zaterdag 29 juni 2019

Waarom Hebban en Libris Blz. een strategische samenwerking zijn aangegaan (Boekblad)

Hebban moet blijven bestaan en groeien. In het belang van het hele boekenvak, vindt Libris Blz. die daarom een strategische samenwerking is aangegaan met de grootste Nederlandstalige lezerscommunity. 'De Reading Challenge van Hebban bleek veel meer traffic naar de boekhandel op te leveren dan we hadden ingeschat.'

Een online platform verbindt zich natuurlijk het liefst met een andere online speler. Toch? Zo niet Hebban. De Nederlandstalige lezerscommunity met bijna 170.000 leden en ruim een half miljoen bezoekers per maand heeft een voorliefde voor de fysieke boekhandel. 'Onze gebruikers klikken niet massaal door om een boek te kopen', verklaart hoofdredacteur Sander Verheijen. 'Een groot deel heeft een voorliefde voor mooie boekhandels.'
Dat is geen natte vingerwerk, bezweert hij. Dat blijkt uit de enquêtes die Hebban onder leden heeft uitgevoerd. 'Hoe kom je aan je boeken? Ze lenen van de bibliotheek of gaan naar goedkope boekenbeurzen. En natuurlijk drukten sommigen op de verkoopknoop van webwinkels – we haalden vanaf het begin inkomsten uit affiliatie-programma's. Maar: meer dan 60% zegt haar boeken veelal in de lokale boekwinkel te kopen.'
Daarom heeft Hebban nu een strategische samenwerkingsovereenkomst getekend met Libris Blz. Bestaande gezamenlijke projecten die de afgelopen twee jaar zijn opgezet, worden uitgebouwd. Nieuwe, nog te bedenken projecten zullen worden geïnitieerd. Libris steekt een niet gespecifieerd bedrag in de site. Hebban zet de Libris-site exclusief achter de bestelknop. De content kan in de toekomst ook door Libris worden gebruikt.
'Wij begonnen twee jaar geleden te flirten met elkaar', vertelt Libris Blz.-directeur Caroline Damwijk. 'Wij vonden in Sander iemand die veel passie voor boeken heeft, creatief is en die houdt van doen. Want je kunt marktonderzoeken doen en businessplannen opstellen, maar veel liever heb je een leuk gesprek van een uur om dan gewoon enthousiast iets te proberen. Dat kan met hem. Dus we werden verliefd en zijn nu in het huwelijksbootje gestapt.'

Hebban, van start gegaan in 2014, heeft ondertussen een lange geschiedenis in het ondersteunen van de fysieke boekhandel. Al snel was er een boekverkoperspanel. Vanaf april 2016 waren onder andere Paagman, De Bilthovense Boekhandel en Scheltema Boekhandel van de maand. Het idee was: alle bestellingen via Hebban worden doorgeleid naar de boekwinkel in ruil voor aandacht voor de community op de winkelvloer.
Dat concept heeft het amper een half jaar volgehouden. 'Het werkte niet', zegt Verheijen. 'Iedereen zei meteen: "Heel leuk". Maar niemand had tijd om er echt iets mee te doen. Ik begrijp dat wel: in de boekhandel gaat het maar door, iedere dag zijn er nieuwe uitdagingen. Bovendien was het onlinekanaal bij veel boekhandelaren – drie jaar geleden meer dan nu – een ondergeschoven kindje. Online kwam achteraan.'
Daarop kwam Libris Blz. in beeld. In plaats van eerst een concept voor samenwerking op te stellen, deden beide partijen enkele projecten. Een voorbeeld is de Reading Challenge die Hebban al enkele jaren organiseert als een van de vormen die de community heeft bedacht om haar leden aan te zetten om meer te lezen. Leden kunnen de challenge naar eigen wens invullen, maar door het openbare karakter, werkt de uitdaging stimulerend.
'Om de fysieke boekhandel erbij te betrekken', vertelt marketingmanager Marcel de Groot van Libris Blz., 'heeft Hebban in 2018 een paspoort gemaakt. Die was digitaal beschikbaar op de site en in de app. Wie hem fysiek wilde, kon hem in de winkel ophalen. Dat bleek veel meer traffic naar de boekhandel op te leveren dan we hadden ingeschat. Iedereen had er 100 gekregen, maar we moesten bijdrukken. Dit jaar zijn er daarom 250 per winkel verspreid.'
Zo is er meer. Op Bookstore Day vorig jaar kregen een aantal Hebban-leden een bedrag om hun favoriete speciale uitgaven of dagdeals bij hun lokale boekhandels te halen – in ruil voor een verslag op Hebban. En samen met de Libris Literatuurprijs organiseerde de community leesclubs rond de genomineerde boeken. 'Daar deden vorig jaar maar liefst 450 leesclubs aan mee, waaronder meer dan 30% van jongeren', zegt Damwijk.
Ook succesvol was het afdrukken van de Hebban 1000 – de vorig jaar samengestelde lijst van 'de duizend mooiste boeken aller tijden' – in nummer 4 van het Libris-magazine Vol van boeken. Opnieuw in de vorm van een afvinklijst. 'Het was opmerkelijk om te zien hoeveel mensen die wilde hebben en vervolgens op sociale media deelden hoeveel zij er van die lijst hadden gelezen', zegt De Groot. 'Het maakte echt heel veel los.'

De samenwerking tussen beide partijen werkt zo goed, denken de betrokkenen, omdat Hebban en Libris Blz. allebei het lezen willen bevorderen, zonder onderscheid in genres of doelgroepen, maar daar een ander doel bij hebben. Hebban wil een community opbouwen: een inspirerende plek waar mensen over boeken kunnen praten. Libris Blz. wil boeken verkopen. Ze zitten op geen enkele manier in elkaars vaarwater.
Voor Hebban is het belangrijk om de samenwerking te formaliseren in hun streven om 'op eigen benen te kunnen staan', zoals Verheijen het formuleert. De site is, mede door overname van Crimezone.nl, met het fortuin van Cees Wessels (de investeerder achter Overamstel) snel gegroeid tot een grote lezersommunity voor alle denkbare genres. Uit liefde voor het boek legt hij nog steeds elk jaar geld bij, maar het is de bedoeling dat Hebban op termijn zwarte cijfers schrijft.
Als eerste stap is de zes man sterke redactie van Hebban verhuisd van het Overamstelkantoor naar een eigen plek in Hoofddorp. 'We waren vanaf het begin onafhankelijk, maar zo is dat voor iedereen duidelijker. Het was altijd lastig uit te leggen aan uitgevers. Met de bijdrage van Libris Blz. zetten we een goede stap richting gezonde exploitatie. De samenwerking zal ons bereik vergroten, en dan ook meer adverteerders trekken.'
Al is het zoeken naar een goede balans, voegt hij daar direct aan toe. De huidige ervaring van gebruikers moet niet worden verstoord omdat ze voortdurend worden geconfronteerd met reclame – noch van uitgevers noch van Libris Blz.. Het is evenmin de bedoeling dat Hebban de uitstraling krijgt van Libris Blz-vehikel. 'We houden daarom de e-boekprijsvergelijker waarin alle bekende retailers aan mee kunnen doen. Omdat die prijzen kúnnen verschillen. En om te laten zien: we blijven onafhankelijk.'

Voor Libris Blz. past de samenwerking in de integratie van offline en online, waarover de organisatie in het vorige nummer van Boekblad magazinevertelde. Via Hebban krijgt het – op een nog uit te werken manier – toegang tot content, zoals inmiddels zo'n anderhalf miljoen reviews, waarmee het de eigen website en app kan verrijken. Vergelijk het met de strategie van Athenaeum Boekhandel om een inhoudelijke webwinkel te bieden.
'De samenwerking verbreedt ook de markt', zegt De Groot. 'De topboeken bij Hebban zijn niet hetzelfde als de topboeken bij Libris-boekhandels – al schurkt het, zeker in de lagere regionen, tegen elkaar aan. Opstaanvan Jackie van Laren won de Hebban Award 2017 voor beste roman. Dat was niet het populairste boek in onze winkels. Maar door de samenwerking zagen we de verkoop van titels in dit genre wel groeien.'
Libris Blz. betaalt de samenwerking uit het reguliere marketingbudget. 'Het is ook net zoiets als onze samenwerking met de Persgroep. Alleen weten we nu dat de – ondertussen behoorlijk grote – doelgroep is geïnteresseerd in boeken. Dat is anders bij een actie met Algemeen Dagblad. Sterker: Hebban heeft precies de doelgroep die je wil hebben. En je kunt beter meten wat het oplevert, als je aanzet om iets op te halen in de winkel.'
De Groot zegt dat niet voor niets. De samenwerking is namelijk nadrukkelijk niet exclusief. 'Wij duiken in een gat omdat we vinden dat er iets ontbreekt wat voor het hele boekenvak belangrijk is. Dat geldt voor Kinderboekenpodium en Bookstore Day, maar ook voor Hebban. Maar daar mogen zo veel mogelijk partijen bij aanhaken. De organisatie van ons overnemen mag ook. Als de CPNB Bookstore Day wil organiseren: prima.'
Zo vindt Libris Blz. het 'cruciaal' dat een Nederlandse versie van Goodreads blijft bestaan. Als een partij als Audax of Bruna of onafhankelijke boekhandels een soortgelijke samenwerking willen met Hebban, is dat alleen maar goed. 'Wij zouden dat zelfs aanmoedigen. We zijn alleen maar de enige partij achter de bestelknop van Hebban omdat je niet wil dat anderen gratis krijgen waar wij voor betalen.'

Wat beide partijen nog meer samen gaan doen, is niet op voorhand te zeggen. Ze gaan door op de ingeslagen weg. Dus: experimenterend, pionierend. Ze werken idee voor idee uit en kijken steeds wat werkt, wat niet werkt, en hoe een project eventueel kan worden bijgesteld. Maar dát er genoeg ideeën zijn, is duidelijk. De nauwere betrokkenheid van Libris Blz. bij de Week van het Luisterboek was maar één voorbeeld. Inzet voor de Hebban Debuutprijs is een ander.
'Je kan ook nadenken over de integratie van apps', vertelt Damwijk. 'Er is een Libris-app, een Readr-app, een Hebban-app, een Hebban Luisterboeken-app – en meer. Al die apps nemen plaats in op de telefoon van de klant, terwijl hij ze misschien een keer in de paar maanden opent. Waarom dat allemaal niet samenbrengen tot één app op de telefoon van de klant die hij een paar keer per maand opent? Het is in ieder geval het onderzoeken waard.'
In ieder geval wil Libris de content van Hebban inzetten. 'Je kunt alleen niet zomaar alle reviews integreren in onze webwinkel', zegt De Groot. 'Hebban is sterk in zeg maar verhalende literatuur. Wij verkopen echter ook kinderboeken en allerlei non-fictie, waarvoor Hebban heel wat minder reviews heeft. Voor een gebruiker zal het vreemd zijn dat als de ene soort reviews anders is dan een ander soort review.'
Maar dat de content van Hebban marktwaarde heeft, is zeker, valt Verheijen bij. 'Dat bleek uit het – papieren – Thriller Magazine dat we begin dit jaar maakte. Het was een experiment dat we nooit hadden kunnen financieren als we niet op voorhand wisten dat Libris een deel van de oplage zou afnemen. Zonder de boekhandel als kanaal hadden we het ook niet goed kunnen verkopen. Maar daar bleek wel degelijk belangstelling voor te zijn.'
Ook op individueel niveau kunnen boekverkopers profiteren. Verheijen maakt daar nog een brochure voor de Libris Blz.-winkeliers. 'Ze kunnen een reputatie verwerven als betrouwbare boekentipper. Er zijn al een aantal die dat doen, zoals Anouk van der Zee [van Bek in Veghel, dat wel per 1 juni stopt, md], die regelmatig columns voor de site verzorgt. Dat vergroot de klantentrouw van Hebban-leden die in de buurt wonen. Het kost moeite, absoluut, maar het betaalt zich zeker uit.'
'Denk ook aan leesclubs', vult Damwijk aan. 'Al die lezers die elkaar op Hebban hebben leren kennen, willen elkaar op een gegeven moment ook wel eens in het echt ontmoeten. Dan hebben de boekhandels daar de ideale ruimte voor. Het zijn kleine dingen, het is niets revolutionairs. Maar al die kleine dingen bij elkaar helpen de boekhandel wel om lokaal zichtbaarder te worden en te blijven en zo te overleven.'
(Eerder verschenen in Boekblad magazine, mei 2019)

donderdag 27 juni 2019

Interview Joost Nijsen over de verkoop van Podium: 'Ik begon het uitgeven te missen' (Boekblad)

Heeft Joost Nijsen van Podium na 22 jaar de zelfstandigheid opgegeven? Hij ziet dat zelf niet zo. Binnen Nieuw Amsterdam kan hij volledig autonoom zijn eigen koers blijven volgen.

De meest voor de hand liggende vraag is natuurlijk: waarom?
'De markt is gehalveerd, maar het aantal uitgevers en auteurs niet. Dat heeft een geweldige competitieve situatie opgeleverd. Met z'n allen verdringen we ons om de gunst van de lezer. Podium heeft daarbij als extra opgave gehad dat wij – zoals natuurlijk meer uitgeverijen – onze auteursstal echt optimaal willen begeleiden. Van redactie en promotie tot exploitatie van de nevenrechten: alleen de hoogste standaard telt. Maar als je dan even niet de wind in de rug hebt van een grote klapper, en dat misten we nu al een aantal jaren, kom je voor een keuze te staan. Moet je inkrimpen? Het risico blijven nemen te wachten op de grote bestseller? Of iets anders? Omdat ik offensief wilde blijven uitgeven en daarom de eerste dingen niet zag zitten, ging ik eind vorig jaar een partner zoeken.'

Podium was al enige tijd verlieslatend, heb je weleens verteld.
'Niet sterk verlieslatend, maar ja, dat klopt. Ik ben daar als uitgever merkwaardig genoeg altijd heel eerlijk in geweest: ook als het moeilijk gaat, zeg ik het. Ik heb er eigen geld in moeten stoppen.'

Je wijt dat aan de markt. Kan het ook zijn dat je je touch was verloren om een nieuwe Giphart of Kluun te vinden?
'Dat vraag je jezelf natuurlijk af. Maar dat is onbewijsbaar, ook voor mezelf. Het begint met het vinden en begeleiden van talent. Dat doen we nog steeds. Wij brengen bijvoorbeeld in september een boek van Huib Modderkolk over digitale veiligheid. Hij heeft één op één de kracht, de visie en het schrijftalent van Joris Luyendijk. Maar wordt hij een even grote klapper? We doen er alles aan om dat zo goed mogelijk op de markt te zetten, dus het zou zo maar kunnen. Maar je moet daar een beetje geluk in hebben. Het enige wat ik kan zeggen is dat Podium – dat heus ook recentelijk goede verkopen heeft gekend met de laatste titels van onder andere Wilfried de Jong en Janneke Vreugdenhil – dat geluk nu al een paar jaar niet heeft.'

Waarom heb je voor Nieuw Amsterdam gekozen?
'Ik had vroeger regelmatig contact met Derk Sauer – oprichter, lang mede-eigenaar en nog steeds commissaris van Nieuw Amsterdam. Hij zei dan, ook namens Boudewijn Poelmann [directievoorzitter van Novamedia, moederbedrijf van Nieuw Amsterdam], Podium als ideale aanvulling op hun fonds te zien. Vlak voor kerst heb ik dat contact gereactiveerd. In de eerste gesprekken met Boudewijn en Josja Zijlstra [directeur van Nieuw Amsterdam] was direct glashelder dat we elkaar nodig hebben. Ik hen vanwege hun sterke marketing en backoffice, zij Podium omdat het fonds zo mooi aansluit bij hun portfolio – en zij willen sowieso uitbreiden. Het klikte ook goed. Er hangt bij hen een sterke ondernemersgeest, leunend op een vanzelfsprekend geloof in boeken. Precies zoals ik zelf heb.'

Podium gold als baken van zelfstandig uitgeven. Had je geen investeerder of groep investeerders kunnen vinden, zoals Van Oorschot heeft gedaan?
'Dat had goed gekund. De hele uitgeverijtak wordt zo ongeveer door mecenassen overeind gehouden. Denk aan Derk Haank (Singel) of Cees Wessels (Overamstel), maar ook bij Pluim, Koppernik en Brooklyn zitten zulke investeerders. Ik ben ze alleen niet tegen het lijf gelopen. En ik ben ook niet actief op zoek gegaan naar rijke babyboomers. Maar ik verzet me tegen het idee, zoals bijvoorbeeld uit de berichtgeving in NRC Handelsblad vandaag blijkt, dat het trotse onafhankelijke Podium opgaat in een groep met harde winstnormen. Dat is totaal de sfeer niet bij Nieuw Amsterdam. Integendeel: zij gingen nog verder dan ik.'

Hoe bedoel je?
'Derk en Josja begonnen er zelf over dat ze zich niet willen bemoeien met mijn uitgeefbeleid. Ze willen dat Podium een zelfstandige onderneming blijft, waarin ik met mijn eigen team maar geholpen door andere afdelingen mijn eigen koers blijf volgen. Dat doet me trouwens denken aan nog een reden waarom ik deze stap heb gezet. De afgelopen jaren was ik vooral bezig met het overeind houden van het bedrijfje: het proberen het zo goed mogelijk te blijven doen zonder al te veel in de rode cijfers te belanden. Ik begon het uitgeven te missen. Nu kan ik me weer helemaal op de schrijvers focussen.'

Josja Zijlstra, aan wie je gaat rapporteren, zal toch willen dat Podium winst maakt?
'Natuurlijk. Vanwege de achtergrond van Novamedia, als organisator van de Postcodeloterij, wordt soms gedacht: de uitgeverijen zijn een speeltje waar verlies op mag worden geleden. Niet dus. Ik vind het daarom normaal dat zij mij zal vragen wat ik eraan gaan doen als Podium over twee jaar nog verlies zou draaien. Alleen: geld verdienen is niet de enige drijfveer van Nieuw Amsterdam. Dat bleek ook bij het praatje dat Josja hield bij de presentatie aan het personeel vanochtend. Ze benadrukte fan van Podium te zijn omdat wij twee van haar favoriete auteurs uitgeven: Johan Harstad en Alex Boogers.'

Hoe autonoom wordt het team precies?
'Dat moeten we nog in detail uitwerken. Eerst moest in stilte de overeenkomst worden uit-onderhandeld, nu komen we toe aan praktische dingen. Ik ben wel blij dat niemand weg hoeft, hoewel er mogelijk op zeker moment nog verschuivingen komen. Omdat Nieuw Amsterdam net een vacature voor de verkoop buitendienst had, kan Rob Sluijter, het gezicht van Podium naar de boekhandel, ons blijven vertegenwoordigen – naast ook andere fondsen. En mijn pr-medewerker heeft zelf laten weten redactioneler werk te ambiëren. Zo valt er genoeg met Josja en Nieuw Amsterdam uit te werken over wat we precies delen.'

Heb je overwogen om dit moment aan te grijpen om zelf te stoppen?
'Met pensioen? Ik heb daar geen enkele neiging toe. Met de hoogmoed van de gedachte dat ik de eeuwige jeugd heb, ga ik vrolijk verder. Mijn ideaal is de Portugese uitgever die ik eens tijdens de London Book Fair in een taxi had ontmoet: 90 jaar, en hij had nog steeds een paar afspraken. Heerlijk. Maar serieus: ik ben nu 61, zal zeker blijven tot mijn officiële pensioengerechtigde leeftijd en hopelijk ook voor lange tijd daarna. Maar misschien wil Nieuw Amsterdam tegen die tijd van de oude voetballer af. We zullen zien.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 21 jun)

Zie ook:

maandag 24 juni 2019

interview Toine Donk (Bookaroo): 'Boekhandels staan altijd open voor iets nieuws'

Een internetboekhandel met een duidelijk verhaal voor een bewust winkelend publiek. Daarmee denkt mede-oprichter Toine Donk dat het gloednieuwe Bookaroo zich onderscheidt van de concurrentie.

Het idee achter Bookaroo, het nieuwe bedrijf van Das Mag-mannen Toine Donk en Daniël van der Meer, is simpel. Laat de inkomsten van boeken die online worden verkocht ten goede komen aan de fysieke boekhandel, zodat diens overlevingskansen in een moeilijke markt worden vergroot. Maar hoe zet je zo'n site op? En hoe zorg je dat deze aanslaat in een uiterst competitieve markt die wordt beheerst door één grote partij: Bol.com?

De uitdaging stemt Toine Donk 'enorm zenuwachtig', vertelt hij. Zenuwachtiger dan hij ooit was bij de vele nieuwe initiatieven die hij als mede-eigenaar van Das Mag ooit lanceerde. 'Je bent nu van zo veel verschillende factoren afhankelijk. Hoe gaan de boekhandels reageren? En de lezers? Voelen die zich door het verhaal van Bookaroo aangesproken om hun gedrag te veranderen? Ik zei laatst lachend tegen mijn vriendin: waarom breng ik mezelf toch in deze positie? Waarom blijf ik niet lekker de uitgeverij runnen die nu goed op poten staat? Kennelijk is het verslavend om nieuwe initiatieven te nemen.'

Hoe kwam je op het idee voor Bookaroo?
'De directe aanleiding was het akkefietje dat Das Mag met Bol.com had. [Vanwege een conflict over het kortingspercentage waren de boeken van de uitgeverij drie jaar lang niet te koop bij Bol.com, md.] Daar kregen wij zoveel reacties op van mensen die ons steunden en zeiden liever bij de boekhandel te kopen. Velen zeiden ook aan hun boekhandel gehecht te zijn. En toch kopen veel mensen online. Al hun online besteede geld gaat met name naar Bol.com. Dat heeft me aan het denken gezet.'

Jullie conflict met Bol.com dateert uit 2016.
'Er zit dan ook al drie jaar werk in Bookaroo. Niet onafgebroken, maar ik heb me wel aan het begin dit jaar tijdelijk uit de dagelijkse gang van zaken bij Das Mag teruggetrokken om aan dit project te werken. Ik zat heel lang vast op het idee: als je vanuit de voorraad van fysieke boekhandels wil verkopen, moet je weten wat die voorraad was. Maar dat is heel ingewikkeld. Niet iedereen heeft hetzelfde voorraadsysteem. De doorbraak was toen ik bedacht: laat klanten eerst bestellen. Boekhandels, die natuurlijk allemaal hun eigen voorraad kennen, kunnen de bestelling daarna claimen. Door vervolgens een steeds groter net uit te werpen geef je de dichtstbijzijnde boekhandel de beste kans om de bestelling uit te voeren: eerst krijgt de enige dichtstbijzijnde de kans, vervolgens vijf, dan tien en uiteindelijk alle boekhandels. Toen dat idee er was, moest de site nog worden gebouwd. Zoals dat altijd gaat: dat duurt langer dan gedacht. Ik heb ook gezegd dat dit het laatste IT-project is dat ik doe. Het is erg ingewikkeld, tijdrovend en duur.'

Heeft een nieuwe webwinkel wel zin? Naar verluidt lukt het Bookspot ondanks alle reclame- en sponsorgelden ook amper om marktaandeel op Bol.com te veroveren.
'Mij zijn die verhalen over Bookspot en Bruna ook verteld. Maar wat hen ontbreekt is een duidelijk verhaal. Er is een publiek dat sterk handelt vanuit het idee: hoe ik mijn geld uitgeef, bepaalt mede hoe de wereld eruit ziet. Het is het type consument dat ook bij Marqt boodschappen doet. Dat bewuste publiek, dat de lokale boekhandel wil behouden, wordt door niemand gericht aangesproken. Ik hoop dat ons verhaal bij hen aanslaat, maar als achteraf blijkt dat ik mijn geld – Daniël en ik hebben Bookaroo uit eigen zak gefinancierd – beter had kunnen steken in een vakantiehuis in Frankrijk, heb ik het in ieder geval geprobeerd. Iets niet proberen ligt niet in onze aard.'

Het design van Bookaroo.nl – nu nog niet te zien – is gericht op het Marqt-publiek?
'Ik hoop van wel. Toen ik een eerste design had laten maken, was dat heel strak. Ook omdat dat mijn persoonlijke smaak is. Maar het sloot niet aan bij het gevoel dat ik krijg als ik een boekhandel inloop. Die intieme sfeer waar je een enorme rijkdom aan titels vindt, moet je op de site terugvinden. Ik heb daarop tekenaar Anne Lint benaderd, wier werk je in de folder ziet, die veel tekeningen heeft gemaakt. Daar krijgen we veel positieve reacties op.'

Heeft de site dezelfde mogelijkheden als Bol.com?
'Nee. De belangrijkste natuurlijk wel: het vinden en bestellen van boeken. Maar features als boeken aanraden of het maken van een verlanglijstje, zijn er nog niet. We willen dat klanten bestellen vanuit het besef dat de inkomsten naar de boekhandel gaan. De rest beschouwen we als secundair.'

Het idee om online je eigen boekhandel te steunen bestaat eigenlijk ook al. Bij Libris.nl moet je je voorkeursboekhandel aanvinken.
'Klopt. Maar ook al doet Libris – net als Bruna en Bookspot – van alles goed, zij maken dat verhaal evenmin echt duidelijk bij het publiek. Bovendien: het totaal aantal boekhandels is groter dan alleen de winkels die bij Libris aangesloten zijn. En ook al hebben de boekhandels bij wie we het idee hebben getest, waaronder de Libris-directie en enkele Libris-winkels, ons verteld dat het al vaker is geprobeerd, dan nog zijn ze bereid om het te proberen. Dat is het leuke aan boekhandels: ze staan altijd open voor iets nieuws. Zeker als ze dat, zoals bij Bookaroo, kunnen doen zonder enige verplichting of kosten. Pas als ze een bestelling claimen zitten ze ergens aan vast. Dan moeten ze het boek dezelfde dag opsturen.'

Een mogelijk nadeel van Bookaroo ten opzichte van Libris is dat de klant niet zelf kan kiezen bij welke boekhandel hij wil bestellen.
'Dat is waar. Wij hopen dat de klant in ieder geval ziet dat hij de fysieke boekhandel steunt. En als Bookaroo goed gaat lopen en steeds meer boekhandels meedoen, zal hij ook het vaakst worden geholpen door zijn eigen winkel. De dichtstbijzijnde boekhandel heeft altijd de grootste kans om een bestelling te claimen. Bovendien is Bookaroo niet opgezet om te concurreren met fysieke boekhandels. We hebben nog altijd het liefst dat de klant bij zijn winkel langs gaat.'

Door het getrapte systeem duurt het ook lang voor de klant bevestiging van zijn bestelling krijgt.
'Daar hebben we rekening mee gehouden. Hij krijgt meteen bij zijn bestelling een mail met uitleg over hoe het werkt, met de belofte dat hij aan het einde van de dag te horen krijgt van wie hij zijn boek krijgt. Is dat CB, dan krijgt hij 's avonds te horen dat het uit het magazijn komt.'

Kunnen boekhandels ook aangeven dat ze een bestelling níét claimen, zodat deze sneller kan worden afgehandeld?
'Goed idee. Maar nee, dat kan niet. Nog niet. Die zetten we zeker op het lijstje nice to havebij de verbeteringen die we zouden willen doorvoeren. De site is nu nog ook een beta-versie. Door te testen en straks door het daadwerkelijk gebruik ontdekken we zó veel dingen waar ze zelf niet aan hadden gedacht. Heel nuttig. Dat zat hem bij het testen overigens vooral in de teksten waarmee we Bookaroo uitleggen.'

En wat als de klant na sluitingstijd van een winkel bestelt?
'Dan handelt CB die order af – tenzij een boekhandel de order claimt en ervoor kan zorgen dat het boek de volgende dag bij de klant is. Het is een afweging die we hebben gemaakt. We verkopen het liefst uit de voorraad van de fysieke boekhandel, maar het alternatief zou zijn om een boekhandel de kans te geven om de bestelling de volgende dag te claimen. Dan kun je niet langer dezelfde levertijd garanderen als alle andere webwinkels.'

Die afweging kan nog veranderen?
'Absoluut. We gaan pas na lancering merken hoe iedereen zich gaat gedragen. Bestelt de lezer bijvoorbeeld obscure titels? Of toch vooral boeken uit de Bestseller 60? En claimt de boekhandel wel bestellingen boven de 20 euro als dat betekent dat de verzendkosten volledig van zijn marge afgaat? Er zullen zijn die denken: daar ga ik niemand voor een boek laten inpakken. En er zullen zijn die denken: iedere order die niet maar Bol.com maar naar mij gaat, is de moeite waard. Dat gaan we merken, en dan zullen we zo nodig de werking van de site aanpassen.'

Waarom krijgen boekhandels maar een dikke twee weken om zich aan te melden?
'Het kost weinig moeite om je in te schrijven. Je vult een paar dingen in op een formulier en klaar ben je. We gaan hen na de folder mailen, via Tips uit het Boekenvak benaderen en hen bellen. Ik heb volgende week vrijgemaakt om de boekhandels op te bellen waarvan ik het gek vind dat ze zich niet meteen hebben aangemeld. We hebben geen aantal vastgesteld dat we minimaal zouden moeten hebben, maar laten we zeggen dat het onder de twintig boekhandels geen zin heeft en dat honderd boekhandels een mooi rond getal is om daarna vanaf 3 juli de consument te benaderen.'

Vervolgens geven jullie Bookaroo maar 14 dagen om zich te bewijzen.
'We hebben in het verleden vaker een erop of eronder-campagne gevoerd. Dat is ons goed bevallen. Mensen ervaren een urgentie: "als ik wil dat deze site er komt, moet ik nu handelen". En het is ook meteen duidelijk voor onszelf. Als blijkt dat er geen publiek voor Bookaroo is, hoeven we ook niet twee jaar door te modderen. Bovendien profiteren we in juli van wat na Sinterklaas en Kerst de drukste periode in het jaar is.'

Hoe ziet de consumentencampagne eruit?
'Wij geloven niet in campagnes waarin je bakken met geld uitgeeft aan marketing. Het draait om het overbrengen van het verhaal en het gevoel dat daarbij hoort. Dat gebeurt veelal via de media, waarmee we al in gesprek zijn. Daniël en ik hebben in het verleden laten zien dat we hier goed in zijn.'

En na de hopelijk succesvolle eerste twee weken? Ook dan moet je aan naamsbekendheid blijven werken.
'Zeker. Dan is het zaak om het publiek dat je hebt bereikt ook vast te houden. Dan kan het beste door gebruik te maken van de mailadressen die we tijdens de lanceringscampagne hebben verzameld, en door die mensen met relevante inhoud in hun inbox te verleiden. Ik denk bijvoorbeeld aan de boekennieuwsbrief van Blendle, die daarvoor samenwerken met Bookspot [waarvan eigenaar Novamedia onlangs in Blendle investeerde, md]. Zo zou het logisch zijn als de podcast BoekenFM die Das Mag samen met De Groene Amsterdammer maakt, wordt overgenomen door Bookaroo.'

En Das Mag verkoopt niet meer via de eigen website, maar via Bookaroo?
'Dat ligt in de lijn, ja.'

En ook uitgeverijen die zich richten op een publiek van bewuste consumenten zouden dat moeten doen?
'Daar gaan we ons niet in eerste instantie op richten. Ik weet uit ervaring dat er als uitgever ontzettend veel krachten op je in werken. We laten de uitgeverijen daarom vooral zelf beslissen. Ook de uitgeverijen met wie Das Mag nauw samenwerkt, zoals Pluim, moeten vooral hun eigen afwegingen maken.'

Verwachten jullie dat boekhandels Bookaroo zullen promoten – terwijl ze allemaal eigen sites met verkoopfunctie hebben?
'We hebben een poster meegestuurd met de tekst: "Ook bij Bookaroo laat je de kassa bij ons rinkelen". Die kunnen ze ophangen. Ook hopen we dat ze on- en offline hun steun uitspreken. Daarnaast zijn boekhandels realistisch genoeg. Of ze een eigen site hebben of niet, als Bookaroo gaat lopen, zullen ze daar de voordelen van in zien.'
(Eerder gepubliceerd in Boekblad.nl, 20 jun)

zondag 23 juni 2019

Interview: Wim Verheije van Ballon Media over de opvolging van Alexis Dragonetti (Boekblad)

Drie weken geleden kwam uitgever en eigenaar Alexis Dragonetti van Ballon Media bij een tragisch ongeval om het leven. Woensdag maakten de andere twee aandeelhouders bekend dat adjunct-directeur Wim Verheije hem opvolgt aan het hoofd van de Vlaamse strip- en kinderboekenuitgeverij.

Hoe was je week?
'Redelijk tumultueus, net als de weken ervoor. Ik stond op het punt om, de volgende ochtend, op vakantie te gaan, toen ik zaterdagavond 25 mei hoorde dat Alexis was verongelukt. Ik heb mijn vakantie uiteraard meteen gecanceld. Ondertussen heb ik iedereen ingelicht, ook de collega's, en was ik ontzettend druk met de begrafenis van Alexis, die op 4 juni plaatsvond. Daar leef je eerst naar toe. Er moest van alles worden geregeld met de familie. Ik moest een toespraak schrijven. Enzovoorts. En dan ga je de dag erna weer aan het werk en komt er nog steeds zó veel op je af.'

Wat allemaal?
'Ballon Media is een lopende business. Er moeten betalingen worden gedaan. Beslissingen genomen worden. Je moet door met het programma: 220 boeken per jaar, dus ga maar na. En ondertussen moet je allerlei stukken uit Alexis' kantoor halen om uit te zoeken waar we precies staan. Ook zijn nalatenschap – hij was grootaandeelhouder – moet worden geregeld. De repercussies daarvan voor ons zijn nog onduidelij. En ondertussen blijven er steunbetuigingen en briefjes komen, die elke keer confronterend zijn. Het is fijn dat je daardoor even aan hem denkt, maar je realiseert je iedere keer ook weer hoe verschrikkelijk het is.'

Alexis was – kan ik uit eigen ervaringen zeggen – iemand die warme gevoelens opwekte.
'O, zeker. Hij was een gangmaker. Iemand met een verhaal, die dat kon uitleggen en zijn mensen mee nam. Hij was enorm inspirerend, wat wordt onderstreept door de stappen waarmee hij dit bedrijf echt verder heeft gebracht. En iedere keer als iemand het met een kaart of een mail laat weten, is het goed om te merken hoezeer dat gevoel wordt gedeeld. De honderden en honderden bloemstukken, kaarten en brieven die we hebben gekregen, bewijzen stuk voor stuk hoezeer hij zal worden gemist. En niet alleen van al onze relaties in Vlaanderen en Nederland. Wij hebben als vertegenwoordiger van alle belangrijke Franstalige stripuitgevers en als exporteur naar talloze landen veel relaties in het buitenland. Ook die kropen allemaal in de pen.'

Lag het voor de hand dat jij hem zou opvolgen?
'Ik heb inmiddels bijna zes jaar als de rechterhand van Alexis gewerkt. Toen mij enkele dagen na het ongeval werd gevraagd om in zijn voetsporen te treden, heb ik direct ja gezegd. Ik ben 61 jaar. Ik had eigenlijk het idee: ik doe dit nog zo'n anderhalf jaar, dan stap ik eruit. Maar ik heb na al die jaren zo geïdentificeerd met Ballon Media en met Alexis – zoals vanzelf gebeurd als je ergens graag werkt – dat ik onmogelijk kan zeggen: ik laat het schip stuurloos achter. De kaarten liggen anders, dus daar pas ik mijn toekomstperspectief op aan. Dat is dan niet anders. Ik ga samen met het team Alexis dromen, ideeën en wensen proberen te realiseren.'

Is het wel mogelijk hem op te volgen?
'Ik lijk natuurlijk niet op hem. En het is nooit slim je voorganger te imiteren. Maar hij had wel de dagelijkse leiding van Ballon Media in feite al aan mij overgedragen. Hij was overwoekerd geraakt door het werk – ook met dingen buiten het bedrijf: bij Boek.be en de Boekenbeurs, en met allerlei privédingen – dat hij intern afstand had genomen. Zo opereerde ik eigenlijk al als CEO. In de tussentijd sprak ik hem zeker een keer per week uitgebreid, waarin we praten over het bedrijf, de leescultuur, de boekenmarkt, maar ook over het leven zelf. Het waren soms heel filosofische gesprekken. Daardoor heb ik ook een beeld van waar hij met het bedrijf naartoe wilde.'

Zijn dromen stonden niet op papier in zoiets als een meerjarenplan?
'Die zaten grotendeels in zijn hoofd, ja. Toch heb ik door die gesprekken een goed idee van welke kant het op moet. En er is bijvoorbeeld wel een expansieplan voor de export, dat we nu gewoon gaan uitrollen.'

Werd je de afgelopen week gefeliciteerd met je nieuwe functie?
'Jawel. Maar het is natuurlijk heel dubbel. Mensen vertelden me daarom soms: ik weet niet goed wat ik moet zeggen. Dat vind ik prima. Want als je dát zegt, heb je toch iets gezegd, wat oprecht uiting geeft aan je gevoelens. Sommigen zeiden ook: voor jou is het een mooie kans. En dat is ook waar. Het is alleen geen kans die ik had gewild of waar ik behoefte aan had.'

Wat voor effect heeft het ongeval op het team gehad?
'Dat heeft ons dichterbij elkaar gebracht. Het is erg om te zeggen, maar dat gebeurt vaak op kritieke momenten. In momenten van collectieve rouw, na rampen, oorlogen maar ook een plotseling overlijden, voel je de onderlinge cohesie het sterkst. Daarom heb ik direct na Alexis' overlijden ook aan Philippe Moorkens – samen met het Franse concern Média-Participations de andere twee aandeelhouders van Ballon Media – gevraagd of hij de maandag erop naar ons kantoor in Antwerpen kon komen. Dat heeft hij gedaan, wat zorgde voor een heel ontroerend moment van samenzijn.'

Hoe merk je die sterkere band in de afgelopen weken? Werd er extra veel overgewerkt?
'Zo precies kan ik dat niet zeggen. Er is, ondanks de omstandigheden, niet één boek te laat verschenen. Dat wel. Maar ik merk het vooral aan de mate van betrokkenheid bij elkaar en bij het bedrijf. Want waarom werk je? Natuurlijk: om je brood te verdienen. Maar zeker bij sterke bedrijven die goed presteren doe je het ook om met elkaar iets voor elkaar te krijgen. Daar geloof ik heel erg in. Dat zag je bij Ballon Media altijd al aan het geringe verloop. In bedrijven met grote onderlinge concurrentie zoeken mensen juist snel andere horizonten op. En dat zag je de afgelopen weken aan hoe we met elkaar verder willen gaan.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 16 jun)

dinsdag 18 juni 2019

Wie vertaalt er in de toekomst uit het Roemeens? (Taalunie:Bericht)

Dat de vertaalcultuur ook in de toekomst bloeit en groeit is allerminst vanzelfsprekend, menen ook vertalers zelf. De lage honorering blijft een pijnpunt.

David Colmer kan zich de luxe veroorloven om verzoeken af te wijzen. Nadat de vertaler Nederlands-Engels enkele prijzen won, waaronder de Impac Dublin Literary Award in 2010, weten uitgevers hem voortdurend te vinden. 'Ook Nederlandse, die bijvoorbeeld een fragment willen vertalen van een boek waarvan ze de rechten willen verkopen. Dat gebeurt eerder wekelijks dan maandelijks. Maar daar heb ik geen tijd voor. Ik vertaal liever om te publiceren.'
Voor Jan Willem Bos, laureaat van de Martinus Nijhoff Vertaalprijs 2019, gaat het al meer dan dertig jaar op en af. Hij werkt als beëdigd tolk-vertaler Roemeens-Nederlands voor verschillende justitiële diensten. Als een uitgeverij een vertaling van Mircea Cărtărescu, Norman Manea of Mihail Sebastian bestelde, nam hij een paar maanden daarvoor vrij. 'Ik heb nooit de illusie gehad dat ik van literair vertalen alleen zou kunnen leven.'
En Lies Lavrijsen moet flink aanpoten. Sinds ze in 2004, na haar studie Italiaans en Frans, via de postuniversitaire vorming aan de KU Leuven het vertaalvak inrolde, neemt ze bijna alles aan om brood op de plank te krijgen. Strips uit het Frans, young adult uit het Engels, non-fictie voor de jeugd uit het Spaans, theaterteksten uit het Italiaans. 'Gelukkig volgen de opdrachten elkaar nu al een paar jaar op, maar ik weet nooit wat ik over een paar maanden doe.'

Zo blijkt maar: de ene vertaler is de andere niet. Iedere vertaler volgt zijn eigen pad, afhankelijk van zijn of haar taal, de concurrentie en de opgebouwde reputatie. Dat maakt het voor hen moeilijk om algemene uitspraken te doen over zoiets als dé positie van de vertaler of hét vertaalklimaat in Nederland en Vlaanderen.
Het lijkt de vertalers wel iets beter te gaan dan enkele jaren geleden. 'In de combinatie Nederlands-Spaans is er nogal wat werk,' zegt Goedele De Sterck, winnaar van de Letterenfonds Vertaalprijs 2018. Ze vertaalde meer dan een decennium Nederlandse en Vlaamse auteurs, maar nam in 2011 een baan aan de vertaalfaculteit van de Universiteit van Salamanca aan. 'Het is een aantal jaren wat stiller geweest vanwege de crisis, maar nu gaat het weer beter.'
'Dat is mede te danken aan inspanningen van instellingen als het Nederlands Letterenfonds en het Vlaams Fonds voor de Letteren. Deze stelt subsidies beschikbaar én aan vertalers naar het Nederlands én aan buitenlandse uitgevers om de vertaalkosten te dekken. Het Expertisecentrum Literair Vertalen (ELV)1 zorgt voor opleidingen en individuele begeleiding van vertalers. Ook is er een mede met financiële steun van de Taalunie opgezette transnationale master Literair Vertalen.

De inzet van de fondsen, ook in het promoten van Nederlandstalige literatuur, heeft bijvoorbeeld geleid tot een groei van vertalingen in het Engels. 'Daardoor zijn er eigenlijk niet genoeg vertalers Nederlands-Engels,’ zegt Colmer. 'Dat helpt een beetje bij het onderhandelen over contracten. Uitgevers kunnen niet zeggen: voor jou tien anderen. En dan mag ik al blij zijn dat het basistarief in Engeland hoger ligt dan in de meeste Europese landen.'
De opleidingsmogelijkheden zijn belangrijk voor nieuwe vertalers – ook uit het Nederlands, meent Colmer. 'Ik zou niet durven zeggen of vakgroepen Nederlands in Sheffield en Londen toegerust zijn om vertalers op te leiden. Ik ken de situatie onvoldoende. Maar feit is dat het vaak toeval is of iemand vertaler wordt. Je moet hart voor literatuur hebben, stilistisch vaardig zijn in je eigen taal en hard willen werken. En dan is zoiets als de zomercursus van het ELV ideaal. Zo ben ik ook op weg geholpen.'

De relatief gunstige wind neemt niet weg dat vertalers de bedreigingen voor een bloeiende vertaalcultuur herkennen die worden opgesomd in het vertaalpleidooi VerTALEN voor de toekomst dat het ELV onlangs op de Vertaaldag presenteerde (zie kader). Van de afname van het aantal studenten die een taalopleiding kiest tot de gebrekkige honorering voor vertalers – ze hebben er allemaal op een of andere manier mee te maken.
Zo heeft Bos moeten aanzien dat de vakgroep aan de Universiteit van Amsterdam waar hij ooit Roemeens studeerde, is opgeheven. Het gevolg is ernaar. 'Ik heb aan het talentontwikkelingsprogramma CELA (Connecting Emerging Literary Artists) meegedaan omdat er niemand anders was voor Roemeens. Pas aan het eind van het programma is er toch iemand opgedoken. Die volgt nu de Vertalersvakschool om via het Duits vertaalprincipes te leren.'
Hij maakt zich dan ook zorgen voor de culturele communicatie binnen Europa in de nabije toekomst. En hij niet alleen. 'De Europese Unie heeft de mond vol van meertaligheid en culturele diversiteit,' klaagt De Sterck. 'Maar universiteiten dragen bij aan het tegendeel. Ze sturen met hun focus op exacte wetenschappen en Engels onderwijs aan op een monothematische en monolinguale aanpak, wat onherroepelijk tot taalkundige en letterkundige verarming leidt.'

De bedreiging die vertalers natuurlijk het sterkst voelen is die van de gebrekkige honorering. Lies Lavrijsen heeft tot haar frustratie gemerkt dat ander vertaalwerk beter betaalt: commerciële en technische teksten. 'En zelfs filmscenario's. Die moeten in het Nederlands beschikbaar zijn voor een subsidieaanvraag bij het Vlaams Audiovisueel Fonds. Dat is een week werk, waar ik bijna net zo veel voor krijg als een boek dat me twee, drie maanden kost.'
Voor Bos geldt hetzelfde. Hij heeft zich het literair vertalen eigenlijk alleen kunnen permitteren omdat hij als tolk-vertaler wél genoeg verdiende. 'En dan heb ik gelukkig een paar keer een werkbeurs van het Letterenfonds en één NIAS-beurs voor vijf maanden gekregen. Want als je het echt moet doen voor alleen het gehanteerde woordtarief? Dan wordt het erg krap. Eigenlijk moet je dan al een andere maatstaf hanteren voor professioneel vertalen.'
Het enige wat helpt is vasthouden aan het minimumtarief dat is vastgelegd in het (alleen in Nederland bestaande) Modelcontract. De voor dit stuk gesproken vertalers naar het Nederlands proberen dat te doen. 'Een paar jaar geleden heb ik besloten niet meer onder die prijs te werken', zegt Lavrijsen. 'Desnoods zou ik een andere baan zoeken. De beslissing kostte me een opdrachtgever. In eerste instantie, want later bood hij me de opdracht opnieuw aan – nu mét Modelcontract.'
Maar weinig blijft het, verzucht ze. '6,6 cent per woord, dat eens in de twee jaar met een paar duizendsten van een euro wordt verhoogd. Wat koop je daarvoor?'
(Eerder gepubliceerd op Taalunie:Bericht, 11 jun)

De bedreigingen voor de vertaalcultuur
* Steeds minder studenten kiezen voor talenopleidingen.
* Er worden steeds minder talen aangeboden in de talenopleidingen, mede door financiële overwegingen.
* De afdelingen Nederlands aan universiteiten buiten het Nederlandse taalgebied zijn inhoudelijk en financieel niet altijd voldoende toegerust om vertaalonderwijs op niveau aan te bieden.
* De financiële positie van literair vertalers is kwetsbaar.

donderdag 13 juni 2019

Clavis opent centrum Willewete met conceptwinkel in Alkmaar (Boekblad)

Uitgeverij Clavis opent volgende maand een educatief centrum Willewete met conceptwinkel in het centrum van Alkmaar.

Clavis huisvest al sinds 2014 stichting Willewete op haar hoofdkantoor in de abdij van Herkenrode, dat het heeft opgezet met hogeschool PXL uit Hasselt. Willewete richt zich op het bevorderen van lees- en leerplezier met een reeks activiteiten: klasbezoeken voor leerlingen uit heel Vlaanderen, nascholingsactiviteiten voor leerkrachten en – in de weekenden – evenementen voor kinderen met hun ouders.
'We kregen al heel lang de vraag van leerkrachten of wij dat niet ook in Nederland kunnen opzetten', vertelt algemeen manager Charlotte de Lannée de Betrancourt voor Clavis Nederland. 'Zij zagen dat bijvoorbeeld op Facebook. Ook op de NOT kregen we hier veel vraag naar, maar leerkrachten vonden Vlaanderen te ver. Wij zijn daarom twee jaar geleden gaan zoeken – in de eerste plaats naar een Pabo met wie wij konden samenwerken. Dat werd die van Inholland in Alkmaar.'
De bijbehorende locatie werd het monumentale Het Hooge Huys in het historische centrum. Daar huurt Clavis de benedenverdieping en het souterrain. Op de begane grond zit de winkel van circa 200m2 groot en het eigen Nederlandse kantoor, dat verhuist vanuit Amsterdam-Noord. In het souterrain zijn diverse ruimten om activiteiten te organiseren.
Het educatief centrum plus winkel is in de eerste plaats geen commerciële activiteit, vertelt De Lannée de Betrancourt. Scholen betalen wel iets voor de klasbezoeken en nascholingsactiviteiten, die door studenten en docenten van de Pabo worden georganiseerd. Maar: 'je kunt voor zoiets nooit een hoofdprijs van 50 euro per kind vragen. Willewete is net als in Vlaanderen opgezet als stichting en heeft daarom niet eens een winstoogmerk.'
En of de winkel – helemaal gevuld met het eigen Clavis-fonds, waarin jaarlijks 220 nieuwe titels verschijnen – zal aanslaan in een plaats als Alkmaar zal moeten blijken. 'Het is wel een mooie aanvulling op wat er al is. Kinderboekhandel De Vrolijke Boekenwurm richt zich op peuters. Er is een speelgoedwinkel die ook boeken verkoopt. En schuin tegenover ons zit Van der Meulen. Door met elkaar samen te werken wordt het aanbod met leesbevorderende activiteiten in Alkmaar ook vergroot.'
Clavis heeft ook geen diepgravend marktonderzoek gedaan, waarin harde cijfers zonneklaar aantonen dat er ruimte voor de winkel is. De Lannée de Betrancourt, die de winkel gaat leiden: 'We hebben uiteraard wel met de gemeente gepraat om te weten komen over de mogelijkheden die zij zagen. Zij zagen het zitten. En daarbij: we zaten in Amsterdam. Daar is juist al heel veel op dit gebied, hier veel minder. Dat biedt kansen.'
Alkmaar wordt na de conceptwinkels in Herkenrode, Hasselt en Brugge de vierde winkel van Clavis. Herkenrode is verbonden aan het hoofdkantoor, maar Hasselt en Brugge moeten het zelfstandig in de winkelstraat redden. De Lannée de Betrancourt: 'In Hasselt was het een tijdje rustiger vanwege wegopbrekingen, maar is opgeleefd. En Brugge zit op zo'n mooie plek in een toeristische stad: die winkel gaat erg goed.'
Educatief centrum Willewete met conceptwinkel wordt op zaterdag 6 juli door wethouder Elly Konijn (D66) van onder andere onderwijs en citymarketing geopend.
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 7 jun)

maandag 3 juni 2019

Recensie: Ad ten Bosch - 'De IJssel stroomt feller dan de Amstel' (Boekblad)

Ad ten Bosch' memoires aan een heel leven tussen de boeken bevatten meer anekdotes dan essayistische bespiegelingen. Wel getuigt hij bijna dertig jaar na zijn vertrek bij Van Someren & ten Bosch van een onverwacht moderne manier om een assortimentsboekhandel overeind te houden.

Hoe James Salter te overtuigen om de uitgeefrechten voor zijn verhalenbundel Dusk te verkopen aan een onbekende uitgever van een onbekende uitgeverij uit Nederland? Telefonisch lukte het Ad ten Bosch niet. Omdat Salter geen goede ervaringen had met Nederlandse uitgeverijen, aldus zijn agent – Bruna bracht een titel in 1979, L.J. Veen een andere in 1980 – wilde de Amerikaanse schrijver de man van Athenaeum-Polak & Van Gennep eerst ontmoeten.
Dus toog Ten Bosch in april 1992 naar New York. Samen met de nieuwe medewerker Mark Pieters meldde hij zich bij Salters vaste restaurant. De schrijver was weinig toeschietelijk. Hij leek de avond te zien als een verplichting die hij tegen beter weten was aangegaan. Totdat er twee jonge vrouwen binnenstapten in zwarte cocktailjurkjes. Iedereen gaapte hen aan. Ten Bosch fluisterde de schrijver toe: 'Je moet er alleen niet mee getrouwd zijn.'
Toen was het ijs gebroken. Salter barstte in lachen uit, Ten Bosch vloog de volgende dag terug met de rechten voor Dusken vier andere titels.

Ad ten Bosch (1951) is zo'n beetje alles geweest wat je in het boekenvak kan zijn. Hij volgde de patroonsopleiding lithografie aan de grafische school in Utrecht en werkte enkele jaren voor een drukker in Canada. Hij verkocht vanaf 1977 boeken bij Van Someren & ten Bosch in Zutphen. Sinds 1994 publiceerde hij een handvol romans en een verhalenbundel. En hij was enkele jaren eigenaar van Athenaeum-Polak & Van Gennep.
Het stemt daarom bijzonder nieuwsgierig als iemand met zo'n achtergrond zijn memoires publiceert – nota bene bij het Van Oorschot dat tegenwoordig wordt geleid door de genoemde Mark Pieters. Wat heeft hij geleerd over het boekenvak in een carrière die bijna zeventig jaar omspant, omdat hij er als zoon van een boekverkoper letterlijk vanaf zijn geboorte middenin zat? Welke essentiële ontwikkelingen nam hij waar?
Helaas is Ten Bosch geen man van bespiegelingen. De IJssel stroomt feller dan de Amstel bevat geen inzichtelijke essayistische passages over het boekenvak. Dat blijkt duidelijk als hij enkele alinea's wijdt aan het e-boek. 'Hoewel iedereen ervan overtuigd is dat het e-boek een belangrijke ontwikkeling is, waarvan we het belang nog niet overzien, is niet alles hosanna wat het e-boek betreft, noch het leren met een e-reader.' Tja.
Daar staat tegenover dat hij anekdotes zoals die over zijn succesvolle flirt met Salter smakelijk opdient. En daar heeft hij er nogal wat van. Over zijn jeugd en zijn jaren in Canada, waarheen hij wegvluchtte van het brave burgerlijk bestaan dat hem wachtte, maar vooral over de schrijvers die hij beroepshalve leerde kennen en met wie hij soms nauwe betrekkingen aanging – zoals Ida Gerhardt, over wie hij in 1999 al Gebroken lied publiceerde.
En natuurlijk schrijft hij over de boekenvakkers die zijn weg kruisten. Zoals Ary Langbroek, die Athenaeum-Polak & Van Gennep onder zijn hoede kreeg nadat Ten Bosch het bedrijf had verkocht aan WPG. Volgens de directeur van Querido, een 'breteldragende meneer met bijpassende kunstbril', deugde er niets van het fonds. Hoe kon hij ook vijf contracten 'met die Salter' afsluiten? De met zoveel moeite aangekochte titels zijn dan ook nooit verschenen.

Ten Bosch toont zich een man voor wie vriendschap het hoogste goed is. Hij laat voortdurend blijken dat hij met plezier een stapje extra zette voor zijn vrienden. Hij reed Gerhardt en haar geliefde wekelijks rond. Hij zakte na de koopavond af naar Jeroen Brouwers, die toen in Exel woonde, om de volgende dag knikkebollend in de zaak te staan. En als Harry Mulisch langs wipte, liet hij direct de boel aan zijn medewerkers over.
De relaties waren ook goed voor de boekwinkel, erkent hij. De schrijvers gingen in zíjn winkel signeren en niet in een van de vele concurrenten die Zutphen toen nog telde. In die jaren liep een stad nog uit om een handtekening van een schrijver te bemachtigen. Sterker: toen Gerhardt bij het verschijnen van De zomen van het licht zich voor het eerst in haar leven zette aan een signeersessie, kwam zelfs een Mulisch daarop af.
Al weet iedere boekverkoper: soms daagt niemand op. Dat overkwam Ten Bosch in 1982 met Jan Siebelink – een schrijver die géén vriend werd. In 'een smetteloos wit leren jack, zo smetteloos dat het pijn aan je ogen deed', schrijft hij, had hij 'het zorgvuldig gecreëerde imago van een levensgenieter'. Maar belangstellenden? Nee. Na afloop vroeg hij dronken de weg naar een bordeel. 'En passant memoreerde hij "grote memmen" op prijs te stellen.'

De opsomming van anekdotes neemt niet weg dat Ten Bosch wel degelijk behartigenswaardige lessen serveert in De IJssel stroomt feller dan de Amstel. Vooral uit zijn tijd als boekverkoper, wat hij een jaar of vijftien is geweest. Hij had nooit geambieerd de winkel over te nemen. Maar als hij zijn overleden vader uit een mengeling van plichtsbesef en eerbetoon toch opvolgt, blijkt hij het een bijzonder 'mooi bestaan' te vinden.
Ten Bosch bleek veertig jaar geleden al te hebben gedaan wat nu iedere boekverkoper wordt aangeraden. Hij gaf Van Someren & ten Bosch met zijn eigenzinnige keuzes met het interieur, het assortiment en zijn activiteiten een smoel, zodat het niet zomaar een winkel was waar je je boeken net zo goed níét kunt kopen (en je dus net zo goed online kan bestellen), maar een winkel waar je heen ging omdat je voelde dat het jouw winkel was.
Het was niet helemaal zijn idee, geeft hij toe. Zijn Deventer collega Praamstra had geadviseerd om 'een boekhandel te maken die bij je past, anders kun je net zo goed een filiaalhouder van een boekenketen worden'. Maar hij wist die wijsheid wel toe te passen. Daarom haalde hij de karakteristieken van zijn eeuwenoude pand naar voren in plaats van toe te geven aan de mode van verlaagde plafonds, luifels op de pui en neonverlichting.
Daarom ging ook vrijwel direct de stellage er uit waaraan zes prikborden met aan beide zijden kalenders hingen. Of zijn vader er nu jarenlang vaste klanten mee bediende of niet. Daarvoor in de plaats kwam bij de eerste verbouwing een twee keer zo grote boekhandel met alleen maar boeken. En goede ook. 'Van de bekende literaire en kinderboekenuitgeverijen was van elke titel minstens een exemplaar in huis', memoreert Ten Bosch.
Hij verzet zich dan ook, zij het impliciet, tegen boekverkopers die hun assortiment laten bepalen door de selectie die zij uit het aanbod maken – alles opdat de gemiddelde klant in de nabije omgeving een gerede kans van slagen heeft. Hij vindt daarentegen een theorie verdedigbaar dat de kwaliteit van een boekhandel wordt bepaald door wat er níét staat. Want in de segmenten waarin de winkel zich specialiseert staat alles wat er toe doet.
(Eerder gepubliceerd in Boekblad magazine, apr 2019)