vrijdag 17 april 2015

Het Arnon Grunberg Leesexperiment (vervolg): behoor ik echt tot de minst responsieve lezers?

Alle deelnemers aan het Arnon Grunberg Leesexperiment (zie hier) kregen deze week hun persoonlijke rapporten gemaild. Daarin staat hoe ik, in vergelijking met tachtig proefpersonen, reageer op tien emotionele en tien niet-emotionele passages in Het bestand – passages overigens die zijn geselecteerd door zes onafhankelijke experts. Ik ben wel benieuwd wie deze experts zijn, letterkundigen of psychologen of iets anders, maar dat wordt niet verteld.
In de zestig minuten die ik kreeg, heb ik vier aangestipte passages gelezen: twee emotionele en twee niet-emotionele. Zodoende is vier keer mijn hartslag, ademhaling en huidgeleiding (meer of minder transpiratie) gemeten en geanalyseerd. Ook mijn hersenactiviteit is tijdens de gemarkeerde passages gemeten, maar analyse daarvan kost meer tijd. Die is pas in de zomer gereed. Maar alleen op basis van mijn hartslag wordt een vergelijking gemaakt met tachtig proefpersonen.

De eerste emotionele passage – op pagina 35 van Het bestand – gaat als volgt:
Maar de uitweg uit de hel die ze voor de helft had bewandeld was nog niet ten einde, ze moest nog een paar honderd meter afleggen. Ze trok haar spijkerbroek uit, ontdeed zich van haar onderbroek, een exemplaar dat haar moeder nog voor haar had gekocht, en spreidde haar benen voor de webcam. Voor ze de foto maakte moest ze weer aan haar koeienbillen denken en op haar buik schreef ze met een viltstift: ‘koe’. Haar navel zat midden in de ‘o’. Toen maakte ze de foto, ze verstuurde hem en meteen daarna ging ze hoofdrekenen. Terwijl ze met de sommen bezig was, begon ze te loeien als een koe. Ze kon hoofdrekenen en loeien tegelijk. Ze kon vrijwel alles doen terwijl ze aan het hoofdrekenen was, ze had het nog nooit geprobeerd maar ze kon zich voorstellen dat ze seks had terwijl ze aan het hoofdrekenen was, voor zover ze zich überhaupt kon voorstellen dat ze seks had.

En? Bij de gemiddelde mens daalt de hartslag bij het lezen van een hoog-emotionele passage – 'waarschijnlijk', zo schrijven de onderzoekers, 'omdat de attentie- en informatieverwerking in de hersenen (sterk) toenemen'. In cijfers uitgedrukt is de gemiddelde responsiewaarde 0,02. Geen idee wat dat precies betekent, maar dat doet er niet toe. In mijn geval is de responsiewaarde echter negatief. Ik behoor daardoor tot 'de 1 procent van minst responsieve deelnemers'.
Wat zegt dat? Niets, vrees ik. Ik heb twee keer een emotionele passage gelezen na een niet-emotionele daling. Een keer steeg de hartslag, een keer daalde hij. En omdat de stijging wat hoger was dan de daling, scoor ik gemiddeld een stijging. Maar dat zijn wel heel weinig metingen om een conclusie voor mijn individuele leeshouding uit te trekken. Moest ik toevallig net hoesten? Had ik een gedachte die me afleidde? Stond er misschien een afbreekfout in die passage waar ik over viel?
Het is jammer. Ik had graag meer over mijn lichamelijke reacties tijdens het lezen willen weten, maar het is niet anders. Ik snap wel dat de wetenschappers niet honderden lezers een week lang intensief kunnen volgen.

Geen opmerkingen: