maandag 12 augustus 2019

Interview: Erik Scherder over lezen, bibliotheken en het brein uitgelegd aan kinderen (Bibliotheekblad)

In zijn nieuwste boek legt Erik Scherder de werking van het brein uit voor kinderen. Professor S. en de verslaafde koning gaf hem zo de mogelijkheid om het belang van lezen te benadrukken en zijn zorg uit te spreken over de openbare bibliotheek.

Boeken over het brein zijn al lange tijd zeer gewild. Erik Scherder kan erover meepraten. De werken van de hoogleraar neuropsychologie aan de Vrije Universiteit behorentot de populairste titels in deze categorie: Laat je hersenen niet zitten (2014) en Singing in the brain (2017), waarin hij betoogt hoe belangrijk het voor je hersenen is om te bewegen respectievelijk muziek te maken. Alleen: voor kinderen was er nog niet zo veel.
'Het was voor mij alle lang tijd een hartenwens dat ook kinderen vroeg in aanraking met het brein zouden komen', vertelt Scherder (1951) aan de telefoon. 'Ik zag een spannend kinderboek vol avontuur voor me, waarin de lezer een reis door het brein zou maken en zo met allerlei thema's wordt geconfronteerd. Niet alleen wat obesitas of een gameverslaving met de hersenen doet, maar ook angst en verliefd worden.'
Druk als hij is – ook een gesprek met Bibliotheekblad moest ruim van tevoren worden ingepland – had Scherder zelf geen tijd om zo'n boek te schrijven. Bovendien: fictie? Hij had als vader vroeger verhalen verzonnen voor zijn kinderen. Een daarvan is opgenomen in het boekje Hersenen willen lezen, dat vorig jaar in kleine oplage uitsluitend te koop was op Bookstore Day: 'Joepie en het zwervertje'. Maar zijn specialiteit is het allerminst.
Scherder: 'En toen kreeg ik een brief van Fred Diks, schrijver van onder meer Koen Kampioen, en illustratrice Mariëlle van de Beek. Op de envelop had zij een kleine cartoon van mezelf getekend. Heel leuk. Zij werkten aan een boek over Dixiedorp, waar alle kinderen te dik zijn. Ze wilden van mij informatie over wat er dan gebeurt in de hersenen. Toen legde ik hen mijn idee voor. Daar waren ze direct voor in.'

Half maart verscheen het resultaat van de ontmoeting: Professor S. en de verslaafde koning. De hoofdpersonen Zhé en Brian, twee klasgenoten, gaan daarin op zoek naar Zhé's plotseling verdwenen opa: professor S. Via een soort raket belanden ze in het mysterieuze Breinstein, waar ze opa al snel opsporen. Ondertussen ontdekken ze dat het land zucht onder de internetverslaving van hun koning. Als ze opa hebben gevonden, lost die het probleem op.
'Je hoort ouders wel eens trots vertellen: anderhalf jaar oud en hij swipet al!', vertelt Scherder. 'Ik weet niet of je daar nu zo trots op moet zijn. Te weinig mensen weten dat te lang achter een scherm zitten niet goed is. Stop er na een uur mee. Dat is niet mijn mening, er is veel wetenschappelijke literatuur over die dat aantoont. Je ziet ook dat kinderen steeds minder buitenspelen en minder lezen. Allemaal slecht voor het brein.'
En als je dan toch ander een scherm zit, vervolgt hij, vul die tijd dan niet met doelloos surfen en googlen. Er zijn ook goede aspecten aan games. Als je bijvoorbeeld steeds voor nieuwe uitdagingen wordt gesteld en je je moet blijven inspannen omdat je steeds moeilijkere levels speelt. Een game kan zo een 'verrijkte omgeving' bieden die het jonge brein – tot een jaar of dertig – juist nodig heeft om zich optimaal te ontwikkelen.

Een van de plekken die Brian en Zhé in Breinstein bezoeken is bibliotheek Hippocampus. Heel goed dat die er is, denkt de professor. 'In mijn land sluiten ze steeds meer bibliotheken.' Maar tot zijn schrik ontdekt hij dat de inwoners luidkeels protesteren tegen het openhouden van de bibliotheek. Als niemand nog leest, waarom dan het geld niet beter besteden? De professor trekt wit weg als hij het hoort. 'Dit land heeft echt een heel groot probleem.'
Het is een zorg die Scherder vanzelfsprekend deelt. Lezen is van cruciaal belang. 'Er worden zó veel neurale netwerken actief bij het lezen. Om het woord te zien, het te spellen, de betekenis te begrijpen, maar ook zoiets als het vormen van klanken in je hoofd – daarvoor heb je allemaal andere hersengebieden nodig.' Hoewel hij bekend is geworden als een grote promotor van bewegen, zegt hij daarom: 'Als je dan toch zit, ga lezen.'
Maar om te lezen zijn bibliotheken nodig. 'Ten eerste omdat niet iedereen in staat is boeken te kopen', somt Scherder op. 'Ten tweede omdat het een omgeving is die enorm uitnodigt tot lezen. Ik weet niet in hoeverre de gesloten vestigingen worden vervangen door uitleenposten, maar ik hoop dat iedereen die even goed weet te vinden, ze goed toegankelijk zijn, goede collecties hebben en hulp bieden bij het maken van keuzes.'
Natuurlijk kun je ook digitaal lezen. Maar daarvoor geldt mutatis mutandis hetzelfde als voor games: niet iedere vorm van het e-boek juicht Scherder toe. 'Als beeld en geluid bijdragen aan het begrijpen van het verhaal, heeft een e-boek meerwaarde. Maar als je wordt afgeleid door bijvoorbeeld spelletjes, of omdat je leest op een apparaat waarop je ook appjes krijgt, werkt het negatief.' Bibliotheken moeten dus niet alles opnemen in hun digitale collectie.

Scherder noemt bibliotheken 'ware paradijzen'. Maar hij moet toegeven dat hij openbare bibliotheken niet zó goed kent. In zijn jeugd was hij lid, maar niet de fanatiekste gebruiker. Daarna stortte hij zich op de vakliteratuur – die hij voor een groot deel verkreeg via de universiteitsbibliotheek. Ook met zijn kinderen ging hij niet. Zij lazen via de schoolbibliotheek, en op zaterdagen nam hij ze mee naar de sportvelden in plaats van de bibliotheek.
'Als kind was het voor mij soms een beetje verplicht om erheen te gaan', vertelt hij. 'Als je wat mee naar huis nam, moest je het ook weer op tijd terugbrengen. Dat hield me wat tegen. Maar áls ik naar de bibliotheek ging, vond ik het een snoepwinkel. Later heb ik heel lang alleen maar vakliteratuur gelezen. Ik ben een laatbloeier, dus ik stortte me daar volledig op. Pas sinds een paar jaar lees ik thrillers voor het slapen gaan.'
Toch is wel degelijk tot hem doorgedrongen dat een bibliotheek meer is dan leverancier van boeken en kranten, zoals ook Professor S. in het boek opmerkt. Neem de actieve inzet voor leesbevordering voor alle kinderen van 0 tot en met 18 jaar. 'Het zou ook een heel goed idee als ze dat doen voor volwassenen. Zij zijn toch het voorbeeld van kinderen. Aan hen spiegelen zij zich. Dus als zij vaker een boek pakken, dan hun kinderen ook.'
En: de andere functies van de bibliotheek. Als verblijfplaats, bijvoorbeeld voor ouderen. De hulp die kan worden geboden, waardoor je in de bibliotheek meer kunt vinden dan wanneer je zelf op internet zoekt. En de activiteiten die ze organiseren, zoals ook met Scherder zelf. 'Breintrainingen bijvoorbeeld. Er wordt echt van alles bedacht en heel hard gewerkt. Bibliotheken hebben nog steeds een stoffig imago, vrees ik, maar dat is niet terecht.'

De volledige achternaam van professor S. is uiteraard Scherder. Als de illustraties dat al niet duidelijk maakten – hetzelfde figuurtje waarmee Van de Beek zich indertijd had geïntroduceerd – staat het ook in het verhaal uitgelegd. Zhé noemt haar opa 'S.' omdat ze zijn achternaam zo moeilijk uit te spreken vindt. Dan krijg je al snel de indruk dat de professor met al zijn opinies en karaktertrekken naar het leven getekend is.
Nee dus. Scherder heeft via de informatie over het brein, de manieren waarop dat gestimuleerd kan worden en de gevaren voor een optimaal functioneren, als het ware de bouwstenen voor het verhaal aangedragen. Maar de personages en het plot komen volledig uit de koker van Fred Diks. Dat hem werd aangeraden om zijn karakteristieke grijze haar te verven voor zijn eerste optreden bij De Wereld Draait Door is ook verzonnen, bezweert hij.
Toch zijn er genoeg treffende parallellen – niet alleen in de mening over bibliotheken. Zo is de roem die Professor S. in Breinstein komt aanwaaien, vergelijkbaar met de manier waarop Scherder de aandacht van de natie trok: via een televisieprogramma. In het boek gebruikt hij doelbewust de talkshow De wereld op zijn kop om de inwoners voor te houden dat hun lusteloosheid wordt veroorzaakt door hun internetverslaving.
'Bij mij ging het iets anders. Ik deed mee aan de Universiteit van Nederland, die colleges opneemt van hoogleraren en gratis ter beschikking stelt op internet. De Wereld Draait Door vroeg of ik daarom wilde komen. Ja, leuk. In het voorgesprek had ik gezegd: kom niet aanzetten met studenten die vertellen dat ik op de tafel ga staan en zo. Het ging over de Universiteit van Nederland. Maar Matthijs van Nieuwkerk vroeg toch of ik dat wilde doen.'

Pas toen begon er een totaal onverwacht avontuur dat hij aanwendde voor een hoger doel: oproepen tot het gezond houden van je brein, in eerste instantie van bewegen. 'Nog diezelfde avond werd ik gebeld door de uitgever van Athenaeum-Polak & van Gennep. Of ik een boek had. Nee. Of eigenlijk wel, maar daar vond niemand wat aan. Met hulp van een redacteur heb ik dat toen bewerkt tot Laat je hersenen niet zitten.'
Sindsdien zet hij zich in om de Nederlanders aan te sporen tot een actievere levensstijl. Ogenschijnlijk met veel succes. Zijn eerste boek nadert gestaag de kaap van 100.00 verkochte exemplaren. Singing in the brain zit op 40.000 exemplaren. En ook de eerste druk van Professor S. en de verslaafde koning van 5000 exemplaren was vrijwel meteen op. Ongetwijfeld zijn de boeken ook veel uitgeleend, maar dat weet Scherder niet.
En toch zegt hij dat de werkelijkheid hem dwingt bescheiden te blijven. 'Beweegt Nederland meer? Ik zou die vraag graag willen beantwoorden met een volmondig ja. Maar helaas. Ik krijg weleens reacties van mensen die zeggen dankzij mij nu meer te bewegen. Individuele reacties vertellen alleen niet het hele verhaal. Toen ik laatst bij een lezing vroeg: wie voldoet aan de norm van een half uur inspannen per dag?, stak nog geen 10% zijn hand omhoog.'
In de politiek is het evenmin vanzelfsprekend om verandering te bewerkstelligen. 'Ik zit in een commissie om het gymastiekonderwijs terug te brengen op de basisschool. Door springend sommen op te lossen of zingend taalles te geven, kun je beweging ook goed integreren. We mogen met de minister praten. We mogen langskomen bij de commissie onderwijs van de Tweede Kamer. Maar om de verandering ook te realiseren is heel moeizaam.'

Het ontmoedigt Scherder niet. Hij werkt, naast zijn fulltimebaan, aan nieuwe boeken. Als eerste is dat een boek over ouderdom. 'Een heel positief boek', voegt hij daar direct aan toe, 'waarin ik laat zien dat het leven steeds leuker wordt als je ouder wordt.' En wie weet: misschien komt er ook een nieuw avontuur met Professor S. 'Daar kun je makkelijk een serie van maken. Een volgend deel kan bijvoorbeeld over te weinig bewegen gaan.'
Hoopt hij daarmee dat zijn werk net als dat van Professor S. – wiens genezing van de verslaafde koning honderd jaar in de toekomst plaatsvindt – tegen die tijd nog steeds in de bibliotheek staat? 'Dat zou heel mooi zijn', lacht hij. 'Maar ik ga er niet van uit hoor. Ik vind het ontzettend fijn dat mijn werk door zo veel mensen wordt gelezen, maar ik ben echt heel bescheiden. Er komt een moment dat het ophoudt.'
(Eerder gepubliceerd in Bibliotheekblad 6, 2019)

Geen opmerkingen: