woensdag 28 december 2016

interview: Stefan Hertmans over zijn succes in de Verenigde Staten (Boekblad)

Hoe ervaren schrijvers de boekhandels, uitgevers en boekenvakorganisaties waar ze mee samenwerken? Stefan Hertmans had onderschat hoe belangrijk de aanwezigheid van de auteur is bij de verkoop van de vertaalrechten van zijn werk.

U bent net terug uit de Verenigde Staten. Was het een triomftocht?
Het was in elk geval een erg aangename ervaring om daar zoveel erkenning te krijgen. Ik werd ontvangen door de redactie van NYT Book Review, deed voor hen een podcastinterview en een uitgebreid live radio interview in de befaamde The Leonard Lopate Show. Ik had signeersessies bij Barnes & Noble en nam deel aan het New Literature from Europe Festival. Ik ontmoette de redacteur en publiciteitsmensen bij de uitgeverij, en bovenal mijn legendarische uitgever Sonny Mehta, die al dertig jaar de leiding heeft over Knopf. Het boek is er in korte tijd aan zijn vierde druk toe en lezers die ik ontmoette waren erg enthousiast. Knopf kocht ook meteen de rechten voor mijn nieuwe roman (De bekeerlinge) en bereidt nu een pocketeditie voor van War and Turpentine.'

Waarom spreekt het boek daar zo aan? 
'In de besprekingen wordt veel nadruk gelegd op de specifiek literaire kwaliteiten van het boek, meer dan op de oorlogsthematiek. Ik vermoed dat er ook een soort ‘Stoner’-effect meespeelt: het verhaal over het leven van een bescheiden mens, die toch de grote tragedies van het leven doormaakt.'

Dacht u bij het schrijven van Oorlog en Terpentijn: dit boek heeft ook potentie buiten mijn eigen taalgebied?
'Ik heb dergelijke overwegingen helemaal niet gemaakt, het was al moeilijk genoeg om dit boek naar eigen waarheid te schrijven. Maar ik merk nu dat het verhaal blijkbaar iets universeels heeft dat voorbij de grenzen van een cultuur of een land reikt. Anders zouden de Chinezen en Japanners het ook niet gekocht hebben. Gabriel Garcia Marquez heeft ooit opgemerkt dat Honderd jaar eenzaamheid zo universeel was, juist omdat het over een dorp ging…'

Het boek is of wordt vertaald in 14 talen – van Afrikaans tot Zweeds. Heeft de Engelse vertaling voor u een speciale betekenis?
'Elk taalgebied brengt een eigen kleuring mee: de Slovenen en Italianen denken aan eigen oorlogservaringen, de Scandinaviërs kijken er op weer een andere manier naar. De Duitse uitgave was natuurlijk zeer belangrijk: hoe gaan Duitse lezers om met het feit dat een Vlaams auteur de oorlogsmisdaden uit de Eerste Wereldoorlog ter sprake brengt? De pers was in elk geval unaniem lovend. De Franse uitgave bij Gallimard was voor mij heel bijzonder, ten eerste omdat mijn eigen Franstalige landgenoten het boek daardoor leerden kennen, maar ook omdat de Fransen zelf een nauwe band hebben met literatuur over de Eerste Wereldoorlog. Het is bovendien een prachtig fonds. Daar komt binnenkort een pocket editie (Collection Folio). De mooie Engelstalige editie door Harvill Secker opende dan weer een enorm potentieel aan lezers overal ter wereld. En het feit dat Alfred Knopf in NY mijn uitgever werd, bleek de kers op de taart. Voor Nederlandse lezers bleek er vooral verbazing omdat men in Nederland weinig op de hoogte is/was over wat hun buren tijdens die eerste wereldoorlog is overkomen; ook verbazing bleek een goede reden om het boek te lezen. Er is ook zoiets als een kettingreactie: Internationale uitgevers houden elkaar in het oog en kopen vaak wanneer door hen gewaardeerde huizen hebben gekocht. Zopas zijn de rechten nog gekocht in twee taalgebieden die ik van belang vind: in het Spaans, en het Hebreeuws.'

Begrijpt u waarom de Engelse vertaling voor het boekenvak geldt als de heilige graal?
'Het Engelstalig bereik is natuurlijk mondiaal en daarom cruciaal, ook voor de auteur. Slechts twee procent van de literatuur die op de markt komt in het Engelse taalgebied is vertaalde literatuur. Als je daar dan bij hoort, mag je blij zijn dat je het Engelstalige publiek kan bereiken. Als dan bovendien ook nog eens de boekenbijlagen van The Economist en de New York Times die roman selecteren bij de vijf beste romans van het afgelopen jaar, dan betekent dit een mooie toekomst en vele nieuwe lezers voor het boek. NYT Book Review wordt internationaal als toonaangevend beschouwd, dus dat werkt door op andere uitgevers overal ter wereld.'

Merkt u ook verschillen in de uitgeef- en boekhandelscultuur in de landen waar Oorlog en terpentijn verscheen?
'Ik ben in nagenoeg alle landen geweest waar het boek is uitgegeven. Er zijn inderdaad grote verschillen. Sommige landen moeten het hebben van een onmiddellijk effect via media en pers, andere landen maken een dure mooie uitgave op beperkte schaal en gaan daarna over op een pocket editie die lang loopt (Frankrijk en Engeland bijvoorbeeld). Sommige uitgevers willen de auteur meteen uitnodigen voor de booklaunch, anderen kijken de kat uit de boom en nodigen de auteur pas uit wanneer het boek loopt. Maar in bijna alle gevallen had ik zeer goede contacten, ook wat voorbereiding en vertaling betreft.'

Heeft uw Nederlandse uitgever veel bijgedragen aan het mogelijk maken van deze vertalingen?
'Mijn Nederlandse uitgever heeft een duo rechtenmanagers in dienst dat uniek werk verricht voor de auteurs: Marijke Nagtegaal en Uta Matten. Zij combineren literaire kennis van zaken met durf, strategisch inzicht en verkooptalent en draaien hun hand niet om voor het opzetten van risicovolle veilingen tussen biedende uitgevers. Zij richten zich elk op verschillende taalgebieden en hebben zeker bijgedragen aan de manier waarop uitgevers op mijn boek hebben gereageerd door intensieve informatie en begeleiding. Niet elke uitgeverij heeft dat soort unieke expertise in huis. Maar het gaat ook om meer: wanneer het hele team bij De Bezige Bij enthousiast is over een boek en er potentie in ziet voor het buitenland, dan ontstaat een aanstekelijke energie die het boek zeer ten goede komt.'

U merkte dus niets van alle heisa rond De Bezige Bij?
'Mijn contacten met de Bezige Bij zijn altijd uitstekend geweest en gebleven. Ik heb in tijden waarin de media als het ware het vuur probeerden op te stoken en er onenigheid dreigde, er steevast voor gekozen om de professionaliteit en het enthousiasme van de medewerkers in de verf te zetten.  Het is inmiddels ook duidelijk dat een sterke uitgeverij als De Bezige Bij dit soort heisa overleeft en er wellicht nog sterker uit komt.'

Heeft het Vlaams Fonds voor de Letteren uiteindelijk meer bijdragen dan de uitgeverij?
'Het Vlaams Fonds voor de Letteren doet veldwerk, informeert, stimuleert, en volgt de situatie op de voet. Uitgevers die willen kopen kunnen bij een neutrale instantie als het VFL of Nederlands Letterenfonds voor een second opinion terecht. Ze spelen een bijzonder constructieve rol. Bovendien trekken ze met hun beleid rond het subsidiëren van vertalingen ook menig uitgever mee over de streep. Het is bijzonder om te zien hoe uitgevers en fondsen elkaar aanvullen en hun krachten bundelen. Op twintig jaar tijd heeft zich op dit vlak een enorme professionalisering voltrokken – en daar worden stilaan vruchten van geplukt.' 

In Frankfurt waren Vlaanderen en Nederland gastland. Heeft dat op enigerlei wijze bijgedragen aan de verspreiding van uw werk over de grens?
'Dat is niet meteen in te schatten, maar feit is dat het gastlandschap een grote aandacht voor de Nederlandstalige literatuur heeft teweeg gebracht en vele auteurs voor het eerst zijn vertaald. 
Ik had tevoren zelf onderschat hoe belangrijk de aanwezigheid van de auteur zelf op zulk een vakbeurs kan zijn. Maar door de toevallige ontmoetingen, gesprekken, kennismaking met mensen uit het vak, komen er ook vlotter afspraken tot stand. Ik denk wel dat ik er op bescheiden wijze toe heb bijgedragen dat mijn recente roman (De bekeerlinge) in enkele landen sneller werd gekocht – Kroatië, Zweden, andere – omdat ik persoonlijk contact had met de uitgevers.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 21 dec)

Zie ook:

zondag 25 december 2016

Interview Daan Stoffelsen over het einde van Recensieweb (Boekblad)

Daan Stoffelsen stond elf jaar geleden aan de wieg van Recensieweb. Deze week maakte de voorzitter van Stichting Recensieweb, tevens internetboekverkoper van Athenaeum Boekhandel en redacteur van de Revisor, het einde van het online recensieplatform bekend. Opluchting, spijt én trots vechten om voorrang.

Hoe was de afgelopen week?
'Het persbericht waarmee we definitief een streep zetten onder Recensieweb ging de deur uit. Dat was heel bepalend. Voor ons was het al duidelijk. Wij hadden er al vrede mee – ook omdat het archief van 2500 recensies en artikelen raadpleegbaar blijft bij De Leesclub van Alles. Maar wat zou de rest van de wereld ervan vinden? Verder was het een gewone week. Dinsdag zette ik snel een bericht over de P.C. Hooftprijs voor Bas Heijne op de Athenaeum-site, waarna ik me haastte naar een Revisor­-vergadering.'

En? Wat vond de rest van de wereld ervan?
'Veel reacties kwamen neer op: wat jammer, zo'n mooi initiatief. Dat is natuurlijk fijn om te horen. Onze recensenten zeiden dat ze het zagen aankomen, omdat de energie er een beetje uit was. Dat klopt.'

Wat zeggen die reacties over de plaats van Recensieweb in het literaire landschap?
'Ach, over de doden niets dan goeds. Het belang was vooral dát we er waren. Dat we met een redactiesysteem werkten en lieten zien dat je zo kwaliteitsvolle literaire kritiek op internet kon leveren. Zo hebben we eraan bijgedragen dat kritiek op internet een gelijkwaardige positie heeft bereikt met kritiek in gedrukte media – ook omdat boekenbijlagen kleiner zijn geworden en ze meer ruimte geven aan beeld en advertenties. Met bijvoorbeeld de Schaduwjury's van de AKO Literatuurprijs en marathoninterviews rond het Boekenweekgeschenk spraken wij af en toe zeker een woordje mee. Uitgevers haalden ook quotes bij ons voor blurbs.'

Als literaire kritiek op internet gelijkwaardig is geworden, kun je dan ook zeggen: mission accomplished?
'Zeker. Er is van alles bijgekomen. De Reactor, dat veel academisch talent trekt. Tzum publiceert steeds meer recensies. Literair Nederland bestaat al heel lang. De urgentie van Recensieweb in zijn oorspronkelijke vorm is daarom weg.'

Had de site ook invloed op de verkoop?
'Heeft literaire kritiek in het algemeen invloed op verkoop? Ik denk het niet. Literaire kritiek heeft een rol in het filteren van het aanbod, maar of positief of negatief over een boek wordt geschreven maakt niet uit. Die tijd is voorbij. En dan zijn wij geen NRC Handelsblad, laat staan De Wereld Draait Door. We zijn gewoon een site die wordt gevonden op Google en zo'n 15.000 bezoeken per maand heeft. Wat ik veel vind.'

Je noemt op Recensieweb daarnaast persoonlijke en financiële redenen om te stoppen. Wat zijn de persoonlijke redenen? De weggeëbde energie?
'Ja. En die was wel nodig – bijvoorbeeld om een plan te realiseren om meer meta-kritiek te bedrijven, door recensieoverzichten te maken of recensies te vergelijken, maar ook om geld aan te boren zodat we konden investeren in een mobiele versie van de site. De huidige hoofdredacteur kon het niet meer combineren met andere bezigheden. En ikzelf ben vooral een traditionele lezer. Het gaat mij om het analytisch lezen. Ik mis het inzicht en de ondernemerszin van een Roeland Dobbelaer van De Leesclub van Alles om er meer van te maken.'

Waren er geen opvolgers te vinden?
'We hebben natuurlijk gezocht. Maar door al die nieuwe sites kan nieuw talent zich breder verspreiden. En wij zijn geen fris studenteninitiatief meer. Er kwamen geen nieuwe studenten naar ons toe, zeker geen ondernemende.'

En er was dus ook geen geld meer. Verdiende Recensieweb subsidie van het Letterenfonds?
'We moesten er zelf geld in stoppen. Ook nadat alle kosten drastisch waren verlaagd, bleef dat een aardig bedrag. We zijn vroeger wel gesteund door het VSB-Fonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds, maar de aanvraag bij het Letterenfonds werd afgewezen. Er was zware kritiek op de commerciële en marketingkanten van onze laatste aanvraag. Ik denk ook dat meespeelde dat Recensieweb niet uniek genoeg meer was. Om diezelfde reden zullen uitgeverijen ook niet in ons willen investeren. Zoiets is ook maar één keer gebeurd in het verleden, toen A.W. Bruna Crimezone overnam. En later weer losliet overigens.'

Zette de koppeling van recensies met de webwinkel van Athenaeum geen zoden aan de dijk?
'Dat heeft ons niet zo veel opgebracht als we wilden. En dat is een understatement. Onze bezoekers zijn vooral scholieren en studenten. Die zijn minder loyaal en hebben minder geld.'

Met welk gevoel stop je nu met Recensieweb?
'Gemengde gevoelens. Opluchting dat we na een paar jaar ons afvragen hoe het verder moet, het nu kunnen afronden – terwijl het archief behouden blijft. Spijt. Ik geef uit handen wat ik zelf heb opgebouwd. Ik weet nog dat ik in het begin, als er een nieuwe recensie bij kwam, de html van alle pagina's handmatig ververste zodat de nieuwe recensie op alle pagina's te zien was. Maar ook trots, om wat we hebben bereikt. Voor de medewerkers is Recensieweb ook een goede opstap gebleken. Sommige zijn recensent of redacteur bij een uitgeverij geworden. Ikzelf heb in gedrukte media gepubliceerd, ben redacteur geworden bij de Revisor en nu jurylid van de ECI Literatuurprijs. Dankzij Recensieweb.'

En je hebt er misschien veel geleerd dat je kunt gebruiken voor de webshop van Athenaeum?
'Zeker. De site heeft een redactionele kant. Ik heb daar opvattingen over ontwikkeld. Ik heb geleerd hoe kritiek op internet werkt. Basale dingen als: hoe expliciet moet je een boek goed of slecht vinden? Wat is de structuur van een internetrecensie? Eigenlijk blijf ik daar doen wat ik bij Recensieweb gedaan. Met een belangrijk verschil: Athenaeum kan recensenten gelukkig wél betalen.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 18 dec)

zaterdag 24 december 2016

Jacques Vriens aangenaam verrast door keuze voor 'Achtste-groepers huilen niet' (Boekblad)

Jacques Vriens toont zich aangenaam verrast door de keuze voor Achtste-groepers huilen niet als klassieker voor Geef Mij Maar Een Boek 2017. De auteur gaat zich zeker inzetten om de actie te ondersteunen.

Vriens had begrepen dat de actie mede bedoeld is om kinderen in staat te stellen een bibliotheek op te bouwen van jeugdklassiekers. 'Dan denk ik eerder aan Tonke Dragt of Paul Biegel. Zeker Biegel, hij is een van mijn favorieten.' Maar als kinderen dan toch voor twee euro een boek van een nog zo volop actieve auteur als hij aan kunnen aanschaffen, dan is het geweldig dat juist dít boek is uitgekozen. 'Achtste-groepers huilen niet is mij zo dierbaar.'
Hij legt uit: 'Het is gebaseerd op een verhaal van een meisje dat echt bij mij in de klas heeft gezeten toen ik nog meester was. Anke, heette ze – Akkie in het boek. Een ontzettend leuk kind, die ziek werd en zo dapper heeft proberen vol te houden. Ik wilde dit verhaal heel graag schrijven, maar het heeft zeker zeven, acht jaar geduurd voor ik het echt op papier kreeg. Het moest aangrijpend zijn, maar: met een zekere lichtheid.'
Vriens heeft gemerkt dat Achtste-groepers huilen niet veel kinderen heeft ontroerd en troost heeft geboden. 'Een moeder vertelde me ooit dat dit boek haar werd aangeraden voor haar dochter. Ze had het eerst zelf gelezen en gedacht: daar begin ik niet aan. Maar toen haalde het meisje het zelf uit de bibliotheek. Ze ging 's avonds naar boven en stond toen opeens om drie uur 's nachts naast het bed. Vreselijk huilend, zó was ze geraakt. Iedere keer als ik zoiets hoor ben ik zeer onder de indruk. Dat ik in staat ben geweest dat teweeg te brengen door iets te schrijven.'
Van Achtste-groepers huilen niet zijn sinds verschijnen in 1999 ongeveer 160.000 exemplaren verkocht en is nooit uit druk geweest. De 'prachtige verfilming', aldus Vriens, heeft daar in 2012 nog een 'enorme impuls' aan gegeven. Het boek stond destijds nog dertien weken in de Bestseller 60, met als hoogste positie 14. Maar of het ook zijn bestverkochte boek is, weet de schrijver niet. 'Het zou kunnen. Maar de Meester Jaap-serie heeft ook ongelooflijk veel verkocht. Ik heb de aantallen niet paraat.'
Hoe hoog de oplage van de Geef Mij Maar Een Boek-editie is, zal moet blijken. Belangrijker vindt Vriens, die de eerste Kinderboekenambassadeur was, het echter dat het boek mogelijk kinderen verleidt die niet zo veel lezen. 'Ik vind het heel belangrijk dat kinderen gaan lezen. Zeker in deze tijd waarin alles zo vluchtig en snel is en rust om te verdwijnen in een boek lijkt te zijn verdwenen. Ik zie het aan mijn eigen kleinkinderen. Die zijn voortdurend met laptops bezig. Gelukkig lezen zij nog wel. Dat moet natuurlijk van hun opa, dat snap je wel.'
Hij merkte onlangs nog hoezeer het nodig is op het belang van lezen te blijven hameren. 'Ik was op mijn oude middelbare school in Helmond. Daar bleek de leesvaardigheid bij sommigen zo laag dat ze geen tekst van twee bladzijden konden lezen. Toen hebben ze een uur per week lezen in de brugklas ingevoerd. De leraar vertelde mij dat ze in het begin klagen, maar na een week of zes is dat over en vindt iedereen het heerlijk: de rust om gewoon een uur in een boek te lezen.'
Voor Vriens is het dan ook vanzelfsprekend dat hij Geef Mij Maar Een Boek zal ondersteunen waar dat mogelijk is. 'Vrijdag was het nieuws blijkbaar uitgelekt. Toen kreeg ik al verzoeken van twee boekhandels om langs te komen. Ik zal zeker boekhandels gaan bezoeken, maar er zullen wel meer verzoeken komen. Ik heb daarom met de uitgeverij afgesproken dat goed te coördineren.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 20 dec)

Zie ook:

vrijdag 23 december 2016

'Achtste-groepers huilen niet' actieboek van Geef Mij Maar Een Boek 2017 (Boekblad)

Achtste-groepers huilen niet van Jacques Vriens is het actieboek van Geef Mij Maar Een Boek. Het is vanaf 10 februari 2017 te koop voor 2 euro.

Er is na Oorlogswinter van Jan Terlouw voor deze relatief jonge klassieker uit 1999 gekozen omdat 'het al bijna twintig jaar een plaats in de maatschappij inneemt', zegt Miriam de Koning, promotor van de actie. 'Het is ongeloof veel gelezen, wordt hoog gewaardeerd en blijft gelezen en gekocht worden. Het heeft bewezen stamina te hebben. Ook de verfilming uit 2012 is erg geliefd.' Daarbij is de actie bedoeld om een breed publiek kennis te laten maken met de Nederlandse leescultuur – dat hoeft niet per se met decennia oude klassiekers.
De actieprijs is verdubbeld omdat de productiekosten iets hoger zijn. De Koning: 'Dat wisselt natuurlijk ieder jaar. Het ene jaar is het boek dikker dan de andere keer. Om te voorkomen dat de prijs elk jaar verschilt houden we het nu voor langere tijd op twee euro, is de bedoeling. De boekhandel houdt zo ook meer marge over, die het kan besteden om de actie in zijn eigen omgeving breder onder de aandacht te brengen.' Volgens De Koning biedt het verhaal over de stoere achtste-groeper Akke die ziek wordt en uiteindelijk sterft 'veel aanknopingspunten die inspiratie kunnen bieden voor een actie. Behalve over ziek-zijn en omgaan met verlies ook over voetbal of school.'
Behalve de prijs blijft Geef Mij Maar Een Boek onveranderd. Daar was de eerste editie met meer dan een kwart miljoen verkochte exemplaren van Oorlogswinter succesvol genoeg voor. 'Het recept voor de taart blijft hetzelfde,' zegt De Koning. 'Bij de eerste editie vroegen lezers er al naar. Nu wordt het weer heel groot. Meteen nadat we het zaterdag bekend hebben gemaakt liep het aantal bestelling al in de duizenden. Het gaat steil omhoog. Ik ben echt blij verrast hoe boekhandels het weer oppakken.'
Uitgeverij Unieboek|Het Spectrum vindt de keuze voor Achtste-groepers huilen niet een 'enorme eer voor auteur én uitgeverij', zegt uitgeefster Susanne Diependaal. 'Het is prachtig dat Jacques met dit ontroerende verhaal nog steeds zo veel lezers weet te binden.' Voor de uitgeverij is het nieuws nog erg vers. Unieboek|Het Spectrum kon het daarom niet communiceren in de voorjaarsaanbieding, maar de uitgeverij zal de actie 'op alle mogelijke manieren ondersteunen.'
Dat houdt in: aandacht voor de actie, de auteur en diens overige titels op sociale media én op de beurzen in januari. Diependaal: 'We zullen banieren maken om er op de beurzen aandacht aan te besteden. Ik denk ook dat Achtste-groepers huilen niet bij veel boekhandels bekend en geliefd is en dat zij bereid zullen zijn om van andere titels van Jacques Vriens extra in te kopen.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 19 dec)

Zie ook:

donderdag 22 december 2016

Interview Toine Donk & Daniël van der Meer van Das Mag: 'Ergens hebben we gelijk gehad' (Boekblad)

Toine Donk en Daniël van der Meer kunnen tevreden zijn. Hun vorig jaar met veel media-aandacht gelanceerde Das Mag is geen hype gebleken. De uitgeverij verkocht twee keer zo veel boeken als nodig was om uit de kosten te komen.

Een onwaarschijnlijk succes? Alle woorden waarmee je het eerste jaar van Das Mag wil omschrijven, klinken als een understatement. Ga maar na. Van Lize Spits Het smelt zijn 130.000 exemplaren in druk. As in tas van Jelle Brandt Corstius haalde de shortlist van de NS Publieksprijs – waarmee het een van de bestverkopende Nederlandstalige boeken van het afgelopen jaar is. En alle andere uitgaven haalden een herdruk. Alleen Anna in kaart gebracht van de Tsjech Marek Sindelka (1e druk: 3000 ex.) is daarvoor nog niet lang genoeg uit.
'Als we dit een jaar geleden hadden geweten, hadden we uit ongeloof over de grond gerold van het lachen', zegt Toine Donk. 'Een jaar geleden vond iedereen ons plan waanzinnig onverstandig. Toen Leon Ramakers, onze belangrijkste investeerder, tegen Derk Sauer, die ooit veel geld had gestoken in Nieuw Amsterdam, vertelde dat hij ons financieel steunde, zei die meteen: "dat geld zie je nooit meer terug". En nu hebben we twee keer zo veel boeken verkocht als begroot, vertaalrechten verkocht aan tien landen en worden twee boeken verfilmd.'
Het mag dan ook geen verbazing wekken dat beide oprichters van de jonge literaire uitgeverij blakend van zelfvertrouwen vertellen over hun ervaringen. 'Onze verwachtingen zijn op zoveel vlakken overtroffen dat ik het lastig vind om te bedenken wat die precies waren', zegt Daniël van der Meer. 'Ik weet nog wel hoeveel de boekhandels van onze eerste drie titels hadden ingekocht: 400 van Lize Spit, en niet veel meer van Walter van den Berg en Maartje Wortel. Als we waren afgegaan op die getallen, waren we gelijk gestopt.'

Waarom is Das Mag zo'n succes geworden?
DvdM: 'Het is onvermijdelijk dat we dan antwoorden dat we ergens toch gelijk hebben gehad. We hadden al het vermoeden dat het anders moest in de uitgeverij. Minder boeken maken, om voldoende aandacht te hebben voor redactie, marketing, alles. Niet aan roulette doen en hopen op een bestseller, maar voor ieder boek heel nauw samenwerken met auteurs en er alles aan doen om ieder boek tot zijn recht te laten komen. We ontdekken ze op ons zomerkamp en laten hen publiceren in Das Magazin, zodat wij al weten hoe een auteur schrijft en hoe die met onze redactie omgaat. En andersom natuurlijk. Ze treden ook op onze evenementen. Een boek publiceren is pas het hoogtepunt van de samenwerking.'

De uitgeverij heeft ook een flinke dosis geluk gehad. Van het surprisesucces van Lize Spit tot de DWDD-uitverkiezing van Walter van den Bergs Schuld.
TD: 'Absoluut. Lize is daarvan het beste voorbeeld. Niemand had verwacht dat het zo'n instanthit zou worden. Maar we doen wel alles om dat geluk proberen af te dwingen. Wij hebben een half jaar na verschijnen van Het smelt niet gedacht: het heeft 7.000 exemplaren verkocht in Nederland, heel goed voor een debuut. Nee, het stond in geen verhouding met het succes in Vlaanderen – waar het al maanden op 1 stond – en daarom hebben we opnieuw campagne voor het boek gevoerd. Met effect: drie maanden later zijn er in Nederland ruim 20.000 van verkocht. In een uitgeverij waar tweehonderd titels per jaar verschijnen is daar nooit tijd en energie voor. Alleen al de boekpresentaties iedere dag. Hoeveel energie kosten die? Ook gaat het geld naar de verkeerde dingen. Een boek op de markt brengen kost minimaal 5000 euro – voor printen, coverontwerp en zetten. Een grote uitgeverij geeft tweehonderd keer deze minimale kosten uit: in totaal een miljoen euro. Daarvan is nog geen euro naar goede medewerkers of hogere royalty’s gegaan. Wij besteden met onze tien titels maar 50.000 euro aan opstartkosten. En dan houden we 950.000 euro over om met goede redacteuren die boeken geweldig te maken en te proberen net zo veel te verdienen aan die tien boeken als andere uitgevers aan tweehonderd boeken.'

Jullie vergelijken je altijd met uitgeverijen die tweehonderd titels per jaar brengen. Maar verreweg de meeste uitgeverijen zijn kleine zelfstandige bedrijven zoals jullie.
TD: 'Dat is waar. Maar de uitgevers die kiloknallen vertegenwoordigen wel het overgrote deel van de markt.'

Vergelijk jullie eens met een kleine zelfstandige als Cossee, met wie jullie nauw samenwerken op het gebied van distributie en internationale rechtenverkoop. Hoe anders werkt Cossee?
DvdM: 'In de basis hebben wij dezelfde filosofie. Zij hebben een fantastisch fonds – al doen zij meer vertaalde fictie, waarvoor minder redactie nodig is maar ook de marketing lastig is omdat de auteur hooguit een paar dagen beschikbaar is. Zij doen het ook goed. Als een van de weinige kleine zelfstandigen redden ze het heel goed. Dat is ook waarom we graag met ze samenwerken.'
TD: 'En wij hebben een groot team dat normaal zo'n honderd titels per jaar doet. Wij hebben vijftien mensen, inclusief stagiairs: drie redacteuren – onder wie Daniël – een in-house designer, een online marketeer, iemand voor events, iemand voor financiën, ikzelf voor marketing en uitgeefexperimenten. En dat voor tien titels. Goed, ook voor ons magazine, zomerkamp en festivals. Maar toch: wij leggen ons toe op geweldige boeken en doen heel veel aan marketing en pr om iedere titel tot een succes te maken. Dat zijn de twee beslissende factoren in deze tijd: kwaliteit en promotie.'

Dat betekent dat jullie een véél hoger break-evenpoint per titel hebben andere uitgeverijen.
TD: 'Ongetwijfeld. Maar wij bekijken dat niet per titel. We kijken alleen naar het totaal aantal boeken. Per titel is het zo moeilijk te zeggen. Hoe kun je een paar ton aan personeelskosten eerlijk over de titels verdelen?'

Uitgevers berekenen in hun calculatie een verkoopprijs en een oplage waarmee ze bij een volledig verkochte eerste druk tenminste break-even draaien.
TD: 'Dat is ook zo'n bewering die je altijd hoort. Ik heb weleens Excel-calculaties van andere uitgeverijen onder ogen gehad. Zo ingewikkeld, zo inefficiënt om je lange-termijnstrategie te verwerken in een enkele druk. Wij kijken per boek alleen naar drukkosten, royalty’s, CB-kosten en eventuele vertaalkosten. Daar moeten we per exemplaar een bepaald bedrag aan overhouden. Vervolgens weten we dan hoeveel boeken we in totaal moeten verkopen om onze vaste kosten te dekken. Zo komen we aan ongeveer 140.000 verkochte boeken per jaar. En dit jaar halen we ongeveer het dubbele.'

Hoe bepaal je dan de oplage van de eerste druk?
TD: 'We schatten per boek in wat die kan doen – op basis van mogelijk publiek, de pr- en marketingplannen, enzovoort. We steken daar heel veel discussie in. Als je tien boeken per jaar doet, kan dat ook. Als je tweehonderd boeken doet niet. Ik heb van andere uitgevers gehoord dat ze de oplage soms bepalen op basis van NUR-code. Vreemd.'
DvdM: 'En de oplage moet iedere keer zo hoog mogelijk zijn. Andere uitgevers zijn soms zó voorzichtig en maken iedere keer een herdruk van 1000 exemplaren. Dan ben je 1) geen geld aan het verdienen, 2) kun je dus geen inschatting maken van wat je eigen boek doet, 3) ben je weinig betrokken bij dat boek, en 4) ben je iedere keer opnieuw tijd kwijt aan het aanpassen van colofon en het doorsturen naar de drukker. Van Het smelt waren de zevende en achtste druk 30.000 exemplaren ieder. We weten: die verkopen we toch wel, ook al duurt het nog twee jaar.'

Dan betaal je wel twee jaar lang meer voorraadkosten.
TD: 'CB vertelde ons onlangs dat onze overslagtijd enorm kort is. Volgens CB werken we zeer efficiënt. Ook in dit geval is het een voordeel als je maar tien boeken doet. Wie tweehonderd boeken in een oplage van 1000 laat drukken heeft 200.000 exemplaren op voorraad liggen. Onze voorraad ligt standaard op slechts ongeveer 50.000 exemplaren.'
DvdM: 'Maar ik geef toe: een uitgeverij die zestig jaar bestaat, heeft een enorme backlist die wel leverbaar moet blijven maar niet meer zo snel loopt. Wij verkeren als beginnende uitgeverij in een luxe-positie. Over tien jaar zal het voor ons anders zijn. Maar niet zo extreem anders, want er komen maar zo’n tien boeken per jaar bij.'

Laten we naar de lancering van Das Mag gaan. Waarom hebben jullie je destijds zo sterk afgezet tegen de gevestigde orde?
DvdM: 'Omdat er al zoveel uitgeverijen zijn. Als je er nog een wil beginnen, moet je duidelijk maken waarom dat nodig is.'
TD: 'Ook zochten we drieduizend crowdfunders. Dan moeten we het grote publiek bereiken. Om aandacht te genereren formuleer je scherper dan je binnenskamers zou doen. Hoewel we in ons grondprincipe – met de auteur zo intens mogelijk samen aan een tekst werken – sindsdien alleen maar radicaler zijn geworden.'

Sommige uitgevers reageerden als door een bij gestoken.
TD: 'Maar zeker niet iedereen was negatief.'
DvdM: 'Uiteindelijk vonden we het interessanter wat het publiek ervan vond. Wat welke uitgever zegt, kun je van tevoren uittekenen. Als ze het met ons eens waren, zouden ze het wel anders doen. Er ontstond nu een publieke discussie over de rol van uitgeverijen. En als er dan drieduizend mensen binnen een maand ons steunen en het bestaan van een andere uitgeverij dus belangrijk vinden, is dat een enorme aanmoediging.'
TD: 'Het mooie is dat die drieduizend mensen zich ook als oprichters beschouwen, zoals wij hen noemden. Ze willen niet alleen op de hoogte blijven van nieuwe titels, maar ook weten waarom wij doen wat wij doen. Daarom kwam het conflict met Bol.com naar buiten: via een stuk dat ik voor de oprichter schreef. Ik ben van plan nog meer stukken te schrijven over wat wij hebben geleerd en ben benieuwd wat dat oplevert.'
DvdM: 'Er is zo'n grote behoefte aan betrokkenheid dat we overwegen een soort jaarvergadering voor hen te organiseren.'

Tegenwoordig willen veel uitgevers met jullie samenwerken. Als jullie een goed idee hebben, zijn jullie welkom.
TD: 'Die wens bestaat veel langer, hoor. Voor het magazine werkten we al samen met uitgeverijen. Toen hebben we een gevoel ontwikkeld voor samenwerkingen die toegevoegde waarde hebben.'
DvdM: 'Ik heb soms ook het gevoel dat voorstellen van uitgevers worden gedreven door ideeënarmoede. Ze denken dat wij iedere dag een paar goede ideeën hebben en dat we daarmee automatisch een jong publiek aanspreken. Dat is natuurlijk niet zo.'

Laten we de aangekondigde veranderingen van destijds doorlopen. Te beginnen met de vormgeving. Die zou eindelijk mooi worden. Zijn jullie omslagen al bekroond?
TD: 'Ik vind onze boeken er prachtig uitzien. Maar ik geef toe: ze zijn nog niet van het niveau van ons tijdschrift. Boeken vormgeven blijkt lastiger. Voor een tijdschrift kunnen we Vruchtvlees de vrije hand geven. Maar voor een boek wil de auteur veel meer over vormgeving te zeggen hebben. Begrijpelijk. Hij heeft jaren aan zijn tekst gewerkt. Het is daarom belangrijk dat we, nog voor er ook maar een schets is gemaakt, de juiste ontwerper aan de auteur koppelen. Een ontwerper die het unieke karakter van het boek begrijpt. Dat zijn we nu aan het leren. Zoals we zoveel nog moeten leren. Voor Schuld hebben we een klassieke postercampagne gedaan: omslag en kop auteur door de hele stad. Daar geloven we niet meer in. Veel te saai.'
DvdM: 'Het 0-nummer van ons tijdschrift vonden we achteraf ook afzichtelijk. Maar dat moesten we maken om daarna de stap te kunnen zetten naar steeds mooiere vormgeving. Zo gaat het ook met ons boeken. Ons fotoboek De Amsterdammers van Maarten van der Kamp, dat deze maand uitkomt, is veel mooier dan wat we vorig jaar uitgaven.'

Dwingt de boekhandel jullie om omslagen aan te passen?
DvdM: 'Dat is het glazen bol-kijken van de boekhandel. Dit omslag werkt wel, dit niet. Dat glazen bol-kijken is nergens op gebaseerd. Want waarom is het boekenvak de laatste jaren dan zo achteruit gegaan? Boekhandels gissen ook maar wat. Geen enkele boekhandel was fan van het omslag van Het smelt. Het beeld had niets met de titel te maken, bijvoorbeeld. Toch liep het.'

Dus wat doen jullie als AKO en Bruna zeggen: we kopen alleen in als jullie het omslag aanpassen?
TD: 'Dat ís gebeurd! As in tas wilde AKO of Bruna – ik weet niet meer welke van de twee – alleen inkopen als het hoofd van Jelle erop stond. Dat wilden we echt niet. Maar vooruit: wij lieten speciaal voor hen een – ontzettend lelijke – sticker maken met zijn hoofd. Wat gebeurde er? Het boek verscheen, hij was in allerlei media en het boek begon opeens heel hard te lopen. De eerste druk van 20.000 exemplaren was in een week weg. En wij hadden nog geen tijd gehad de sticker op de AKO- of Bruna-exemplaren te plakken. Laat maar zitten, dachten we toen, die boeken vliegen de deur uit. Dus wij hebben nog 10.000 stickers over. Rollen en rollen stickers. Gelukkig neemt iedereen af en toe een rol mee en worden ze overal opgeplakt, zodat ze nog een marketingfunctie hebben.'
DvdM: 'Kortom, opmerkingen over omslagen zijn alleen maar wijsheid achteraf. Als een boek niets heeft gedaan, zeg je achteraf: het omslag was te blauw. Of: er zat geen sticker op.'
TD: 'Toch begrijp ik het ook wel. De boekhandel heeft een trauma opgelopen door het faillissement van Polare, waardoor ze nu heel conservatief moeten inkopen. Uitzonderingen daargelaten. Veel winkels hebben onze boeken echt omarmd.'

Veel boekhandels?
DvdM: 'De fysieke boekhandel is ons belangrijkste verkoopkanaal. Totdat Bol onze boeken uit de winkel haalde, was Bol goed voor maar 2,65% van onze afzet.'
TD: 'En van de fysieke winkels vooral de Libris- en zelfstandige boekhandels. AKO en Bruna hebben eigenlijk alleen Lize Spit en Jelle Brandt Corstius verkocht.'

Ik kan me ook voorstellen dat boekhandels niet blij waren dat jullie aanvankelijk luxe-edities voor dezelfde prijs exclusief via jullie eigen webshop verkopen.
TD: 'Zeker. Daar zijn we ook van teruggekomen. We maken luxe-edities nu juist voor de boekhandel. De luxe-editie van As in tas hebben we verzoek van de boekhandel als speciale editie voor de boekhandel herdrukt. Ik weet ook nog dat Schuld Boek van de Maand werd bij DWDD. Wij twitterden gelijk: te koop in onze webshop. Daar kreeg ik commentaar op: wordt Schuld door boekverkopers uitverkoren en dan twitter je dat. Ja, dat was fout. Overigens moet niemand het belang van onze webshop overschatten: 10.000 op een kwart miljoen exemplaren verkopen we zelf. We bieden online nu de optie om je lokale boekhandel op te zoeken en het boek daar te kopen. En dan nog valt er veel te winnen in onze relatie met de boekhandel. Denk aan online campagnes die mensen op lokaal niveau naar hun boekwinkel leidt. Maar dat ontwikkelen kost tijd.'

Het conflict met Bol.com over de leveringsvoorwaarden is nog steeds niet voorbij.
DvdM: 'Nee. De bal ligt bij hen. Zolang Bol niet wil verkopen tegen de oude voorwaarden, is alleen het e-boek via hun site te koop. We willen ons niet laten verleiden tot een race to the bottom.'

Dan de volgende aangekondigde verandering: de combinatieverkoop van e- en p-boek. Hebben jullie daar problemen mee gekregen?
DvdM: 'Nee. Wij maken een aparte, licht afwijkende editie van het papieren boek, die we samen met het e-boek verkopen. De klant merkt dat verschil niet. Die constructie is goedgekeurd door het Commissariaat voor de Media. Maar dat is verder niet zo bijzonder. De regels gaan veranderen. Veel meer uitgevers vinden het niet meer van deze tijd dat je apart moet betalen voor het papieren en het e-boek. Wij liepen er alleen op vooruit.'
TD: 'Eigenlijk is ons experiment met Goudvissen en beton van Maartje Wortel interessanter. Op een dinsdag stuurden we boekhandels een mail met: u kunt dit boekje donderdag al in de winkel hebben. Dezelfde dag was de eerste druk van 2.000 al op, veel meer dan we er op aanbieding van verkocht zouden hebben. We proberen zo het aanbiedingsproces te veranderen. Want een boekverkoper die op de beurs in een paar dagen gesprekken moet voeren over duizend titels, dat is toch bizar? Dan verzand je zó snel in platitudes. Ik begrijp ook wel dat zo'n aanpak als met Goudvissen en beton zich niet leent voor elk boek, maar we willen wel blijven experimenteren met het aanbieden.'

En auteurs krijgen inderdaad meer royalty’s?
TD: 'Natuurlijk. Wij beginnen bij 15% – tot 10.000 exemplaren. Dan 17,5% tot 100.000 exemplaren en daarboven 20%. Ik heb laatst uit de losse pols uitgerekend dat we daardoor een ton meer royalty’s hebben uitgekeerd dan wanneer we het standaardcontract hadden gehanteerd. Maar auteurs moeten zo veel mogelijk kunnen leven van hun werk en ruimte hebben om hun volgende boek nog beter te maken. Wat weer een voorwaarde is om daar meer exemplaren van te kunnen verkopen.'

Daarbovenop krijgen auteurs een 'Twittertarief' van 22,5% extra als zij doorgeleiden naar jullie webshop.
TD: 'Ook dat is simpele logica. Als wij een boek zelf verkopen, betalen we geen marge aan de boekhandel. Dan verdienen we daar een stuk meer mee. Waarom deelt een auteur daar niet in mee? Dat zou eigenlijk in het modelcontract moeten komen. Maar we hebben dat tarief wel veranderd. Onze oorspronkelijke opzet leidde tot een enorme administratie, omdat het alleen gold als de aankoop via een specifieke weblink werd gedaan. Daarom hebben we het versimpeld: auteurs krijgen nu 5% erbij voor alle exemplaren die we via de webshop krijgen, ongeacht hoe de klant daar terecht is gekomen. Zo zijn we het hele jaar bezig geweest met dingen simpeler te maken.'

O ja?
TD: 'Ja. Het modelcontract is heel raar. De royalty op papieren boeken, e-boeken en secundaire rechten worden allemaal anders berekend. Papieren boek: op de bruto-prijs. E-boek: over de verkoopprijs minus de marge van de tussenhandel. Nevenrechten als audioboeken: over de prijs na aftrek van bijvoorbeeld marketingkosten. Waarom? Wij hebben een model gemaakt waarin alle royalty’s worden berekend op de brutoprijs. Dat scheelt veel tijd en is veel inzichtelijker voor een auteur.'

En daarom stappen auteurs en masse over naar Das Mag – van Yves Petry tot Philip Huff, van Charlotte Mutsaers tot Marjolijn van Heemstra?
DvdM: 'Nee. Dat zou ook een verkeerde motivatie zijn. Voor alle auteurs die zijn overgestapt, geldt dat we al met hen hebben samengewerkt en dat we van elkaar weten hoe we werken. Dat is beide partijen dan goed bevallen. Auteurs die besloten hebben om over te stappen, hebben natuurlijk een sterke mening over wat ze van een uitgeverij verwachten. Dus we hebben een fijn gezelschap rebellen. In die overtuiging vinden ze elkaar. Wij nodigen hen allemaal eens in de zoveel tijd uit. We passen met z’n allen nog aan een eettafel. Dat blijken ze te hebben gemist bij andere uitgeverijen die alleen anonieme tuinfeesten organiseren.'

Die werkwijze impliceert dat het aantal auteurs dat kan overstappen beperkt is. Wat als de limiet is bereikt van schrijvers waarmee jullie werken?
TD: 'Dat is lastig, ja. Maar we gaan het basisprincipe van de uitgeverij niet verkwanselen. Ik zie het de komende jaren ook niet gebeuren dat dat verloren gaat.'
DvdM: 'Zó veel auteurs benaderen ons nu ook niet. Er zijn genoeg auteurs wel tevreden met hun uitgeverij.

Dus hoe zien jullie de toekomst voor jullie?
DvdM: 'Niet anders dan wat we afgelopen jaar hebben gedaan. We gaan eerder proberen beter te worden in wat we doen dan weer andere dingen ontplooien. Vergelijk het met een huis. Dat staat, de fundamenten zijn ijzersterk en nu proberen we het huishouden te runnen. Ondertussen kijken we naar elke plint: of die wel goed ligt. Zo belde onze drukker steeds met de vraag of hij papier moest bijbestellen. Nu hebben we afgesproken dat hij altijd een bepaald minimum voor ons op voorraad houdt, zodat hij ons niet hoeft te storen. Van die kleine dingen. Het huis hoeft niet groter te worden.'
TD: 'Tien tot vijftien boeken per jaar, dat is voorlopig wat het is. En die blijven maken met evenveel plezier en betrokkenheid als afgelopen jaar. Want dat dat er was bij het hele team, daar zijn we het meest tevreden over.'
(Eerder gepubliceerd in Boekblad magazine, nov 2016)

dinsdag 20 december 2016

Joris van Casteren, 'Is u bekend met het alfabet?' (Athenaeum.nl)

Sterreporter Joris van Casteren bracht in een smakelijk boek de beste verhalen bij elkaar die over het vijftigjarige Atheneaum Boekhandel te vertellen zijn. Verwacht van het jubileumboek geen degelijke geschiedwerk.

Is u bekend met het alfabet? heet het boek dat Joris van Casteren schreef over Athenaeum Boekhandel ter gelegenheid van haar vijftigjarig bestaan. De titel slaat op het antwoord dat de excentrieke boekverkoper Jacques Asselman gaf aan klanten die vroegen of er werk van een door hen gezochte schrijver op voorraad was. Met andere woorden: zoek het lekker zelf op. De titel geeft daarmee meteen aan hoe uniek deze Amsterdamse boekhandel is. Iedere andere winkel zou Asselman op staande voet hebben ontslagen. Bij Athenaeum bleef de man die ook uit principe weigerde het pinapparaat te bedienen, tot aan zijn dood in dienst.
Van Casterens boek staat vol met zulke kostelijke anekdotes. Alleen al over dit thema.

Wanneer [de klant] naar het werk van Ludlum of Stephen King informeerde, was hoongelach zijn deel. 'Gaat u liever naar Scheltema aan het Koningsplein,' werd er dan gezegd. 'Nee, we verkopen hier geen gummetjes,' kreeg iemand te horen die op zoek was naar kantoorartikeltjes. Als een klant vroeg wat een interessant boek was, werden ingewikkelde titels opgegeven, geschreven door mediaschuwe auteurs die volslagen onbekend waren bij het gemiddelde publiek. 'Maar als u niet eens weet wie dat is...' klonk het dan.

Het is zonder meer amusant om te lezen. Maar ook niet meer dan dat. Je zou bijvoorbeeld willen weten wat het effect was van deze hooghartige houding op de positie van Athenaeum in het boekhandelslandschap en op het bedrijfsresultaat? Stootte het alleen maar mensen af of waren er ook klanten die – elitair als ze zich zelf voelden – daar juist door aangetrokken werden? Gaf het de winkel een helder profiel? En: waarom verzekeren voormalige en huidige medewerkers in het boek dat dit tijdperk voorbij is? Wat zegt dat over de wens van de klant van tegenwoordig en de manier waarop Athenaeum aan zijn tijd mee is gegaan?
Het zou flauw zijn dat Van Casteren te verwijten. Het is niet zijn ambitie (en misschien ook wel niet zijn opdracht) geweest om een doorwrochte geschiedenis van een halve eeuw Athenaeum Boekhandel te schrijven. 'Verhalen uit een boekhandel', luidt niet voor niets de ondertitel. Hij heeft in korte tijd zo veel mogelijk sappige verhalen, fraaie anekdotes en treffende oneliners verzameld, zoals hij dat in zijn oeuvre meestal heeft gedaan – ook in bijvoorbeeld Lelystad (2008) kom je maar weinig te weten over het verhaal van de polder. Dat sommige lezers op hun honger blijven zitten, moeten die maar voor lief nemen.
Is u bekend met het alfabet? bevat wel een hoofdstuk over de geschiedenis van het pand aan het Spui, waar de boekhandel is gevestigd, een hoofdstuk over de achtergrond van oprichter Johan Polak en nog zo het een en ander. Zo kun je uit de bijzinnen destilleren hoe het de winkel is vergaan: van de stille eerste maanden tot de langzame groei naar centrum voor iedereen die ludiek en links was; van de rommelige eerste jaren waarin Polak de winkel op basis van persoonlijke willekeur leidde, tot de verzakelijking onder leiding van Guus Schut, waardoor de winkel overeind bleef toen het alles-moet-kunnenklimaat voorbij was.
Veel liever volgt Van Casteren – meer journalist dan historicus – echter zijn instinct. In verschillende reportages zet hij excentrieke klanten neer, de hedendaagse inkoopbeurs in een 'zelfmoordkazerne langs de snelweg' of directeur Maarten Asscher die hij een dag volgt. Hij gaat zelfs zo ver dat die stukken lang niet altijd iets met de boekhandel te maken hebben. Wat doet het er immers toe dat een 85-jarige, dove vaste klant met een voorliefde voor de werken van mystieke denkers glutenvrije kokosboter, instant koffievervanger met karamelsmaak en biologische rijstwafels in huis heeft – en een oude wasmand gevuld met ongeopende post?
En toch, en toch. Omdat Van Casteren zo'n goed gevoel heeft voor het mooie verhaal, blijft er ook in zijn boek over Athenaeum Boekhandel meer dan genoeg te genieten over.

Na zo'n bezoek van [Harry Mulisch] belde iemand [van uitgeverij] De Bezige Bij, die dringend met de directeur wilde spreken. Schut: 'Het was Mulisch' redacteur, die zei dat er volgens Harry geen exemplaren van de paperbackuitgave van zijn roman Hoogste tijd in de winkel lagen.' Schut liep naar beneden om poolshoogte te nemen. Hij zag een hoge stapel van de betreffende uitgave op een uitstaltafel liggen en belde de redacteur terug, die de informatie aan Mulisch zou doorspelen. 'Vlak daarna belt die redacteur opnieuw: "Harry bedoelt dat ze niet naast de kassa liggen, terwijl ze daar natuurlijk wel horen." '

En misschien is het wel genoeg. Na lezing van Is u bekend met het alfabet? denk je onwillekeurig toch: dat Athenaeum Boekhandel, dat is echt een bijzondere winkel die in heel Nederland zijn gelijke niet kent.
(Eerder gepubliceerd op Athenaeum.nl, 13 dec)

Zie ook:

zondag 18 december 2016

Interview Gert De Bie (Boekhandel Het Voorwoord) over de onafhankelijke Vlaamse boekhandel (Boekblad)

Gert De Bie van Het Voorwoord in Heist-op-den-Berg heeft zich voorbereid op de Dag van de Onafhankelijke Boekhandel, ieder jaar op 12 december. De vicevoorzitter van Confituur, het samenwerkingsverband van onafhankelijke boekhandels, benadrukt bij zijn klanten het belang van een lokale winkel voor de gemeenschap.

Hoe was afgelopen week?
'Ik heb de winkel klaargestoomd voor de Dag, of eigenlijk: Week van de Onafhankelijke Boekhandel, en de eindejaarsrush. Zorgen dat alle boeken goed op stock zijn. De winkel herschikken. We schieten de kerstperiode op 12-12 op gang, maar de afgelopen week was het iedere dag al drukker dan de dag ervoor.'

U hoefde niet bij te komen van de Sintverkoop?
'Nee. Ik heb het altijd moeilijk met die heel korte piekperiodes zoals Pasen, Valentijnsdag en Sinterklaas. Het is leuk dat je wat extra kinderboeken verkoopt, maar ik wil me niet volledig focussen op Sinterklaasboeken. Twintig themaboeken in huis halen waarvan er misschien zes goed gaan verkopen en na afloop de restanten wegmoffelen, dat lijkt me veel werk voor weinig opbrengst. Je moet dan ook voor ieder thema je winkel opnieuw inrichten. Goed, misschien ga ik commercieel in de fout. Als ik het zo zeg, klinkt ook minder genuanceerd dan ik het bedoel.'

Leeft Sint in Vlaanderen minder dan in Nederland?
'Nee hoor. Sint leeft hier zeker. Je had de winkelstraat moeten zien vorig weekend. Maar ik heb een andere visie op de boekhandel. Ik leg de nadruk op onze bereidwilligheid, vakkennis en enthousiasme. Daar is ook een publiek voor – dat niet gaat voor de bestsellers of themaboeken van het moment. Het lukt in ieder geval om daarmee de winkel winstgevend te houden. Net.'

Wat worden dan in Het Voorwoord de bestsellers van Kerst?
'Het smelt van Lize Spit nog steeds. Harry Potter. Blindelings van Kris van Steenberge, Yucca van Peter Terrin en mijn persoonlijke favoriet: Korte gesprekken met afgrijselijke mannen van David Foster Wallace. Dat is geen boek voor iedereen, maar ik ken zo een veertigtal klanten die ik erop aan kan spreken en als de helft daar dan in meegaat, heb ik twintig exemplaren verkocht. Een fantastisch resultaat voor zo'n boek.'

Wat doen jullie maandag op de Dag van de Onafhankelijke Boekhandel?
'We geven Het antwoord, het geschenk van Peter Terrin, cadeau en we gaan iets speciaals doen. Iedere klant een gedicht voorlezen, bijvoorbeeld. Het piekmoment ligt voor ons dinsdag. Dan geeft Kris van Steenberge een lezing.'

Waarom wordt de Dag eigenlijk een week?
'Ondermeer omdat hij dit jaar op maandag valt en een aantal Confituur-leden zijn dan dicht. Maar we wilden die dag – die absoluut een succes is geworden – sowieso uitbreiden naar een week, in de hoop dat het kan uitgroeien tot iets even impactrijks als de Independent Booksellers Week in Engeland.'

Waarom is de Dag een succes?
'De aandacht die het genereert van pers en publiek. Auteurs zijn ook bereid om mee te werken. Klanten beginnen steeds beter te beseffen dat ze een cadeau krijgen. Hopelijk ook nieuwe klanten, al kun je dat moeilijk meten. Het kan natuurlijk altijd nog beter. Er stond tot vrijdag geen recensie in de krant van Het antwoord. Dat zou wel hebben gemoeten.'

Gaat het dankzij de Dag ook goed met de onafhankelijke boekhandel – in een markt die al het hele jaar een dikke min laat zien?
'Cijfermatig gaat het iets minder dan vorig jaar. Er is een omzetdaling, maar minder groot dan de markt. Bedenk ook dat Confituur twee leden erbij heeft gekregen en er nog twee nieuwe onafhankelijke boekhandels zijn geopend.'

Geeft het leedvermaak dat Standaard Boekhandel, de grote boeman van de onafhankelijke boekhandel, nu zelf in de problemen komt – door de opkomst van Bol.com in Vlaanderen?
'Wat moet ik daarover zeggen? Het is simpele wiskunde dat een keten die groeit en groeit een keer het einde bereikt. Ik ben te goed opgevoed om te zeggen dat het me deugd doet. Ik gun Standaard Boekhandel haar plek in de markt. Het is wél een fysieke boekhandel, waar mensen met liefde en enthousiasme werken. Bol.com is een agressief marketingverhaal dat toevallig is opgehangen aan het boek. Daar kan ik heel wat minder sympathie voor opbrengen.'

Hoe concurreren jullie met Bol.com?
'Ik probeer op een positieve manier mijn publiek bewust te maken dat wij bijdragen aan de lokale gemeenschap door ontmoetingen te creëren. Als we lezen dat een CEO honderd mensen ontslaat om de winst te maximaliseren, zijn we verontwaardigd. Een lokale winkel die sluit, valt minder op, maar heeft meer impact op de mensen in die omgeving. Ik probeer ook duidelijk te maken dat consumenten invloed hebben op de economie. We ondergaan die niet, we zijn de economie. Het idee bijvoorbeeld dat alles onmiddellijk beschikbaar moet zijn, wordt ons alleen maar aangepraat. Hoeveel klanten die hun boek binnen 24 uur willen hebben, gaan dat ook binnen 24 uur lezen? Als we erover nadenken, kunnen we best wachten.'

Heeft de nieuwe gereglementeerde boekenprijs invloed?
'Het kan maar helpen, hè. Men kan straks een bestseller als Het smelt zes maanden tegen maximaal 10 procent korting verkopen. We hoeven niet te concurreren met supermarkten die genoegen nemen met marges van 2 procent. Ik ben benieuwd wat de impact zal zijn. Hopelijk maakt het winkels financieel gezonder. Te veel onafhankelijke boekhandels drijven op enthousiasme en onderwaarderen hun eigen inkomen of de huur. Ik vrees dat dat ook voor mij geldt. Dat zou eruit moeten.'

Tijdens de Boekenbeurs fulmineerde u anders nogal tegen de hoge korting voor bibliotheken?
'Ja. Die is daarna wel teruggeschroefd, maar nog altijd tot 20%. Dat maakt de wet een beetje een gemiste kans. Maar laten we het pragmatisch bekijken. Ook in deze vorm is de wet een stap vooruit.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad, 11 dec)