vrijdag 31 maart 2017

Primavera Pers viert dit jaar zilveren jubileum (Boekblad)

De zelfstandige Leidse uitgeverij Primavera Pers viert dit jaar haar zilveren jubileum. Oprichtster Evelyn de Regt wil tegen de trend in meer fictie gaan uitgeven.

Hoe De Regt het 25-jarig bestaan van Primavera Pers wil vieren, weet ze nog niet. Wel wil ze iets doen met haar thuisstad, die ook een belangrijk pijler is in haar fonds. 'Er zijn zó veel boeken over Leiden. Ik denk dat er in verhouding tot het inwonertal geen stad in Nederland is waar meer boeken over verschijnen. Zelf doe ik er een of twee per jaar, maar in totaal zijn het al zo'n zestig boeken. Ik wil daarom in het najaar iets doen met de Leidse boekhandels. Etalages? Een klein symposium? Ik weet het nog niet.'
Primavera Pers is in 1992 opgericht als kunsthistorische uitgeverij. De Regt werkte bij het kunstboekenfonds van de Sdu toen dat werd opgeheven. 'Ik had destijds Hall's iconografisch handboek onder mijn hoede, wat ik moest laten vertalen. Dat ging dus niet door. Toen ik geen andere uitgeverij ervoor kon vinden, heb ik er zelf maar een opgericht. Het is nog altijd mijn succesvolste non-fictieboek: er zijn er circa twintigduizend van verkocht. Het is een eenvoudig en daarom heel geschikt boek voor kunstkijkers die bijvoorbeeld willen weten wat een zaag of een adelaar op een oud schilderij betekent. Het is niet-geïllustreerd en daarom nu wat verdrongen door plaatwerken, maar er zijn nog steeds vakgroepen kunstgeschiedenis die het voorschrijven.'
De Regt heeft daarna herhaaldelijk het zwaartepunt van de uitgeverij verlegd – afhankelijk van wat er op haar pad kwam. 'De belangrijkste poot is, financieel gezien, nu Primavera Educatief waar ik in 2004 mee begon. We hebben een aantal methodes voor de onderbouw van het vwo: Latijn, biologie en filosofie, een boek voor NT2 en sinds kort een woordenschat-trainer Engels. Daarnaast hebben we een wetenschappelijke tak. Daar vallen veel boeken over Leiden onder, maar bijvoorbeeld ook een zeshonderd pagina's tellend overzicht van de Nederlandse tegel.'
De laatste tijd heeft ze haar focus meer gelegd op fictie, met name historische romans. Deels is dat geïnspireerd op het succes van de Leidse thriller De bekentenissen van Petrus van Jeroen Windmeijer. 'Maar ook omdat ik me wel eens afvraag: wie leest die wetenschappelijke boeken van ons nou? Ze worden gekocht, omdat ze mooi zijn of iemand ze voor zijn studie moet hebben, maar staan ze niet vooral in de kast? Romans zijn eerder boeken die mensen echt lezen. En met onze intensieve redactie denk ik juist voor historische romans iets te kunnen betekenen.'
Zo verscheen recent bij Primavera Pers Sabina, vrouw van Hadrianus. Een bijzondere liefdesgeschiedenis van Nynke Smits. 'Fictie is tegen de trend in', aldus De Regt. 'Maar je moet niet altijd meewaaien met de trend. Als non-fictie populair wordt en iedereen non-fictie gaat uitgeven, is er meer ruimte voor fictie. Al moet ik zeggen dat non-fictie steeds literairder wordt. Non-fictie wordt steeds beter gelezen. Uitgeverijen letten er ook steeds beter op dat het goed geschreven is.'
Met haar voorzichtige inslag heeft De Regt de uitgeverij gestaag opgebouwd. 'Het zou soms goed zijn als ik spectaculair kon uitpakken, maar ik heb een hekel aan schulden maken. Ik weet ook nog de allereerste rekening: 14.000 gulden, om Hall's iconografisch handboek te laten drukken. Dan denk ik: o, als dat maar goed gaat. Gelukkig ging het goed. De eerste drie jaar had ik geen inkomen, maar sindsdien is de omzet zonder twijfel gezond genoeg. Zeker dankzij de onderwijsuitgaven met, indien voorgeschreven, gedurende enkele jaren verzekerde  afname, al moet je nooit achterover leunen. Daarom hebben we nu ook Words for Progress, een ‘vocabulary-builder´voor de bovenbouw vwo Engels. Ik denk dat dat echt wat kan worden. En als ik dat denk, komt het niet vaak voor dat het dan mislukt.'
Primavera Pers heeft in totaal ongeveer 330 uitgaven uit – ofwel 10 tot 15 per jaar. Er werken inclusief de eigenares drie mensen.
(Eerder gepubliceerd op Boekblad, 27 mrt)


woensdag 29 maart 2017

Interview Jeroen Windmeijer: de overstap van een kleine naar een grote uitgeverij is hem uitstekend bevallen (Boekblad)

Hoe ervaren schrijvers de boekhandels, uitgevers en boekenvakorganisaties waar ze mee samenwerken? Jeroen Windmeijer boekte in de regio-Leiden groot succes met zijn debuut. Hij stapte daarna voor Het Pauluslabyrint, dat deze week verschijnt, over van een kleine uitgeverij naar een van de grootste uitgeverijen ter wereld.

Twee jaar geleden verscheen je eerste thriller bij Primavera Pers. Hoe kwam je daar terecht? Deze uitgeverij is niet gespecialiseerd in thrillers.
'Klopt. Ik heb het manuscript van De bekentenissen van Petrus naar een aantal uitgeverijen opgestuurd, eigenlijk altijd per mail. Van de meeste uitgeverijen kreeg ik geen antwoord of een afwijzing. Toen maakte iemand me attent op het Leidse Primavera Pers. Aanvankelijk wilde de uitgeefster er ook niets mee, omdat ze alleen non-fictie uitgeeft. Ik had het geluk dat ze net koffie gezet had en dat ze om de tijd te doden toch begon te lezen. Voor ze het wist zat ze middenin hoofdstuk 5 en dacht ze: misschien moet ik dit maar eens proberen. Het is nu haar best verkochte boek ooit.'

En nu verschijnt je volgende boek bij HarperCollins. Hoe ben je daar terecht gekomen?
'Boekhandel De Kler heeft meer dan 2000 exemplaren verkocht van mijn eerste boek. Bedrijfsleider Jerom Hakker zag dat het boek potentie had om ook buiten Leiden goed verkocht te worden. Hij heeft mijn naam aan de accountmanager van HarperCollins doorgegeven, zo van: nodig deze jongen eens uit voor een gesprek, hij gaat vast meer mooie boeken schrijven, die goed bij jullie fonds passen. Ik ben inderdaad uitgenodigd. Er was direct een klik met de redacteur. Op de weg terug stapte ik in Amsterdam van opwinding in de verkeerde trein: in plaats van Leiden kwam ik in Zandvoort aan Zee terecht!'

Van De bekentenissen van Petrus zijn tot nu toe 5000 exemplaren verkocht. Erg veel voor een debuut. Waarom dan je uitgeverij niet trouw gebleven?
'Voor een debuut is dat inderdaad veel, maar de meeste boeken zijn toch in Leiden en omgeving verkocht. Ook de signeersessies, die ik allemaal zelf regelde, en de artikelen in de kranten waar ik zelf contact mee opnam, waren allemaal lokaal. Mijn netwerk is vooral Leiden natuurlijk, ik woon er al bijna dertig jaar.'

Wat heeft Primavera Pers dan bijgedragen aan het succes?
'In de eerste plaats heeft Evelyn de Regt mij de kans gegeven te debuteren. Zonder haar had het manuscript misschien wel liggen te verstoffen en zou ik niet de moed gehad hebben om aan een tweede roman te beginnen – en verder. Doordat ik bij haar gedebuteerd ben, durf ik mezelf nu schrijver te noemen. Verder heeft zij – samen met nog twee andere redacteuren, maar toch vooral Evelyn – goed meegedacht om het plot te verbeteren en het verhaal sneller te maken. Ik heb er twee hoofdstukken bij geschreven en overbodig materiaal geschrapt. Ook de vormgeving van het boek is erg mooi.'

Maar HarperCollins kan meer bereiken?
'Je merkt aan alles dat je bij HarperCollins met een grotere en professionelere organisatie te maken hebt. Er is meer budget voor promotie en marketing, ze hebben een fantastisch netwerk in Nederland en België, maar ook internationaal. Het is de op een na grootste uitgever ter wereld, met vestigingen overal. En de medewerkers hebben zeer veel ervaring met het op de markt brengen van fictie.'

Een grotere uitgeverij is nodig om in het hele land succes te kunnen hebben?
'Toch wel. Ik ben blij dat ik de overstap gemaakt heb. Als ik bij Primavera Pers gebleven was, zou het boek het misschien opnieuw goed gedaan hebben in Leiden en omstreken. Ik zou vooral een Leidse schrijver gebleven zijn. Mijn ambities zijn om te beginnen nationaal – en stiekem droom ik van internationaal. Je merkt dat HarperCollins gemakkelijker binnenkomt bij de boekhandelsketens. Die luisteren sneller als een grote uitgever komt met een schrijver van wie ze zeggen: hier geloven we in. Mijn boek wordt nu ook gedistribueerd in België, het eerste interview met een Vlaams tijdschrift – Tertio, een katholiek weekblad – heb ik er al op zitten.'

Wat doet HarperCollins om van Het Pauluslabyrint een succes te maken?
'Er is een groot marketing-, pr- en verkoopplan gemaakt voor dit boek. Om een paar promotionele zaken uit te lichten; boekhandels- en persrondleiding, prachtig promotiemateriaal, diverse advertenties waaronder een paginagrote advertentie in de Jonge Schrijversgids van Vrij Nederland en veel media-aandacht.'

Hoe bevalt de samenwerking met deze uitgeverij tot nu toe?
'Heel goed. Er is sprake van een heel persoonlijke benadering. Als ik daar kom hoef ik me niet eens voor te stellen aan nieuwe mensen, iedereen kent me. Je merkt vooral de veel grotere schaal waarop HarperCollins opereert: meer mensen die naar je boek kijken, een strikte verdeling van taken, meer lijntjes naar de nationale pers, originele ideeën om het boek onder de aandacht te brengen… Voor mij is het een enorm verschil dat ik nergens zelf meer achteraan hoef. Boekhandels melden zich bij HarperCollins voor een signeersessie, dáár vragen journalisten een interview aan, de uitgever nodigt mensen uit, bekijkt wie recensie-exemplaren opgestuurd krijgt et cetera. Hierdoor kan ik me helemaal concentreren op mijn hoofdtaak: het schrijven van deel 3 van de trilogie, een thriller over de Pilgrim Fathers.'

Merk je er iets van dat HarperCollins onderdeel is van een wereldwijd opererend concern?
'Absoluut. We hebben een synopsis geschreven van Het Pauluslabyrint dat samen met enkele hoofdstukken vertaald zal gaan worden in het Engels. Die vertaling zal worden aangeboden bij vestigingen wereldwijd, omdat HarperCollins ervan overtuigd is dat het boek internationale potentie heeft. En toen hun auteur Karin Slaughter vorig jaar voor de promotie van haar nieuwe boek Leiden aandeed, mocht ik haar interviewen. Een geweldige ervaring natuurlijk.'

Heeft een zó groot bedrijf ook nadelen voor een auteur?
'Ik heb absoluut nog geen nadelen ontdekt. In het begin waarschuwden mensen me dat je bij zo’n groot bedrijf een van de zovele auteurs zou worden, alsof ze met hagel schieten en zien welk kogeltje raak is. Maar ik ben vooral heel erg blij dat ik de overstap gemaakt hebt.'

Zie ook:

dinsdag 28 maart 2017

Boekhandel Savannah Bay na overval overspoeld door liefde en aandacht (Boekblad)

Een overvaller ging er bij de Utrechtse boekhandel Savannah Bay vrijdagavond met 'zestig tot tachtig euro' vandoor. Dat bleek een spotprijsje voor alle liefde en aandacht die de winkel ervoor terugkreeg.

Vooropgesteld: eigenares Marischka Verbeek en zeker de medewerker die onder schot werd gehouden hadden het natuurlijk het allerliefst nooit meegemaakt. De overvaller kwam direct na sluitingstijd de winkel binnen toen een medewerker de uitverkoopbakken uit de winkel haalde. Verbeek en een andere medewerker zaten op dat moment in het kantoortje achterin de winkel, waar de overvaller hen niet kon zien.
'Het was heel naar allemaal', vertelt Verbeek. 'Gelukkig was zij zo verstandig om hem te gehoorzamen. Ze liep met hem naar de kassa. Tegelijk was ze zo slim om heel hard te gaan praten. Zo hoorde ik dat er iets aan de hand was. Ik liep daarop naar de winkel. De overvaller, toch al helemaal hyper, schrok ervan. Toen ik naar achter riep: "bel 112", werd het hem helemaal te veel. Hij graaide in de kassa, waar – speciaal voor dit soort gelegenheden – natúúrlijk niet veel in lag, en rende weg.'
Wat daarna gebeurde, overweldigde Verbeek en haar team misschien minstens zo sterk. Lokale journalisten die naar de politiezender luisterden, belden onmiddellijk naar de winkel om de overval bevestigd te krijgen. Binnen de kortste keren stonden hun berichten online, die daarna massaal werden gedeeld. Zo kwam er een golf steunbetuigingen op gang die zijn weerga niet kent.
Verbeek: 'Bloemen, kaartjes, chocolade – wat hebben we niet gekregen? En niet een klein beetje, maar veel. Het hele kantoor staat vol bloemen, ook al heb ik veel bossen weggegeven. Mensen kwamen zelfs met geld: iemand wilde 20 euro doneren. Ook vanuit het vak kreeg ik veel reacties. Mijn BOvT-klasje vroeg wat ze konden doen. Van Ditmar stuurde een cadeautje. Zaterdagochtend stuurde Judith [Schellingerhout] van de KBb me meteen al een lief appje.'
In al die jaren heeft Verbeek al heel wat meegemaakt – van een inbraakgolf in de jaren negentig door junkies die 's nachts domweg een baksteen door de ruiten gooiden tot een gevecht met een agressieve winkeldief twaalf jaar geleden. 'Maar toen had je nog geen social media. Toen wist alleen de buurt het. En nu zie je de kracht van al die sociale media. Het is een enorme bevestiging van het feit dat wij echt een community-boekhandel zijn. Het onderstreept hoe bekend en geliefd wij in Utrecht en omstreken zijn.'
En dan de verontwaardiging van mensen dat uitgerekend een boekhandel wordt overvallen. Verbeek verwijst naar de reacties op het nieuws in onder andere Algemeen Dagblad en De Utrechtse Internet Courant als ook op de Savannah Bay-Facebookpagina. 'Die verontwaardiging zegt ook iets over ons vak.'
Dat neemt niet weg dat de schade bij de betrokken medewerker aanzienlijk is. 'Gelukkig wordt ze goed opgevangen. Ze heeft al een gesprek met Slachtofferhulp gehad. En ik zal haar heel goed in de gaten houden. Ik merkte zelf ook dat de ervaring met de winkeldief die ik dacht helemaal verwerkt te hebben, weer boven kwam. Ik wist opeens precies weer hoe die man eruit ziet. Het blijkt maar weer dat zulke ervaringen altijd zijn sporen achterlaten.'

Ook spijt het Verbeek dat de overvaller heeft kunnen ontkomen – hoe snel de politie ook ter plaatse was. 'Geen fijn idee, al is het gevaar natuurlijk gering. Die man komt hier niet snel nog een keer. Gelukkig hebben we een goed signalement. De dader is zo'n zielig figuur die hier vaker in de buurt rondhangt. Ik had hem weleens eerder gespot. Nu pakte hij het ook zo amateuristisch aan. Hij had alleen een wollen ijsmuts over zijn hoofd getrokken. Hopelijk kunnen ze hem daarom nog pakken.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 22 mrt)

maandag 27 maart 2017

Rian Visser geeft nu ook in eigen beheer uit (Boekblad)

Kinderboekenschrijfster Rian Visser heeft bij haar eigen uitgeverij Books2download, dat alleen e-boeken en apps uitgaf, voor het eerst een papieren boek gepubliceerd: Robotoorlog.

Visser had het jeugdboek over een oorlog tussen mensen en robots, geschikt voor kinderen vanaf 10 jaar, aan verschillende uitgeverijen aangeboden. Een uitgeverij was weliswaar geïnteresseerd, maar Visser vreesde dat Robotoorlog als onderdeel van een serie niet de aandacht zou krijgen die het volgens haar nodig had. 'Toen had ik al zo veel ideeën voor dit boek dat ik het liever zelf wilde uitgeven. Het werd een kracht. Een spannend avontuur ook.'
Visser heeft voor Robotoorlog samengewerkt met freelance redacteur Anna Alberts, die ook haar boeken voor Zwijsen redigeert, en de Spaanse illustrator Guillem H. Pongiluppi. 'Ik ben ervaren genoeg als schrijver en boekvormgever om te weten hoe nodig dat is. Het boek moet gewoon goed en professioneel zijn.' Voor de distributie heeft ze zich aangesloten bij De Vrije Uitgevers. De rest doet ze allemaal zelf.
'Een van de redenen dat ik nooit eerder zelf boeken wilde uitgeven, was dat ik het lastig vond om boekhandelaren enthousiast te krijgen. Ik had dat netwerk niet', aldus Visser. 'Inmiddels stuur ik een wekelijkse nieuwsbrief naar 10.000 scholen en ouders. Dus ik dacht: als het niet lukt om de boekhandel te overtuigen, kan ik het desnoods rechtstreeks verkopen. Ook via de promotie die ik voer, bijvoorbeeld via de Nederlandse Judobond. Het boek gaat over vechtsporten.'
Door boekhandels te mailen en verschijning van Robotoorlog in Facebook-groepen van boekhandelaren aan te kondigen, hebben – tot Vissers verrassing – 'toch 31 winkels het ingekocht'. Ze kreeg daarbij hulp van Libris, die het boek op het digitaal beursplein zette. 'Ik probeer deze winkels op alle mogelijke manieren te helpen, door goed op mijn Facebookpagina te zetten waar het te koop is.'
Visser heeft geen plannen om nu al haar werk bij Books2download uit te geven. 'Ik ben nog altijd blij met mijn uitgeverijen Zwijsen en Gottmer. Zij kunnen kanalen aanboren waar ik geen toegang tot heb. Het is ook heerlijk dat ik niet alle promotie zelf hoef te doen. Wel heb ik een tweede deel geschreven van Robotoorlog. Dat geef ik in het najaar uit. En ik probeer al twee jaar een prentenboek over gender uit te geven. Als niemand dat wil hebben, kan ik dat ook zelf uitgeven.'
Daar staat tegenover dat Visser, die eerder op Boekblad.nl heeft gezegd dat auteurs een hogere royalty moeten krijgen als ze zelf veel promotie doen, bij succes meer aan Robotoorlog verdient dan aan ander werk. 'Als ik alle 2000 exemplaren van de eerste druk verkoop, heb ik 8000 euro winst.' Dát zou in de toekomst een reden kunnen zijn om in navolging van bijvoorbeeld collega-kinderboekenauteur Nanda Roep al haar werk zelf te publiceren.
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 17 mrt)

Zie ook:


zaterdag 25 maart 2017

Interview Herman Koch over 'Makkelijk leven' en bibliotheken (Bibliotheekblad)

Herman Koch reist over de hele wereld nu zijn werk in tientallen talen wordt vertaald. Maar alleen in Nederland komt hij in de bibliotheek. Ook in de Boekenweek bezoekt de auteur van het geschenk Makkelijk leven er een handvol om te vertellen over een alter ego die in een situatie terecht komt waarin zijn levensfilosofie niet meer toepasbaar blijkt.

Het internationale succes bracht Herman Koch de afgelopen zes jaar overal ter wereld. Tot in Auckland en Bogotá aan toe. Maar net zomin als openbare bibliotheken in Nederland regelmatig buitenlandse schrijvers over de vloer hebben, geeft hij over de grens lezingen in bibliotheken. 'Buitenlandse uitgevers nodigen mij eerder uit als er een grote boekenbeurs of festival is', vermoedt hij. 'Dat vinden ze eerder een goede aanleiding. En omdat die beurzen vaak grotere budgetten hebben kunnen zij meebetalen.'
De auteur van het Boekenweekgeschenk 2017 herinnert zich maar één uitzondering. De bibliotheek in het Amerikaanse St. Louis, waar hij destijds was om de vertaling van Zomerhuis met zwembad te promoten. 'Het was in een buitenwijk. Ik had er rekening mee gehouden dat het een heel ander publiek was, maar nee. Het was net zo'n avond als ik ken van de bibliotheek in Steenwolde of Rosmalen: een zaal met 90 tot 110 mensen die bijna allemaal The Dinner hadden gelezen, me allerlei vragen daarover stelden, lachten en waarvan de helft na afloop hun exemplaar lieten signeren. Heel leuk. En de volgende dag vloog ik naar Toronto.'
Ook tussen optredens door bezoekt hij liever boekhandels dan bibliotheken. 'Ik ben benieuwd naar wat daar zoal ligt. Ik ben alleen in New York naar de Public Library geweest. Je kent het gebouw wel, met die twee leeuwen naast de trappen. Veel mensen zitten er met oortjes in achter laptops, maar de entourage is 100% achttiende-eeuws. Met oude, maar mooi onderhouden tafels en boekenkasten. Niets is gemoderniseerd. Daar zouden Nederlandse bibliotheken, allemaal vormgegeven als een IKEA-filiaal, van kunnen leren.'

De komende Boekenweek beperkt Kochs tournee zich tot Nederland en Vlaanderen. Tussen 25 maart en 2 april treedt hij 26 keer op – waaronder in de bibliotheken van Arnhem, Venlo, Roermond en Groningen. Ook zit hij een uur bij OBA Live. Veel bemoeienissen heeft hij niet met het programma gehad. 'Ik heb gezegd dat ik naar PassaPorta in Brussel wilde, omdat het zo'n mooie winkel is en er zulke aardige mensen werken. En natuurlijk naar de boekhandel in mijn buurt: Linnaeus in Amsterdam. Verder liet ik het aan anderen.'
Kochs taak was het schijven van het geschenk. Makkelijk leven, heet het. Hoewel hij een schrijver is die zijn eigen tempo neemt en zich niet laat opjagen door uitgevers, voelde hij geen druk om op een vaste datum 25.000 woorden in te leveren. 'Toen ik eind maart werd gevraagd, had ik iets waarvan ik dacht: Jezus, wat een goed idee. Maar ik ontdekte al snel dat het niet in 96 pagina's zou passen. Dat bewaar ik dus voor een roman. Toen ging ik opnieuw nadenken. Eind april had ik het idee dat ik heb gebruikt en half september was het klaar.'
En trouwens, zó anders was het schrijven met harde deadline ook niet. 'Ik begin altijd gewoon. Ik wil zo min mogelijk weten van wat er gaat gebeuren. Ook de twists in Makkelijk leven wist ik niet van tevoren. Het enige verschil met mijn andere werk is dat de lengte dan niet uitmaakt. 150 pagina's, 350 pagina's, ik zie wel. En dan kost het ene boek meer tijd dan het andere. Nu hield ik in de gaten: als ik zoveelduizend woorden per maand schrijf, red ik het. Ik had uiteindelijk wel te veel tekst. Twee extra plotlijnen moesten eruit.'

In Makkelijk leven vertelt de zelfhulpboekenschrijver Tom Sanders waarom hij een appendix toevoegt aan zijn gelijknamige megabestseller – wereldwijd meer dan veertig miljoen exemplaren verkocht! Hij heeft een waardevolle les geleerd nadat zijn schoondochter laat op een avond, waarop Tom en zijn vrouw een feestje gaven, zichtbaar geëmotioneerd vanwege een nare gebeurtenis voor de deur stond. Hoewel? Les geleerd? Maar Koch geeft er niet meer over prijs. Ook na lezing van dit interview moet het geschenk verrassend blijven voor iedereen die het nog niet kent.
Is Makkelijk leven bedoeld als kritiek op het zelfhulpboekengenre? 'Nee hoor', verzekert Koch. 'Al heb ik weinig met het genre. Neem dat boek van Erik Scherder. Sympathieke man hoor, die leuk kan vertellen. Maar als je begrijpt dat bewegen goed is voor je hersenen, weet je alles. In een interview met hem las ik dat óók kauwgom kauwen al telt als bewegen. Dat vind ik nog leuk om te weten. Maar verder? Ik heb ook het idee dat de kans klein is dat je iets van zelfhulpboeken opsteekt. Ik heb ooit Nooit meer te druk doorgebladerd. Ja, dat doe ik al.'
Het gaat Koch uitsluitend om het personage. 'Hij is iemand die zichzelf niet door heeft – en de lezer, als het goed is, wel. Daar hou ik van. Het is ook universeel. Hoeveel mensen denk je hebben zichzelf door? Niemand. Anderen snappen je vaak beter. Mijn bestsellerauteur gelooft dat je problemen het beste kunt oplossen door ze een tijd te negeren. Maar dan komt hij in een extreme situatie terecht waarin die filosofie niet honderd procent toepasbaar blijkt. Daar wordt hij het slachtoffer van. Maar nee, laat ik niet te veel weggeven.'

Afgezien van deze verkeerde keuze heeft de hoofdpersoon veel weg van zijn schepper. Koch deelt voor een groot deel diens levenswijsheden. 'Je krijgt er alleen maar last van als je alles tot probleem verheft. Als je snel als oplossing bedenkt: therapie! Dat vind ik ook. En ik denk dat het geloofwaardig is dat Tom met zo'n zelfhulpboek groot succes heeft. Ik ben ooit voor de Vlaamse krant De Morgen gevraagd mijn levenslessen te delen. Behoorlijk overeenkomstig met die van Tom dus. Daar kreeg ik enorm veel reacties op als: "Wat goed!"'
Ook zijn Tom Sanders én Koch allebei flegmatiek gebleven onder het mondiale succes. Typerend is hun relatie met auto's. Beiden kochten een Jaguar omdat ze het zo'n mooie auto vinden en gaven die na korte tijd alweer op toen ze ontdekten dat een auto die bij je past, toch fijner rijdt. Beiden voelen zich meer op hun gemak bij het bewonderen van dure auto's van anderen, zoals de Bentley van Bram Moszkowicz. Jaren geleden, schrijft Koch, reed de toenmalige advocaat in deze auto vijftig meter achteruit om Tom een compliment te maken.
'Ja, autobiografisch', zegt Koch. 'Dat kan ik wel toegeven. Dat ging destijds om Odessa Star. Hij vond dat ik het criminele milieu goed had getroffen. Een fijn compliment om te krijgen van een strafrechtadvocaat.'

Koch heeft zin in de Boekenweek. Hij treedt niet meer zo vaak op in boekhandels en bibliotheken als vroeger, omdat het nieuwe van lezingen geven er af is gegaan en de tijd die het hem alles bij elkaar kost een beetje tegen begon te staan. En dan wordt hij ook regelmatig gevraagd hetzelfde te doen over de grens. Hij treedt tegenwoordig liever op festivals op, waar hij ten eerste niet de hoofdgast hoeft te zijn en hij ten tweede collega's kan ontmoeten. Maar als hij toch in bibliotheken optreedt, doet hij het graag.
'Ik ben ook nieuwsgierig naar hoe de week zal gaan', zegt hij. 'In plaats van een keer doe ik het drie keer op een dag. Hoe ga ik me gedragen als ik de hele dag wordt rondgereden van de ene hotspot na de andere? Ik vind het alleen spijtig dat ik niet kan schrijven. Het is prettig om elke dag te schrijven, al is het maar een paar uur per dag. Ik zie het maar als een vakantie van mezelf. Als even loskomen van het zinnen bedenken in mijn eigen hoofd. Na de Boekenweek ga ik dan verder met mijn nieuwe roman. Dat is toch het fijnst.'
(Eerder gepubliceerd in Bibliotheekblad 3, 2017)

Zie ook:

donderdag 23 maart 2017

Interview: Christine Otten is blij dat ze nu een agent heeft (Boekblad)

Hoe ervaren schrijvers de boekhandels, uitgevers en boekenvakorganisaties waar ze mee samenwerken? Christine Ottens uitgeverij Atlas Contact was vergeten We hadden liefde, we hadden wapens – het verhaal over de Amerikaanse burgerrechtactivist Robert Williams – in te sturen voor de Libris Literatuurprijs. Ze is blij dat ze nu een agent heeft.

Hoe kwam u erachter dat Atlas Contact had verzuimd uw boek in te sturen?
‘De uitgeverij belde me. Erg netjes van ze. Zij vonden het natuurlijk vreselijk en hebben gelijk maatregelen genomen om te voorkomen dat het nog eens gebeurt. Dat was een paar weken geleden. Zelf was het me niet opgevallen. Wel had ik gezien dat het boek niet op de op de longlist stond. Gezien de respons leek het me niet ondenkbaar dat het boek er wél op zou staan. We hadden liefde, we hadden wapens is goed besproken. Het is een heel actueel boek ook.’

Wat mist u door deze blunder?
‘Ik heb één keer op de shortlist gestaan. Dan gebeurt er veel: extra aandacht, een ruime extra oplage. Juist dit boek, dat maatschappelijke impact heeft, had ik dat gegund. Het is lastig om je eigen boeken met elkaar te vergelijken, maar We hadden liefde, we hadden wapens is voor mij een belangrijk boek. Niet dat ik er wakker van lig, hoor.’

Wat vindt u ervan dat Atlas Contact het nieuws per persbericht heeft verspreid? Of hebt u daar op aangedrongen?
‘Mensen vragen mij: Waarom sta je er niet op? Het boek staat zo in de aandacht. De voorstelling die Urban Myth naar aanleiding daarvan heeft gemaakt, trekt volle zalen. Dan moet ik antwoorden: het boek doet niet mee. Het is daarom beter om de boekhandels duidelijkheid te verschaffen over de reden.’

Bent u in het algemeen tevreden over uw uitgeverij?
Ik ben ongelooflijk tevreden over hoe het inhoudelijk gaat. Mijn boeken worden met zo veel liefde en intelligentie gemaakt. Maar het punt is: er worden zo veel boeken uitgegeven, het mijne is een van vele. Of laat ik het anders zeggen. Een uitgeverij is een bedrijf, dat winst moet maken. Een schrijver heeft als primair belang zijn eigen boek. De uitgeverij streeft er wel naar dat beide belangen samenvallen, maar dat lukt nooit helemaal voor alle auteurs. Daar is een spanningsveld. Dat moet je niet willen ontkennen.’

Helemaal tevreden bent u dus niet?
‘Ik wil liever niet in de openbaarheid zeggen wat wel en niet goed gaat. Ik waardeer het in ieder geval zeer dat de uitgeverij en ik een goed gesprek hebben gevoerd. Ze luisteren echt naar mij.’

Wat vindt u de belangrijkste taak van de uitgeverij?
‘Dat ze een boek goed positioneren bij boekhandels en de media…

En literaire jury’s.
‘Ook ja. En ik denk dat uitgeverijen op dit punt veel kunnen winnen. Het kan creatiever en innovatiever. De rol van de schrijver is erg veranderd. Velen doen van alles zelf. Ik ook. Ik ben een echt ondernemende schrijver. Een uitgeverij moet daar meer in meegaan.’

In vergelijking met 1995, het jaar van uw debuut, zijn uitgeverijen toch veel minder passief geworden? Zeker Atlas Contact, die een vooruitstrevende reputatie heeft.
‘Ja, natuurlijk. En de ambitie en de intentie is er om ieder boek op een eigen manier naar het publiek te brengen. In mijn geval door in te spelen op het maatschappelijke en geëngageerde dat zo belangrijk is voor mijn werk. Maar er kan meer. Ga eens kijken bij al die hippe, jonge reclamebureaus.’

Heeft u in navolging van Atlas Contact-auteur Paulien Cornelisse ooit overwogen uw werk zelf uit te geven?
‘Paulien Cornelisse is een megabestsellerauteur. Dat is een verschil. En ik ben het liefst onderdeel van een uitgeverij. Het is fijn een huis te hebben waar je thuishoort. Wel heb ik sinds kort een agent: Dorine Holman. Die had ik veel eerder moeten hebben. Zij neemt veel werk van mij over, denkt ook goed met mij mee. Heel fijn.’

Zij kan namens u de uitgeverij achter de broek zitten om te garanderen dat zij hun werk goed doen.
‘Dat niet, al overlegt ze wel met de uitgeverij over wat er allemaal mogelijk is. Dorine regelt  verder dingen waar de uitgeverij geen mankracht voor heeft, bijvoorbeeld dat bij ieder optreden in een theater een boekhandel aanwezig is. Ik vind dat belangrijk: dat ik dat niet zelf doe, maar een boekhandel. Ik werk graag met boekhandels samen. Maar soms zijn boekhandels terughoudend: het is een avond werk, betaalt die inspanning zich wel uit? Dorine heeft wél tijd om hen een voor een te overtuigen. Met succes overigens. We verkopen iedere avond veel boeken.’

Agenten had je in 1995 ook niet. Verklaart u de opkomst van dit beroep doordat schrijvers inderdaad veel meer zelf doen.
‘Ja. Ik zie veel jongere collega’s die gewoon willen dat alles net zo goed georganiseerd wordt als zij dat zelf doen, een agent nemen. Maar voor mij is dat niet de enige verklaring. Het heeft ook te maken met mijn visie op literatuur en het schrijverschap dat ik een agent heb. Ik wil dat literatuur midden in de samenleving staat. Dáárom organiseer ik – samen met SLAA en het Bijlmerparktheater – Bijlmer Boekt of geef ik schrijfles in de gevangenis. Je kan niet verwachten dat een uitgeverij dat allemaal organiseert. En ik kan het ook niet allemaal zelf.’ 

Zie ook: