maandag 15 juli 2013

Interview Eric Visser (De Geus) over zijn nieuwe uitgeverij World Editions


Met zijn nieuwe uitgeverij World Editions brengt Eric Visser Engelstalige romans op de markt. Hij hoopt vooral Nederlandstalige en Scandinavische, maar ook oorspronkelijk Engelstalige auteurs te laten doorbreken in Engeland en Amerika. Het initiatief heeft hem het plezier in uitgeven teruggegeven.

'Als je vasthoudt aan wat je wilt, vind je mensen op wie je kunt varen' 

Hij kan op de dag van het gesprek alleen een aan elkaar geniet stapeltje A4-tjes laten zien, maar Eric Visser is er niet minder trots om. De eerste aanbiedingscatalogus van zijn nieuwe uitgeverij World Editions. ‘We openen met Binnenvallend licht van Gary Barker,’ zegt hij. ‘Hij is in Nederland bekend van zijn ngo Promundo, waarmee hij in Brazilië mannen met een gewelddadige achtergrond helpt te resocialiseren. Hij is niet alleen activist maar ook een getalenteerde schrijver van prachtige romans.’Zo bladert Visser de hele folder door. De Zweedse schrijfster Anne Swärd. Een novelle van de Ierse auteur Colm Tóibín. De IJslander Sjón. De journaliste Renate van der Zee, van wie de uitgeverij een pamflet over prostitutie publiceert. ‘Het moet de eerste van een reeks pamfletten worden,’ zegt de uitgever. ‘En we beginnen gelijk met een imprint: Colibri. Dat zijn boekjes naar het model van een serie van Fischer Verlag. Betaalbare mooie boekjes met ronde hoeken, harde kaft, leeslint, houtvrij papier, die je makkelijk in je binnenzak steekt.’
Op het eerste gezicht is het niet bijzonder: een nieuwe uitgeverij naast De Geus. Er worden zo veel nieuwe uitgeverijen opgezet. Dat World Editions wel degelijk uniek is, zal volgend jaar blijken. Dan begint Visser onder deze vlag met uitgeven in het Engels. Van Nederlandstalige auteurs als Kader Abdolah, Esther Gerritsen, Anne-Gine Goemans en Charles Den Tex. Maar ook Scandinavische schrijvers als Linda Boström Knausgård – de vrouw van bestsellerauteur Karl Ove Knausgård – en Johannes Anyuru. En Amerikanen: Gary Barker dus.

Visser wilde al een jaar of acht uitgeven in het Engels – lang voor Clavis een eigen kinderboekenuitgeverij in New York opzette of het in Breda om de hoek gevestigde Mo’Media de stap naar Duitsland waagde. ‘Ik wilde met onafhankelijke uitgeverijen in het buitenland een gezamenlijke internationale uitgeverij beginnen, die onze beste uitgaven in Amerika en Engeland in vertaling brengt. We konden zo het probleem omzeilen dat onze auteurs weinig werden vertaald omdat zo weinig buitenlandse uitgevers Nederlands of Deens lezen.’
Ondanks talloze gespreken kwam deze uitgeverij nooit van de grond. ‘Ik ben in een aantal landen geweest. Veel collega's vonden het een goed idee. Ik stelde voor om er dan in Breda verder over te praten. Dat kwam er nooit van. De dagelijkse prioriteiten wonnen het altijd weer. In 2005 begon de Italiaanse uitgeverij E/O, die hetzelfde denkt over uitgeven als wij, via Europa Editions zelf in het Engels uit te geven. Ik wilde hun partner worden. Maar de gesprekken kregen geen voortgang meer nadat ze een enorme bestseller kregen met The Elegance of the Hedgehog van Muriel Barbery. Toen hadden ze geen partner meer nodig.’
Het idee bleef sluimeren. Tot Visser merkte dat hij na meer dan vijfentwintig jaar De Geus ‘minder zin kreeg om een aantal dingen te doen die steeds weer terugkomen’, zoals hij het formuleert. ‘Ik had de behoefte om nieuwe dingen te doen, terwijl ik me te jong voelde om editor-at-large te worden of zoiets. Intern hebben we gediscussieerd over de toekomst. Mijn vrouw Annemie Jans, tot dan toe mede directielid, is toen algemeen directeur geworden. Zij is een betere directeur dan ik. Ze heeft veel elan om De Geus te leiden en samen met het team verder te ontwikkelen. Ik heb nu meer ruimte voor nieuwe uitdagingen en initiatieven. Ik zie mezelf in de eerste plaats als uitgever en ondernemer.’
Na een tijdje nadenken, plannen, mogelijkheden onderzoeken en reizen hakte Visser een jaar geleden de knoop door. Sinds 1 januari 2013 werkt hij halftijds voor De Geus en halftijds aan het opzetten van een nieuwe uitgeverij. ‘World Editions is de perfecte naam ervoor. Uitgaven voor de hele wereld – dat is precies wat we doen. We beginnen in het Engels en Nederlands, maar we kunnen ook ooit in het Chinees gaan uitgeven. Al hebben we daar nog geen concrete plannen voor. Ik zou er dan ook ver vanaf zitten. Dat wil ik niet. Ik wil heel dicht op het product blijven zitten.’
Dat World Editions ook in het Nederlands uitgeeft, volgt uit het beleid van De Geus. Deze uitgeverij geeft verhoudingsgewijs meer oorspronkelijk Nederlandstalig werk uit (het doel is vijftig procent) én heeft het totaal aantal titels verlaagd (van 120 naar 90). ‘Er is dus minder ruimte voor vertalingen. Om auteurs toch trouw te blijven, kunnen we ze bij World Editions uitgeven in het Nederlands. Neem Colm Tóibín: zijn laatste roman moet nog uitkomen bij De Geus. Deze prachtige novelle zou dan blijven liggen.’

De nieuwe start geeft Visser enorm veel plezier. Rechten inkopen. Vertalers zoeken. Perfect Engelstalige vertalers en correctoren vinden. Distributielijnen opzetten. Enzovoort. Dat hele proces van een netwerk opbouwen. ‘Voor Gary Barker moest ik een Amerikaanse editor hebben. Binnen drie uur had ik Ann Patty gevonden. Zij bleek acht jaar bij Harcourt te hebben gewerkt en vijf auteurs te hebben begeleid die wij hebben uitgegeven. Zij heeft ook Life of Pi gedaan. Nu werkt ze freelance.’
Zijn ogen glimmen als hij uitlegt hoe hem dat is gelukt. ‘Ik heb me ingeschreven bij Goodreads, een aantal boeken erop gezet en toen gekeken met wie ik veel titels gemeen had. Zo kwam ik bij een schrijfster Jennifer Gilmore uit, die ik overigens niet kende. Zij wees me op Ann Patty. Het is maar een voorbeeld van hoe zo’n ontdekkingstocht gaat. Maar het is zoals ik het dertig jaar geleden ook deed. Met wie kan ik samenwerken? Wie is een bondgenoot? En als je vasthoudt aan wat je wilt, vind je mensen op wie je kunt varen. Ann Patty vond het ook zo’n leuk initiatief dat ze meer voor ons wil doen.’
Af is dit werk nog niet. Samen met Karin Wessel, die vroeger voor Europa Editions werkte, voert hij in juni gesprekken met de belangrijkste Amerikaanse distributeurs. In Engeland zijn die gesprekken al in een verdergevorderd stadium. Met de Amerikaanse bedrijven wordt besproken of zij ook wereldwijde distributie kunnen garanderen. ‘Het is een probleem dat binnenkort opgelost gaat worden. Dat is hoopvol.’ Daarnaast wil hij de marketing & sales-diensten van de distributeur aanvullen met eigen pr, waarvoor hij mogelijk een klein kantoor in New York of Londen opent. ‘Je moet ook zelf regelmatig aanwezig zijn.’

Een concrete omzetdoelstelling heeft Visser op dit moment niet. Daarvoor is de toekomst van World Editions dat begint met een worp van acht titels, te onvoorspelbaar. ‘De opzet is om over een paar jaar break-even te draaien.’ Hij wordt dan ook niet gedreven door een droom van succes in een groot land, maar door handelsgeest en idealisme. ‘Maar onze ambities zijn niet laag. We willen het zo goed mogelijk doen. Het heeft ook geen zin als je de lat niet zo hoog mogelijk legt. Dan kunnen auteurs net zo goed proberen om hun werk door een reguliere uitgeverij in Amerika of Engeland te laten uitgeven.’
Hij kiest er niet voor niets voor om papier én digitaal uit te geven. ‘Alleen digitaal is makkelijker. Een Zweedse uitgever doet dat bijvoorbeeld, die brengt crime vanuit zijn kantoortje in Stockholm naar Amerika. Het Australische Text Publishing doet veel met printing on demand in Amerika. Maar als je een merk wilt opbouwen, moet je zichtbaar zijn. Moet je papieren uitgaven in de boekhandel hebben liggen. Ik geloof pas dat je echt uitgeeft als je het ook op papier uitbrengt. En volgens mij bestaat een boek voor veel mensen pas echt als het op papier verkrijgbaar is.’
Visser ziet zichzelf als de ideale man om een internationale literaire uitgeverij op te zetten. Er zijn weinig uitgevers in Nederland met zo'n breed netwerk in het buitenland dan hij. Hij somt op: ‘Wij hebben in dertig jaar 1800 vertalingen gepubliceerd uit 80 landen en vertaald uit 35 talen. Veel topauteurs die wij vanaf het begin hebben uitgegeven. We hebben 13 Nobelprijswinnaars en twaalf Goncourtwinnaars in het fonds. We hebben zo’n honderd Scandinavische auteurs, zeventig, tachtig Fransen, en bijvoorbeeld meer dan twintig Poolse, Chinese, Arabische en Afrikaanse auteurs.’
Hij ziet bevestiging in het feit dat tot nu toe alle agenten en uitgevers bij wie het heeft geprobeerd, de Engelse rechten voor de hele wereld aan hem hebben willen verkopen. ‘Dat was spannend. Agenten zijn gewend de Engelse rechten apart te verkopen per land. En ik heb geen trackrecord. Auteurs als Mankell, die al lang een Engelse uitgever heeft, stappen dan ook niet over. Ik heb vooral auteurs gekocht die nog internationaal moeten doorbreken. Anyuru kochten we toen zijn boek op 1200 verkochte exemplaren stond. Dat zijn er nu bijna 30.000. Zijn roman ging voor alle prijzen mee.’
Tegelijk is World Editions ‘een soort natuurlijke bondgenoot’ van het Nederlands en Vlaamse Letterenfonds, met wie Visser ook overlegt. ‘Wij kunnen Nederlandse auteurs op de Engelstalige markt brengen en ze daarmee makkelijker toegang geven tot de rest van de wereld - die geen Nederlands, maar wel Engels spreekt. Dat begint met auteurs van De Geus, maar ik wil ook graag vertaalrechten van andere Nederlandstalige uitgevers kopen. Veel auteurs worden vertaald, maar vaak niet in het Engels. Behalve Kader Abdolah, die bij Canongate zit. Maar omdat zij De boodschapper en De koran niet uitgaven, doen wij het.’

Een verhaal apart zijn de Colibri’s die World Editions brengt. De uitgeverij brengt negen titels in één keer. Van onder meer Alice Munro, Henning Mankell, Hakan Nesser, Patrick Ness en Charles Den Tex. Ze kosten 10 tot 15 euro en zijn leverbaar in één display. Wie één titel van de eerste worp koopt, krijgt er gratis een Colibri van Alice Munro bij cadeau. Is het bedoeld als een alternatief op de dwarsliggers? ‘Er is volgens mij plaats naast de Dwarsligger. De Colibri's zijn wat groter, zoals een kleine Moleskine agenda. Het is ook een goed cadeauartikel omdat de Colibri een echt boek is.’
Visser laat een paar Duitse uitgaven zien uit de rij in zijn kamer. ‘Kijk eens hoe lekker dat in de hand ligt.’ Hij zet ze in de markt omdat hij ruimte ziet voor een tweede serie kleine boekjes. ‘Ze zijn uitermate geschikt voor luchthavens en stations. Daar is het ook voor bedacht. In Duitsland zijn ze heel populair. Van de eerste honderd titels heeft Fischer er 2,5 miljoen verkocht. Zo’n 25.000 exemplaren per titel dus. Wij werken met Fischer samen. Vooral die ronde hoeken zijn mooi, vind je niet? Er is niemand die structureel met ronde hoeken werkt. Wij zijn daarin de eerste.
Het maakt onze uitgaven erg herkenbaar.'
(Eerder in licht verkorte vorm gepubliceerd in Boekblad Magazine 6, 2013)

Geen opmerkingen: