maandag 29 juni 2020

De innovatie van Gloude Publishing: na digital only volgt exclusief papieren uitgave

De thrillerreeks 'Mooie moorden' van Tica Morgan is sinds negen maanden exclusief als Kobo Original te verkrijgen. Het nieuwe deel 'Volkerak' brengt Gloude Publishing daarentegen uitsluitend als papieren boek te koop. Een uniek experiment.

De vier thrillers rond rechercheur Zoë Janssen verschenen in oktober vorig jaar als digital only (e-boek en audioboek). De boeken werden opgenomen binnen Kobo Plus en zijn ook los te koop voor 9,99 euro per deel. En: ze zijn succesvol. Alle vormen en titels bij elkaar opgeteld komt Kobo Originals, die formeel als uitgever te boek staat, op meer dan 15.000 verkochte exemplaren. 'De waardering was meteen ook heel hoog', zegt Wanda Gloude, die het via haar bedrijf Out of the Book heeft geproduceerd. 'Ieder deel kreeg in deze relatief korte tijd al meer dan 125 lezersrecensies.'

En nu is er ook Volkerak, dat afgelopen zaterdag werd gepresenteerd bij Boekhandel Van der Meer in Noordwijk.Dit deel kost 19,99 euro en is iets dikker dan eerste vier delen: 65.000 woorden tegen 60.000 woorden (deel 1) respectievelijk 45.000 woorden (deel 2 t/m 4). Alle thrillers hebben een eigen moordzaak. Daarnaast hebben de digital only-delen een overkoepelende verhaallijn rond een tbs-er die achter Zoë Janssen aanzit, die in deel 4 een apotheose beleeft. Het verschenen papieren boek bevat opnieuw een verhaallijn met deze man, maar nu ook vanuit zijn perspectief. 

Het idee was vanaf het begin om online een fanbase op te bouwen om daarna een papieren boek te brengen. Gloude: 'Ik snap heel goed dat een boekhandel niet iedere debutant op voorraad kan nemen. Zeker niet van thrillers. Er verschijnt in Nederland één thriller per dag, de concurrentie is enorm. Via deze digitale weg kun je daarentegen heel gericht de doelgroep bereiken. Een partij als Kobo weet precies wie er allemaal van thrillers houdt. Van dit soort thrillers: met een girl next door in de hoofdrol, die haar onzekerheden laat zien, en met een heel Hollands decor. Deze reeks speelt zich af op Goeree-Overflakkee.'

Gloude volgt daarbij een afzonderlijke uitgeefstrategie per afzetkanaal. Ze wil dus niet iedere nieuwe titel meteen in alle vormen (papier, digitaal, audio) tegelijk lanceren. Ze ziet daarentegen een toekomst voor afzonderlijke strategieën. Daarom bracht Kobo de eerste vier delen, zoals een Netflix-serie, in een keer in de markt om zo bingereaden te stimuleren. Daarom komt er nu een (iets) omvangrijke roman in de fysieke boekhandel om lezers ook een ontspannen leeservaring te geven. En daarom is Gloude in gesprek over hoorspelachtige luisterboekafleveringen die je in de auto of voor het slapen gaan lezen. En dat zijn nog maar voorbeelden van de richting waarin ze het zoekt.

Lezers aan het bingereaden krijgen beschouwt Gloude bij Kobo als gelukt. 'Minstens de helft is na deel 1 door gaan lezen. Kobo kan ook zien hoeveel minuten iemand leest en of iemand een boek uitleest. Ook dat schijnt bovengemiddeld te zijn.' Het is nu spannend om te zien of deze lezers de stap naar de boekhandel zetten. 'De eerste reacties op Facebook zijn heel tof. Een lezer zei dat ze voor het eerst in zeven jaar in de boekhandel een boek voor zichzelf ging kopen, omdat ze niet kon wachten hoe de serie verder ging. Een ander ging dat zelfs voor het eerst doen. Maar hoeveel lezers nu ook het papieren boek willen? Het blijft een gok. Ik vermoed dat dertig tot veertig procent heus zal wachten tot de digitale uitgave er is. Daarnaast zullen we ook een ander lezerspubliek aanspreken dat nooit e-boeken leest of luisterboeken beluistert maar graag in de boekhandel koopt.'

Want het is natuurlijk niet de bedoeling om de verschillende boeken voor eeuwig als digital only dan wel 'uitsluitend fysiek' te laten bestaan. Gloude: 'Ik zou wel gek zijn als ik de eerste boeken bij succes niet ooit op papier uitbreng. En andersom ook niet. Maar je kan het vergelijken met het uitgeefbeleid rond midprices. Eerst breng je een gewone uitgave voor het publiek dat graag nieuwe boeken leest en een mooie uitgave waardeert, en als de loop eruit raakt, breng je een midprice, dat wordt opgepakt door een ander publiek. Zo komt Volkerak waarschijnlijk pas als e-boek beschikbaar als het boek toe is aan een nieuwe impuls.'

In ieder geval heeft de strategie gewerkt om Tica Morgan gespreid over verschillende verkoopkanalen te lanceren. Na het bewezen succes in Kobo Original heeft onder andere Bruna Volkerak ingekocht. 'Het is echt niet zo makkelijk om daar te liggen deze dagen.' De oplage en de totale inkoopaantallen houdt Gloude liever voor zich. 'Maar ik mag niet klagen. En er wordt al nabesteld. Ik ben ook heel benieuwd hoe lezers die haar werk nog niet kennen, zullen reageren. Ik doe daarom ook met vrouwenthrillers.nl een leesclub rond dit boek, waarbij de helft de serie al kent en de helft nog niet.'

Gloude Publishing bestaat nu ruim anderhalf jaar. 'De visie en de missie is gelukt', zegt ze daarover. 'Ik heb er ook veel lol in en werk met fijne mensen samen. Maar het is nu hard werken aan de groei. Zeker in deze tijd. Ik heb geen grote buffer en als je dan, zoals alle uitgeverijen, te maken krijgt met het cancellen van bestellingen vanwege corona, is dat pittig. Je komt dan niet meer uit met je calculatie. Ik heb ook twee titels moeten uitstellen. Gelukkig heb ik geen duur kantoorpand of vaste werknemers en kan ik bezuinigen door bijvoorbeeld tijdelijk geen pr in te huren. Dat doe ik nu zelf. Ik kan flexibel zijn.'

De nauwe samenwerking met Kobo Originals bleek in deze tijden praktisch. Gloude: 'Want met hen als uitgever hoef ik niet alles zelf te investeren. Met papieren uitgaven neemt de uitgeverij alle investeringen en risico’s voor zijn rekening. Een ander groot voordeel van digital is geen retouren! Met een uitgave van een papieren boek kunnen die je opeens duizenden euro's armer maken. Tegelijk profiteren we van de enorme boost die digitaal lezen tijdens corona heeft gekregen. Kobo had in april en mei supergoede maanden.Die combinatie met digitaal maakt mijn bedrijf daarom stabieler.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 23 jun)

zaterdag 27 juni 2020

Sandra & Erik van Doorn over de verhuizing naar het nieuwe Broese (Boekblad)

Middenin de coronacrisis verhuisde Broese naar een schitterend pand aan de Neude. Even vreesden eigenaren Sandra en Erik van Doorn dat alles in het water viel, nu zien ze vooral de grote mogelijkheden op de nieuwe locatie.

Jarenlang zochten Sandra en Erik van Doorn naar een nieuwe locatie voor boekhandel Broese in het centrum van Utrecht. Maanden is er gewerkt aan de 1800 vierkante meter grote winkel in het voormalige postkantoor aan het Neude, de nieuwe thuisbasis van de openbare bibliotheek. Maar toen de eigenaren het resultaat met gepaste feestelijkheden wilden tonen aan leveranciers, collega-boekverkopers, relaties en bovenal klanten, golden de strengste lockdown-maatregelen. Alles moest in allerijl worden afgelast. Er mogen, ook nu nog, niet meer dan ruim honderd klanten tegelijk binnen zijn. Een afgepast aantal mandjes bij de ingang aan de Oude Gracht voorkomt dat het drukker wordt.
Toch is het sinds 23 april elke dag een beetje feest bij Broese. Eerst kwam die ochtend de Utrechtse schrijver Ronald Giphart langs om met het doorknippen van een lint de winkel voor geopend te verklaren – een aangename verrassing van bedrijfsleider Grietje Braaksma voor het echtpaar-Van Doorn. Daarna lieten veel mensen die hun nieuwsgierigheid niet konden bedwingen en toch snel kwamen kijken, hun bewondering blijken voor de nieuwe winkel: de verrassende combinatie van oud en nieuw, de slimme verdeling in verschillende werelden verspreid over de winkel, de overheersende speelsheid en lichtheid.
De eerste reacties zijn erg enthousiast, zegt Erik van Doorn. 'Ook medewerkers zijn er erg gelukkig mee. Iedereen loopt met een big smile rond. Natuurlijk waren er kleinigheden niet goed gegaan of ontdek je dingen die je toch liever aanpast. Zo was er iets misgegaan met de vloer van de kinderboekafdeling. Daar lag aanvankelijk noodgedwongen een betonvloer. Maar door de heftige weken direct na het uitbreken van de coronacrisis, maken we ons daar niet meer druk om. In februari zouden we om zoiets wakker hebben gelegen, nu is het gewoon iets wat gebeurt. We zijn allang blij dat deze schitterende winkel gewoon open kan zijn.'

Sinds de overname in 2014 wisten jullie: Broese moet weg van de Stadhuisbrug. Heeft het lang geduurd voor jullie het oude postkantoor vonden?
EvD: 'We hadden tien jaar. Maar we keken vanaf het begin al om ons heen naar opties voor een groter pand. Dat moest wel, Utrecht is niet rijkelijk bedeeld met mogelijkheden voor ons formaat. Wij hebben veel vierkante meters, wij willen in het centrum blijven en dan zijn de ruimtes niet een twee drie beschikbaar. We hebben door de jaren heen vier, vijf locaties bekeken. Steeds was er iets waardoor we zeiden: toch maar niet. Tot dit pand voorbij kwam.'
SvD: 'Dan duurde het nog lang voordat we zekerheid hadden. Bij de eerste contacten met verhuurder ASR kwamen we niet tot overeenstemming. Wij zagen Post Utrecht niet als betaalbare optie, de huurprijs was een te groot risico voor ons. Later keerde ASR bij ons terug. Toen keken we in vele gesprekken naar: hoe kan het wél? Uiteindelijk zijn we eruit gekomen, maar het was een intensief proces.'

Wat maakt deze locatie ideaal?
EvD: 'Het zit midden in het hart van Utrecht. En: de toegang naar het centrum vanaf het station en Hoog Catherijne loopt steeds vaker via Lange Viestraat en De Bijenkorf – dus naar ons. Alle veranderingen creëren een natuurlijke trek die kant op. Mede door de komst van nieuwe winkels als een grote Zara op het Vredenburg. Vroeger ging 40% via deze weg, dat is nu eerder 50% en dat zal verder verschuiven.'
SvD: 'Ook omdat Broese een autonome trekker is. Kijk naar de onderzoeken van KVB Boekwerk naar de impact van het boek over de rechtstreekse economische waarde van een boekhandel. Wij geloven zeker dat ook wij die kracht hebben.'

Het pand helpt daarbij?
EvD: 'Zeker. Het heeft grandeur, het is een blikvanger zoals wij die willen zijn. En de ontwerpers hebben dat versterkt. Ze zijn er heel goed in geslaagd om zo'n groot pand toch een zekere intimiteit te geven, zonder de grootsheid te verliezen. Dat komt door de opdeling in zes aparte werelden die ieder een eigen uitstraling hebben. De sfeer is ook heel hoog, omdat de oude muren zo veel mogelijk zichtbaar zijn, onder andere door de glazen lift. Je zou kunnen zeggen: het pand is het decor van de winkel. Dat het zo'n fraai monument is, maakt het voor wat wij verkopen uitermate geschikt.'

Jullie hebben gekozen voor designbureau NomNom, die steeds meer boekhandels hebben ingericht. Waarom?
EvD: 'NomNom heeft zich er zo langzamerhand in gespecialiseerd. Ze zijn begonnen bij Van der Velde destijds. Zo zijn wij aan hen gekomen voor onze winkel in Zeist, die in 2016 is verbouwd. Ook hebben ze bijvoorbeeld Kooyker (Leiden), De Algemene Boekhandel (Amersfoort) en Blokker (Heemstede) geheel of gedeeltelijk verbouwd. We wilden graag weer met hen in zee, ook al is het iedere keer 200 kilometer rijden naar hun kantoor boven Groningen. Zij kunnen heel goed visualiseren wat wij onbeholpen onder woorden brengen en komen dan met details waar wij nooit aan gedacht zouden hebben, maar die wel precies uitdrukken wat wij bedoelen. Ze zijn ook vaak hier geweest om het pand te absorberen en de mogelijkheden te ontdekken. En ze hebben alles voortreffelijk uitgewerkt.'

Waar zit dat bijvoorbeeld in?
SvD: 'Omdat we in een monument zitten, moesten veel muren zichtbaar blijven. Dat betekent: weinig ruimte voor kasten. In deze winkel heb je dus veel tafels nodig. Dat hebben ze heel creatief gedaan. Alleen bij wetenschap staan veel kasten. Die hebben weer een heel speciale uitstraling. Ze doen denken aan oude Engelse bibliotheken, maar dan wel met een moderner kleurtje groen.'

Wat kan in dit pand wat in het oude niet kon?
SvD: 'We hebben meer oppervlakte: 400 vierkante meter. We hebben eindelijk een nieuwe uitstraling. Na 46 jaar was je wel op de oude uitgekeken. Dat alleen al geeft nieuwe mogelijkheden. Ook staan alle tafels op wielen, zodat ze aan de kant zijn te schuiven. Het groot aantal evenementen is altijd een kracht van Broese geweest. Nu kunnen we op alle afdelingen evenementen organiseren, groot en klein. Naast de lezingen, muziekevenementen of wat dan ook op het aparte podium op de entresol.'

Betekent dat: méér evenementen, zodra ze weer kunnen worden georganiseerd?
EvD: ' We deden in het cultureel seizoen al gauw drie keer per week iets. Kan dat meer worden? Dat hangt van het aanbod af. Het moet wel relevant en omzetgericht blijven. Het is geen doel op zich.'

Er zijn ook vrij veel afrekenpunten, viel mij op.
EvD: 'Dat klopt. In totaal zijn het er veertien. De oude winkel kende boekverkopers en een kassaploeg. Dus als de boekverkoper een gesprek had met klant, moest hij of zij op een gegeven moment de klant naar de kassa sturen. Dat hebben we omgegooid. Er zijn natuurlijk nog steeds kassa's voor wie zelf een boek uitzoekt en alleen wil afrekenen. Maar boekverkopers kunnen nu zelf met de klant meelopen, voor de afhandeling zorgen en eindigen met een 'tot ziens' terwijl de klant met zijn boeken in de tas de winkel verlaat. Daarvoor zijn die afrekenpunten of gecombineerde informatie- en afrekenbalies. Het helpt daarbij dat iedereen meer op pin is ingesteld, zodat je niet overal kassalades met geld hoeft te hebben.'
SvD: 'Het idee erachter is dat het contact tussen boekverkoper en klant persoonlijker moet worden. Dat maakt het onderscheid. We zien in Zeist hoe belangrijk het is. Boekverkopers kennen de klant, kunnen daarom boeken aanraden, en klanten durven daar op een gegeven moment op te vertrouwen en komen dan ook terug voor advies.'
EvD: 'Voor Broese is dat echt een cultuuromslag. De winkel kende de oude BGN-cultuur van de boekverkoper op zijn troon. De klant kwam naar de boekverkoper toe, terwijl wij willen dat dat andersom is. Al langer overigens. Vanaf dag 1 zijn we bezig geweest onze medewerkers zo ver te krijgen de klant aan te spreken. Maar in de oude winkel was het moeilijk om de vloer op te gaan – ook omdat de geplande verbouwingen steeds niet konden worden gerealiseerd. Hier kunnen ze de trainingen echt in de praktijk brengen. Daarom hebben we ook nu een boekje gemaakt waarin ieder personeelslid zich voorstelt met zijn favoriete boek. Dat werkt gelijk goed. Je hoort al klanten zeggen: "O, ben jij Clemens, dat wist ik niet. Ik ga dit boek kopen omdat jij het aanraadt."'

Wat is nog meer nieuw?
SvD: 'De horeca. Op termijn dan. We hebben er een medewerker voor aangetrokken, die daar nu nog niet de juiste invulling aan kan geven. We hebben de horeca bewust boven neergezet bij literatuur en wetenschap, omdat dat de onthaastingslezers zijn die daar rustig willen genieten. Eerst hadden we het op de entresol gedacht. Daar zou het echter te veel los staan van de boekhandelsbeleving. Er moet juist beweging omheen zijn, zodat je geen afstandelijk, doods gevoel krijgt. En beneden is het juist te onrustig.'

Horeca is heel gewoon in de boekhandel geworden. Misten jullie het echt?
SvD: 'Heel erg. Je hoorde steeds vaker klanten vragen waar ze bij ons koffie konden drinken. Maar wij hadden er geen ruimte voor.'
EvD: 'In Zeist heeft de coffeecorner ook een grote toegevoegde waarde. Ik wilde het eerst niet, Sandra wel en zij heeft helemaal gelijk gehad. De koffie bindt klanten aan de winkel. Het verschil is dat het in een dorp als Zeist bedoeld is als promotie, maar in een stad als Utrecht als verdienmodel. Dat moet wel met de vierkante meter-prijs op een locatie als deze. Moet de horeca dan aan de straat zitten? Nee. Het is echt bedoeld voor bezoekers en we zijn overtuigd dat als die het eenmaal kennen, ze er wel voor naar boven komen. Gelukkig merkten we binnen een week al dat klanten geen enkel beletsel ervaren om de roltrap naar boven te nemen.'

Waarom staat de literatuur boven en bijvoorbeeld reizen en kinderboeken beneden?
EvD: 'Deels komt dat door het volume: wat kan je waar kwijt. Maar ook willen we de verstokte lezer de sfeervolle oase bieden die het boven is, terwijl mensen met kinderwagens nu niet per se naar boven hoeven. Ook omloopsnelheid speelt mee. Reizen is altijd een toprubriek voor Broese geweest, dus die staat op de centraalste plek. Helaas pakt dat deze maanden anders uit. Toch hebben we het laten staan, omdat het te veel werk was om het te verplaatsen – en het dan misschien over een paar maanden terug te moeten zetten.'

Hebben jullie ooit gedacht dat het coronavirus alle moeite voor de nieuwbouw zinloos zou maken?
SvD: 'Toen half maart alles dicht moest, bijna alle winkels om ons heen op slot gingen en er geen sterveling op straat liep, kregen we heel veel buikpijn. Alles valt uit onze handen, dachten we. We verloren tot 90% van de omzet. Gelukkig is het daarna gedeeltelijk hersteld. In Zeist zeker: daar sloten we april af met een plus. In een dorp voelen mensen veel verbondenheid. Als dan wordt opgeroepen om lokaal te kopen, heeft dat meer effect dan in het centrum van Utrecht. Hier is het moeilijker. Broese is afhankelijk van mensen die nu wegblijven: mensen uit de regio die een dagje komen shoppen, toeristen, studenten die tijdens de crisis de stad ontvluchten. Maar de omzet is al zo hoog dat we niet meer hoeven te vrezen dat ons voortbestaan op korte termijn in gevaar is.'

Ik kan me voorstellen dat Broese door de nieuwbouw weinig vet op de botten had.
EvD: 'Als de omzet twee maanden lang –90% was geweest, hadden we het ook niet gered. Maar de omzet in de eerste week na de heropening was gelijk aan die van de winkel op de oude locatie. Dat is niet de omzetplus waarop we hadden gerekend, maar we waren er niet ontevreden mee.'
SvD: 'Het is wel afwachten hoe het zich ontwikkelt. Het weer was goed. Veel mensen waren nieuwsgierig. Het zal dus eerder minder worden. Ook willen mensen zich nu nog aan de coronamaatregelen houden. Op de eerste zaterdag, toen het druk was, bleven mensen buiten wachten. Willen ze dat ook als het straks niet zulk lekker weer is? Je weet het niet. Aan de andere kant: sinds de crisis van 2008 wisten we al dat er geen zekerheden meer zijn. Je moet meebewegen met de ontwikkelingen, ook nu. Je moet kijken naar wat wél kan, om zo extra omzet te maken.'

Zoals?
EvD: 'Je moet experimenteren. Wij hebben nu een keurig podium: mooie stoelen, gordijnen erachter. Daar kun je heel goed – op gepaste afstand – een interview afnemen en dat streamen. Dat deden we in het tweede weekend na de opening voor het eerst. Dat werkt heel goed om op het netvlies van klanten te komen die nog niet naar de nieuwe winkel durfden te komen. En uitgevers werken er graag aan mee, omdat zij ook een podium missen voor hun auteurs.'
SvD: 'We kijken ook vooruit naar de decembermaand. Wat als we dan nog steeds te maken hebben met dezelfde beperkingen? We willen avonden organiseren voor bedrijven, met buffet en een bon voor alle personeelsleden die ze bij ons kunnen besteden. Of extra koopavonden voor particulieren, die allemaal een timeslot krijgen zodat het nooit te druk wordt. Daar moet je nu al voor werven, anders hebben bedrijven al andere beslissingen genomen.'
EvD: 'Ook zullen we sociale media inzetten om klanten aan te zetten om hun aankopen, anders dan ze de laatste jaren steeds meer gewend waren, níét in de laatste twee dagen te doen.'

En waar liggen los van de coronacrisis kansen?
EvD: 'We willen de band met Utrecht verstevigen. Broese is als onderdeel van Selexyz en Polare twee keer failliet gegaan. Dat betekende dat het klantenbestand dat op rekening kocht, een alternatief moest zoeken. Wij hebben daarom een voor onze omvang relatief gering aantal bedrijven en scholen als klant. We willen onze gunfactor, die door de nieuwbouw is vergroot, inzetten om dit aantal te vergroten.'
SvD: 'We gaan ons ook meer op sociale media en de website richten. We hadden vroeger acht grote etalages, nu nog maar drie en die zijn nog kleiner ook. Het team dat de etalages maakte, richt nu zijn energie op het optimaliseren en uniformeren van de uitstraling: in de winkel en online. We hebben bijvoorbeeld mooie reclamedoeken in de winkel hangen.'

Wordt ook online verkoop belangrijker?
SvD: 'Nee. De online-omzet is sinds invoering van de coronamaatregelen behoorlijk gestegen, ook bij ons. We hebben onlangs een nieuwe website laten ontwikkelen. Maar de basis van het bedrijf is en blijft de winkel. We hebben niet voor niets zo veel in dit pand geïnvesteerd, de coronacrisis verandert daar niets aan. We gaan ervan uit dat mensen, als het allemaal voorbij is, weer bij ons zullen winkelen. En we zullen er alles aan doen om dat te stimuleren. Via het boekje waarin het personeel zich voorstelt, maar ook met de oprichting van leesgroepen – die we in Zeist al hebben – willen we dat zoveel mogelijk mensen Broese zien als "mijn winkel".'
EvD: 'De webshop is alleen additioneel: als service aan klanten, zodat ze zelf kunnen bepalen hoe ze hun boek bij Broese kopen. Gelukkig wordt de webshop ook steeds persoonlijker, nu de bestelling niet meer automatisch wordt afgehandeld door CB, maar wij tot 16 uur de kans krijgen om uit eigen voorraad een boek op te sturen - in plaats van een extra exemplaar te moeten aankopen. Zo kunnen we het pakje personaliseren. Met een vriendelijke tekst als "veel plezier, bedankt voor uw bestelling", zodat het echt afkomstig is van Broese.'

Toch is de verwachting dat netto meer mensen winkelcentra zullen mijden.
SvD: 'Wij gaan ervan uit dat Broese een trekker blijft. Wij bieden een groot, breed assortiment, waardoor iedereen zich kan laten verrassen, met kundige vakmensen. Het is niet het "mensen die dit kochten, kochten ook dat" van internet. Mensen uit Renswoude zullen daarom naar Utrecht blijven komen.'
EvD: 'Wij hebben ook het geluk dat deze stad op het ogenblik enorm aan de weg timmert. Kijk naar de Jaarbeurszijde van het station: er worden woningen en kantoren gebouwd. Als iedereen weer op kantoor kan werken, zal Utrecht als een van de weinige steden niet met leegloop te maken krijgen.'
SvD: 'Wel zal er eerst een economische crisis zijn. Daar houden we al rekening mee: ik heb de bestellingen voor kalenders naar beneden bijgesteld. Maar ook hiervoor geldt dat je alleen maar kunt afwachten wat er precies gebeurt.'

Hoe zal het boekhandelslandschap veranderen?
SvD: 'Iedereen weet dat met name kleinere winkels weinig vlees op de botten hebben en dan moet je vrezen voor hun voortbestaan. Dat probleem speelde al in verband met opvolging of, hier in Utrecht, hogere huren. De Literaire Boekhandel moest stoppen toen ze een nieuw contract kregen voorgelegd. Als je de komende periode je winkel moet verkopen, zul je daar niemand voor vinden. En als er een boekhandel verdwijnt, komt er geen andere boekhandel voor terug.'
EvD: 'Dan kun je misschien denken: gunstig voor Broese, als wij bij wijze van spreken als enige overblijven. Maar dat is helemaal niet zo. Wij vonden het heel jammer dat De Literaire Boekhandel verdween, omdat wij juist baat bij veel boekhandels in de buurt. Van Bijleveld tot Savannah Bay: elke winkel heeft zijn eigen klantenkring en gezamenlijk versterken we elkaar. Maar hoe hard we ook hopen dat alle boekhandels overeind blijven, we vrezen wel dat dat niet het geval zal zijn.'

Kunnen boekwinkels elkaar wel meer dan voorheen steunen?
EvD: 'Eigenlijk niet, omdat iedereen zijn eigen problematiek heeft. Wij waren bijvoorbeeld te druk met de verhuizing. In algemene zin is het boekenvak bijzonder collegiaal, maar je kunt alleen in gedachten bij elkaar zijn.'

Is er voldoende steun van uitgeverijen?
SvD: 'Uitgevers voelen de crisis minder, omdat de inkoop – voor een deel – is verschoven naar online. En er wordt niet minder gelezen, eerder meer. Ik hoop wel dat ze zich blijven realiseren hoe belangrijk de fysieke boekhandel is. Wij geven boeken een gezicht. Wij zorgen er zo voor dat klanten ze leren kennen, dat erover wordt geschreven, dat de auteurs ervan een podium krijgen. Dat doet Bol over het algemeen niet. Het is daarom uiteindelijk van levensbelang voor uitgeverijen dat zo veel mogelijk boekhandels overeind blijven.'

Is de crisis daarom hét moment om hogere kortingen te bedingen?
EvD: 'Nee. Wij onderschrijven nog altijd het idee: we hebben elkaar nodig. Als verhoogde kortingen uitgevers in problemen brengen, schieten wij daar niets mee op. Laten we dus billijk blijven. We willen ook korting niet leidend maken bij de samenstelling van ons assortiment. Sommige titels horen hier gewoon te liggen, ongeacht de korting die we ervoor krijgen.'
SvD: 'Belangrijker is dat de prijzen omhoog gaan. Een boek kost nog altijd bijna evenveel als eind jaren tachtig. Waarom kost een boek van 450 bladzijden 17,99 euro en geen 24,50 euro? Terwijl alle kosten stijgen: papier, energie, personeel. Nu je steeds minder exemplaren per titel verkoopt, moet er een inhaalslag plaatsvinden. Sinds de verhoging van de btw vorig jaar is het dringend. Dat kostte ons 3% marge. En nu helemaal. Het wordt wel anders als er inderdaad een heftige economische crisis komt. Dan spelen andere overwegingen ook een rol.'

De psychologische grens van 20 euro is toch geslecht?
EvD: 'Ten dele maar. Er zijn boekhandelsketens die daar nog sterk aan vasthouden. Die denken dat hun klanten niet meer uit willen geven. Ik vind het een non-argument. Als een boek toch 29,99 euro kost, verkopen zij hem óók – hooguit bestellen ze hem later. Maar die instelling maakt het voor uitgevers lastig de prijs echt te verhogen. Het komt voor dat we een boek inkopen met een aanbiedingsprijs van 23,50 euro die onder druk van ketens uiteindelijk toch 19,95 euro kost. Daar zijn wij niet blij mee.'

Wat kunnen uitgevers meer doen?
EvD: 'Adverteren en zeggen dat het boek te koop is bij de boekhandel. Dus niet: "bij de (online)boekhandel". Daar gaat de suggestie vanuit dat je het online moet kopen. Dat je eerst op internet moet kijken. "Bij de boekhandel" is daarom genoeg, dan kan de klant zijn eigen keuze maken. Ik ben blij dat de CPNB kort geleden is gestopt met de gewoonte en ik hoop dat uitgevers volgen. Je ziet ook steeds vaker schrijvers de hashtag "koop lokaal" gebruiken, waar ze vroeger eerder op Bol wezen – terwijl die niets voor hen doen. Dat soort uitingen moeten de norm worden.'

Is de verhuizing het grote sluitstuk van jullie carrière? Jullie zijn beiden rond de zestig.
SvD: 'Nee hoor. We blijven om ons heen kijken en als we een leuke uitdaging zien, pakken we dat weer op. Het nieuwe pand was een stip aan de horizon waar we naartoe werkten, maar al binnen een week na de verhuizing was het oude pand al helemaal uit mijn hoofd verdwenen en denk ik alleen nog aan wat hier beter kan of anders moet. En dat werk aan de winkel is nog steeds ontzettend leuk. Het vak zit vol hartstikke leuke collega's en het team, in Utrecht en in Zeist, is bijzonder gezellig en capabel.'
EvD: 'Wij gaan ook geen opvolger zoeken. We gaan onszelf misschien uitfaseren, als dat nodig is. Maar we blijven eigenaar.'
SvD: 'Het heeft toch geen zin om op lange termijn plannen te maken. De wereld kan à la minute veranderen. Dat leerden we met de crisis in 2008. Dat hebben we in ons persoonlijk leven meegemaakt. En dat zien we nu weer. Dus we kijken alleen naar wat op ons pad komt en hoe we daar mee moeten omgaan.'
(Eerder gepubliceerd in Boekblad magazine, mei 2020)

maandag 22 juni 2020

De samenwerking tussen Primera en Libris Blz (Boekblad)

Een eigenaar van een Primera is een generalist die graag ook boeken aanbiedt. Een boekhandelaar van Blz. is een specialist die graag een bredere ondersteuning krijgt om te kunnen overleven in kleinere kernen. Om die reden zien de twee formules grote voordelen in de opbouw van een netwerk van gezamenlijke combinatiewinkels.

Het gaat goed met Primera. 'En dat al lang ook', zegt Christel Teeuwen. De formuledirecteur van de gemakswinkels werkt al vijftien jaar bij Primera 'en deze jaren kenmerken zich door groei. In 2019 is onze brutowinst met 5% gegroeid. Ook alle individuele productgroepen zijn geplust. Voor boeken is dat bijvoorbeeld +7%. Ook het aantal winkels is opnieuw gestegen: naar 517. Er zijn er negen bij gekomen. Alleen al in het eerste kwartaal van dit jaar komen er nog eens negen Primera winkels bij, waarvan twee gecombineerd met Blz.'
Het geheim van het succes schuilt in 'een breed aanbod dat zich steeds aanpast aan de behoefte van de klanten in combinatie met de service naar de consument' in de wijken en buurten – van dorpen tot decentrale winkelcentra in grotere plaatsen – waar een Primera overwegend is gevestigd. De winkels bieden een mix aan producten en diensten die de consument bij uitstek niet online besteld, maar graag een blokje om voor loopt om het meteen in huis te hebben. Een wenskaart voor je jarige oma, een pakje shag, een tijdschrift voor jezelf, een cadeaukaart. Of een pakje dat je met PostNL wil versturen.
'Die mix hebben we voortdurend aangepast', zegt Teeuwen. 'We begonnen in 1991 met alleen tabak, loterijproducten, tijdschriften en wenskaarten. Maar we hebben dat steeds verbreed, al snel ook met boeken, zodat je teruglopende markten kunt opvangen met groeiende markten. Veranderen zit echt in het dna van deze formule. Je loopt daarbij wel het risico dat Primera een buurtwinkel met van alles en nog wat wordt. Een winkel zonder identiteit. Alle producten die wij voeren, moeten daarom passen in de driehoek 'vrije tijd', 'cadeauartikelen' en 'handige service in de buurt'.'
Zo werden vorig jaar nog telecom geïntroduceerd als productcategorie. 'We verkochten al beltegoeden en sim-pakketten, maar deze markt groeit enorm en de vraag naar aanvullende producten en diensten nam toe. We hebben het eerst geprobeerd met telefoonreparatie voor de zakelijke markt. Dat leverde onvoldoende op. Niet alles lukt tenslotte. Daarna hebben we ons gericht op telefoonaccessoires, in samenwerking met Apple die een official reseller zocht. Dat werd wel een succes. Dankzij de ondernemers die iedere keer een categorie moeten omarmen en dat ook nu deden.'

Het gaat lang niet zo goed met Blz. – de formule van Libris Blz. BV voor kleinere boekhandels, die eveneens overwegend in 'de regio's' zijn gevestigd, zoals directeur Caroline Damwijk het formuleert. De winkels worstelen allemaal met de twee grote uitdagingen in het boekenvak. Een: de blijvende verschuiving van de verkoop naar online. Twee: de gestaag afnemende interesse in het boek. En voeg daar nog bij de algemene problemen zoals de verschraling van het winkelaanbod in kleinere kernen.
'In totaal heeft Libris Blz. 177 winkels - 98 van Libris en 79 van Blz.', zegt Damwijk. 'De bovenste helft daarvan doet het gewoon prima. Dat zijn winkels in stedelijke gebieden met een grote voorraad – een element dat al essentieel was, maar alleen maar belangrijker wordt. Zeker in combinatie met een aanbod online. Dat zijn overwegend Libris-winkels. Daaronder zitten de winkels in de regio's die het echt lastig hebben. Daar hebben we te maken met terugloop, omdat winkels het niet langer bolwerken of geen opvolging hebben.'
Volgens De Nationale Franchisegids blijft het aantal Blz.-winkels jaar na jaar redelijk stabiel. Maar iedereen kent de voortdurende stroom nieuwsberichten over sluitende winkels, waar met enige regelmaat een Blz. tussen zit. Het recentste voorbeeld is Muilenberg in Bleiswijk. De nieuwe eigenaar van het pand waar de winkel gevestigd was, had de huur opgezet. Eigenaar Janine Muilenberg zag daarop geen mogelijkheden om elders, zo nodig op kleinere schaal, opnieuw te beginnen.

Primera en Blz. hebben op het niveau van individuele ondernemers al decennia een onderlinge relatie. Ondernemers in Brummen Twello, en Steenwijk zijn in enkel geval al tien tot twintig jaar aangesloten bij beide coöperaties. In 2014 startte een formele samenwerking die de relatie intensiever maakte. Toen begon Blz. met de inkoop van boeken voor inmiddels een stuk of dertig Primera winkels (de zogenaamde 'inkoopleden') die een relatief groot aanbod boeken in huis hebben – denk aan een jaaromzet tussen de dertig- en tachtigduizend euro.
Tegen de achtergrond van het veranderd retailklimaat lag echter een volgende stap voor de hand: de opbouw van een netwerk van combinatiewinkels. 'Wij zeggen: nu waait er een storm door het retaillandschap, straks wordt dat een tornado', redeneert Damwijk. 'De tijd dat je alleen maar de deur open hoefde te doen, is natuurlijk al lang voorbij. De klant is superverwend geworden. Aan de ene kant hebben ze Amazon to go's, waar alles elektronisch gaat. Aan de andere kant verwachten ze nog steeds een winkel die alles heeft en waar ze gemakkelijk kunnen vinden wat ze zoeken.'
Welke lokale ondernemer kan nog aan die verwachting voldoen? 'Om in de tornado te kunnen overleven, komt het aan op de fitheid van de ondernemer. Die was al essentieel, maar wordt cruciaal. Daar heeft hij landelijke steun bij nodig: van de marketing en integratie met online, tot de invoeren van innovaties en het meegaan met trends. Neem de opkomst van cadeaukaarten. Ooit waren er maar een handvol, nu zijn er honderden. Primera heeft dat perfect opgepakt, waardoor deze keten nu marktleider is.'
Alleen: Libris Blz kan de lokale Blz.-ondernemer alleen ondersteunen bij het specialisme boeken. 'Weliswaar doen we dat in de volle breedte: dus inclusief verkoop via internet, afgeleiden als het luisterboek en initiatieven als Bookstore Day. Maar toch, het gaat alleen om boeken. Terwijl dat product voor de ondernemer alleen maar een deel van het totaal is. Gezien de opkomst van het non-boek is het dat zelfs in toenemende mate. Daarom zag je ook dat steeds meer ondernemers van ons lid werden van Primera.'
De samenwerking is daarom bottom-up ontstaan, benadrukt Damwijk. 'Want de klanten in Brummen of Twello gingen op Primera.nl zoeken naar de boeken van hun lokale winkel. De winkels hadden wel een Blz-schaduwsite, maar het merk Primera is nu eenmaal heel herkenbaar. Ondernemers confronteerde ons daarmee. Toen we zulke dingen steeds vaker hoorden, dachten we al snel: we moeten de samenwerking naar een hoger plan tillen en zorgen dat Primera en Blz. een vanzelfsprekende combinatie wordt.'

Ook voor Primera is samenwerking zinvol, legt Teeuwen uit. Als generalist werkt het voor veel productcategorieën nauw samen met andere partijen. 'Hoe nauw precies hangt per categorie af van de marktsituatie.' Maar dat zijn altijd groothandels of producenten. Denk aan groothandel Verhaak voor kantoorartikelen, Hallmark voor wenskaarten of Riverdale voor gifts. 'En cadeaukaarten doen we helemaal zelf, omdat we dat zelf hebben ontwikkeld: van vier stuks tussen de postzegels in 2008 tot drie meter in vele winkels in 2020.'
Maar voor boeken is een dergelijk nauwe relatie met producent – uitgeverijen dus – of leverancier eigenlijk ondenkbaar. 'Veldboeket was jarenlang een belangrijke leverancier van Primera, maar kon de topverkopers onvoldoende ondersteunen. De rol van een soortgelijke leverancier blijft wel van belang voor Primera, om deze reden is zeer recent een overeenkomst gesloten met Book & Service. Zij beleveren de Primera-winkels met een boekenomzet tot ongeveer 30.000 euro.'
Dus waarom niet samenwerken met een andere retailer om zo de uitstraling van Primera als boekverkoper te versterken? Zeker een partij als Libris Blz., die goed bij Primera past. 'Wij werken allebei vanuit de coöperatieve gedachte. We zijn allebei landelijke organisaties die ondernemers lokaal wil laten excelleren – en niet aandeelhouders meerwaarde te bieden', zegt Damwijk. 'Wij geven de ondernemers daarbij allebei veel vrijheid', vult Teeuwen aan. 'Primera heeft een formule-uitstraling. Maar afhankelijk van waar lokaal vraag naar is, kan een ondernemer kiezen hoe sterk hij inzet op bijvoorbeeld boeken. Natuurlijk, vinden wij. Dáár zit juist de kracht.'
Daarbij kennen de hoofdkantoren van Primera en Blz. allebei weinig verloop. Veel medewerkers zitten er al decennia, inclusief Damwijk en Teeuwen zelf. Damwijk: 'Dat geeft veel vertrouwen bij ondernemers. Ze weten: als wij iets nieuws bedenken, kunnen ze ons daar op afrekenen omdat wij er straks nog steeds zitten. Dat biedt ruimte voor experimenten als het digitaal beursplein. Uitgevers en boekhandelaren stonden eerst niet bij te juichen. Nu wordt het gezien als een van onze sterke punten.'
'Met steeds een nieuwe directie die steeds een nieuwe visie ontwikkelt,' zegt ook Teeuwen, 'ga je als organisatie zwabberen. Wij varen juist een steady koers. Alle aangesloten ondernemers weten waar wij voor staan. De samenwerking werd ook met een 8+ beoordeeld. Uitzonderlijk goed. Dat heb je nodig om ondernemers in beweging te houden. Door nieuwe productgroepen te gaan voeren. Door te investeren in de winkel – vorig jaar hadden we dertig verbouwingen. En: zonder beweging hol je als retailer achteruit.'

Primera en Blz. zijn dit jaar begonnen om zich gezamenlijk te profileren. Zo hadden de organisaties van 12 tot en met 14 januari een gemeenschappelijke stand op de Trendzbeurs voor home decoration- en lifestyleartikel in Gorinchem. Er is inmiddels ook een glanzende promotiefolder gemaakt. Op deze beurs kwamen ook de negen ondernemers bij elkaar die al een combinatiewinkel hebben. Daar hebben Damwijk en Teeuwen met hun respectieve teams de wensen geïnventariseerd.
'Daar kwamen al snel heel praktische wensen boven tafel', vertelt Damwijk. 'Bijvoorbeeld de folders. Wij hebben er allebei één. Hoe kun je die combineren? Heel simpel: met een bandje eromheen, zodat echt bij elkaar horen. Op sommige momenten – zoals Primera met Moederdag en wij met de Boekenweek – is er maar één folder. Dan is het fijn dat er in de Moederdagfolder toch een paar pagina's boeken staan. En met de Boekenweek andersom. Zodat de assortimenten elkaar toch versterken.'
En zo moet beide organisaties zich op alle terreinen naar de ondernemers met een combinatiewinkel én hun klanten als één organisatie profileren. Damwijk: 'Dus: hoe integreer je de webshop, zodat Primera-klanten de boeken en de winkels goed kunnen vinden? Welke gezamenlijke acties kun je combineren? Wat is het beste interieur? In Primera Steenwijks Boekhuys hebben we daar een eerste aanzet toe gegeven. De boeken staan tegen een zwarte achtergrond, zodat het er echt uitspat. Die kleur past ook goed bij het Blz.-logo. We monitoren nu wat dat met de omzet doet.'
Dat zal wennen zijn, zegt Teeuwen. 'Maar je ziet nu al dat de marketingteams elkaar opzoeken. Daardoor kan het gebeuren dat je opeens 's avonds een appje krijgt van een blije ondernemer die laat weten: "Yes. Het Blz.-logo staat nu op de folder". Dan kun je denken: is dit alles? Maar daar begint het mee. Vervolgens integreer je de traditionele werking van folders en op termijn trek je samen op in de online marketing. Net zo lang tot je deze ondernemers met een combinatiewinkel optimaal ondersteunt bij de tractie van klanten.'

Het doel van Primera en Blz. is om de komende twee jaar te groeien naar dertig tot zestig combinatiewinkels. Daarmee ontstaat er in feite een nieuwe keten. 'Het moet een logische combinatie zijn voor bestaande en toekomstige ondernemers, die weten dat wij hen kunnen steunen bij het runnen van een toekomstbestendige winkel', zegt Damwijk. 'Wij hebben nu al ondernemers die noch bij Primera noch bij ons zaten, zoals in Nieuw-Vennep die deze maand opent. Omdat er steeds minder boekhandels zijn, zal het steeds meer voor de hand liggen.'
Voorwaarde is wel dat de ondernemers kennis van boeken hebben dan wel willen verwerven – Libris Blz. kan daarbij training en begeleiding aanbieden. 'Het moeten 100% volwaardige boekhandels blijven. Je kunt niet even een conceptje Blz. erbij nemen en dan heb je het. Dan werkt het niet, dan kun je beter alleen een top 10 neerleggen. Boeken is een product waar je letterlijk en figuurlijk tijd in moet stoppen, wil je dat het gaat lopen en rendement oplevert.'
(Eerder gepubliceerd in Boekblad Magazine, feb 2020)

vrijdag 19 juni 2020

Recensie: 'Cliënt E. Busken' van Jeroen Brouwers (De Lage Landen)

ZE DEED OF ZE ME NIET KENDE
Cliënt E. Busken van Jeroen Brouwers

In Cliënt E. Busken schetst Jeroen Brouwers op indirecte wijze een genadeloos portret van een woest raaskallende grijsaard. Wat Brouwers’ twaalfde roman tot een meesterwerk verheft, is andermaal het verbluffend fris gebleven taalspel.

Vreemde kerel, die E. Busken. De bejaarde man zit opgesloten in Huize Madeleine. Hij is dement, zeggen zijn behandelaars, hij hoeft geen hoop te koesteren dat hij ooit levend het terrein zal verlaten. Maar zelf beweert de verteller van Cliënt E. Busken van Jeroen Brouwers – zelf onlangs tachtig geworden – bij hoog en bij laag dat er niets aan de hand is. Hij houdt zich uit protest doof en stom. Hij doet alleen maar alsof hij niets meer hoort, niets meer kan zeggen, niets meer begrijpt.
De Nederlandse literatuur kent wel meer dementerenden die van hun schepper het woord hebben gekregen. Denk aan Maarten Klein uit Bernlefs bekendste roman Hersenschimmen (1984), die voelt hoe hij langzaam zijn grip op de wereld verliest. Of aan Désiré Cordier uit Dimitri Verhulsts’ De laatkomer (2013), die verward en verloren rondloopt tot hij wordt ondergebracht in een tehuis voor seniele bejaarden. De eerste leed echt aan de ziekte van Alzheimer, de tweede deed alsof om te kunnen ontsnappen aan een decennia durend futloos bestaan als gekoeioneerde echtgenoot.
Maar op wie van deze twee lijkt E. Busken het meest? Is hij de man die zich zo hardnekkig kant tegen het verbrokkelen van zijn geesteskracht dat hij nog geen millimeter wil toegeven aan de gedachte dat hij misschien niet helemaal meer de oude is? Of is hij echt door een noodlottig misverstand tussen de aftakelende oudjes beland en is zijn protest, als gevolg van zijn piepende en krakende lichaam, nu eenmaal de enige mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen de gang van zaken?
Het is de onduidelijkheid van het antwoord op deze vraag die Brouwers’ twaalfde roman zo’n sterke spanning geeft.
Het moge in ieder geval duidelijk zijn dat Busken – wiens nagelaten geschriften, of beter gezegd: gekrabbel, je leest – ze niet allemaal meer op een rij heeft. Hij lijdt aan een extreme vorm van grootheidswaanzin. Hij kan tijdens de roman geen terrein van kunst of wetenschap aanstippen of hij verklaart dat hij daarop heeft geëxcelleerd. Hoogleraar in een handvol disciplines, expeditieleider, geniaal componist; hij beroemt zich er even plompverloren als zelfverzekerd op.
En wie hij allemaal niet heeft gekend! “De Russische ambassadeur liep er rond”, schrijft hij over een “party” waar hij “episch dronken” is geworden. “En Beatrix. In die dictie van d’r, welke ze in haar latere staatshoofdjaren nog zou aandraaien tot bijna-kokhalzen, richtte deze zich (...) pardoes tot mij. (...) En Harry Mulisch, die was er ook.” Hij verkeerde zelfs op intieme voet met mensen die al lang en breed zijn overleden: Piet Mondriaan ( 1944) of Hermann Rorschach ( 1922).
Ondertussen hapert zijn geheugen wel degelijk. De vaak herhaalde bezwering dat de harde schijf in zijn kop geen mankementen vertoont, gaat niet zelden gepaard met een bewijs van het tegendeel. Steeds vaker crasht het programma waar hij op draait. Meestal verbastert hij een naam van een medewerker van Huize Madeleine. En ja, ook met de “Latijnse nomenclatuursels van planten en insecten” begint hij moeite te krijgen, geeft hij toe. Maar het zet je wel aan het denken. Wat is hij nog meer vergeten?
Als je eenmaal inziet dat Busken volstrekt onbetrouwbaar is, krijg je vanzelf oog voor de bekentenissen die hij zich ongewenst laat ontglippen. Hij was niet het natuurtalent dat na plotselinge ziekte van een wereldbefaamde dirigent spontaan het orkest door Mahlers ‘Symphonie der Tausend’ kon loodsen, maar een verloederde alcoholist die niets anders deed dan in zijn verwaarloosde woning op alle mogelijke paperassen warrige autobiografische aantekeningen te maken. Zoals hij nu nog steeds doet.
Busken blijkt zelfs verrassend helder. Het begint al met de reden waarom hij in het tehuis is beland. Hij is ontvoerd, briest Busken, die slechts kan gissen naar de reden daarvan. Jaloezie? Omdat hij de directrice van het verpleeghuis parafraseert, begrijpt echter iedere lezer dat hij tijdens een delirium tremens zichzelf ernstig had verwond en dat de opgetrommelde ambulancebroeders onmiddellijk begrepen dat deze man niet langer voor zichzelf kon zorgen.
Ook geeft Busken zijn grootste obsessie prijs: zijn moeder. De eerste zin van de roman luidt: “...denk ik opeens aan mijn moeder.” Direct daarop volgt: “Ik denk nooit aan mijn moeder, die al decennia dood is.” In werkelijkheid duikt de vrouw die hem baarde, voortdurend in zijn bewustzijn op. Hij kan de gedachte simpelweg niet onderdrukken. Zelfs op de party waar hij zogenaamd was, stond zij tussen Beatrix en Mulisch van de cocktails te nippen. “Maar [ze] deed of ze me niet kende.”
Dankzij al die opborrelende herinneringen begrijp je uiteindelijk waarom Busken is geworden wie hij is. Direct na de Tweede Wereldoorlog had zijn moeder een nieuwe man – een Indonesiër, van wie Busken de moeilijke naam na zo veel decennia wél precies weet: Suwarsi Pudjojono – waarna de zoon als een afgedankt huisdier werd gedumpt in allerlei pensionaten. En ondertussen kon dat joch, voor wie zij al die jaren kromlag, nooit iets goeds doen. Niet eens een opleiding afmaken!
Het tehuis waar Busken is beland, heet dan ook niet toevallig Huize Madeleine – naar het beroemde cakeje van Proust, dat hem op het spoor van de verloren tijd zette. Het tehuis roept, via de associaties met de vergelijkbare instituten voor jongeren waar hij opgesloten heeft gezeten, de eeuwig weggedrongen gedachte aan zijn jeugd op. Het verschil is alleen dat Proust de herinnering verwelkomde, waar Busken haar uit alle macht blijft verdringen. Met opschepperij en bravoure.
Het is knap hoe Brouwers het bekende instrument van de onbetrouwbare verteller inzet om op indirecte wijze een zo genadeloos portret te schetsen van deze woest raaskallende grijsaard. Het vergroot ook je deernis met hem. Want geleidelijk aan besef je dat hij altijd is gevlucht voor zijn demonen: met alcohol, tabak, schrijven, grootspraak. In zijn laatste levensfase worden deze reddingsboeien hem één voor één afgenomen. Behalve dat ostentatieve razen en tieren. Het is het laatste wat hem rest.
En tóch zijn het zorgvuldig uitgewerkt perspectief, de ingenieuze structuur en het genuanceerde portret niet de voornaamste redenen om Client E. Busken te verheffen tot meesterwerk. Dat is, andermaal, Brouwers’ taal. Het mag na een carrière van bijna zestig jaar en een oeuvre waarvoor de uitgever achterin de roman maar liefst zes pagina’s vrij moet maken om alle titels te kunnen noemen, een cliché van jewelste zijn. Maar het is een feit dat deze auteur zijn lezers opnieuw weet te verbluffen.
Ogenschijnlijk doet Brouwers niets nieuws. De roman speelt zich, zoals zo vaak in zijn werk, af op een klein oppervlak. Een paar ruimtes op één locatie, enkele dagen in aanloop naar de zomerbarbecue. De herinneringen flitsen zo kort op dat ze nooit flashbacks worden. Je bent altijd in Huize Madeleine. Dat geeft hem de gelegenheid om zijn taalspel te spelen: steeds terugkomend op dezelfde bewering, steeds variërend in woordkeus, zodat een hecht netwerk van betekenis en associatie ontstaat.
Maar het is zó fris gebleven. Je krijgt nooit het idee dat Brouwers zich herhaalt. Hooguit herken je in een bepaalde woordspeling, zoals “Buskebups”, de handtekening van de meester. Die frisheid wordt – denk ik – veroorzaakt door het gegeven dat Brouwers zich heeft ingehouden. Busken zelf heeft ze al niet allemaal op een rijtje. Hij schrijft zonder alinea’s, springt regelmatig van de hak op de tak. Dan moet je niet ook nog de taal al te ver oprekken.
Het gevolg is dat je – als je je antenne eenmaal zuiver hebt afgestemd op Buskens ruis – er even onherroepelijk als bewonderend door wordt meegesleept. En dan doet het er niet zo heel veel meer toe of deze patiënt nu een ongeneeslijk zieke dan wel een simulant is.


Jeroen Brouwers, Cliënt E. Busken, Atlas Contact, Amsterdam, 2020, 264 p.