dinsdag 28 oktober 2014

Japanse literaire prijs geeft ook robots een kans (Knack)

Vanaf volgend jaar staat de Shinichi Hoshi Prijs open voor verhalen geschreven door robots. Zo kan de naamgever van de prijs, overleden in 1997, hem ook winnen. Hopelijk krijgt hij concurrentie van Arnon Grunberg.

Shinichi Hoshi was de Japanse grootmeester van de science fiction. Hij publiceerde sinds zijn debuut in de jaren vijftig meer dan duizend korte verhalen: scherpe portretten van hooguit vier pagina's van alledaags gedrag in een buitenaardse context. Van bundelingen als Bokko-chan (Mevrouw Bokko, 1963) en Oi-detekoi (Hé daar, kom naar buiten) verkocht hij meer dan een miljoen exemplaren in eigen land. Zijn werk werd in tien talen vertaald, zij het niet in het Nederlands.
De Japanse zakenkrant Nikkei Shimbum riep bij de vijftiende sterfdag van de schrijver in 2013 de Shinichi Hoshi Prijs in het leven. 'Voor het verkennen van wetenschappelijke ideeën in fictie', zoals het officieel heet. Maar vooral een sf-verhalenwedstrijd in Hoshi's genre: de 'shoto-shoto', zoals de Japanse term van het zkv (zeer korte verhaal) luidt. Door het onderwerp van de verhalen als de beperkte vereiste lengte ligt het voor de hand dat de jury nu ook inzendingen van robots accepteert.
Een schrijver die zeker mee zal doen is Hoshi zelf. Hitoshi Matsubara van de Future University Hakodate in Hokkaido werkt al jaren aan een systeem dat op basis van de stilistische en inhoudelijke kenmerken van Hoshi's werk een nieuw kort verhaal te schrijven. Precies zoals een schaakcomputer op basis van miljoenen ingevoerde bestaande partijen de beste zet in een nieuwe wedstrijd kan geven. Volgens Matsubara kan hij in 2015 de eerste resultaten laten zien.
Of de computergestuurde toevoeging aan Hoshi's oeuvre ook de prijs wint, staat nog te bezien. En of een computer ooit werkelijk kan concurreren met unieke literaire creaties ontsproten aan onnavolgbare creatieve geesten, al helemaal. Genrefictie laat zich makkelijker definiëren aan de hand van helder omschreven inhoudelijke kenmerken. Bovendien wordt minder waarde gehecht aan een eigen toon of stijl die in de beste literatuur net zo individueel is als een vingerafdruk.
Arnon Grunberg gelooft er in ieder geval niet in. 'Dat intuïtieve, ja ten dele onbewuste karakter van het schrijven is ook de reden dat wij nog altijd geen goede vertaalmachines hebben, laat staan machines die romans schrijven', schreef hij onlangs in de Volkskrant. 'Met schaken zijn wij mensen verslagen door de machine. Met taal gaat dat moeilijker, omdat taal zich kennelijk onttrekt aan een al te strikte logica en omdat de mogelijkheden bij schaken beperkter zijn dan bij het creëren van een tekst.'
Hoewel? 'Al sluit ik niet uit dat over vijftig jaar IBM de Nobelprijs voor Literatuur wint met de machine Deep Magic Realism II. Daarover hoeven we niet bij voorbaat ontzet te zijn; mensen hebben zoveel Nobelprijzen gekregen, de machine mag ook weleens aan de beurt komen. Bovendien moet worden erkend dat de mens met zijn kunstheupen, gelaserde ogen, pacemakers en dergelijke zelf steeds mee opschuift richting machine. Waarom mag de machine dan niet een beetje opschuiven richting mens?'
Grunberg blikte in dit artikel terug op zijn ervaringen bij het schrijven van de novelle Het bestand, dat in februari 2015 in de handel komt. Hij liet de activiteit in zijn hoofd en zijn lichaam uitvoerig meten om te achterhalen wat een schrijver voelt tijdens zijn werk. Dat leidde vooralsnog tot niets – veel meer dan dat hij geconcentreerd aan het schrijven was werd er niet gemeten. Het vervolgonderzoek, dat volgende week start, waarin de lezers van Het bestand worden gemeten zal meer opbrengen.
Toch sloot Grunberg ook in het tv-programma Nieuwsuur niet uit dat in de toekomst computerprogramma's de menselijke schrijver verslaan. 'Als dat zou kunnen, dan hebben we het hele schrijfproces ontrafeld.' De 43-jarige auteur zei te hopen dat hij het zelf niet meer meemaakt. Maar nu het mogelijk blijkt om de competitie aan te gaan, zou het mooi zijn als Grunberg een 'shoto-shoto' schrijft voor de Shinichi Hoshi Prijs 2015 om te zien hoe superieur zijn werk is ten opzichte van de computerfictie.
(Eerder gepubliceerd op Knack.be, 27 okt)

Zie ook:

Geen opmerkingen: