgroep die NBD Biblion heef geraadpleegd bij de ontwikkeling. Maar het huidige aantal is nog 'niet optimaal', vindt Beemster. Gelukkig groeit het aanbod jaarlijks, merkt ze op.
Vooral als je het aanbod filtert, is goed te merken hoe beperkt het precies is. Er zijn soms wel twintig categorieën per genre. Als je dan ook nog gericht op leeftijd zoekt, kan er soms weinig tot niets uitkomen. 'Het ligt niet aan de opzet van Snugger’, relativeert Bon. ‘Het komt omdat er dan waarschijnlijk óf niet veel is in die categorie óf – belangrijker – niets goeds bestaat in die categorie.’

Snugger richt zich op alle intermediairs. Ouders en grootouders die iets voor hun kinderen zoeken, maar ook docenten in het basisonderwijs, pedagogisch medewerkers in de kinderopvang en peuterspeelzalen, en medewerkers in de bibliotheek. Daarom ligt de bovengrens ook op 12 jaar. Boven die leeftijd willen kinderen allesbehalve tips van volwassenen over wat gaaf of cool is.
Door de ruime doelgroep is de app breder opgezet dan Digidreumes en Schoolbordpor-taal, die zich expliciet richten op kinderen tot en met 4 jaar respectievelijk docenten in het basisonderwijs. Dat heeft ook een klein nadeel. (Groot)ouders kunnen niet het geboortejaar van hun kind als filter invullen en zo automatisch de geschikte producten voor hem of haar te zien krijgen (zoals bij Mediasmarties). Ze moeten handmatig leeftijd invullen. Dat is voor professionals handiger.
De doelgroep is niet het enige verschil met concurrerende wegwijzers. Snugger biedt als app de mogelijkheid om meteen door te klikken naar de digitale producten. Mediasmarties niet. Daarentegen is alleen de basisversie van Snugger gratis – van de andere is het volledige aanbod gratis. De editie 2014 kost gebruikers 2,69 euro. Ter vergelijking: de gemiddelde app-prijs is (inclusief gratis apps) 1,04 euro.
Vindt het Vakberaad de kosten voor Snugger-updates niet te hoog? Beemster: 'Nee. Als je voor je kind een ijsje koopt, ben je hetzelfde kwijt. Ik vind het een reëel bedrag.' Bon: 'Veel gebruikers zijn professionele organisaties. Die willen zo'n bedrag best betalen. Daarbij moet een bedrijf als NBD Biblion toch een terugverdienmodel hebben. Commissie vragen bij aankoop van een app of e-boek is geen optie.'

Of de kleine 9000 mensen die de app sinds de lancering hebben gedownload, tevreden zijn, is niet bekend. Veel van hen zijn wel actieve gebruikers, beweert NBD Biblion. Bon en Beemster zijn in ieder geval wel tevreden. Snugger is handig, gebruiksvriendelijk, werkt goed en is helder en strak vormgegeven, zeggen ze. De filters sluiten voldoende aan bij de termen die verschillende doelgroepen hanteren.
'De app is een goed antwoord op een heel duidelijke vraag', zegt Bon – ondanks de gidsen die al langer bestonden. 'Of je nu praatte met leescoördinatoren in het basisonderwijs of pedagogisch medewerkers in de opvang, zodra het ging over mediawijsheid of de digitalisering van de maatschappij, hoorde je meteen: hoe weten we nu wat goed is? Er is zo'n wildgroei dat iedereen het spoor compleet bijster is.'
Als het Vakberaad al kritiek kan formuleren is in de vorm van wensen voor de toekomst. 'Toen we anderhalf jaar gelden begonnen was iOS dominant', zegt Beemster. 'Nu wordt Android meer gebruikt. Er mag daarom duidelijker worden aangegeven voor welk besturingssysteem een product geschikt is. Ook zou ik meer videofragmenten willen, zodat gebruikers nog beter kunnen zien wat voor soort app of film het is.'
(Eerder gepubliceerd in Bibliotheekblad, nov 2014)

Zie ook:

donderdag 20 november 2014

Steeds meer zelfstandige redacteuren bieden uitgeverijen concentratie en distantie te huur aan (Boekblad)

Redacteuren die hun vaste baan inruilen voor een bestaan als freelancer kunnen gerust zijn. Werk genoeg. Literaire uitgeverijen huren onder invloed van de crisis en een veranderende visie op de organisatie van een uitgeverijbedrijf steeds vaker een zelfstandig redacteur in.

Een nieuwe baan zoeken of zelfstandig verder? Toen Nieuw Amsterdam in 2012 mensen ontsloeg en redacteur Arjan Post er bij gebrek aan vast contract uit moest, kwam hij voor die keus te staan. 'Omdat ik mogelijkheden zag om een zelfstandige praktijk uit te bouwen, koos ik daarvoor. Er is me later een heel mooie baan aangeboden, maar dat heb ik niet gedaan: die paste niet per se bij me.'
Sindsdien doet hij redactieklussen voor Nieuw Amsterdam, maar ook voor Nijgh & van Ditmar, Meulenhoff, Boom, De Kring en Mediawerf. 'In tachtig procent van de gevallen benadert een uitgeverij mij. Soms gaat het uit van de auteur. Als je een relatie met elkaar hebt opgebouwd, is het prettig het bij een volgend boek weer samen te doen. Een uitgeverij heeft er alleen niet altijd budget voor.'
Doorgaans werkt hij een dikke week tot twee weken aan een tekst. 'De opdracht is vaak heel concreet. De inhoud klopt, maar de toon is niet goed. Of past niet bij het beoogde publiek. Kijk daar eens naar. Of: de tien hoofdstukken zijn goed, maar de romanstructuur klopt niet. Werk daar aan. Soms is het ook meer bureauredactiewerk.'

Zoals Post zijn er de laatste jaren steeds meer redacteuren uit de literaire uitgeverij voor zichzelf begonnen. Jasper Henderson nam in 2009 al ontslag – ook bij Nieuw Amsterdam. Ingrid Meurs verliet Artemis in 2011. Harminke Medendorp ging vorig jaar juni weg bij Podium – toen nog om wat anders te gaan doen, maar in september koos ze, mede omdat ze spontaan werd benaderd door schrijvers en uitgevers, doelbewust voor het zzp-bestaan.
Henderson had vijf jaar geleden geen idee of het zou lukken te overleven als zelfstandige. Hij wilde vooral uit vaste dienst en 'kijken wat ik nog meer kan doen', vertelt hij. Hij kende niemand die als freelance redacteur voor literaire uitgeverijen werkte. 'Het was wel prettig dat ik van Nieuw Amsterdam de auteurs mocht blijven begeleiden met wie ik voor bezig was. Ik wist tenminste dát ik werk had.'
De laatste jaren echter is de trend onmiskenbaar. Uitgeverijen krimpen onder invloed van de dalende boekenmarkt in. Omdat het redactiewerk toch moet worden gedaan huren zij meer en meer freelancers in. Bovendien zijn er uitgeverijen ontstaan die bijna uitsluitend met zelfstandige medewerkers op het gebied van productie, pr én redactie werkt. Denk aan Marmer of Brandt.
'Het voordeel is dat als een uitgever loyale freelancers heeft, hij toch het gevoel heeft met een team te werken,' zegt Henderson, die veel voor Marmer doet. 'Zonder dat hij alle kosten heeft van het in dienst nemen: loonheffingen, pensioenen, vakantiegeld. Bovendien moet je al die mensen huisvesten en loop je het risico dat ze ziek worden en je hen moet doorbetalen. De overhead is veel lager.'
Daarbij zijn uitgeverijen 'soepeler' geworden. 'Ik werk nu 20 uur per week bij Lebowski – niet uit behoefte aan vastigheid, maar puur omdat ik het zo'n interessante en goede uitgeverij vind. Die constructie kan alleen omdat Oscar [van Gelderen] erop kan vertrouwen dat wat ik hier hoor ook hier blijft. En andersom: als ik met auteurs van andere uitgeverijen werk, vertrouwen zij erop dat ik hen niet pols van Lebowski. Dat protectionistische van vroeger is in het algemeen minder.'

Non-fictie- en commerciële uitgeverijen werken al langer met externe redacteuren. 'Deze uitgeverijen letten meer op de kosten,' zegt Meurs. 'Ik doe voor hen soms het hele projectmanagement van een titel. Inclusief omslag uitzetten en flaptekst schrijven. Juist bij dit soort uitgeverijen is de kantooromgeving zo open geworden dat je je niet meer kan concentreren op het inhoudelijk werk aan een manuscript.'
Literaire uitgeverijen hielden langer vast aan zelf redigeren omdat ze dat beschouwen als een belangrijke toegevoegde waarde die zij leveren. Maar dat idee is gaan schuiven. Ook onder invloed van schrijvers zelf, van wie steeds meer eigen inbreng wordt verwacht – in de eerste plaats op het gebied van publiciteit. Dat maakt, zeker voor grotere auteurs, hun positie sterker om een eigen redacteur te vragen.
De meeste zelfstandigen werken ook af en toe rechtstreeks voor auteurs. Medendorp: 'Hun manuscript is bijvoorbeeld nog pril. Dan willen zij een idee eerst uitwerken voor ze dat aan een uitgeverij aanbieden.' Dat past ook in een trend dat uitgevers minder boeken uitgeven en dus strenger zijn bij hun keuze voor bepaalde titels. 'Ook zijn sommige auteurs minder gelukkig met de redactie in huis. Dan willen ze een second opinion.'

Allemaal benoemen de freelancers als hét voordeel van zelfstandig werken dat ze zich weer kunnen focussen op de tekst. 'Ik begon ooit als bureauredacteur. Puur inhoudelijk werk', zegt Meurs. 'Naarmate ik langer in de uitgeverijwereld zat, ging ik steeds meer dingen eromheen doen. Omslagen zoeken, marketingplannen uitwerken, maar ook vragen van auteurs beantwoorden als: waarom lig ik niet in de Bruna?'
De kerntaak van een redacteur is lezen en redigeren. Maar in dienst gebeurde dat in toenemende mate 's avonds en in het weekend. 'Redacteuren zijn zo veel tijd kwijt aan de bureaucratie: vergaderen, dingen regelen, branden blussen', zegt Post. 'Dat ik dat niet meer hoef te doen, ervaar ik als een reusachtige bevrijding. In wezen verkoop ik daarom nu de concentratie die redacteuren intern moeilijker kunnen opbrengen.'
En: distantie. 'Ik ben me niet bewust van de voorgeschiedenis, de politiek van een uitgeverij om een boek uit te brengen, de bedoelingen van een auteur toen zijn boek werd geacquireerd. Voor mij is er alleen de tekst. Ik heb het boek vaak niet zien ontstaan vanaf het eerste idee. Ik lees het meestal voor het eerst.'
Post heeft hierdoor het gevoel dat zijn relatie met auteurs zakelijker en afstandelijk is geworden. Hij mist de relatie met auteurs inclusief de therapeutische aspecten ervan. 'Maar het is te duur voor een uitgeverij om twee jaar kopjes koffie drinken te vergoeden in de hoop dat er in het derde jaar een boek ligt.'
Maar Medendorp en Henderson ervaren juist het tegenovergestelde. 'Ik kan nu meer de diepte in,' zegt Medendorp. 'Ik heb nu veel meer tijd om te praten over een verhaal en de mogelijkheden ervan,' vult Henderson aan. 'Desnoods de hele ochtend. Laatst sprak ik bijvoorbeeld met een auteur over haar boek tijdens een wandeling over het strand.'

De precieze werkzaamheden verschillen per persoon. Medendorp heeft een voorkeur voor de begeleiding 'van het sparren over een boekplan tot het aandraaien van de laatste schroeven'. Post komt er pas in als er 'in huis al zeker een keer' naar een manuscript is gekeken. 'De interne redacteuren kunnen natuurlijk niet duimen draaien. En mijn kosten moeten wel door die ene titel worden terugverdiend.'
De relatie met de uitgeverij blijft wel intens. Medendorp: 'Ik zorg altijd dat er een vertrouwde driehoeksrelatie is tussen de auteur, de uitgeverij en mij. Redactie is essentieel, maar lang niet het enige wat bij het uitgeven van een publicatie komt kijken. Alles draait om de afstemming.' Henderson: 'Ik overleg vaak eerst met de in-huis-redacteur, zodat we hetzelfde verhaal aan de auteur vertellen. Tegenstrijdige adviezen is te verwarrend voor een auteur.'
Door die intensieve contacten doet een zelfstandige redacteur uiteindelijk toch vaak meer dan redactie alleen. Al werkende aan een manuscript ontstaan vaak ideeën over omslagen of marketingplannen, die de freelancers maar al te graag delen. Maar het grote verschil met vroeger in vaste dienst is: ze zijn er niet meer verantwoordelijk voor. Ze zijn alleen nog maar verantwoordelijk voor waar hun hart naar uit gaat: de tekst.
(Eerder gepubliceerd in Boekblad, okt 2014)

NASCHRIFT Na publicatie van dit artikel ontving ik deze mail:

“Met deel van de inhoud ben ik het niet eens. Jammer dat je alleen relatief ‘jonge freelancers hebt gesproken: mensen die nog maar kort bezig zijn. Ikzelf ben, na bureauredacteur geweest te zijn, met vergelijkbare ideeën als de door jou geïnterviewden begin jaren negentig begonnen als freelancer. Tot enkele jaren geleden was het inderdaad, zoals de mensen in het stuk ook zeggen, niet moeilijk om aan opdrachten te komen - die komen vanzelf als je in de uitgeefwereld hebt gezeten. Maar als je een jaartje of twintig bezig bent, liggen de zaken, mede door crisis, heel anders. Sinds een paar jaar moet ik actief werven, veelal zonder succes. Door velen lijk je te worden vergeten (of je bent bij jongere garde binnen uitgeverijen überhaupt niet in beeld, of je wordt om ondoorgrondelijke redenen ineens zonder melding afgeserveerd), of je komt (vanwege leeftijd? iets anders?) niet meer aan bod. Terwijl toch iedereen tegelijk zegt dat je ‘heel goed’ bent en dat kwaliteit van werk geen probleem is. Wat is er dan aan de hand? Hoe kunnen ‘senioren’ blijven freelancen? Ik vraag me af of het bij andere oudere zzp’ers ook zo is. Jammer dat het stuk niet ook daarover ging.”

woensdag 19 november 2014

Alfred Schaffer evenaart record met vierde VSB-nominatie (Schrijven)

Alfred Schaffer is met Mens Dier Ding voor de vierde keer genomineerd voor de VSB Poëzieprijs. Daarmee evenaart hij het record van Leonard Nolens. Ook Piet Gerbrandy en Hester Knibbe ontvingen niet hun eerste nominatie.

Allereerst: wie zijn precies genomineerd voor de VSB Poëzieprijs? In alfabetische volgorde:

Piet Gebrandy, Vlingerslag (Atlas Contact)
Sasja Janssen, Ik trek mijn species aan (Querido)
Hester Knibbe, Archaïsch de dieren (De Arbeiderspers)
Alfred Schaffer, Mens dier ding (De Bezige Bij)
Peter Verhelst, Wij totale vlam (Prometheus)

In vergelijking met de omvang van zijn oeuvre doet Schaffer het zelfs nog beter dan Nolens. Mens Dier Ding is pas zijn zesde bundel. Aan de andere kant had Nolens al een tiental bundels gepubliceerd voor uitreiking van de eerste VSB-prijs twintig jaar geleden. Belangrijker voor Schaffer zal dan ook zijn dat hij er, net als Nolens in 2008, in slaagt zijn vierde nominatie in winst om te zetten.

Voor Gerbrandy is het de derde nominatie voor de belangrijkste poëzieprijs voor een bundel in het Nederlandse taalgebied. Hij is daarmee de vijfde dichter die dat aantal bereikt. Voor Knibbe is het tweede keer. In beide gevallen is het wel lang geleden voor een VSB-jury zo van hun werk is gecharmeerd. Gerbrandy was genomineerd in 2000 en 2002, Knibbe in 1995.

Met twee dichteressen – Sasja Janssen en Knibbe – bij de laatste vijf is de jury vrouwvriendelijker dan gemiddeld. Gerekend in personen zijn 23 van de 81 dichters die ooit op de shortlist stonden vrouw. Ofwel: 28,4 procent. Gerekend in bundels zijn 30 van de 118 genomineerde bundels van een dichteres. Ofwel: 25,4 procent. Daarmee doet de VSB het wel beter dan de equivalenten voor proza: de Libris, AKO en Gouden Uil.

Met één Vlaming – Peter Verhelst – bij de laatste vijf zit de jury daarentegen onder het gemiddelde. Met 18 Vlamingen onder de 81 genomineerde dichters en 25 door een Vlaming geschreven bundels van de 118 genomineerde bundels ligt dat net boven de twintig procent (22,2 respectievelijk 21,2 procent). Dat slechts drie keer in twintig edities een Vlaming won is dan weer lager (15 procent).

Wie op 28 januari de prijs krijgt, is niet te voorspellen. Maar als je kijkt naar de uitgeverijen van de vijf genomineerde bundels, zou je zeggen: Schaffer of Janssen. Schaffers werk verschijnt bij De Bezige Bij, Janssens werk bij Querido – beide uitgeefhuizen hebben de VSB Poëzieprijs al vijf keer gekregen. Atlas Contact (Gebrandy) en De Arbeiderspers (Knibbe) pas een keer, Prometheus (Verhelst) nog nooit. (Vandaag ook te lezen op Schrijvenonline.org)

Eerdere winnaars waren:
- Jan Lauwereyns (2012)
- Ester Naomi Perquin (2013)

zondag 16 november 2014

Des romans français: Hubert Mingarelli, 'Een maaltijd in de winter'


Het getuigt van grote klasse wanneer een schrijver een omvangrijk onderwerp of een veelomvattend thema weet te vangen in één enkele gebeurtenis. De gruwelijkheden die in de Tweede Wereldoorlog plaatsvonden heeft Hubert Mingarelli bijzonder treffend weten weer te geven in zijn roman Een maaltijd in de winter.  Dat het draait om slechts één gebeurtenis maakt het zeker geen eenzijdig verhaal. De lezer komt er niet een-twee-drie uit: Is het slecht wat de hoofdpersonen doen of begrijpelijk?
Een legereenheid Duitse soldaten in Polen doet niets anders dan het executeren van gevangenen en hen daarna in massagraven begraven. Drie Duitse soldaten proberen aan die vreselijke bezigheid te ontkomen. Ze kunnen het niet meer, ze willen het niet meer, maar ze moeten. Op een dag dat hun directe leidinggevende er niet is, die zou er immers nooit mee instemmen, vragen zij een hogere commandant om in plaats van deel te nemen aan de executies op jacht te mogen gaan. Even denk je als lezer nog dat ze op dieren gaan jagen, maar het jagen houdt in dat zij op zoek moeten gaan naar joden die zich in de bossen verschuilen. Deze ‘verstekelingen’ moeten zij dan meenemen naar het kamp. Het gevolg is natuurlijk dat deze vogelvrije joden de volgende dag omgebracht zullen worden, maar in ieder geval niet door Bauer, Emmerich en de ik-persoon. Als het hun namelijk lukt iemand te vinden, mogen ze de dag daarop weer  ‘op jacht’. Het is de keus tussen twee kwaden, waarvan het jagen minder confronterend is.
Het boek beschrijft één dag. Op een vroege ochtend lopen de drie mannen het kamp uit en vervolgen hun weg door het uitgestorven winterlandschap. De sneeuw ligt decimeters dik op de paden en de velden. Ze hebben slechts wat brood zij zich, maar dat is net genoeg voor één maaltijd. De keuken was namelijk nog dicht toen ze vertrokken. Om de zoveel tijd roken ze een sigaret, maar eigenlijk is het te koud om met een blote hand de peuk vast te houden. Ze wisselen af en toe een paar woorden. Emmerich deelt zijn zorgen over zijn zoon met de anderen. De zoon rookt en hij voelt dat hij als vader op zo’n verre afstand geen invloed heeft op dit slechte gedrag. Een fraai contrast: zelf halen de soldaten hun genoegen uit die ene sigaret. En zelfs een schril contrast met hun eigenlijke missie: het vinden van een jood die zich verborgen houdt.
Emmerich ziet in een bosje op een paar bomen minder sneeuw liggen. Vastberaden loopt hij er heen en vindt een hol in de grond waar een jood zit. Door het vuur wat hij af en toe stookte, smolt de sneeuw op bomen. Ze nemen de man mee. Het einde van de middag nadert, het wordt kouder, ze passeren een leegstaand huis en besluiten daar wat op te warmen en iets te eten. Bauer blijkt worst en reuzel bij zich te hebben, verheugd over dit extra’s maken ze een vuur en koken daarop soep. De jood moet achter in het huisje op de grond gaan zitten terwijl de drie mannen zich aan het vuur warmen en verlekkerd wachten op het eten.
Af en toe richt de ik-persoon zich tot de lezer. Om die ervan te overtuigen dat ze het wel degelijk moeilijk hebben met hun taak.

Want als u wilt weten wat mij pijn deed, en wat me tot op de dag van vandaag pijn doet, is het zien van dergelijke dingen op de kleding van de joden die we gingen doodschieten: een borduursel, gekleurde knopen, of een lint in de haren. Die tedere moederlijke zorgen troffen me diep. Daarna vergat ik ze, maar op het moment troffen ze me diep en ik leed mee met de moeders die zich op een dag die moeite getroost hadden. En daarna haatte ik ze ook omdat ze me lieten lijden. Ik haatte ze echt evenveel als ik voor hen leed.

De kracht van dit verhaal zit hem in de korte zinnen, de herhaling van gedachten en de summiere dialogen. Zo zijn soldaten in een dergelijke situatie. In zichzelf gekeerd, contemplatief, tegen het malende aan. De vorm die Mingarelli hanteert valt prachtig samen met de inhoud.
De jood mag uiteindelijk aanschuiven en mee-eten. Al  volgt voorafgaand een kort gesprek tussen de soldaten: ze weten hoe moeilijk het kan zijn om iemand die je beter kent, met wie je iets gemeenschappelijks hebt meegemaakt, over te dragen aan de beulen. Daarna volgt  een discussie, niet uitgebreid, wel uiterst essentieel. Emmerich oppert: we kunnen hem ook vrijlaten, net doen of we niemand gevonden hebben. Maar dan moeten we morgen weer executeren, werpt een van de drie tegen. En wat maakt het nou uit, het leven te sparen van deze ene jood, terwijl we er zoveel moeten ombrengen? Maar Emmerich wil het gevoel hebben één keer iets gedaan te hebben, een goede daad.
Het meedoen, het opvolgen van orders omdat je eigen leven anders op het spel staat, de eigen zorgen die opspelen terwijl je gruwel daden moet uitvoeren. Mingarelli heeft met Een maaltijd in de winter op zeer indringende wijze een belangrijke kern geraakt van waar het in de Tweede Wereldoorlog om draaide. En de lezer, die blijft vertwijfeld achter: Wat zou ik in zo’n geval hebben gedaan?

Arjen van Meijgaard 

vrijdag 14 november 2014

Niña Weijers in 'De consequenties' over literatuurliefhebbers

'Haar agent, die een groot literatuurliefhebber was, had het boekje eens uit de kast getrokken en uitgeroepen dat het een zeldzame eerste druk was.'
(uit: Niña Weijers, De consequenties)

Deze opmerking gaat over Slaughterhouse-Five van Kurt Vonnegut, maar dat doet er in dit verband niet toe. Het gaat erom dat het personage van literatuur houdt en dús waarde hecht aan het feit dat een roman een eerste druk is. Sterker nog: dat die eerste druk – uit 1969 – zeldzaam is. Hij is zo opgewonden dat hij dat niet vertelt aan de hoofdpersoon, nee: hij 'roept het uit'.
Zo iemand zou ik geen literatuurliefhebber noemen. Een literatuurliefhebber gaat het om de tekst – die even ontregelend, ontroerend, indrukwekkend, balsemend etc. is in de 23e druk. Zo iemand zou ik eerder een bibliofiel noemen: iemand die in de eerste plaats hecht aan het fysieke object – en dan niet eens aan de fraaie vormgeving ervan, maar aan de zeldzaamheid en de verzamelwaarde. Een literatuurliefhebber heeft een bibliotheek omdat de teksten hem dierbaar zijn, een bibliofiel om ermee te pronken. Een literatuurliefhebber leest – zo veel als zijn dagelijkse verplichtingen hem toelaten. Een bibliofiel leest niet. Hij voelt er althans weinig noodzaak toe.
Er zullen ongetwijfeld mensen bestaan die literatuurliefhebber en bibliofiel tegelijk zijn. Voor mij geldt dat niet, dat laat zich na bovenstaande makkelijk raden. Ik vind het leuk om enkele bijzondere en waardevolle edities te hebben: Het zesde jaar van Gerard Reve, Figuranten en Tirza van Arnon Grunberg met handtekening op de dag van verschijnen. Maar het kan me niet echt schelen. Ik voel geen drang om bibliofiele uitgaven te verzamelen. Het woord zegt het al. Ik bezit net zo lief boeken die met honderdduizend exemplaren tegelijk gedrukt zijn, maar die ik toevallig zeer de moeite van het lezen waard vond.
En zo bijzonder kan de eerste druk van Slaughterhouse-Five trouwens niet zijn. Bij Abebooks had ik hem kunnen krijgen voor 22,50 dollar. Exclusief verzendkosten.

PS. Dit neemt niet weg dat De consequenties een goede roman is die ik met groot genoegen heb gelezen. Weijers krijgt een plaats in mijn boekenkast. Toepasselijk naast Christiaan Weijts. Ze deelt zijn levendige, soepele, idiomatisch rijke stijl die niet de nadruk op zichzelf legt, maar erg prettig leest. Ook heeft hun werk allebei een essayistischer inslag. Weijts is kaleidoscopiser, Weijers focust meer op een thema – in het geval van haar debuutroman: identiteit, de verhouding tussen vrije wil en voorbestemming, kunst. Het maakt De consequenties ook tot een roman die uitnodigt tot diepgravende essays en studies. De vraag naar de betekenis van de herhaalde verwijzing naar Slaughterhouse-Five zou bijvoorbeeld in essay kunnen worden beantwoord.

Zie ook:

donderdag 13 november 2014

Uitgevers van grootletterboeken richten zich meer op particulieren (Boekblad)

Bibliotheken bestellen minder grootletterboeken. Voor de uitgeverijen op deze markt worden particulieren dus steeds belangrijker, zegt Werner Bartelds van marktleider Oorsprong.

Bartelds richtte Oorsprong in 2010 op. Toch is hij na de overname van de Grote Letter Bibliotheek in september nu al de grootste uitgeverij op deze markt geworden. Zijn assortiment beslaat zo'n 1200 leverbare titels. Over de omzet doet hij geen mededelingen. 'Uitgeverij XL is iets kleiner dan ik. En uitgeverij Iris is ongeveer half zo groot,' schat hij. ‘Maar het belang van grootte is relatief, het gaat om de kwaliteit van de titels.’
Een van de redenen voor Bartelds' snelle groei is juist het tijdperk waarin hij startte. Waar de Grote Letter Bibliotheek, opgericht in 1969, traditioneel een oplage maakte en de nog niet bestelde exemplaren op voorraad legde, produceert Oorsprong vrijwel uitsluitend on demand – bij ScanLaser in Zaandam. Een productiewijze met lager risico die 45 jaar geleden niet, maar nu heel goed mogelijk is.
Bartelds: 'Als je kijkt naar het breakevenpoint – waar drukken goedkoper wordt dan printen – haal ik dat zelden. Dat geldt eigenlijk voor de meeste boeken, maar in deze markt helemaal. Waarom zou ik dan drukken? Ik heb dan wel een hogere kostprijs, maar geen voorraadrisico. Toen ik de Grote Letter Bibliotheek overnam, zaten daar 250.000 boeken bij, waarvan een groot deel niet-courant. Dat gebeurt mij niet.'
Ondanks de groei van Oorsprong lopen de bestellingen van zijn grootste klant terug: de bibliotheken. Dat komt omdat bibliotheken al enkele jaren bezuinigen en meer regionaal zijn gaan samenwerken, onder meer door de collectie grootletterboeken vaker te rouleren tussen verschillende filialen. 'Dat is iets waar alle uitgeverijen last van hebben, en dit segment in het bijzonder', zegt Bartelds. 'Gelukkig is het aantal senioren in Nederland een groeiende groep, dat maakt een en ander goed.'
De ontwikkeling bij bibliotheken betekent dat het belang van boekhandels en rechtstreekse verkoop groter wordt. 'Boekhandels zijn niet genegen het op voorraad te nemen – uitzonderingen als Van de Sande in Terneuzen daargelaten. De boeken zijn dikker. Dat is inherent aan de grote letter. En de vraag is gering, zeggen ze. Al is dat ook een kip-en-eisituatie. Als het beter verkrijgbaar was, zou het ook beter lopen.'
Bartelds plant daarom meer marketing om ook de verkoop via zijn webshop te laten groeien. 'De eerste vier jaar was ik druk bezig met het opzetten en uitbouwen van Oorsprong. Nu kost de integratie met GLB veel tijd. Maar in 2015 is dat een speerpunt. Ik heb hier al een student van de Saxion Hogeschool die uitzoekt hoe we klanten beter kunnen benaderen via sociale media.'
Dat zijn dus niet alleen de lezers van grootletterboeken zelf: 'Een oma van tachtig, negentig zit echt niet op sociale media', weet Bartelds ook wel. Zijn klanten zijn hun kinderen: 'In twee op drie gevallen kopen dertigers en veertigers ze voor hun ouders. Ik zie dat ook als ik op boekenbeurzen sta, zoals in Deventer [waar Oorsprong is gevestigd] op de Boekenmarkt.'
Nog altijd zijn liefdes- en streekromans van auteurs als Gerda van Wageningen en Julia Burgers-Drost commercieel de interessantste genres. Maar Oorsprong zoekt nadrukkelijk verbreding om nieuwe senioren te interesseren. 'Dat is mijn drive,' zegt Bartelds. 'Ik verkoop ook esoterie, van bijvoorbeeld Thich Nhat Hanh, gedichten, biografieën of maatschappelijk geörienteerde boeken, bijvoorbeeld van Oltmans.'
Behalve Oorsprong bezit Bartelds nog een uitgeverij: Dyslexion, die zich sinds 2012 uitgaven voor kinderen met dyslexie op de markt brengt. De uitgeverij gebruikt daarvoor de speciaal voor dyslectici geschikte lettertype van Christian Boer.
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 11 nov)

Zie ook:

dinsdag 11 november 2014

Afgaande op wat de juryleden zelf beweren, wint Stefan Hertmans de AKO Literatuurprijs 2014 (Knack)

Wie wint de AKO Literatuurprijs 2014? Het is niet te voorspellen wie de jury aanwijst. Tenzij je afgaat op wat juryleden in het openbaar schreven. Dan wint waarschijnlijk Stefan Hertmans. [UPDATE: En inderdaad hij won.]
  
Zo lang er grote literaire prijzen bestaan, wijzen de media van tevoren een favoriet aan. Dat gebeurt op basis van eigen voorkeur, verkoopcijfers, analyses over wie aan de beurt zou zijn, juryrapporten of een combinatie daarvan. Helaas, het zijn slagen in de lucht. De jury beslist welk boek hun collectieve voorkeur heeft. Dus alleen wat de juryleden publiekelijk hebben laten weten over hun persoonlijk oordeel is een goede indicator welk boek donderdag aanstaande in Den Haag de hoofdprijs ontvangt.
Natuurlijk mag de jury niet uit de school klappen. Maar juryleden zijn vaak als criticus verbonden aan een krant en tijdschrift, waar ze romans, verhalenbundels of literaire non-fictie bespreken die ze later op de shortlist zetten. Dat geldt zeker dit jaar met Toef Jaeger (NRC Handelsblad), Joost de Vries (De Groene Amsterdammer), Daniëlle Serdijn (De Volkskrant) en Veerle vanden Bosch (De Standaard). Karl van de Broeck (ex-Knack) is het enige jurylid dat niet op geregelde basis boeken bespreekt.

Wat hebben zij geschreven over de genomineerde boeken? Ter herinnering: de kanshebbers op de AKO Literatuurprijs 2014 zijn – in alfabetische volgorde:
- Voor jou van K. Schippers

Toef Jaeger schreef over Stikvallei van Frank Westerman, dat ze vier ballen gaf. 'Schitterende verhalen'. En: 'geslaagd boek'. Anders dan eerder werk stond zijn ijdelheid hem niet in de weg. 'Bevlogenheid staat voorop.' Maar zij verwijt hem ook hinderlijke mooischrijverij.
Joost de Vries besprak de drie delen van Guus Kuijers De bijbel voor ongelovigen. 'Een originele, literaire onderneming die zijn weerga niet kent', vond hij. En: 'De leukste boeken die ik de afgelopen tijd las'. Vooral de spot en twijfel die uit Kuijers bewerking spreken maken de reeks zo literair. Over Stikvallei was hij een stuk minder enthousiast. Met het onderwerp heeft Westerman 'goud in handen'. Maar hij verwijt hem 'ongeconcentreerd' en 'soms behoorlijk ongeïnspireerd schrijven'. Bovendien zet hij zijn thematiek – hoe ontstaan mythes – te zwaar aan.
Daniëlle Serdijn gaf Zeer helder licht van Wessel te Gussinklo de maximale vijf sterren. 'Laat zich vanaf de eerste pagina's kennen als een klassieker.' En: 'Deze roman is een tiran. Maar een heerlijke tiran.' Voor jou van K. Schippers gaf ze vier sterren. Best veel dus, maar erg expliciet is haar lof niet. Eerder routineus: 'Voor jou is een eerbetoon aan geestverwanten, geschreven in de relaxte stijl die Schippers eigen is. Losjes en vanzelfsprekend. Als altijd', besluit ze haar stuk.

Dit zegt nog weinig. Maar: vier juryleden publiceerden eind vorig jaar hun top 3 van 2013. En laat nu alle genomineerde boeken, met uitzondering van Te Gussinklo, in dat jaar zijn gepubliceerd. Wat blijkt dan? Stefan Hertmans behoorde voor Vanden Bosch en Serdijn tot de allerbeste boeken van het kalenderjaar. Geen van de andere genomineerden viel die eer te beurt. Jaeger en De Vries prefeerden Arnon Grunberg respectievelijk Arie Storm – boeken die de shortlist niet eens haalden. 
Alles bij elkaar is dat nog steeds te weinig informatie om met zekerheid het boek aan te wijzen dat donderdag de 50.000 euro krijgt. Maar het meeste enthousiasme lijkt er in de jury voor Hertmans te zijn. En het minste voor Westerman, gezien de toch wat zuinige lof voor hem in twee recensies. De outsider is Te Gussinklo, omdat zijn roman mogelijk in 2014 in verschillende eindejaarslijstjes kan opduiken.
(Eerder gepubliceerd op Knack.be, 10 nov)

PS. Mijn persoonlijke favoriet is Frank Westerman, maar juist zijn boek lijkt niet genoeg steun te hebben in de jury.

Zie ook: