donderdag 5 maart 2020

Recensie: Matilda Gustavsson, 'Het bolwerk' (Athenaeum)

Het gesloten fort waarbinnen men zich onaantastbaar waant

Waarom kon Jean-Claude Arnault zo lang vrouwen misbruiken? En waarom sleepte de cultuurpaus bijna de Zweedse Academie mee in zijn val? In Het bolwerk zet Matilda Gustavsson helder en slim het gecompliceerde #MeToo-verhaal rond de Nobelprijs voor de literatuur uiteen.

Jean-Claude Arnault is – helaas – geen uitzondering. De artistiek leider van Forum, hét culturele podium van Stockholm, vergreep zich decennialang aan vrouwen. Jonge stagiaires, optredende artiesten of domweg bezoeksters op wie de geboren Fransman zijn oog had laten vallen. Hij zette alle manipulatietechnieken in om zijn seksuele lust door te drijven. Anders drogeerde hij zijn slachtoffers wel. Het is walgelijk en misdadig. Maar hij was niet slechter dan die andere mannen die zich onaantastbaar waanden en die in de nasleep van #MeToo ten val werden gebracht.
Dat deze verkrachter in een uithoek van Europa desondanks de wereldpers haalde, dankte hij aan zijn voornaamste subsidiegever: de Zweedse Academie, waar zijn echtgenote – de dichteres Katarina Frostenson – al een kwart eeuw lid van was. Omdat deze eerbiedwaardige instelling, in 1786 door koning Gustaaf III opgericht om 'de zuiverheid, kracht en verhevenheid van de Zweedse taal' te bewaken, de Nobelprijs voor literatuur toekent, zijn alle ogen van de wereld op de instelling gericht zodra er een schandaal uitbreekt.

De opgeschorte prijs

En schandaal was er. Toen Arnault in november 2017 publiekelijk werd beschuldigd, kon de Zweedse Academie – die Forum ook subsidies had verstrekt – niet anders dan bij zichzelf te rade gaan. Wat wisten wij? Zijn we de fout ingegaan? Wat betekent dit voor de toekomst? De discussie daarover leidde tot intern conflict. Een handvol leden, ooit voor het leven benoemd, stapte woedend op. En toen de Academie conclusies had getrokken, bleken die zo onbevredigend voor de Nobelstichting, dat die daarop besloot de uitreiking van 's werelds prestigieuste literaire prijs op te schorten.
 De affaire-Arnault kwam aan het licht dankzij de destijds 30-jarige journaliste Matilda Gustavsson, verbonden aan de cultuurredactie van Dagens Nyheter. Aangespoord door de berichtgeving over filmproducent Harvey Weinstein, waarmee seksueel geweld tegen vrouwen voor het eerst prominent op de journalistieke agenda belandde, besloot ze enkele geruchten uit de Zweedse culturele wereld na te trekken. Dat onderzoek nam al gauw ongekende proporties aan. Uiteindelijk vond ze achttien vrouwen bereid tegen Arnault te getuigen.

Niet voor niets

In Het bolwerk heeft Gustavsson nauwgezet verslag gedaan van haar onderzoek. Ze beschrijft hoe #MeToo haar aan het denken heeft gezet , het eerste contact met de slachtoffers, de gevoelens van ongemak om onbekenden zulke emotionele vragen te stellen, de angst als ze een vernissage bij Forum bezoekt. En zo door tot aan de publicatie, gevolgd door de opluchting als blijkt dat de vrouwen worden geloofd en het nieuws daadwerkelijk opschudding veroorzaakt. Het was allemaal niet voor niets geweest.
Gustavsson heeft dat verhaal buitengewoon goed verpakt. Ze bouwt haar verhaal zorgvuldig op, zonder het risico te lopen de lezer te vervelen met nog een keer een soortgelijk verhaal van het volgende slachtoffer. Ze reflecteert op de betekenis van de affaire en haar eigen rol daarin. Ze slaat nergens een veroordelende toon aan, maar blijft nuchter en helder – ook als ze aantoont dat Arnault en Frostenson subsidies verduisterden en kunstwerken stalen. En ze plaatst Arnault en zijn entourage in een duidelijk verband, zodat ook wie weinig afweet van de Zweedse literaire wereld hem goed kan plaatsen.

De club

Toch is het #MeToo-verhaal in wezen het minst interessante aspect van het boek, dat slechts enkele maanden na de publicatie in Zweden al in vertaling uitkomt. Zoals gezegd: het verhaal van Arnault onderscheidt zich op hoofdlijnen niet van dat van Weinstein, comedian Bill Cosby of tv-baas Roger Ailes. Hij was de zoveelste man die zijn macht, zijn invloed en het aura van de culturele wereld inzette om ambitieuze, vaak onzekere jongere vrouwen te misbruiken én daarna het stilzwijgen op te leggen.
Gustavsson lijkt zich daarvan bewust te zijn geweest. Kijk naar de titel: Het bolwerk verwijst niet naar Arnault als individuele misdadiger, maar direct naar de Zweedse Academie. Het zet de instelling neer als een gesloten fort waarbinnen iedereen kan doen waar hij zich gemachtigd toe voelt. In het Zweeds werkt het nog beter: Klubben – ofwel 'De club'. Die titel verwijst niet alleen naar de Academie, maar breder naar het informele netwerk van de culturele jetset die onderling sterk bevriend was en geneigd was af te geven op de buitenwereld. Ook die context verschafte Arnault een vrijbrief. Die 'clubcultuur' laten zien is het belangrijkste.

De burgerlijke buitenwereld

Zelf heeft Gustavsson weinig te maken gehad met de nasleep. Het follow up-nieuws werd verzorgd door collega's. Ze had alleen sporadisch contact met toenmalig permanent secretaris van de Zweedse Academie Sara Danius. Later heeft ze, vermoedelijk speciaal voor dit boek, enkele Academieleden geïnterviewd – zoals de schrijver Horace Engdahl, die vanwege zijn meer dan dertig jaar durende gevoelens van vriendschap voor Arnault en Frostenson tot in het absurde blijft geloven in hun onschuld. Het zou allemaal een complot zijn van de burgerlijke buitenwereld die het niet heeft op 'opvallende' mensen.
 Gustavsson heeft wel zo goed mogelijk het conflict binnen de Academie uit de doeken gedaan. En vooral: waarom de leden Arnault niet eensluidend veroordeelden. Daarin zit de grootste meerwaarde van Het bolwerk in de kleine hausse aan journalistieke #MeToo-boeken. Ze slaagt erin de kaders bloot te leggen die misbruik mogelijk maken. Niet alleen seksueel, ook financieel. De Zweedse Academie hoeft traditioneel als koninklijke instelling geen verantwoording af te leggen over de honderdduizenden kronen die het jaarlijkse uitdeelt. En dat in een sector waar, nog meer dan in Nederland, niemand geld heeft.
Dat zet je toch aan het denken.

(Eerder gepubliceerd op Athenaeum.nl) 

Geen opmerkingen: