woensdag 24 augustus 2016

De intieme stem van Elena Ferrante

'Nog voordat de inhoud me meesleepte, trof me dat ik in het schrijven Lila's stem hoorde. En dat niet alleen. Vanaf de eerste regels moest ik aan De blauwe fee denken, de enige tekst die ik tot dan toe van haar had gelezen, behalve de opstelletjes van de lagere school dan, en ik begreep wat me indertijd zo was bevallen. De  blauwe fee had dezelfde eigenschap die mij nu zo trof: Lila wist via haar schrijfstijl te praten.'
(Elena Ferrante, De geniale vriendin, pag. 226)

Het is een cliché om een citaat uit een boek te lichten en vervolgens te zeggen dat hetzelfde geldt voor dat specifieke boek. Alsof het boek zichzelf recenseert, lekker makkelijk. En toch. Ik las deze reactie van Elena op de brief van Lila en dacht: dat is precies waarom dit eerste deel van de Napolitaanse romantetralogie mij zo snel zo dierbaar is geworden. Je hóórt haar stem, een zeldzame eigenschap van fictie.
Daarmee bedoel ik dat Elena alleen tot mij lijkt te spreken. De meeste vertellers steken hun verhaal af voor een groot gehoor, ongeacht wie er in het publiek zit. Iedereen mag het horen. Maar Elena is een vrouw van vlees en bloed die op een laat uur op bezoek is gekomen, het tijdstip waarop alleen intieme gesprekken kunnen worden gevoerd, en mij – en mij alleen – zo eerlijk mogelijk haar verhaal in het oor fluistert: intiem, persoonlijk, intelligent, scherpzinnig. Alleen als die illusie optreedt, kun je de gewaarwording hebben dat je bij het lezen een stem hoort.
Zo gaat het citaat een paar regels later verder:

'Ik las en intussen zag en hoorde ik haar. Haar in haar schrijfstijl gevatte stem sleepte me mee, bracht me nog meer in verrukking dan wanneer we onder vier ogen praatten: hij was volledig gezuiverd van de residuen van de alledaagse dialoog, van de chaos van het mondelinge.'

Precies, dacht ik opnieuw. Dat is de reden waarom ik na De geniale vriendin meteen door wilde gaan met deel twee van de Napolitaanse romans: De nieuwe achternaam – desnoods ten koste van alle afspraken met familie, vrienden en kennissen waarmee mijn agenda zich vult. Als een stem in literatuur tegen je praat zoals Elena tegen mij, hoor je zó veel liever haar verhaal dan de per definitie warrige en half gelogen verhalen van de echte mensen in je leven, hoe dierbaar ze je ook zijn.
Inmiddels ben ik verdergegaan met deel twee. Maar ik zeg erbij: ik probeer de neiging te onderdrukken om het lezen van zulke intieme literatuur voorrang te geven. Uiteindelijk heb je in het echte leven aan personages alleen troost, en zo veel meer aan het contact met familie, vrienden en kennissen.

Zie ook:

Geen opmerkingen: