
Gepubliceerde en ongepubliceerde teksten van Maarten Dessing over boeken, schrijvers, bibliotheken, recensenten, het boekenvak en meer.
dinsdag 31 januari 2012
Libris: 16 op 18, Gouden Boekenuil: 14 op 20

maandag 30 januari 2012
Literatuur lezen om tot inkeer te komen

zondag 29 januari 2012
Des romans français: Philippe Claudel, 'Het onderzoek'

zaterdag 28 januari 2012
Gerard Koolschijn - 'Geen sterveling weet' (BOEK)

donderdag 26 januari 2012
Jan Lauwereyns wint VSB Poëzieprijs met 'Hemelsblauw' (Knack)

woensdag 25 januari 2012
Interview Joke van Leeuwen: ‘alle initiatieven helpen om poëzie onder de aandacht te brengen’ (Bibliotheekblad)

Nog meer Joke van Leeuwen:
- Interview naar aanleiding van 'Feest van het begin'
- De expositie die zij inrichtte in Meermanno
maandag 23 januari 2012
De twaalf discipelen getuigen van Hella Haasse (Knack)

Bewonderend, zonder te vervallen in hagiografische ophemeling. Hella Haasse kreeg gistermiddag in Den Haag een waardige hommage.
Hella Haasse stond op een afscheid in kleine kring, vertelde haar dochter Marijn van Lelyveld aan het publiek in de afgeladen grote zaal van de Koninklijke Schouwburg. Maar toen de grootste naoorlogse schrijfster van Nederland op 29 september op 93-jarige leeftijd overleed, kreeg de familie zo veel reacties van collega’s, kennissen en bewonderaars die haar een laatste groet wilden brengen, dat het plan voor een Hella Haasse-hommage ontstond.
Gisterenmiddag was het zover. Als onderdeel van het internationale literatuurfestival Writers Unlimited getuigden twaalf schrijvers en critici – de ‘twaalf discipelen’, kon presentator Pieter Steinz niet nalaten te zeggen – van hun bewondering voor een hartelijk mens en een erudiete schrijfster.
Jongste dochter Marijn vertelde hoe blij ze was dat ze een andere achternaam had. Als jong meisje had ze meegemaakt hoe haar moeder in winkels werd aangeklampt en fans haar vroegen een handtekening te zetten op kassabonnetjes. Maar daarom kon ze later óók, als docente Nederlands, haar leerlingen ongegeneerd doorzagen over het werk van haar moeder. En daar samen met haar over napraten. ‘Ademloos en verbijsterd luisterde ze naar de antwoorden. En naar wat ik durfde te vragen.’
Recensent Arjan Peters van de Volkskrant haalde herinneringen op aan de interviews die hij haar afnam. ‘Harry Mulisch zei dat hij het raadsel wilde vergroten,’ zei hij, ‘maar hij vergrootte vooral zichzelf. Wat hij wilde, deed Haasse: het raadsel vergroten. Zo raakte ik ervan doordrongen dat feiten nooit zonder fantasie kunnen en dat ik zelf ook nooit zonder verbeelding kan bestaan.’
Schrijfster Marjolijn Februari betreurde dat ze Haasse op gezamenlijke borrels van de uitgeverij nooit had durven vertellen hoezeer ze haar bewonderde. Daar had ze spijt van. Maar toen ze opnieuw De meester van de neerdaling uit 1973 had herlezen, vond ze het toch beter dat ze op afstand was gebleven. Iemand die tegelijk zo onnozel en zo sluw schrijft. Iemand die met zo weinig bombarie en aplomb én zo slim schrijft. Zo iemand is engel én duivelin, in wier vangnetten je niet moet vallen.
Langzaam ontstond zo een fragmentarisch maar panoramisch beeld van wie Hella Haasse was en waarom haar werk zo de moeite waard is. Werk dat uiteraard ook ten gehore werd gebracht. Willem Nijholt las een aantal fragmenten uit haar romans voor. Loes Luca bracht drie weinig bekende cabaretteksten die Haasse in de jaren veertig schreef. De subtiliteit gaf de teksten iets gedateerds, maar in de handen van een groot comèdienne ontlokten ze nog altijd een lach.
Opvallend was wel hoeveel sprekers de mythe probeerden te ontzenuwen dat Hella Haasse zo bescheiden was. Zeker, ze wilde niet ‘de koningin van de Nederlandse letteren’ worden genoemd. Maar ze was ze zich wel degelijk bewust van haar kwaliteiten. ‘Ze wist heel goed dat ze in het buitenland tot de grote drie behoorden die daar bekend waren: Mulisch, Nooteboom en zij’, zei Rudi Wester die vroeger de Nederlandse literatuur in het buitenland promootte.
Haasse’s redacteur van de laatste jaren, Patricia de Groot, memoreerde dat de schrijfster zelfs van boeken die ze vijftig jaar geleden schreef nog iedere zin precies kon inkleuren. Hoe die in het boek paste, welke scène eraan vooraf ging en hoe het verhaal doorliep. ‘En dan besloot ze, op een toon die geen tegenspraak duldde: “ik moet zeggen, bepaald niet onaardig geschreven; eigenlijk een verdomd goed boek.”’
(Gepubliceerd op Knack.be, 23 jan 2012)
zondag 22 januari 2012
Het ISTC-nummer: ‘Super-ISBN’ koppelt verschillende edities van zelfde werk (Boekblad)

Uitgeverijen kunnen vanaf nu het ISTC-nummer aanvragen. Dit ‘Super-ISBN’ koppelt verschillende edities van hetzelfde werk. Het voorkomt nee-verkoop – zeker wanneer het aantal edities in dit digitale tijdperk verder blijft groeien.
Stel: een klant zoekt in een boekhandel tevergeefs naar een boek. De boekverkoper kijkt in het systeem en ziet dat de pocket – de meest recente editie die hij zich kan herinneren – is uitverkocht. Helaas. Maar wat als hij in het systeem direct alle andere edities van hetzelfde boek terugvindt? Dus ook de filmeditie (onder de afwijkende titel van de film), het e-boek en de grootletterversie. Grote kans dat een van die edities nog wel te krijgen is. Zo kan de klant het boek toch aanschaffen.
Het ISTC-nummer dat nu wordt geïntroduceerd in Nederland en Vlaanderen, maakt dat mogelijk. ISTC staat voor International Standard Text Code en koppelt alle versies van een en hetzelfde werk. Dat zijn er tegenwoordig veel. Dertig jaar geleden waren er hooguit een handvol verschillende edities van een bestseller, van Kluuns Komt een vrouw bij de dokter zijn het er al meer dan tien: de 10 euro-editie, de gebonden editie, de makkelijk-lezeneditie, de jubileumeditie, de filmeditie, enzovoort. In de Engelse taal kan het aantal uitgaven door de verschillende uitgaven per land zelfs oplopen tot een veelvoud daarvan.
Het ‘super-ISBN’ biedt meer voordelen dan alleen het voorkomen van een onterechte nee-verkoop. Uitgevers kunnen beter analyseren hoe goed een boek verkoopt dat tegelijkertijd in meerdere uitvoeringen op de markt is. Het is goed denkbaar dat GfK in de toekomst niet alleen het materiaal levert voor de Bestseller 60 op ISBN-niveau, waarin regelmatig tegelijkertijd de paperback en de gebonden uitgave van een goedlopend boek staan, maar ook een Bestseller 60 op ISTC-niveau.
Ook stelt de code uitgevers in staat nieuwe businessmodellen uit te proberen in het digitale tijdperk, vertelt de Britse senior manager Julian Sowa van Nielsen voor registratiediensten zoals ISTC. ‘Als een uitgever een teaser van een e-boek wil verkopen of dit boek opdeelt in aparte hoofdstukken en die los verkoopt of via een abonnementenmodel, dan moeten al die verschillende mogelijkheden een aparte code hebben. De ISTC-code houdt ze vervolgens bij elkaar.’
Meta4Books
De geschiedenis van de International Standard Text Code gaat terug tot voor de eeuwwisseling. Het duurde echter tot 2009 voor de standaard was beschreven en goedgekeurd door de International Organization for Standardization. Vlak daarvoor hadden de bibliografische bureaus Nielsen en Bowker samen met de internationale auteursrechtelijke federaties IFRRO en CISAC het internationale ISTC-agentschap opgericht. Inmiddels zijn er tien lokale agentschappen. Meta4Books, het vroegere Boekenbank, is al een jaar geleden erkend als agent voor Nederland en Vlaanderen. Bureau ISBN is dat onlangs voor Nederland.
‘Wij kwamen met het ISTC-agentschap in aanraking via Arrow Plus’, legt directeur Jef Maes van de stichting Meta4Books. ‘Dit is een Europees project om wezenwerken te digitaliseren, gedragen door nationale bibliotheken zoals in Nederland de KB. Om de rechthebbenden te kunnen achterhalen wordt niet uitgegaan van een boek, maar van het werk dat diverse verschijningsvormen kan hebben gekend. Ook daarvoor is het ISTC-nummer van belang.’
De code bestaat uit zestien letters en cijfers. Bijvoorbeeld: A08 2012 12B4A105 7. De eerste drie tekens verwijzen naar het agentschap dat het nummer uitgeeft. Voor Meta4Books is dat A08. Daarna volgt het jaartal van uitgave: 2012. Vervolgens komen acht tekens die de unieke code van het werk bepalen. Omdat deze automatisch wordt gegenereerd door het ISTC Agentschap, kunnen uitgevers niet, zoals bij ISBN’s, van tevoren een lijst krijgen. Tot slot volgt een controlegetal.
Vooralsnog is het nummer nog maar weinig te vinden in boeken. Wie bijvoorbeeld online in de database van het internationaal agentschap zoekt op ‘war’ vindt niet meer dan negentig Engelstalige en 29 Duitstalige titels. De meeste zijn recente uitgaven, een enkel nummer verwijst naar een titel uit de backlist. The Red Badge of Courage. An episode of the American Civil War van Stephen Crane (A03 2010 0000008E 4) dateert zelfs van 1895.
‘Volgens mij doet nog geen enkel agentschap iets met de ISTC-nummers’, zegt Sowa van Nielsen dat bijna twee jaar geleden begon met het uitgeven van nummers. ‘Een klein aantal uitgevers registreert nummers. Wij wachten tot we voldoende coverage hebben voor we ermee naar buiten treden. Daarmee zitten we in de kip en het ei-spagaat. De uitgevers maken het aanvragen van nummers pas een prioriteit als ze direct voordeel zien. Maar dat zien ze pas als wij voldoende nummers hebben.’
Voordeel
In Nederland en Vlaanderen zou dat wel eens anders kunnen lopen. Meta4Books begint deze maand met het toekennen van ISTC-nummers. Bureau ISBN volgt niet veel later. En uiterlijk in maart wil Centraal Boekhuis de mogelijkheid hebben gerealiseerd om het nummer in CB Online op te nemen. Uitgevers die de moeite nemen werken te registreren zullen dan direct het potentiële voordeel kunnen genieten zoals beschreven in de eerste alinea van dit stuk.
‘Tegelijk met de bouw van het Digitaal Platform wordt het titelbestand verbeterd’, legt manager digitale diensten Mathijs Suidman van CB uit. ‘Technisch staat dat er los van, maar strategisch is het wel van groot belang. De titelinformatie is dé verkoopkans voor digitale boeken, die immers niet in de winkel liggen. Daarom leggen we een koppeling met de KB en onderzoeksbureau van bibliotheken OCLC om de auteursnamen consistent te krijgen en aan te vullen. Daarom leggen we een koppeling met de ISTC-databank.’
Uitgevers kost het in 2012 bovendien niets om ISTC-nummers aan te vragen voor de gehele backlist én nieuwe titels. Het eerste jaar betalen de Vlaamse Uitgeversvereniging en de Groep Algemene Uitgevers een eenmalige bijdrage van 3800 euro om hun leden gratis nummers te laten aanvragen. Daarvoor geldt een maximum van 4000 titels per uitgeverij. Vanaf 1 januari 2013 vraagt Meta4Books – aan leden van Boek.be en NUV – 2000 euro voor toekenning aan een volledig fonds en 10 euro per titel (exclusief btw).
‘De GAU heeft met dit voorstel ingestemd om een inhaalslag te kunnen maken’, zegt secretaris Paula Vrolijk van de GAU. ‘Wij willen dat de markt heel snel vertrouwd raakt met ISTC-codes. Als we ervoor zouden kiezen om alleen voor nieuwe titels een ISTC code in omloop te brengen, dan duurt het langer voordat de code effectief gebruikt zal worden in het vak. We zien een groot voordeel in het gebruik van de code door de opkomst van alle nieuwe uitgavesoorten (zoals e-boeken). Als de hardback niet meer voorradig is, maar de klant ziet dat bijvoorbeeld het e-boek wel beschikbaar is, dan zorgt dat voor een extra stimulans om het boek toch te kopen.’
De uitgevers die binnenkort een ISTC-nummer willen aanvragen, kunnen in Vlaanderen terecht op de site van Boekenbank waar ook de aanmeldformulieren voor ISBN’s te vinden zijn. In Nederland is Bureau ISBN de aangewezen plek voor uitgifte van ISTC-nummers. Over de exacte procedure voeren Meta4Books, Bureau ISBN, GAU en CB nog overleg. In ieder geval zeggen Maes en Suidman het voor de uitgevers zo makkelijk mogelijk te willen maken. Daarom zoeken beide partijen samenwerking in de backoffice.
In ieder geval wordt na controle van de aanvraag, het nummer toegekend en opgenomen in de database. ‘Dat wordt geëxporteerd naar wie maar wil’, vertelt Maes. Meta4Books zelf zal de gegevens gebruiken voor Boekenbank. Consumenten die op een titel zoeken, krijgen dan – als het een ISTC-nummer heeft – automatisch andere edities te zien. ‘Wij hebben net een contract gesloten met iContact om de software aan te passen zodat we meer metadata, zoals deze code, aan titels kunnen toevoegen’.
Onder de categorie ‘wie maar wil’ vallen nu al partijen als Bol.com, het Amerikaanse Amazon.com dat een Nederlandstalige site voorbereidt, en een aantal fysieke boekhandels. Maes: ‘De grote jongens willen hier absoluut mee aan de slag gaan. De boekhandels hebben meer tijd nodig, omdat er aanpassingen in het lokale systeem nodig zijn. Tite-Live bijvoorbeeld moet hun systeem nog aanpassen.’
Voor Bol.com zou het ISTC-nummer de kwaliteit van de eigen databestand vergroten, bevestigt category manager Pam Brosens de belangstelling van Bol.com. ‘Wij hebben nu een soortgelijk systeem dat we zelf hebben ontwikkeld. Composities, of families, noemen we dat. Maar de uitgever weet beter dan wij of een product echt een andere editie of een nieuw product is. Als we het zelf doen, kan het wel eens misgaan. En omdat het productaanbod zo groot is, is dat haast niet te controleren.’
(Gepubliceerd in Boekblad nr. 1, 2012)
vrijdag 20 januari 2012
Over een voorganger van BOEK

In november 1935 krijgt Han de leiding over Den Gulden Winckel. Dit geïllustreerde tijdschrift […], in 1902 opgericht om het ‘rechtstreeksch verkeer tusschen boekenkenner en boekenvriend, liefde tusschen hen en de voorwerpen hunner minne levendig te onderhouden’, was ooit bedoeld als goedkoop informatief tijdschrift over boeken. […] Doordat het eerste nummer indertijd in tienduizenden exemplaren is verspreid over wachtkamers, hotels en koffiehuizen, kreeg het blad ruime bekendheid. Bij het vijfentwintigjarig bestaan constateerde de uitgever tevreden dat het tijdschrift mooier, luxer en duurder (90 cent) was geworden dan hem voor ogen had gestaan. Dankzij de vormgeving met veel foto’s en illustraties was het een echt publiekstijdschrift geworden, breed van opzet en gevarieerd van inhoud. Aan ‘stelselmatige afkeuring, hoe venijnig of vernuftig ook’, doet Den Gulden Winckel in principe niet. ‘Loyale kritiek is onze spreuk, de eenig-bestaanbare voor den normalen mensch.’
(Uit: Han G. Hoekstra. Biografie – Joke Linders & Janneke van der Veer, Ambo, 2011)
Toen BOEK in 2003 begon, dacht ik: eindelijk. Een blad over boeken gericht op een groot publiek dat wel regelmatig een boek leest maar niet de boekenbijlagen van NRC Handelsblad en de Volkskrant op de voet volgt, had er lang moeten zijn. Maar uit de biografie van dichter en journalist Han G. Hoekstra blijkt maar weer: er is niets nieuws onder de zon. BOEK kent wel degelijk voorgangers. Den Gulden Winckel heeft het zelfs zo’n veertig jaar uitgehouden, tot de papierschaarste in de oorlog de uitgever dwong het blad op te heffen. En daarna zijn er natuurlijk ook nieuwe pogingen ondernomen. Dat zulke bladen vervolgens vergeten zijn, komt omdat ze anders dan literaire tijdschriften als De Nieuwe Gids of Forum, die fungeerden als het medium voor een nieuwe generatie auteurs, geen rol in de literatuurgeschiedenis hebben gespeeld.
Overigens: een roman of verhalenbundel ‘afkeuren’ kan in BOEK wel. Als een auteur ondermaats werk aflevert, moet dat gezegd worden. In weerwil van het parool van Den Gulden Winckel deed Han G. Hoekstra dat uiteindelijk ook. De literatuur was hem te dierbaar om er kritiekloos laffe stukjes over te schrijven.
woensdag 18 januari 2012
Chris Haugthon - 'Mama kwijt'

D. Hooijer - 'De wanden van Oeverhorst' (BOEK)
