dinsdag 26 februari 2019

Hoe poëzieboekhandels het hoofd boven water houden (Poëziekrant)

Het Poëziecentrum en Perdu waren lange tijd de enige poëzieboekhandels in het Nederlandse taalgebied. Sinds kort is er een derde bijgekomen: Index Poetry Books in Leiden. Door de kosten laag te houden en creatief alle mogelijkheden te benutten proberen ze alle drie te overleven van uitsluitend gedichtenbundels.

Niets zo onwaarschijnlijk als een poëzieboekhandel. De markt voor poëziebundels is zo bescheiden dat de kosten voor de inkoop van de voorraad, huur van winkelruimte en inzet van personeel niet zijn terug te verdienen. Op sommige rustige dagen worden zelfs de alledaagse kosten als energie en koffie niet goedgemaakt door het handvol klanten dat een debuut aanschaft of zijn collectie Koplands completeert. Als er eens een bestsellende bloemlezing is, kopen mensen die zelden in de speciaalzaak.
Toch hebben Christiaan van Minnen en Anne ter Beek in het voorjaar van 2018 Index Poetry Books geopend. In een doorgaande straat net buiten het centrum van Leiden, waar onder andere een stomerij, een paar kappers, een pizzeria en een kleine supermarkt de buurt bedienen, huisvest hun bescheiden winkel van enkele tientallen vierkante meters groot een enorme schat aan poëzie. Duizenden bundels Nederlandstalige poëzie, zeer rijkelijk aangevuld met bij voorkeur tweetalige exemplaren van poëzie uit alle windstreken.
'Vooral onze buitenlandse collectie maakt de winkel uniek', vertelt Van Minnen. 'Alle Nederlandse poëzie heb je zo in huis: alles wat bij [distributeur] CB op voorraad ligt, bundels van kleinere uitgeverijen. En wat niet meer wordt uitgegeven – Vestdijk, Leopold – zoek je antiquarisch. Maar dankzij onze bestaande contacten in het boekenvak hebben we steeds meer buitenlandse bundels die je in de hele Benelux nergens vindt. Zuid-Afrikaanse experimentele dichters. Bloemlezingen Servische poëzie. Noem maar op.'
De inrichting, gebaseerd op Engelse plattelandsboekhandels, appelleert met zijn donkerrode kasten aan ouderwets leesgenot – zonder dat de winkel zelf ouderwets overkomt. Je ziet jezelf onmiddellijk met je nieuwe aanschaf wegzakken in een oude leunstoel. 'We hebben de kasten allemaal zelf getimmerd', zegt Ter Beek. 'Daarom hebben we deze grote kasten in het midden, die we kunnen verplaatsen als er evenementen zijn, ook pas later neergezet. Zo konden we nog meer met name Amerikaanse en Engelse poëzie kwijt.'

Een businessplan hebben de twee eigenaren nooit gemaakt voor Index Poetry Books. 'Is er markt voor? Soms moet je iets gewoon doen', zegt Van Minnen. 'Steve Jobs, Elon Musk en Richard Branson hebben ook nooit een businessplan gemaakt. De grote dingen in de wereld worden niet gedaan door mensen die een starterscursus volgen bij de Kamer van Koophandel en allerlei visieteksten over hun markt naar de bank meenemen. De grote dingen worden gedaan door mensen die iets durven.'
Van Minnen en ter Beek zijn nu eenmaal hun hele leven al verslingerd aan poëzie. Beide afgestudeerde classici lezen van jongs af aan gedichten. Ter Beek noemt Neruda en Marsman als eerste liefdes. Van Minnen beschouwt John Donne als persoonlijke favoriet. Net als zijn vader, die iedere nacht in zijn studeerkamer met poëzie zijn ervaringen in de Tweede Wereldoorlog van zich af schreef, dicht hij ook zelf. In de jaren tachtig stond zeer regelmatig werk van hem in De Revisor. En dan is het gewoon leuk om een gespecialiseerde poëzieboekwinkel te hebben.
Maar beide geven toe dat je 'veilig moet zijn', zoals Van Minnen het noemt. Dat zijn ze dankzij hun andere bedrijf, dat enkele deuren verder is gevestigd in een soortgelijk half winkel-, half woonpand: Index Books – dat vakliteratuur levert aan universiteitsbibliotheken, overheden en dergelijke. Sinds de oprichting in 1991 maakt de library supplier een gestage groei door, die de laatste jaren alleen maar is versneld getuige de twee FD Gazelle Awards in 2016 en 2017 voor snelst groeiende bedrijven.
'We hebben uitgerekend dat we deze winkel, zelfs als er nooit iemand komt, voor jaren in de lucht kunnen houden – zolang we ons andere bedrijf maar strak en gezond weten te houden', vertelt Van Minnen. 'En als het niets wordt, hebben we in ieder geval een mooie walk-in closet voor onszelf vol poëzie', vult Ter Beek aan. 'Want dit is me toch een schatkamer', reageert Van Minnen. 'Zo vaak als ik een rondje door de winkel kan doen en wéér iets moois ontdek wat Anne heeft ingekocht.'

Dat neemt niet weg dat Index Poetry Books de kosten zo laag mogelijk houdt. De inkoop van zeker de startvoorraad is een investering. Gelukkig kreeg de winkel daar hulp bij. 'Leo Peeraer van uitgeverij P reed, zijn auto volgeladen met zijn volledige fonds, hierheen om alles ter consignatie neer te leggen. Dat hebben meer uitgeverijen gedaan. En dan ben je geneigd om voor die fondsen wat harder te lopen. Als iemand Spaanse poëzie zoekt, raad ik zijn prachtige tweetalige bloemlezingen aan', zegt Van Minnen.
Daarnaast zijn de voornaamste kosten de huur en het personeel. De eerste is relatief laag omdat ze niet op een A1-locatie zitten. 'Wat ook niet nodig is, omdat we het niet van toevallig langslopend publiek moeten hebben.' En de personeelskosten zijn beperkt: Index Poetry Books heeft een betaalde kracht die twee dagen per week in de winkel is om, naast het gebruikelijke werk in de winkel als het uitpakken van nieuwe voorraad, de volledige collectie ten behoeve van de eigen webwinkel te voorzien van metadata.
'De rest van de tijd staat ons eigen personeel er', zegt Van Minnen. 'Iedereen een dagdeel, wijzelf ook. Het is heel makkelijk om bijvoorbeeld een stapel reclameringen van bestellingen hier achter de computer te doen. Zo rustig is het wel. En als het te druk wordt, kan dat alleen maar omdat de omzet van de winkel zo aantrekt. De laatste periode hebben we dus uitsluitend mensen aangenomen die affiniteit met poëzie hebben. Voor hen is het werk in de winkel –tussen de boeken, met echt klantcontact – een soort arbeidsvitaminen.'

Ondanks het missionaire karakter van de winkel proberen Van Minnen en Ter Beek met deze lage aanloopverliezen wel degelijk in gestaag tempo een rendabele winkel neer te zetten. Om de daarvoor benodigde minimale maandelijkse omzet van vijftien- tot twintigduizend euro te halen kunnen ze niet afhankelijk zijn van het 'verrassend jonge' en, in deze stad vol expats, internationale publiek dat met een steeds grotere frequentie aanloopt en dan stuit op de vele onvermoede pareltjes op de planken.
Ook online moet de verkoop aantrekken. Internet is juist voor een speciaalzaak een vitaal kanaal, waarmee je tot ver buiten je regio liefhebbers kunt binden. 'En zelfs in het buitenland', reageert Van Minnen. 'Want hier staat meer Engelstalige poëzie dan in een goed gesorteerde boekhandel in Oxford.' De metadata moet de site daar aantrekkelijk genoeg voor maken. 'Als het klaar is, kun je de leukste dingen bij elkaar vinden. Wie in de jaren 1910 debuteerde. Wie aan absint verslaafd was. Wie feministische poëzie schreef. Enzovoorts.'
Daarnaast hebben de eigenaren tal van plannen. Van lespakketten voor het onderwijs tot stands bemensen op het groeiend aantal poëziefestivals. Van uitbouwen van de naamsbekendheid via het actief beheren van sociale media tot het trekken van publiek met evenementen in de winkel. Zo vond de presentatie van een Awater-nummer in de winkel plaats en traden er dichters op als Ingmar Heytze, Thomas Möhlmann, de Zuid-Afrikaanse Koleka Putuma en de Amerikaanse Shonda Buchanan.

En anders kan Index Poetry Books altijd inspiratie opdoen bij de twee concurrenten die het al decennia volhouden. Poëziecentrum heeft een vaste plek in het fraaie vijftiende eeuwse Toreken aan de Vrijdagmarkt van Gent, waar de liefhebbers uit het hele taalgebied naartoe trekken voor de zo compleet mogelijke collecties poëziebundels in de Lage Landen. Dat alles er ligt, zal shopmanager Lot De Smet niet beweren, maar 'gigantisch' is het wel, 'zeker voor zo'n klein oppervlak'.
Waar de Leidse winkel het regulier verkrijgbare Nederlandstalige aanbod aanvult met een breed buitenlands aanbod, doet Poëziecentrum dat met nóg meer Nederlandstalige poëzie. Dat houdt in: een kelder vol met antiquarische boeken, die mede dankzij het feit dat het centrum veel schenkingen krijgt, tegen spotprijzen te koop zijn. 'En als we oudere bundels dan nog niet hebben, zullen we altijd voor de klant op zoek gaan. Desnoods bellen we de dichter zelf op om te vragen of hij nog een exemplaar heeft.'
Ook maakt het Poëziecentrum ruim baan voor uitgaven in eigen beheer, die het in consignatie neerlegt. 'Bij elkaar kom je gemakkelijk aan zo'n honderd titels, dat tussen de rest van het aanbod staat', zegt De Smet. 'Ook al zit er weinig kwaliteitscontrole op die uitgaven, wij selecteren daar niet op. Het is niet aan ons om daarover te oordelen. Het is nu eenmaal moeilijk om poëzie uitgegeven te krijgen. Ik begrijp dat mensen er daarom voor kiezen. Door het vele administratieve werk is het van ons echt een inspanning.'
Daarbij kiest de winkel voor een zo breed mogelijk aanbod. De kinderpoëzie wordt aangevuld met bijvoorbeeld uitgaven van sprookjes op rijm. Er liggen relevante gadgets van Plint en Cossee. Alles om ook klanten die misschien zijn geïntimideerd door al die kasten vol met wat velen toch een moeilijk genre vinden, te kunnen verleiden ook eens binnen te stappen. 'Het is belangrijk dat niemand hier meteen terugschrikt, zodat we iedereen kunnen toeleiden naar poëzie. Dat is immers de hoofdtaak van het Poëziecentrum.'

Toch kan de shop van het Poëziecentrum nooit zo'n breed assortiment neerleggen dat het een doelgroep aanspreekt die groot genoeg is om zelfstandig te overleven. Als het geen onderdeel was van het Poëziecentrum, die met subsidie van onder meer het Vlaams Fonds voor de Letteren en de Stad Gent de Poëziekrant en eigen bundels uitgeeft en tal van poëzieactiviteiten ontplooit, zou de winkel niet rendabel zijn, geeft De Smet toe. De omzet dekt simpelweg niet alle kosten.
Die relatie is niet alleen belangrijk om operationele verliezen te dekken. Het biedt kansen: op bijvoorbeeld boekpresentaties doet de winkel de boekverkoop. Dan kunnen er wél in een keer tot tachtig exemplaren van een titel worden verkocht. 'Anders kopen we van populaire titels hooguit drie tot vijf exemplaren in. Van de rest hebben we meestal eentjes, en dan moeten we bij iedere verkoop opnieuw afwegen: heeft het zin die titel nog een keer bij te bestellen. Twee jaar na verschijnen is het antwoord vaak nee.'
En het helpt om de kosten te dekken. Zo staan de medewerkers ook in de shop, die tegelijk een baliefunctie heeft. Zo zijn de personeelslasten beperkt: De Smet, in dienst bij het centrum, is voor 40% shopmanager – tijd die ze vooral gebruikt om de inkoop te doen of een stand te bemannen op beurzen (zoals de Boekenbeurs, waar een hoge omzet wordt gedraaid, maar de kosten navenant zijn). Daarnaast is er een door de gemeente gesubsidieerde jongere in dienst om ervaring op te doen als verkoopmedewerker.

Voor Perdu geldt een soortgelijk verhaal. Het assortiment van de poëzieboekhandel in het steeds meer door toeristen overspoelde centrum van Amsterdam beweegt zich van het model-Poëziecentrum naar het model-Index. Ofwel: de nadruk verschuift van een zo compleet mogelijk Nederlandstalig aanbod, dat net als in Gent dankzij schenkingen wordt aangevuld met een ruim antiquarisch aanbod, naar een assortiment met steeds meer Engelstalige poëzie, vertelt bureaumanager Ruben Ing.
Dat komt niet door de toeristen, maar door praktische en inhoudelijk gedreven keuzes. De winkel verkoopt geen eigen beheer-uitgaven meer omdat de administratieve last te groot werd. 'En Engelstalig doen we steeds meer omdat de nieuwe generatie die poëzie nauwer volgt,' zegt Ing. 'De inkoopprijs van Engelse titels is gunstiger, omdat de oplagen hoger zijn en de productiekosten dus lager. Via onze distributeur Ingram kunnen we, ondanks verzendkosten, Amerikaanse poëzie goedkoper aanbieden dan Nederlandse.'
Die verandering, die de laatste anderhalf jaar versneld is waar te nemen, houdt de omzet stabiel. Toch is de winkel alleen 'niet levensvatbaar', erkent Ing De boekhandel is dan ook onderdeel van een groter geheel: Stichting Perdu. Deze geeft ook twee bundels per jaar uit en exploiteert een theater, achter de winkelruimte, waar plek is voor maximaal honderd toeschouwers. Iedere vrijdagavond verzorgt Perdu zelf een programma, de rest van de week is de zaal beschikbaar voor de verhuur – zoals voor boekpresentaties.
Via de Stichting, die wordt gesubsidieerd door onder andere de Amsterdams Fonds voor de Kunst, worden de kosten laag gehouden. Zo drijft de stichting en zeker de boekhandel op de kracht van vrijwilligers, maar kunnen zij worden aangestuurd door vier betaalde medewerkers. Tegelijk zijn er voordelen van kruisbestuiving, doordat Perdu bijvoorbeeld de boekverkoop verzorgt bij boekpresentaties, waarvan er in het hoogseizoen wel zes in een maand kunnen zijn. Op de beste avonden worden er tot zestig exemplaren verkocht.

Opmerkelijk is dat zowel Poëziecentrum als Perdu weinig aan online verkoop doet. Ze hebben als schaarse speciaalzaak in principe iedere poëzieliefhebber in het taalgebied als klant, zeker nu de plek voor poëzie in algemene winkels sinds de economische crisis nog kleiner is geworden en een bedrijf als De Slegte, met zijn groot tweedehands aanbod, in veel steden (zeker in Nederland) is verdwenen. Toch richten beide winkels zich in eerste instanties op klanten die afreizen naar Gent respectievelijk Amsterdam.
Het Poëziecentrum heeft alleen een online formulier waarmee klanten een bestelling kunnen plaatsen, vertelt De Smet. 'Maar een volwaardige webshop? We hebben dat ooit onderzocht, maar we kunnen niet op tegen partijen als Bol.com en Amazon. Zij kunnen bundels goedkoper aanbieden omdat ze betere deals met uitgevers hebben. Daarboven bieden zij gratis verzending. Daarnaast heb je alle data nodig: covers, titelbeschrijvingen. Voor bijzondere dingen is er niet eens data. Dat is voor ons onmogelijk om te dragen.'
Perdu heeft wel sinds een jaar of zeven een webshop waarop alle titels verkrijgbaar zijn, vertelt Ing. Hij oogt verzorgd en Ing klaagt niet over de extra kosten. Maar in verhouding levert het maar weinig op. 'Veel webbestellingen krijgen we niet: twee à drie per week'. Vandaar dat ook Perdu zich liever concentreert op klanten in de winkel. 'Dat hebben we ook veel liever, omdat we dan persoonlijk contact hebt. Dat is toch de leukste manier om poëzie te verkopen.'
(Eerder gepubliceerd in Poëziekrant, jan-feb 2019)

Zie ook dit recente interview met Van Minnen voor Boekblad.

zondag 24 februari 2019

Interview: Jeroen van Kan over zijn overstap van literaire televisie naar literaire evenementen (Boekblad)

Jeroen van Kan heeft de VPRO verruild voor de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam (SLAA). Hij gaat niet meer literatuur onder de aandacht brengen via de televisie, maar via evenementen in de breedste zin van het woord. Hij bereikt in dat geval minder mensen tegelijk, het is voor hem niet minder belangrijk.

Hoe was je week?
'Zeer druk. Ik ben op 1 februari begonnen bij de SLAA – en dus met kennismaken met allerlei mensen en vergaderen. Tegelijk zit ik nog tot eind mei bij de VPRO. Behalve de reguliere uitzendingen van VPRO Boeken nemen we op 17 maart een speciaal programma op voor de Boekenweek. Daar moet nog veel voor worden voorbereid. Ondertussen heb ik contact met veel mensen die willen weten waarom ik deze overstap heb gemaakt en wat ik bij de SLAA ga doen.'

Ik natuurlijk ook. Waarom naar de SLAA?
'De SLAA is een ontzettend fijne plek. Ik kwam altijd al graag bij hun activiteiten. Ik krijg hier ook veel vrijheid om mooie dingen te doen. En het is in mijn eigen stad. Heel fijn om in Amsterdam te werken.'

Je had genoeg van Hilversum, na bijna twaalf jaar – met een onderbreking – voor de VPRO te hebben gewerkt?
'Het was een voorrecht om programma's voor eerst De Avonden en daarna VPRO Boeken te maken. Ik heb allerlei internationale auteurs kunnen spreken. Maar ik vraag me af hoe houdbaar de vrijheid is die ik er had om mijn gang te kunnen gaan. De VPRO wil dat het programma vanaf januari 2020 eigentijdser wordt. Hoe, weten ze nog, maar ik heb er bij voorbaat geen goed gevoel over. De vrijheid van de makers zal minder worden. Daarmee is mijn overstap overigens geen negatieve keuze. Integendeel. Het is een positieve keuze veer de SLAA.'

Bij de SLAA behoud je wel je vrijheid?
'Alleen al de vorm geeft meer vrijheid. Een zaalprogramma kun je iedere keer invullen zoals je wil: een voordracht, een interview, of iets totaal anders. En ik wil ook nieuwe vormen verzinnen om literatuur buiten een zaaltje te brengen.'

Zoals?
'Je kunt dichters een gedicht laten schrijven over een kunstwerk in het Stedelijk Museum en dan een rondleiding langs die kunstwerken geven. Met een koptelefoon op, zodat andere bezoekers er geen last van hebben. Of fictiepunten in de openbare ruimte. Je laat schrijvers een verhaal maken bij een park of een terras, dat je via een QR-code op een sticker in een app op je telefoon kunt openen. En dat je dan kunt kiezen om het te lezen of voorgelezen te krijgen. Maar ik ben net begonnen. Het duurt nog wel even voor zulke experimenten worden uitgevoerd.'

Waarom wil je de zaal uit?
'Omdat het potentiële publiek groter is dan alleen de mensen die de moeite nemen om naar een zaal te komen. Er zijn genoeg lezers die dat niet doen. Dus moet je andere activiteiten bedenken om hen te bereiken.'

Je gaat voor maximale impact?
'Precies.'

Zo bekeken is het gek dat je vertrekt bij de VPRO. Op zondag 10 februari trok VPRO Boeken 142.000 kijkers (exclusief uitgesteld kijken). Zo veel mensen bereik je nooit met de activiteiten van de SLAA.
'In absolute aantallen gemeten is dat waar. Maar toch voelt dat niet als minder, omdat ik op deze plek creatiever kan zijn. Het tv-programma heeft elke keer dezelfde format: een gesprek met twee auteurs van ieder een kwartier. Maar de activiteiten van de SLAA zijn iedere keer anders, zodat je een veel bredere groep kunt aanspreken. Je hebt ook interactie met publiek. Mensen zijn erbij en reageren op wat je doet. Op het tv-programma krijg ik ook weleens een reactie, maar dat gaat dan over iets in het decor.'

De vrijheid en creativiteit wegen dan zwaarder dan de harde cijfers.
'Ja. Ik heb ook iets missionairs. Er zijn vele wegen om mensen naar het lezen te leiden.  Het is goed als dat op tv gebeurt, maar er zijn meer manieren. Er is de laatste tijd een verschuiving richting beleving – een vreselijk woord overigens – zoals je kort geleden bijvoorbeeld zag op de Das Mag-avonden. Ik ben daar een keer geweest, ook al was ik dubbel zo oud als de meeste aanwezigen. Rob Wijnberg hield er een praatje over Richard Rorty. Na afloop kochten toch een paar mensen dat moeilijke boek van Rorty. Het is heel mooi als je dat kan bereiken.'

Literaire evenementen zijn essentieel voor de literaire cultuur?
'Zeker. Ik ben daar zelf een voorbeeld van. Toen ik de op de middelbare school zat, vond er elk jaar in Theater De Meervaart een literair festival plaats. Iemand van de organisatie vroeg in de klas of iemand gedichten schreef. Ik stak mijn vinger op en werd prompt geprogrammeerd tussen Diana Ozon, Jules Deelder en Johnny van Doorn. Ik werd net zo serieus genomen. Erg indrukwekkend. Ik wil niet zeggen dat ik anders niet door zou zijn gegaan met poëzie, maar het heeft me wel geholpen.'

Ga je bij de SLAA met het boekenvak samenwerken?
'Dat kan heel goed. Soms lopen de belangen gezamenlijk op. Met de aandacht die wij geven aan het korte verhaal kan de boekhandel zijn minder populaire winkeldochters onder de aandacht brengen. En uitgevers benaderen ons voor hun auteurs. Als het een literaire auteur is maken we, afhankelijk van onze inschatting van de belangstelling voor hem of haar, daar dankbaar gebruik van.'

Is dat anders dan hoe je samenwerkte met uitgevers voor VPRO Boeken?
'Eigenlijk is er geen wezenlijk verschil. De urgentie is voor uitgevers alleen minder groot bij de SLAA dan bij een tv-programma. Bij de VPRO ben je voortdurend bezig uitgevers af te remmen. En of dat nu minder wordt? Ik denk het niet. Ik heb in al die jaren relaties opgebouwd met uitgevers. Met de ene ga ik alleen zakelijk om, met de ander ben ik bevriend. Van de een weet je dat je hem kunt vertrouwen op zijn oordeel, van de ander niet – soms ook door zijn fonds. Maar de basis blijft altijd het boek zelf. Dat moet je lezen, en als je het goed vindt, wil je daar iets mee doen.'

Tot slot: welke plannen heb je vandaag?
'Om te beginnen VPRO Boeken kijken, dit keer met Guillermo Arriaga en Franca Treur. Het wordt live-on-tape opgenomen. Wat je ziet is wat is opgenomen, er is niets gemonteerd. Als het op tv komt, is het daarom de eerste keer dat ik het kan terugzien. Al kijk ik het ook niet altijd. Het is soms een marteling, omdat ikzelf een aaneenschakeling van gemiste kansen zie. De kijker ziet dat gelukkig niet. En daarna pak ik denk ik een boek. Ik wil het boek van Rüdiger Safranski over de Duitse romantiek uitlezen. En ik heb nog boeken liggen die ik moet lezen voor het programma. De verhalenbundel Straf van Ferdinand von Schirach en het laatste boek van F. Starik. Daar komt Vrouwkje Tuinman over praten. Eigenlijk was dat de afgelopen jaren mijn voornaamste werk: lezen. Ik ben blij dat ik het iets minder kan doen.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 17 feb)

vrijdag 15 februari 2019

Eveline Aendekerk (CPNB): 'samen op zoek naar onze toegevoegde waarde' (Bibliotheekblad)

Eveline Aendekerk liep afgelopen vrijdag stage bij Theek 5 in Oosterhout. Het bezoek volgde een week nadat de nieuwe directeur van de CPNB – aangetreden op 1 september vorig jaar – in haar nieuwjaarsspeech aankondigde om samen met bibliotheken, boekhandels en uitgevers de taak van haar organisatie scherp te krijgen. Vooruitlopend op dit traject krijgt Nederland Leest haar oude focus terug.

Eveline Aendekerk (47) was in haar jeugd vaak te vinden in de bibliotheek van Oosterhout. Minstens een keer per week, schat ze. In haar herinnering was het een gebouw met kasten en kasten vol boeken. 'Een soort bos'. Ze struinde langs de kasten, koos nieuwe boeken, stempelde die af en vertrok. 'Veel interactie op die plek was er niet. Ik wist ook zelf altijd welke boeken ik wilde. Wel ging mijn moeder, toen mijn zusje nog klein was, met haar aan een tafel puzzelen terwijl ik boeken uitzocht. Dat moet er dus ook zijn geweest.'
Afgelopen vrijdag was ze voor het eerst in dertig jaar terug in het filiaal van Theek 5. 'Want toen ik in 1989 naar Amsterdam ging om er te studeren, had ik daar mijn infrastructuur. In Oosterhout had ik niets meer te zoeken in de bibliotheek. Ik hoorde wel van Theo Peeters, die in 1988 aantrad als directeur, dat hij zich als doel had gesteld om alle grote schrijvers van Nederland uit te nodigen. Al vrij snel kwam toen Harry Mulisch. Daar had ik dus bij kunnen zijn! Maar ik kan me er niets van herinneren. Sterker: in mijn herinnering waren er nooit evenementen in de bibliotheek.'
De verandering in drie decennia kon niet groter zijn, ontdekte Aendekerk. 'Het ziet er om te beginnen niet meer uit als wat je je vroeger voorstelde bij een bibliotheek. Het is gewoon een fijne plek: een soort half café, heel open, laagdrempelig en zichtbaar opgegaan in een grotere culturele organisatie. Je loopt naadloos van de bibliotheek naar het theater en terug. Het voelt er echt dynamisch. Als een organisatie van deze tijd. En tegelijkertijd, zo verzekerde Theo me, is de collectie even groot als in mijn tijd.'
Die verbouwing – gecombineerd met een veel grotere activiteitenagenda en takenpakket – vertaalt zich in fors grotere bezoekcijfers. 'Voor de nieuwbouw, die in november 2015 klaar was, kreeg de bibliotheek per jaar zo'n 140.000 mensen over de vloer. Nu komen er 240.000 bezoekers per jaar. Dat is 100.000 meer! Gigantisch. Dat een nieuw concept qua inrichting en presentatie zo'n groot verschil kan maken. Afgelopen week werd ook de 750.000e bezoeker sinds de opening  verwelkomd.'

Wat heb je gedaan op je stage?
'Ik heb vooral heel veel met Theo gepraat – en hem ten overstaan van zijn team verwelkomd bij het genootschap ‘Vrienden van de CPNB’. Een mooi gezelschap bijzondere mensen die veel betekend hebben voor de CPNB en het vak. Daar is Theo, oud-bestuurslid van de CPNB, er absoluut een van.'

Wat heb je uit het gesprek opgestoken?
'Heel veel. Een van de punten is dat ik nu begrijp hoeveel tijd van een bibliotheekdirecteur opgaat aan het lobbyen en contact onderhouden bij de verschillende gemeenten. Theek5 is actief in en wordt gefinancierd door 8 gemeenten, en bij allemaal moet de bibliotheek voortdurend zichtbaar zijn. Gebeurt dat niet, zei Theo, dan vergeten ze je en zie je dat terug in de besluitvorming. Ik had me nooit zo helder gerealiseerd hoe kwetsbaar een bibliotheek is door de afhankelijkheid van zijn subsidiegever. Iedere wethouder in zijn werkingsgebied wil iets anders, denkt anders over de bibliotheek, vertaalt maatregelen uit Den Haag anders – en dan kan er zomaar een voor de bibliotheek zeer ingrijpend besluit worden genomen. Ik herken het overigens wel: in mijn vorige baan als directeur van Dance4life waren we ook afhankelijk van subsidies en fondsen.'

Maar je hebt vast niet alleen op zijn kantoor gezeten.
'Zeker niet. We hebben de hele bibliotheek in Oosterhout doorgelopen. Van de medewerkers was en is misschien nog bij velen het cliché: dat zijn een beetje stoffige mensen. Maar ik zag ook hier weer hoe achterhaald dat beeld is! Er werken veel jonge mensen – vooral meiden, dat dan wel – die heel actief met van alles bezig zijn. Omdat de Nationale Voorleesdagen net waren begonnen, vertelden de medewerkers wat ze allemaal deden aan voorlezen. Erg indrukwekkend. Ze zijn ook voortdurend op pad naar kinderdagverblijven, scholen en mensen thuis. Daarna zijn we nog naar de bibliotheek in Dongen gegaan, die net nieuw is en ook samen met drie andere instellingen in één gebouw zit en nu is genomineerd voor Beste Bibliotheek. Er werden daarom vrijdag een paar filmpjes opgenomen.'

Hoe zou je na je bezoek de taak van de openbare bibliotheek omschrijven?
'Ook daar hebben we lang over gepraat. De bibliotheek heeft tegenwoordig vijf wettelijke taken – waardoor de maatschappelijke rol van de organisatie veel groter is dan in de jaren tachtig. Ik vind dat heel goed. Maar bij alles loopt er voor mij als een rode draad de taalverwerving doorheen. Je moet de taal machtig zijn, wil je boeken kunnen lezen, in debat kunnen gaan of zinvolle ontmoetingen hebben.'

En hoe kan de CPNB daar bij helpen?
'Dat heb ik natuurlijk ook aan Theo gevraagd. Het opvallende was dat hij zei: daar wil ik nog even over nadenken. En hij was niet de eerste. Ik kreeg van meerdere bibliotheekdirecteuren, die ik de afgelopen maanden heb gesproken, dezelfde reactie. Er is veel waardering voor de CPNB, maar het is voor bibliotheken ook een beetje diffuus wat onze toegevoegde waarde kan zijn. Theek 5 doet bijvoorbeeld niet aan al onze campagnes mee. Deels omdat de bibliotheek daar de middelen niet voor heeft. En deels omdat de bibliotheek ook zijn eigen agenda heeft – met zes thema's per jaar. Wat kies je dan? En waarom?'

Aan welke campagnes doet Theek 5 wel mee en welke niet?
'De Voorleesdagen. Die zijn superbelangrijk voor hen. De Boekenweek natuurlijk. Ook voor de Boekenweek voor jongeren zet de bibliotheek zich steeds meer in. Maar Theek 5 deed vorig jaar bijvoorbeeld niet mee aan Nederland Leest, terwijl dat nota bene de CPNB-campagne voor bibliotheken is. En dat geldt voor meerdere bibliotheken. Ik vind dat interessant. Waarom is dat? Ik heb de indruk dat bibliotheken vooral inzetten op campagnes die inhaken op leesbevordering over de hele leeslijn van 0 tot 18 jaar, terwijl aan andere campagnes minder behoefte is.'

Hoe krijg je de toegevoegde waarde van de CPNB voor bibliotheken helder?
'Daarom gaan we op 11 en 12 februari met al onze convenantpartners de spreekwoordelijke hei op: boekhandels, uitgevers en bibliotheken. Er is zoveel veranderd de afgelopen jaren dat we opnieuw de opdracht van de CPNB scherp moeten proberen te krijgen. Het lezen heeft bijvoorbeeld meer concurrentie gekregen van andere vormen van vrije tijdsbesteding. Waar we boeken kopen verschuift van de fysieke boekhandel naar online, maar niet voor alle genres in dezelfde mate. Uitgevers kunnen hun boeken op steeds meer manieren aan de man krijgen. En bibliotheken hebben de vijf wettelijke functies gekregen. Bij hun is de verandering misschien wel het grootste – zeker als je het vergelijkt met 2001, toen de bibliotheken erbij kwamen. Dat heeft allemaal gevolg voor wat de CPNB moet doen.'

Waarom is de verandering bij bibliotheken groter dan bij het commerciële boekenvak?
'Boekhandels hebben een duidelijk doel dat onveranderd is gebleven: boeken verkopen. Bibliotheken hebben juist heel andere taken gekregen. Boekhandels zijn daarnaast afhankelijk van de markt. Dat maakt hen evengoed kwetsbaar, maar díe afhankelijkheid schept wel meer duidelijkheid op lange termijn dan de kwetsbaarheid als gevolg van financiering door de overheid. En dat is ook gebleken. Bibliotheken hebben daarom de afgelopen jaren veel tijd besteed aan het opnieuw uitvinden van zichzelf.'

Kan het zijn dat er een scheiding wordt aangebracht in wat de CPNB gaat doen: leesbevorderende campagnes voor de bibliotheek en commerciële campagnes voor de boekhandel?
'Dat zou kunnen. Dat hangt af van de uitkomst van de gesprekken. Ik denk alleen niet dat het zo zwart-wit zal zijn. Bibliotheken hebben misschien weinig aan de Kookboekencampagne, maar zeker wel aan de Boekenweek. Andersom biedt de Boekenweek voor Jongeren zeker mogelijkheden voor boekhandels.'

Is daarbij ruimte voor nieuwe campagnes?
'Ik denk niet dat iemand daar op dit moment behoefte aan heeft. We kunnen wel campagnes veranderen of samenvoegen. Of schrappen, om er daarna iets nieuws voor de in plaats te maken. Maar echt nieuwe campagnes? Je ziet in januari al én de Maand van de Spiritualiteit én de Nationale Voorleesdagen én de Poëzieweek. Vanwege de partners waarmee we samenwerken kunnen we de timing niet veranderen. Dus ik snap goed dat bibliotheken daar nu een keuze uit maken. Je kan niet alle drie tegelijk tot in de puntjes goed uitvoeren.'

Vooruitlopend op de heidagen zijn wel al een paar knopen doorgehakt. De CPNB stopt met de Airport Library.
'Ja. Een bibliotheek runnen op Schiphol om reizigers het mooiste van (literair) Nederland te laten zien, hoe mooi die ook is, dat is niet onze kerntaak. Dat kunnen anderen beter. We zijn daarom op zoek naar een nieuwe moeder voor de Airport Library. Of beter gezegd: het ministerie van OCW. Omdat zij deze bibliotheek financieren, praten zij met partijen bij wie het beheer het beste past. Geen commerciële partijen, maar organisaties die zich bemoeien met de promotie van de literatuur naar het buitenland. Het streven is om hier in de eerste helft van 2019 duidelijkheid over te verschaffen.'

En Nederland Leest krijgt zijn oorspronkelijke focus terug: iedereen leest tegelijkertijd hetzelfde boek.
'Ja. Het idee van One city, one book is in zijn simpelheid ijzersterk, maar het concept van de campagne was verwaterd. Iemand zei mij dat de actie eerder Nederland Lult was geworden. En dat past niet bij de CPNB. Wij zijn voor de promotie van het boek en het lezen, niet om debat te faciliteren. Zoals de campagne was verworden, zou je eerder denken dat een partij als De Balie die organiseert. Daarom keren we terug naar een leesbevorderingsactie rond één boek. Dat hebben we overigens eerst getoetst bij de bibliotheken, die dezelfde behoefte hadden. Waarom zouden we dan wachten om de campagne te veranderen?'

Kun je al zeggen welk boek centraal staat in Nederland Leest?
'Ik kan alleen zeggen dat de auteur van het boek helaas niet meer leeft, maar dat we daar mooie oplossingen voor hebben bedacht. Dat gaat goed komen.'
(Eerder gepubliceerd op Bibliotheekblad.nl)

Ik sprak Aendekerk ook al twee keer voor Boekblad. Zie hier en hier.

woensdag 13 februari 2019

Het jaaroverzicht van Nadine Mussert (Boekblad)

Nadine Mussert nam dit voorjaar Boekhandel van der Meer in Noordwijk over. Vier maanden later werd ze verkozen tot boekverkoper van het jaar. Hoe kijkt zij terug op 2018?

'Het is altijd mooi als er nieuwe uitgeverijen bij komen. Niet alleen Pluim, waar ik na de lancering eerlijk gezegd weinig van heb gehoord. Ik hoorde dit jaar regelmatig dat er een nieuwe uitgeverij was gestart. Wel is het voor een boekhandel fijn als ze vervolgens samenwerken zoals binnen New Book Collective, zodat we met maar één partij afspraken kunnen maken. Zeker New Book Collective doet het goed. Ze hebben inmiddels een breed aanbod – van YA tot kookboeken – waar we van alles mee kunnen. En we kunnen afspraken met hen maken over marges, activiteiten, consignatieregelingen. Nu Van der Meer na de overname een krappere kredietlimiet heeft, moeten we creatief zijn om onze voorraad op peil te houden. Met sommige uitgeverijen lukt dat beter dan met andere.'

1 maart ECI wordt Bookspot
'Daar kan ik weinig over zeggen. Met mijn zes jaar ervaring in het boekenvak heb ik het gevoel dat de boekenclub van voor mijn tijd is. Ik hoor nooit iemand zeggen dat hij daar lid van is. Het abonnementsidee van Bookspot, wat hen ondanks een nieuwe imago als online boekhandel nog altijd uniek maakt, vind ik wél interessant. Van der Meer is begin dit jaar, in samenwerking met Singel Uitgeverijen, ook begonnen met zijn eigen boekenclub. De leden krijgen zes keer per jaar een boek uit hun fondsen plus een attentie van ons en een activiteit zoals een leesclubavond of een bezoek van de auteur. De laatste titel was Foonvan Marente de Moor, die in de winkel is geweest. Ze krijgen alleen geen korting. We hebben nu twintig leden. Dat kan denk ik veel meer worden, omdat mensen nu eenmaal naar Van der Meer komen om advies van ons te krijgen. Deze boekenclub ís ons advies. We moeten er alleen meer promotie voor maken.'

30 maart Stip Media nieuwe eigenaar Boekblad
'Fijn dat Boekblad bleef bestaan. Zoals elke beroepsgroep moeten we een overkoepelend nieuwsorgaan hebben. Natuurlijk heb je ook een Facebookgroep met Libris-boekhandelaren om nieuwtjes te delen, maar Boekblad is nodig om het nieuws te verdiepen. Dan lees je ook eens meningen van anderen, zodat je je een beter beeld kunt vormen van de ontwikkelingen in het vak. Voor mezelf, als nieuwkomer, vind ik het belangrijk om te lezen waar alle collega's zoals mee bezig zijn.'

'Begrijpelijk. Als een groot auteur als Tommy Wieringa of Paulien Cornelisse na zo veel jaar de ins en outs van het uitgeven kent, willen ze een keer helemaal hun eigen plan uitvoeren. Dat lijkt me een heerlijke uitdaging. Dat de inkoopbeurzen daardoor nog groter en voller worden – zoals op de najaarsbeurs absoluut het geval was – is dan maar zo.
Iets anders is de groei van selfpublishing onder amateurschrijvers. Wij zijn ermee gestopt om alle boeken van iedere auteur die hier aanklopt in consignatie neer te leggen. Het zijn er zoveel geworden, dat het totale aanbod dreigt te verschralen en het onze reputatie als experts over wat wel en niet de moeite waard is kan schaden. Ook moet iedere plek in de winkel wél iets opleveren. Boeken over Noordwijk nemen we nog altijd aan, maar de zoveelste roman? Het is alleen lastig dat goed uit te leggen. De amateurschrijvers zijn vaak ook klant. En ja, dat gaat weleens fout. Momenteel ligt een roman van een lokale schrijfster overal in Noordwijk, tot aan de bloemist aan toe, behalve bij ons – vermoedelijk omdat ze beledigd was nadat wij afhoudend reageerden op haar verzoek om de presentatie bij ons te houden.'

'Toen ik middenin de overname zat, leek het een grote chaos. Een vrije val, er kwam zoveel op me af. Achteraf ging het juist soepel. Het was aan het begin van een rustige tijd, we hadden de ruimte om als team op elkaar ingespeeld te raken en de beste indeling van de winkel te vinden. Ik heb daardoor echt mijn eigen stempel kunnen drukken, wat de klanten ook opvalt – ik hoor regelmatig dat er een nieuwe energie in de winkel hangt. En nu merk ik dat er in het najaar juist veel meer op me afkomt. Sinds de Kinderboekenweek is het zo druk, zeker in de weekenden is het bizar.
Het nadeel van het gekozen moment was dat ik in de rustige zomer dacht dat het kwam omdat de vorige eigenaren Peter van Blanken en Martha Baalbergen er niet meer waren. En niet aan de zomer, die voor iedereen pittig was. Omdat het weer zo mooi was, had niemand zin om naar de boekhandel te gaan. En omdat er weinig grote titels waren, had niemand een reden om te gaan. Ik had daar best moeite mee. Ik krijg altijd stress van financiële zaken. Persoonlijk, maar zeker ook als eigenaar van een boekhandel. Elke keer aan het einde van de maand verwachten zeven man personeel hun salaris. Elke maand ben ik daar weer nerveus over en kijk ik in die periode drie keer per dag op de rekening.
Toch schrik ik ook niet terug voor een gok. Toen Jimmy Nelson naar de winkel kwam, kocht ik 100 exemplaren van Homage to Humanityin. We wisten een goede deal te maken, maar toch: 100 exemplaren, terwijl Bol.com en Amazon in de onderlinge concurrentie elkaar bestoken met belachelijke kortingen. Ik hoorde van meerdere mensen: ga je die wel kwijtraken? Wij verkochten hem voor 100 euro in plaats van 125 euro. Maar dat bleek niet eens nodig. Ze gingen allemaal weg. We hebben zelfs mensen moeten teleurstellen. Ik denk dat deze activiteit daarom mijn hoogtepunt van het jaar was.'

12 juni Kobo Plus haalt top 20-uitgeverijen binnen
'Wij verkopen de Kobo-readers niet meer. Wij verkopen de Tolino, waar ik superblij mee ben. Maar het is jammer dat als Kobo met een abonnement komt, wij daar niet meteen Tolino Plus tegenover kunnen zetten. Ik hoor van Caroline Damwijk [directeur Libris Blz] dat er gesprekken zijn, ook over bijvoorbeeld de mogelijkheid om het e-boek bij het papieren boek te verkopen, maar het is nog afwachten waar dat toe leidt. Want het e-boek is belangrijk, dat bewijst de groei van Kobo Plus. Anders dan van de boekenclub hoor ik wél van mensen dat ze een Kobo Plus-abonnement hebben. Ik vraag me alleen af hoe belangrijk het e-boek precies is. Ik zie klanten met Tolino nog steeds papieren boeken kopen of weer teruggaan naar papieren boeken. Alleen tijdens vakantie is het handig. Ook voor mezelf: hoe fijn is het dan dat je ver weg toch bij een Nederlandse winkel – boekhandelvandermeer.nl! – e-boeken kunt kopen. Ik promoot de Tolino daarom niet actief. Het zwaartepunt ligt bij de winkel.'

13 juni KBb-vergadering in teken Boekenbon
'Toen werd de noodklok geluid. Ik schrok daar van. Ik was misschien naïef, maar ik wist niet dat de omzet van de boekenbon zó gekelderd was. Wij verkopen de bon goed en nemen hem vaak in. Ik vind ook dat hij moet blijven en heb daarom voor het KBb-plan gestemd. Ik snap de aantrekkingskracht van een eigen bon. Wij schrijven ook, bij wijze van Van der Meer-bon, een postkaart uit waarin de ontvanger als het ware wordt uitgenodigd om ons te bezoeken. Maar alleen als klanten er expliciet om vragen. In de Sint-periode is dat hooguit tien keer gebeurd. Ik geef dan toch de voorkeur aan de Boekenbon, ook al levert dat minder op. Het is een serviceproduct. Zodat klanten van Bruna hem hier kunnen inwisselen. Zodat je mensen die niet precies weten wat ze cadeau moeten geven, toch kunt helpen. Het scheelt daarbij dat we in Noordwijk weinig concurrentie hebben. De meeste bonnen die we innemen, hebben we zelf verkocht.'

14 juni Boekenweekthema 2019 is 'De moeder de vrouw'
'Ik dacht in eerste instantie alleen maar: leuk, daar kan ik wat mee. De vrouw als steunpilaar: van het gezin, maar net zo goed van de maatschappij of een bedrijf. Toen daarna de discussie losbarstte dacht ik: heel goed, die publiciteit. Publiciteit is altijd goed voor het boek. De ophef zelf deel ik niet. Vorige generaties zijn denk ik feministischer dan de mijne. Toen ik de boekhandel overnam, keek daar ook niemand van op. Ja, sommige noemden me een 'stoere vrouw', ook omdat ik het in mijn eentje doe. Tegen mannen zouden ze dat niet zeggen. Maar toch. Ik zag in het protest vooral nóg maar mogelijkheden om op het thema in te spelen. Inmiddels hebben we Els Kloek vastgelegd. Ook komt er een bandje liedjes spelen over moeders en oma's. En we gaan iets doen met een babyshower. Ook omdat ik tegen die tijd, eind maart, hier met een behoorlijk dikke buik rondloop.'

'Goed bedacht van Arno [Koek, md]. We hebben het idee meteen gekopieerd. Whatsapp wordt niet veel gebruikt: hooguit een keer per week, door bestaande klanten die anders zouden bellen of langskomen voor hun bestelling. Maar we hebben het ook niet echt gepromoot, buiten vermelding op de site en boekenleggers en een paar posts op Facebook. Dat is sowieso een probleem met internet. We zijn een winkel. Dáár gaat de aandacht naar uit. En we zijn maar een klein team, met weinig kennis van online. We zijn wel actief met nieuwsbrieven en sociale media. Dat werkt goed.
De verkoop via internet moet overigens wel beter. Voorafgaande aan de KBb-vergadering was ook de Libris-vergadering. Daar zei Caroline Damwijk: het gaat goed met het boek, maar de omzetstijging zit vooral online en gaat niet naar ons. We moeten daarom alles proberen om te profiteren van de groei van online. Een mooie pilot is de mogelijkheid om vanuit de winkelvoorraad te leveren. Als wij een internetbestelling krijgen, hebben we tot 16 uur de tijd om van daaruit de klant te helpen. Pas daarna gaat de bestelling naar CB. Zo kunnen we nog sneller zijn. Jammer is alleen dat we die deadline van 16 uur wel eens missen. Of dat de voorraad niet helemaal klopt, omdat sommige retouren niet automatisch worden verwerkt. Het is een kwestie van organisatie om dat goed op te pikken.
We willen zeker klanten – zeker ook uit Katwijk en Teylingen [de gemeente van Sassenheim, Voorhout en Warmond, md], die ons goed kennen maar die iets verder wonen – meer verleiden om op internet bij ons te bestellen. Daar moeten we alleen nog meer werk van maken. Tegelijk blijven we de voordelen van de winkel benadrukken. Tijdens de feestdagen spelen we in op de onzekerheid over de bezorging door PostNL. We schreven in onze nieuwsbrief: wilt u zeker zijn van uw cadeau, bestel dan bij ons.'

2 augustus AKO neemt RDC over
'Dat zijn spannende ontwikkelingen. AKO met RDC – en ze waren dit jaar ook begonnen met campusboekhandels en de boekenafdelingen van De Bijenkorf. Daarmee ontstaat er een wel heel grote partij naast Libris Blz, waar Van der Meer bij is aangesloten. Ik heb er persoonlijk geen last van: in Noordwijk zit geen AKO. Maar zulke groepen hebben een grote invloed op het hele boekenvak. Toen Polare en Libridis vlak na elkaar verdwenen, werd CB gedwongen de kredietlimieten te verscherpen. Daar kreeg iedereen mee te maken.
In Noordwijk zit alleen een Bruna. Maar ik kan niet zeggen dat ik op de voet volg wat deze keten doet. Belangrijk is vooral dat ik de goede relatie met deze ondernemer behoud. Hij is heel actief in de winkeliersvereniging. Daar heb je wat aan. En we hebben er het meest baat bij als we samen opkomen voor het belang van het boek. Als wij lokale uitgaven inkopen, zoals ieder jaar de Noordwijkagenda, verkopen we een deel van de oplage altijd aan hem door. Er zijn nu eenmaal mensen die liever naar de Bruna gaan. Prima. Dus "de concurrent helpen", zoals een klant laatst zei? Nee, zo zie ik dat niet.'

'Dat was een groot feest natuurlijk. Dat begon al in de aanloop naar de uitreiking. Dat leefde echt in het dorp en zorgde voor een boost in de omzet. Belangrijk, omdat de zomer zo pittig was en ik toen nog echt twijfelde of het door de overname kwam. Na de uitreiking bracht het me alleen maar meer. In de eerste plaats aandacht, uit het vak en van klanten. En daar had de winkel direct baat bij. Omdat ik bekender was in het vak, waren uitgevers sneller bereid te helpen. En omdat er meer aanloop was van klanten, tot mensen uit Brabant aan toe die eens wilden komen kijken, ook meer omzet. Het is steeds drukker geworden. En in november hadden we voor het eerst een plus ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar.'

'Toen de CPNB mailde dat zij stageplaatsen zocht, heb ik Eveline Aendekerk gelijk uitgenodigd. Wij zijn het helaas niet geworden, dus ik heb haar nog niet ontmoet. Dat komt nog wel. Als de CPNB maar doorgaat met collectieve promotie. Daar hebben wij veel aan. De Kinderboekenweek was dit jaar een groot succes. Anders dan voorgaande jaren, toen nog wel eens een klant verdwaasd was door de grote aandacht voor kinderboeken in de winkel, leek iedereen het te weten. Tegelijk is het goed dat er gesneden is in het aantal acties. Juist omdat ze collectief zijn, ben je haast verplicht om mee te doen. Neem de Maand van de Spiritualiteit. Een dag is prima. Maar een hele maand? En nog wel in januari? We hebben het essay van Daphne Deckers nog steeds liggen.
Een van de redenen om minder collectieve acties te doen, is de ruimte als individuele winkel om acties te organiseren. Dat zijn we alleen maar meer gaan doen sinds ik eigenaar van Van der Meer ben, die al een reputatie had op dit gebied. Elke zaterdag en zondag is hier iets te doen. Ook als de activiteit meer kost dan hij oplevert: het levert altijd aandacht op in de lokale media, die dat niet beschouwen als reclame maar als nieuws. Zo blijft de winkel op het netvlies. Een van de nieuwe dingen is, sinds half oktober, de mogelijkheid om hier te eten. Iedere donderdag koken we voor maximaal twintig mensen uit een recent verschenen kookboek. Na een paar keer zat het al iedere donderdag vol. En ja, dan verkopen we ook exemplaren van het kookboek van die week.'

18 september Kabinet zet btw-verhoging door
'Op 1 januari is mijn voorraad in een klap 3% minder waard. Mijn boekhouder zegt dat het om zulke kleine bedragen gaat dat ik me niets van moet aantrekken, maar ik maak me wel zorgen. Ook omdat ik zo groen ben in het vak. Wat als de media in januari een beeld schetsen dat alles zo veel duurder is geworden? Wat betekent dat voor de omzet? En wat doen uitgevers? Ze zijn al lang begonnen met de prijs verhogen. De paperback van Michelle Obama kost nu al 26,99 euro. Best veel geld, ik kan me niet voorstellen dat die na 1 januari nog duurder wordt.
Tegelijk gaat de btw op e-boeken op termijn omlaag, nu is afgesproken dat ze onder het lage tarief gaan vallen. Ook dat maakt mij nerveus. Het prijsverschil valt nu mee. Ik hoor klanten vaak genoeg zeggen: voor vijf euro meer heb ik een fijn papieren boek dat mooi in de kast staat. Maar als dat prijsverschil groeit en klanten opeens wél kiezen voor de digitale versie? Ik probeer daar nu al op in te spelen door het aanbod uit te breiden: spellen, kraamcadeautjes zoals servies en kleding. Allemaal producten waar de btw niet zo'n grote invloed heeft, omdat je met de prijs kunt variëren. Op termijn willen we naar een assortiment met 60% boeken. Nu is dat iets tussen de 70% en 80% – maar wel al gedaald.'

'En Libris Woerden sloot daarom. Dat vond ik geen goed nieuws. Het is erg als concurrentie ertoe leidt dat andere winkels moeten verdwijnen. Ik denk niet dat in Noordwijk hetzelfde kan gebeuren, ook al groeit het aantal regionale ketens. De Kler heeft nu tien vestigingen in Leiden en omgeving. Paagman is uitgebreid naar Delft. H. de Vries en Van Stockum profileren zich door de naamswijziging sterker. Maar wij hebben zo'n sterke naam in het dorp dat ik me niet kan voorstellen dat klanten ons zomaar in de steek laten als een van deze partijen hier een winkel begint.
Wel hou ik de plaatsen in de omgeving in de gaten om eventueel zelf uit te breiden. Katwijk heeft geen boekhandel. Teylingen ook niet. Als daar een pand vrij komt dat geschikt is voor een boekhandel sluit ik niet uit dat wij de stap wagen. Niet meteen, de focus ligt nu echt op deze winkel, maar tussen nu en vijf jaar gaat dat zeker spelen. En dan ligt Katwijk het meest voor de hand. Wie daar woont, gaat nu vaak eerder in Noordwijk winkelen dan in Leiden, dat groter is en waar je eerder problemen met parkeren hebt. Parkeren is absoluut geen issue in Noordwijk.'

9 november Harry Potterpop-upstore sluit jubileumjaar af
'Uitgevers verkopen steeds vaker zelf hun boeken via pop-upstores. Ik denk dat die aandacht voor de boeken ook goed voor ons is. Onze YA-leesclub is bijvoorbeeld naar de Harry Potterwinkel gegaan. Maar voor de boekhandels naast de deur is zo'n pop-upstore misschien minder leuk. Ik heb er ook moeite mee als uitgevers leveren aan andere partijen in Noordwijk. Voor de Kinderboekenweek 2017 hadden we een Superjuffie-display gekocht, waarna de supermarkt mocht stunten met een andere editie. Dit jaar lag hier recht tegenover bij de Action de oudere druk van een reisgidsenserie tegen fors lagere prijs. Ik begrijp dat uitgeverijen wel moeten als de boekhandel niet genoeg heeft ingekocht. Maar leg het allemaal maar uit aan je klanten. Lastig.
Ik vind het wel een voordeel dat ik nu verantwoordelijk ben voor de inkoop. Peter en Martha kenden het spelletje met de uitgever goed en dachten daarom misschien makkelijker: laat maar zitten. Zij kenden de grenzen. Ik niet, ik ben megagroen in dat onderhandelen, en ik zeg daarom misschien wél: voorlopig koop ik even niets in van die of die uitgeverij. Wellicht kan ik zo de grenzen oprekken. Want er zijn best mogelijkheden. Ik heb van sommige uitgeverijen minder ingekocht omdat er minder makkelijk afspraken te maken waren – wat door de krappere kredietlimiet moest – en dan merk je dat dat toch wordt opgemerkt. Een aantal van hen heeft me dit najaar opgebeld om alsnog te proberen tot zaken te komen.'
(Eerder gepubliceerd in Boekblad magazine, dec 2018)

dinsdag 12 februari 2019

Hans Gaarlandt begint sprekersbureau voor non-fictieauteurs (Boekblad)

Hans Gaarlandt, voormalig marketingmanager van uitgeverij Balans, is per 1 februari zijn eigen sprekersbureau begonnen: Auteurs & Sprekers (A&S).

Auteurs & Sprekers richt zich primair op de professionele markt. De auteursstal richt zich daarom op onderwerpen die in het bedrijfsleven actueel zijn, vertelt Gaarlandt: van diversiteit en duurzaamheid tot creativiteit en innovatie. Juist omdat alle sprekers ook schrijvers zijn, onderscheidt het bureau zich van de concurrentie. 'Mijn niche is storytelling. Al mijn sprekers hebben een verhaal te vertellen, dat zij kunnen uitragen – niet alleen in lezingen, maar ook in workshops en masterclasses.' 
In de stal zitten momenteel een twintigtal auteurs. Daar zitten veel auteurs van Balans tussen, zoals Ad van Liempt, René Kahn, Alexander Rinnooy Kan en Gerard Spong. Maar zeker niet uitsluitend. Gaarlandt wijst op advocate Marry de Gaay Fortman en ondernemers Ynzo van Zanten en Geert Kloppenburg. Uiteindelijk denkt hij zo'n honderd tot tweehonderd auteurs nodig te hebben om voldoende schaalgrootte te hebben om een goede gesprekspartner voor het bedrijfsleven te zijn.
'Bij Balans merkte ik dat een uitgeverij zich begrijpelijkerwijs richt op haar kerntaak: auteursvinden, boeken maken, boeken promoten en verkopen', vertelt Gaarlandt die altijd al zelfstandig wilde ondernemen. 'Het organiseren van lezingen en andere activiteiten buiten het boekhandelskanaal kost manuren die – zelfs voor grotere uitgeverijen – lastig te vinden zijn. Zelfs boekhandelslezingen. Je kon in de catalogus zetten: "auteurs beschikbaar voor lezingen", maak pas als je erop gaat duwen, happen in de praktijk meer boekhandels toe.' 
Tegelijk is de belangstelling alleen maar toegenomen voor andere manieren om informatie te consumeren dan via een boek. Kijk naar de groeiende populariteit van audioboeken en podcasts, maar ook hechten steeds meer mensen waarde aan een live bijgewoond evenement als tegenwicht van de overvloed aan digitale informatie en belevenissen. 'Ook in het bedrijfsleven is daar veel vraag naar aan. Daar werken niet per se echte lezers. En daarom moet je hen anders bereiken om aan hun behoefte aan informatie te voldoen.'
Auteurs & Sprekers wil daarbij nadrukkelijk samenwerken met uitgeverijen, omdat die een evident belang hebben bij optredens van hun auteurs. Namelijk: boekverkoop na of bij de lezing. Andersom wil Gaarlandt zijn netwerk in de uitgeverijwereld gebruiken om ideeën voor boeken vanuit het bedrijfsleven onder te kunnen brengen. 'Als ik merk in gesprekken met marketeers dat er behoefte is om hun verhaal te vertellen, kan ik voor hun corporate biographiesof iets dergelijks de juiste uitgeverij vinden.' 
Voor boekhandels verandert er ondertussen niets. Een enkele is door Gaarlandt benaderd omdat zij een aanvraag hadden ingediend voor een auteursbezoek van Ad van Liempt, naar aanleiding van zijn in mei te verschijnen boek Gemmeker. Commandant van Kamp Westerbork. Die contacten lopen nu via hem. Maar: van Liempt is de uitzondering. Alleen voor hem organiseert Auteurs & sprekers boekhandelslezingen. 'Hij heeft mij gevraagd om hem exclusief te vertegenwoordigen. Dat doe ik graag voor Ad.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 6 feb)

zondag 10 februari 2019

Interview: Christiaan van Minnen van Index Poetry Books over de poëzieboekhandel in de Poëzieweek (Boekblad)

Christiaan van Minnen en Anne ter Beek openden afgelopen voorjaar in Leiden een poëzieboekhandel. De poëzieweek 2019 is de eerste voor Index Poetry Books, die inmiddels levensvatbaar is gebleken – toch geen evidentie voor een speciaalzaak in wat iedereen een moeilijk verkoopbaar genre noemt. 'Er zijn dagen waarop we voor meer dan 1000 euro poëzie verkopen.'

Hoe was je week?
'Hard werken. Vorige week schreven we ons namens [library supplier] Index Books, ons andere bedrijf, in op twee grote aanbestedingen. Dat zijn enorme exercities. Voor een grote Hogeschool die wij beleveren, hebben we een nieuw online bestelsysteem gemaakt. Die heb ik op Gedichtendag om vijf uur 's ochtends live gezet. Erg stressvol allemaal, maar gelukkig ging er niets mis. Dan is het heerlijk om daarna tijdens een poëzielunch heerlijk aan een lange tafel, met een broodje en een drankje, te kunnen luisteren naar poëzie. Zeker als er zo veel meer ontzettend geïnteresseerde mensen op af komen als we hadden verwacht.'

Wat hadden jullie georganiseerd op Gedichtendag?
'Wij hadden Vicky Francken te gast, de dichter van het poëziegeschenk van uitgeverij crU. Zij was hier samen met debutant Peter Prins en hun uitgever Nanne Nauta. Een mooie combinatie van een jonge gearriveerde dichteres en oudere mannelijke debutant – die bovendien werkt bij onze collega-poëzieboekhandel Perdu in Amsterdam, met wie wij hopelijk gaan samenwerken. Wij willen voor hun buitenlandse bundels inkopen. Wij kunnen die bundels mee laten sturen door de importeurs waar ons andere bedrijf toch al veel boeken besteld. Het hebben er bijna geen extra kosten aan, terwijl zij dan mooiere condities kunnen krijgen. En je moet het in de poëzie toch een beetje samen doen.'

Is de Poëzieweek voor Index Poetry Books hét hoogtepunt van het jaar?
'Een van de hoogtepunten, zou ik zeggen. We gaan in Leiden ook een festival opzetten met [het artistieke collectief] Fields of Wonder rond Midzomernacht. En de Poëzieweek van volgend jaar moet nog mooier worden. We willen dan een stadsbreed poëziefestival organiseren. Dat zit nog in de verkennende fase, maar veel neuzen zijn al de goede kant op gedraaid. Mijn droom is om ooit de grote openingsavond van de Poëzieweek, die steeds in Antwerpen plaatsvindt, naar Leiden te halen.'

Is het commercieel de belangrijkste week van het jaar?
'We hadden een evenement. Dat betekent altijd: veel mensen over de vloer. En veel mensen over de vloer betekent: veel verkoop. Ook de twee geschenken – van de CPNB en van uitgeverij crU – trekt mensen. Al kregen we het geschenk van Lanoye pas vrijdag binnen.'

Het officiële poëzieweekgeschenk kwam ná Gedichtendag binnen?
'Ja. Wij raakten verstrikt in het web van formulieren om lid te kunnen worden van de Koninklijke Boekverkopersbond, wat een voorwaarde is om de geschenken van de CPNB in te kopen. We hadden daar eerder aan kunnen beginnen, maar we verkeken ons op de complexiteit van de procedure. Maar goed, die horde is nu genomen – ook belangrijk om de Boekenbon te kunnen verkopen en innemen – en voor iedereen die donderdag poëzie kocht, hebben we het geschenk van Lanoye later apart gelegd.'

Is Index Poetry Books inmiddels levensvatbaar gebleken?
'Dat was het al vanaf het begin. We hebben immers gezegd: ook al komt er vijf jaar lang niemand een bundel kopen, dan blijft de winkel open. We vinden het leuk en belangrijk dat deze poëziewinkel er is en we kunnen hem financieren met de winst uit ons andere bedrijf. Bovendien kunnen we door onderlinge relatie de kosten laag houden.'

Hoe houden jullie de kosten laag?
'Ik had het al over de distributiekosten. De vaak dunne poëziebundels kunnen mee met de leveringen die we toch al krijgen. Maar ook personeelkosten zijn beperkt. We hebben maar twee dagen een betaalde kracht, die tegelijkertijd belangrijk werk verricht om de webwinkel te verrijken en zo steeds aantrekkelijker te maken. De rest van de tijd staat het personeel van ons andere bedrijf hier per toerbeurt.Het is heel makkelijk om bijvoorbeeld een stapel reclameringen van bestellingen hier achter de computer te doen. Zo rustig is het wel. En als het te druk wordt, kan dat alleen maar omdat de omzet van de winkel zo aantrekt. Dus ook dan wordt de inzet van het personeel terugverdiend.'

En de inkomsten zijn groter dan de uitgaven?
'Ja. De cijfers over 2018 zijn echt heel mooi. Er is een duidelijk opgaande lijn. Zeker in december. Poëziebundels zijn geweldige cadeaus. Als je iemand een roman geeft, zadel je hem op met een verplichting. De volgende keer wil je immers weten wat hij of zij van het boek vond. En dan moet die persoon hem helemaal hebben gelezen. Maar een bundel kun je altijd even oppakken, hier en daar wat lezen, kijken of je het mooi vindt. En als je het mooi vindt, kun je er altijd weer naar terugkeren. Terwijl: wie gaat een roman herlezen?'

Welke concrete cijfers horen hierbij?
'Er zijn inmiddels dagen waarop we voor meer dan 1000 euro poëzie verkopen. Dat vind ik heel wat, ook omdat poëzie zelden duur is. Ook buitenlandse poëzie niet. Anders dan reguliere boekhandels reken wij precies de prijs in ponden of dollars om en verhogen die alleen met 9% btw. Andere winkels verhogen de prijs meer, lijkt het. Er is in ieder geval geen transparantie over hun verkoopprijzen. En dan kun je voor 30 euro al met drie bundeltjes naar huis gaan. Ik vind dat heel belangrijk: om poëzie zo aantrekkelijk te maken voor studenten.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 3 feb)

Zie ook:

vrijdag 8 februari 2019

Van Gogh Museum vernieuwt eigen boekhandel (Boekblad)

Het Van Gogh Museum heeft de eigen boekwinkel, sinds 2013 gevestigd op de bovenste verdieping van het Amsterdamse museum, vernieuwd. De boekwinkel ging vorige week officieel open.

Reden voor het grondig redesign is de wens van het Van Gogh Museum om deze beter te laten aansluiten op de beleving van het museumbezoek, legt Peter Dusch, manager retaii van het Van Gogh Museum, uit. 'In het nieuwe ontwerp is connectie gemaakt met het museum en Van Gogh de kunstenaar. Diverse schetsen en elementen uit werken van Vincent zijn doorvertaald naar het ontwerp van de winkel.'
Uitgangspunt van het nieuwe design is Van Goghs schilderij De slaapkamer. 'Dit zie je terug in het ontwerp van diverse meubels, zoals de felgele leestafel, en in het uitgesproken kleurgebruik. Dat was eerder wat donker, nu wordt veel gebruik gemaakt van geel en lichtblauw. Omdat de kasten en boekentafels wit zijn gemaakt, komen de boeken extra goed uit.'
Ook zijn een aantal elementen toegevoegd. Dusch noemt een ateliekhoek: een wand met schetsen en een penselenplafond alsmede een schildersezel waar bezoeker zelf aan de slag kan. Ook is er een zitje met twee grote fauteuils ontworpen door Gerrit Rietveld, die ook het museum heeft ontworpen. En er is een raam toegevoegd, van waar je uitkijkt over het Museumplein en de museumbibliotheek.
De boekwinkel is gelijk gebleven in oppervlakte. 'Door het gebruik van lichte kleuren lijkt het verkoopoppervlak wel een stuk groter', zegt Dusch. Het assortiment is wel iets vergroot – met ongeveer 10%. 'Wij wilden vooral verbreden op het gebied van kunstenaars uit dezelfde periode van Van Gogh. Hier was en is veel vraag naar.' In totaal staan er zo'n 500 titels, waarvan 15% Nederlandstalig.
Het assortiment, gericht op leven en werk Van Gogh en zijn tijdgenoten, moet iedere museumbezoeker aanspreken: 'van de kunstliefhebber en kenner tot aan de "lichtere" bezoeker. Dit varieert van algemene boeken over kunst en kunststromingen tot kinderboeken. Van catalogi tot boeken om zelf mee aan de slag te gaan thuis. Sommige zijn laagdrempelig, andere juist wetenschappelijk van aard.'
Met het grotere aanbod is de winkel ook meer boekwinkel geworden – en het onderscheid met de algemene museumwinkel op de begane grond groter geworden. Het randassortiment is namelijk gelijk gebleven. 'De verhouding boeken – andere producten is 70-30%. Dat lijkt nog steeds vrij veel "andere producten", maar hiervan is ongeveer de helft postkaarten, die je in de winkel terugvindt in een overzichtelijke wand', aldus Dusch.
Hoeveel van de 2,2 miljoen bezoekers die het Van Gogh Museum jaarlijks trekt, ook de boekhandel bezoekt, kan de manager retail niet zeggen: dat meet het museum niet. De omzet die de winkel draait, houdt hij voor zich. Wel is er met de vernieuwing van de winkel ook de zichtbaarheid en toegankelijkheid van de winkel vergroot. Dat uit zich onder meer in een aangepaste entree en nieuwe signing aan de buitenzijde van de winkel.
Dusch: 'In de winkel hebben wij de signing geoptimaliseerd om de bezoeker beter te helpen in het maken van een keuze. We hebben gekozen voor een andere indeling in categorieën die beter aansluiten op de verwachting van de bezoeker met een duidelijke navigatie daarboven. We hebben goed gekeken naar succesvolle boekwinkels, binnen en buiten musea en ons verdiept in onze bezoeker. Net als in andere winkels proberen we de klant optimaal te bedienen.'
Ook neemt de boekwinkel actiever dan voorheen de klant bij de hand. 'We geven aankoopsuggesties in de boekwinkel om onze bezoekers te helpen tijdens het keuzeproces. Dit zie je terug in bijvoorbeeld een top 3 en aanbevolen titels. Deze titels krijgen extra aandacht in de vorm van signing die onder meer een korte recensie bevat. Ook bezoekers met een korte bezoektijd kunnen zo makkelijk navigeren en eventueel een keuze maken voor een bepaalde titel.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 4 feb)