donderdag 29 november 2018

Weet waar je koopt. 150 jaar Broekhuis (Boekblad)

Ondanks de gebrekkige archieven van bedrijven in het mkb, zoals boekhandels per definitie zijn, is het zeer te prijzen dat boekhandels ter gelegenheid van een jubileum hun eigen geschiedenis voor het voetlicht plaatsen. Ook uit het jubileumboek van Boekhandel Broekhuis zijn nuttige lessen te trekken.

Al bij het 125-jarig bestaan van boekhandel Broekhuis in 1993 wilde toenmalig eigenaar Gerard van der Maar een boek uitbrengen over de eigen geschiedenis. Ter voorbereiding daarvan plaatste hij maar liefst zeven jaar eerder een advertentie in het Hengelo's Weekblad. Of iemand hem iets kon vertellen over de familie die zijn naam had gegeven aan de iconische Twentse boekhandel. 'Iedereen die iets weet, hoe ogenschijnlijk onbelangrijk het ook moge zijn, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met Gerard van der Maar.'
Het heeft uiteindelijk een kwart eeuw langer geduurd voor de geschiedenis van Broekhuis is geboekstaafd. Niet meer door Van der Maar, die in 2007 overleed, maar door Joep Scheffer, van 1999 tot en met 2006 medewerker van de boekhandel. Hij memoreert de advertentie in het eerder dit jaar verschenen Een zaak van evenwicht. Honderdvijftig jaar Boekhandel Broekhuis – om er nuchter aan toe te voegen: 'Het levert bitter weinig op'.
Scheffer stuitte op dezelfde grote witte vlekken. Het doen en laten van Egbert Broekhuis en zijn familie is in nevelen gehuld. Wat bekend is van de vroege bedrijfsgeschiedenis zijn enkele data. Broekhuis sr. schreef zich op 7 februari 1868, amper 25 jaar oud, als boekbinder in Hengelo in. Zijn zoons Lambert en Johan werden in 1906 medefirmant, waarna vader in 1927, enkele maanden voor zijn dood, uit het bedrijf stapte. Het archief bevat niet meer dan een paar advertenties, brieven, rekeningen (voor diverse verbouwingen) en een stapeltje kasboeken.
Met name uit de kasboeken valt nog iets af te leiden, zoals Van der Maar deed in zijn Nieuwjaarstoespraak van 1992. Zoon Lambert Broekhuis, zo vertelde hij zijn gehoor, ging in 1889 gemiddeld om de twee maanden naar de kapper. Hij gaf in vier maanden 1,10 gulden uit aan tabak. Hij verloor in december van dat jaar regelmatig met kaarten: 12 cent, 3 cent, 7,5 cent en dat in een tijd waarin de kapper 10 of 15 cent kostte. En enkele dagen na zijn 17e verjaardag ontving hij maar liefst 2,50 gulden van zijn vader. Zo ontstaat toch een vaag beeld van de jonge boekverkoper in opleiding.
Maar een volwaardige bedrijfsgeschiedenis van de eerste tachtig jaar Broekhuis? Die is onmogelijk te vertellen.

Het blijft daarom gissen waarom uitgerekend Broekhuis de eeuwige concurrentiestrijd heeft overleefd. In 1933, somt Scheffer op, telde Hengelo vier boekbinderijen, veertien boekhandels (inclusief speciaalzaken als Muziekboekhandel H.F. van Baaren) en zeven boek- en handelsdrukkerijen. Behalve kantoorvakhandel Höfte en Broekhuis zijn ze allemaal verdwenen. Maar waar dat aan lag? Scheffer noemt Egbert Broekhuis 'een ondernemer pur sang', maar als je eerlijk bent, moet je toegeven dat daar geen bewijs voor is. Ook het aantal personeelsleden zegt zonder context niet veel.
Bovendien: het had gemakkelijk anders kunnen lopen. Direct na de Tweede Wereldoorlog is boekhandel Broekhuis ernstig in het slop geraakt. De kinderloos gebleven broers, inmiddels dik in de zeventig, kunnen niet meer de benodigde energie opbrengen. 'Als iemand komt informeren naar een bestelling gaat één van de broers naar achteren, loopt eenmaal om de inpaktafel heen, vraagt niets, loopt vervolgens weer naar de winkel en vertelt de klant dat de bestelling nog niet binnen is.' Als Cor van der Maar, de vader van Gerard, in 1949 niet had aangeklopt bij Broekhuis, was het net zo roemloos ten onder gegaan als al die andere firma's.
Ook recent had Broekhuis zomaar het loodje kunnen leggen. Scheffer staat uitgebreid stil bij de recente crisisjaren, toen het bedrijf als gevolg van de ontwikkelingen op de educatieve markt gedwongen was de lucratieve verkoop van schoolboeken te staken en het opeens moest hebben van de al jaren verlieslatende algemene boekhandels. En dat in een tijd waarin niemand van de familie de inmiddels ernstig ziek geworden Gerard van der Maar wilde opvolgen. 'De winkel was alleen een visitekaartje', moest huidige eigenaar Kees Schafrat hard constateren. 'Maar leven van een visitekaartje gaat niet.'

Ondanks de gebrekkige archieven van bedrijven in het mkb, zoals boekhandels per definitie zijn, is het toch zeer te prijzen dat boekhandels ter gelegenheid van een jubileum hun eigen geschiedenis voor het voetlicht plaatsen. Het straalt trots uit naar de eigen klantenkring, die zich met de historie van hun boekhandel in handen op een of andere manier opgenomen voelen in iets wat groter is dan zijzelf. Het versterkt zo de campagne waar Schafrat zich de afgelopen jaren sterk voor heeft gemaakt: weet waar je koopt – in Twente dus bij Broekhuis in plaats van bij een anonieme webwinkel.
Minstens zo belangrijk zijn de lessen die er uit de geschiedenis zijn te trekken. Alles is al eens gedaan. Filialen in kleinere plaatsen om Hengelo heen, zoals Haaksbergen, zijn gekomen en gegaan. Uitbreidingen tot in Zwolle zijn overwogen. Er waren verschillende manieren om de studenten en medewerkers van de universiteit te bedienen. De experimenten met eigen uitgaven gaan zelfs al meer dan een eeuw terug. Al die gebeurtenissen kan de huidige eigenaar mee laten wegen om iets wel of niet te doen, maar alleen als ze zwart op wit zijn opgetekend, kunnen ze daadwerkelijk van betekenis zijn.
De belangrijkste van deze lessen is waarschijnlijk dat je altijd de klant centraal moet stellen. Ook bij Broekhuis stuit je herhaaldelijk op directeuren die er bij hun medewerkers op aandringen dat het niet gaat om het boek of de processen, maar om de klant. (Helaas moet ik daarbij aantekenen dat men in Hengelo sommige klanten blijkbaar bijzonderder vindt dan andere. Als een oud-gouvernante van koningin Juliana tussen 1948 en 1966 elk jaar een boek naar prinses Beatrix laat opsturen worden deze cadeau's 'met extra zorg ingepakt', aldus Scheffer.)
Hoe voor de hand liggend ook, steeds opnieuw blijkt die waarschuwing nodig. En dan kom ik weer op de verschillende keren dat Broekhuis langs de rand van de afgrond scheerde. Alleen een winkel die voortdurend innoveert om de klant in een altijd veranderende omgeving te blijven bedienen, kan dat voorkomen. Denk nooit dat je je zaakjes op orde hebt, zoals de families Broekhuis en Van der Maar op een gegeven moment wél lijken te hebben gedacht. Gelukkig beseft Schafrat dat best, ook zonder lezing van Een zaak van evenwicht, blijkens het interview uit Tubantia waarmee het boek besluit.
(Eerder gepubliceerd in Boekblad Magazine nov 2018)

1 opmerking:

Anoniem zei

Gek dat je zegt dat mijn vader dacht alles wel in orde te hebben. Integendeel, altijd zag hij bedreigingen, altijd was hij met de toekomst bezig. Nooit hing hij rustig achterover. Misschien leek dat zo, maar de werkelijkheid was anders.
Rimko van der Maar