woensdag 7 augustus 2013

Schrijvers op vakantie 3: Het Genua van Ilja Leonard Pfeijffer (BOEK)


Op de fiets onderweg naar Rome kwam Ilja Leonard Pfeijffer in 2008 in Genua aan. Hij is er nooit meer weggegaan. In de roman La Superba bezingt hij de stad waaraan hij zijn hart heeft verpand.

Wat is er zo mooi aan Genua?
‘Het Genua dat mij mateloos fascineert en waar ik van hou, is het historisch centrum. Genua is een langgerekte stad, ingeklemd tussen de zee en de bergen, met uitgestrekte industriegebieden en woonwijken waar ik niet wil komen. Maar het centro storico is een magische plek, een groot labyrint vol Middeleeuwse steegjes, soms niet breder dan een handkar, met hoge palazzi aan beide kanten, waar de zon nauwelijks doordringt. Er is niets, op misschien een paar wijken in Napoli na, dat ermee te vergelijken is. Het is er nog authentiek. Dat kun je niet zeggen van de veredelde openluchtmusea Venetië, Florence of Rome. In die centra woont niemand meer. Als je een pak melk nodig hebt, moet je bij wijze van spreken al de stad uit, omdat je in de winkels in het centrum alleen nog plastic gondels met knipperlichtjes kunt kopen.’

Wat is je favoriete plek in Genua?
‘Omdat je me dwingt één plek te noemen: Het Piazza delle Erbe ofwel het Kruidenplein, waar ik toevallig woon. Het kleine, langwerpige plein is één groot terras. Er zijn acht verschillende bars, overal staan tafeltjes. Het is het Italiaanse buitenleven. Het is daarom, zoals ik in mijn boek beschrijf, de enige plek waar het vanzelf avond wordt zonder dat ik moeite voor hoef te doen. Ik hoef hier nooit af te spreken, mijn vrienden weten toch wel dat we elkaar hier treffen. Ik zit er nu ook, maar je belt me nu op een tijdstip dat je de kleine kutkindjes naast me hoort. Later op de avond had je het gezoem van stemmen gehoord waarin ik me enorm thuis voel.’

Heb je nog een tip voor de literaire fijnproever?
‘Het logo van de Bar Degli Specchi is een kort gedicht van Dino Campana over die bar. Maar ik weet niet of iemand die grote naam van de Italiaanse poëzie kent. Daarom, als ik één tip mag geven: leer thuis via Youtube Fabrizio de André kennen en koop daarna in Genua een cd van hem in het winkeltje annex museum op de Via del Campo dat aan hem is gewijd. Dat is het perfecte souvenir. Hij is een soort Jacques Brel van Italië. Hij is buiten Italië niet zo bekend, maar minstens zo goed. Een literaire troubadour, die voor mij echt een ontdekking was.’

Waarmee heb je een haat-liefde verhouding in Genua?
‘De porto antico, de oude haven. Het is maar tweehonderd meter hiervandaan, maar een totaal andere wereld. Daar staat het grote aquarium waar in de zomer lange rijen voor staan. Daar liggen alle privéjachten, de een nog duurder en exuberanter dan de ander. En daaroverheen is ook nog een snelweg aangelegd. En toch. In de verte zie je veerboten naar Afrika of de vijftiende-eeuwse vuurtoren die nog steeds in gebruik is. Je voelt de connectie met de zee.’

Wat is je favoriete boek over Genua?
‘Een ander boek dan het mijne? Er is, sinds kort, maar één boek over Genua: La Superba.’

Ilja Leonard Pfeijffer (1968) schrijft proza, poëzie, toneel en essays. Tot zijn bekendste werken behoren Het grote Baggerboek (2004) en Het ware leven, een roman (2006).
(Eerder verschenen in BOEK 4, 2013)

Zie ook:
Jeroen Brouwers en Ivo Victoria over hun zelfgekozen vaderland.
- Schrijvers op vakantie 1 (Renate Dorrestein) en 2 (Christiaan Weijts)

Geen opmerkingen: